vrijdag 31 december 2021

De man die van zijn been een lamp maakte (Lex Boon)


Tot een paar maanden geleden zei de naam Lex Boon mij niets. Uit een interview (met Nooit meer slapen) bleek me dat hij een journalist is, een enthousiast verteller en iemand die alles over ananas wist. Zo weet hij te vertellen dat er in Nederland geen lekkere ananassen zijn, omdat ze per schip worden aangevoerd. De consequentie is dat ze te vroeg en dus onrijp geplukt worden. 

Geamputeerd been

Uit het interview bleek dat hij net een nieuw boek had, met een intrigerende titel: De man die van zijn been een lamp maakte. Het boek is een verzameling van artikelen/reportages die Lex Boon gepubliceerd heeft, vooral in Het Parool en NRC Handelsblad. De titel slaat op een van die reportages, waarin er bij een man een been geamputeerd moet worden. De man meent dat dat afgezette been zijn eigendom is en dat hij  ermee moet kunnen doen wat hij wil. Hij heeft het plan om er een lamp van te maken. 

Boon volgt de man in zijn plannen. Dat wordt een mooi portret van een persoon, waarbij ook verteld wordt wat er gewoonlijk met afgezette ledematen gebeurt en je vraagt je ook af in hoeverre het lichaam een bezit is en in hoeverre je je lichaam zelfs bent. 

Achter in het boek heeft Boon van elk artikel een update gegeven. In de meeste gevallen heef hij nog eens met een persoon gebeld en gevraagd hoe het er nu mee staat.  Soms is zo'n update verhelderend, soms  voegt die niet zoveel toe. Bij die update wordt ook verteld wanneer het artikel oorspronkelijk is gepubliceerd. 

Enkele stukken heb ik met veel interesse gelezen. Boon is een vasthoudend journalist die zichzelf en de omgeving vragen blijft stellen en van sommige dingen gewoon wil weten hoe het zit. Hij krijgt daardoor details naar boven die je anders gemist zou hebben. 

Kunsthalroof

Vooral in de langere artikelen is hij op dreef. De bundel opent met twee ervan: een onderzoek naar de Kunsthalroof en 'De diepvriesman'. Het eerste geval is vrij bekend: een groepje niet-professionele criminelen krijgt het voor elkaar om enkele belangrijke kunstwerken uit de Kunsthal te ontvreemden. Hoewel iedere lezer daar waarschijnlijk wel wat van weet, is het artikel van Boon boeiend. Hij zet alles helder op een rij en hij reist naar Roemenië om meer zicht te krijgen op de achtergrond van de kunstrovers.

Ook het verhaal over 'De diepvriesman' is boeiend. Het gaat om mensen die hun dode lichaam laten invriezen, omdat ze ervan overtuigd zijn dat de technologie ooit zo ver zal zijn dat het weer tot leven gewekt kan worden. Iemand opent een bedrijfje om dat te faciliteren. Ook hier zijn de portretten van personen boeiend en verder is er natuurlijk het geklungel dat ons allemaal eigen is. Boon komt dicht bij mensen, laat zien hoe ze zijn en hoe ze handelen en laat het oordeel aan de lezer over. 

Ik heb de artikelen met grote tussenpozen gelezen en sommige staan mij nog helder voor ogen, zoals het stuk dat gaat over de geur van Amsterdam. Is die in een flesje te vangen? Boon komt op het spoor van een paar intrigerende parfummakers. 

Van andere snapte ik niet direct waarom ze in een boek bewaard moesten blijven: een portretje van een man die heel veel strikes achter gegooid heeft met bowlen, een beeld van het plaatsje Laren en wat daar speelt, een wandeling door Amsterdam in lockdown. Dat laatste verhaal heeft over een aantal jaren misschien historische waarde, maar nu is het lezen meer een verplicht nummer als je je tot doel hebt gesteld het hele boek te lezen. 

Hitlerkleurplaat

Het minst vond ik de laatste bijdrage in het boek, waarop ik me nogal had verheugd. Het gaat over de keer dat in een kleurboek dat te koop was bij Kruidvat er een kleurplaat was opgenomen met daarop Adolf Hitler. Hoe heeft dat kunnen gebeuren? Maar liefst vijftig bladzijden besteedt Boon eraan. Waarschijnlijk had het ook in tien gekund, als hij niet elk stapje dat hij zette had opgeschreven. Daardoor sleept het artikel maar door, met vrij weinig vaart en je hebt ook nog eens het idee dat het op bijna niks uitdraait. 

De beste stukken uit De man die van zijn been een lamp maakte hadden samen een interessant boek kunnen vormen. Nu zitten er tussen het moois te veel verhalen die niet meer dan doorsnee zijn. Ze zijn niet slecht, maar ik had ze ook kunnen en willen missen. Dat laat onverlet dat het beste werkelijk goed is. In 2018 schreef ik over Het glas van Casanova van Joris van Casteren, wat qua opzet vergelijkbaar is, maar de verschillende verhalen in die  bundeling zijn veel gelijkmatiger van kwaliteit. 

Hopelijk gaat Boon nog lang mee als journtalist en als hij dan een boek maakt met het beste van zijn werk, dan zal ik dat graag lezen. De rest is leuk voor in de krant, maar hoeft niet bewaard te worden voor de eeuwigheid. 

De man die van zijn been een lamp maakte verscheen bij uitgeverij Meulenhoff. 

woensdag 29 december 2021

Een wind van vrijheid (Philippe Thirault / Roberto Zaghi)


Voor vrijheid zijn we allemaal en we zijn allemaal tegen onvrijheid. Als er een personage is dat de vrijheid wil bevechten, zal de lezer zich er gemakkelijk mee identificeren. Bij uitgeverij Silvester is een tweeluik verschenen dat Een wind van vrijheid heet en de hoofdpersoon wordt geportretteerd als een vrijheidsstrijder. Die heeft dus bijna automatisch de sympathie van de lezer.

De hoofdpersoon van het verhaal is Nestor Makhno. Op de pagina die Wikipedia aan hem wijdt, wordt zijn achternaam overigens als Machno gespeld. Ik hou steeds de namen aan zoals die in de strip worden genoemd. 

Nestor Makhno

Makhno is een Oekraïener en hij heeft een turbulent leven gehad. Hij werd al op jonge leeftijd ter dood veroordeeld, maar die straf werd niet uitgevoerd, omdat hij minderjarig was. Hij kwam in de gevangenis terecht en werd bevrijd bij de revolutie van 1917. Daarna wordt hij de aanvoerder van het Zwarte Leger, een groep anarchisten, die strijd levert met ongeveer iedereen, waaronder het Witte Leger en het Rode Leger. 

Het is een onoverzichtelijke geschiedenis, waarbij de vijand steeds vanuit een andere richting komt. Achter in Boek 1 krijgen we in twee pagina's uitgelegd hoe de historische feiten zijn. Het is een bloederige geschiedenis, waarbij veel mensen zijn omgekomen. Een wonder dat Makhno daarbij niet is omgekomen. 

Wel moet hij vluchten tot buiten de landsgrenzen. Via Roemenië gaat hij naar Frankrijk. Daar begint Boek 1, in 1934, in Parijs. Het zal het laatste levensjaar van Makhno zijn. Hoewel hij ver van zijn vaderland is, is hij nog steeds zijn leven niet zeker. Er wordt op hem gejaagd en hij ontmoet een vriend uit het verleden. Dat is het smalle raamwerk waarbinnen het grote verhaal verteld wordt over het leven van Makhno. Af en toe keren we even terug naar 1934 en daar eindigen we ook (aan het slot van boek 2), maar voor de rest zijn we in Oekraïne, bij de jongere Makhno.

Scenario en tekeningen

Het verhaal wordt goed verteld, zoals we van scenarist Philippe Thirault gewend zijn. Ondanks de verwarrende omstandigheden weet hij een zekere helderheid te bewaren. De tekeningen van Roberto Zaghi zijn helder en op de inkleuring door Annelise Sauvêtre is weinig aan te merken. Dat alles ondersteunt het verhaal. De vrouw op de cover van Boek 2 heeft wel iets weg Julia Timosjenko, die ooit premier was Oekraïne. Dat kan een knipoog zijn, maar het kan ook toeval zijn. De vrouw heeft in ieder geval de haardracht waarmee Timosjenko altijd werd gezien. 


De sympathie ligt duidelijk bij Makhno en hij heeft wel trekken van een held, al zien we dat ook hij zijn schaduwkanten heeft. Zo laat hij verderop in zijn loopbaan, wreedheden begaan. Hij kan zich niet meer houden aan zijn eigen idealen. Hoe historisch verantwoord het is, is moeilijk na te gaan. Makhno werd bijvoorbeeld beschuldigd van antisemitisme, maar die beschuldigingen kwamen van zijn tegenstanders. Het lijkt erop dat Thirault met zijn tweeluik een soort herwaardering van Makhno heeft willen bewerkstelligen en dus vooral zijn positieve kanten heeft willen belichten. 

Dicht bij gewone mensen

Nestor Makhno staat dicht bij de gewone mensen, de plattelanders in Oekraïne. Door hen wordt hij ook gesteund. Op de hogere niveaus is hij soms speelbal van de machten. Het Rode Leger laat hem strijden tegen het Witte en levert daarvoor wapens. Maar het Rode Leger zal ook een tegenstander worden. Het is overigens interessant om bekende mensen als Lenin en Trotski hun rol te zien spelen in dit verhaal. 

Wat er allemaal gebeurd is in Oekraïne en soortgelijke landen is in Nederland en waarschijnlijk in de hele westerse wereld, maar matig bekend. Het meest degelijke boek erover is misschien Bloedlanden van Timothy Snyder. Afgelopen jaar publiceerde Lisa Weeda haar debuutroman Aleksandra die zich grotendeels in Oekraïne afspeelt en in de podcast Van Albanië tot Zwitserland besteedde historicus Erik de Graaf een aflevering aan Oekraïne. Hoe meer je van het land weet, hoe complexer het lijkt. 

Dramatiek

Afgezien van de historische betrouwbaarheid, die ik eigenlijk niet kan beoordelen, is het verhaal dat Thirault vertelt wel een goed verhaal, met veel dramatiek. Soms net iets te veel en soms is Makhno net iets te heldhaftig, maar je raakt wel betrokken bij het land waar zoveel slachtoffers zijn gevallen en waarhet bewind steeds maar weer wisselde, waarna je ineens aan de verkeerde kant kon blijken te staan. 

Oekraïne blijft in het nieuws. Door de dreiging van de Russen en eerder het neerhalen van de MH-17 en nog eerder het bezetten van de Krim. Het is niet verkeerd dat een strip ons eens laat nadenken over dat getormenteerde land. 

Titel: Een wind van vrijheid, Boek 1 en 2
Scenario: Philippe Thirault
Tekeningen: Roberto Zaghi
Uitgever: Silvester
's-Hertogenbosch 2021, 56 blz. per deel € 9,95 (softcover)
€ 19,95 (hardcover) voordeelpakket deel 1 en 2 hc samen: € 34,95. 

Eerder schreef ik over andere strips van Philippe Thirault:
Openingspagina Boek 1


Openingspagina Boek 2

dinsdag 28 december 2021

Goede mannen (Arnon Grunberg)



Onlangs werd bekend dat Arnon Grunberg de P.C. Hooftprijs krijgt. Terecht natuurlijk: hij heeft een groot oeuvre van hoog niveau bij elkaar geschreven, al vind ik het ook jammer dat Jeroen Brouwers weer gepasseerd is. Niet alleen had ik hem het graag gegund om nog enkele jaren van het geld te kunnen genieten, maar dat hij de prijs nog steeds niet gekregen heeft, is toch eigenlijk wel een schande. 

Grunberg schrijft zo veel, dat ik hem niet kan bijhouden. Zijn laatste romans De dood in Taormina (2021) en Bezette gebieden (2020) las ik niet en ook Moedervlekken (2016) en Het bestand (2015) sloeg ik over. Bij A.F.Th. van der Heijden overkomt me hetzelfde: ik ben overtuigd van de kwaliteit van de boeken en toch lees ik vele ervan niet. Misschien omdat ik weet dat ik toch niet al die verschijnende boeken kan bijbenen? Of vind ik een keertje overslaan niet zo erg omdat er toch zo weer een nieuwe kans komt?

Natuurlijk lees ik ook heel wat wel. Bij Grunberg zijn dat, als ik goed geteld heb, veertien boeken en het vijftiende is Goede mannen (2018). 

Brandweerman

De hoofdpersoon is een brandweerman in Heerlen. Hij heet Geniek Janowski, maar iedereen noemt hem de Pool. Hij maakt deel uit van een groep mannen die de C-ploeg wordt genoemd. Brandweerlieden zijn op elkaar aangewezen, ze moeten blindelings op elkaar kunnen vertrouwen. Het zijn dan ook kameraden, vrienden misschien. 

Zo ervaart Geniek ze ook. Als zijn oudste zoon, Borys, is overleden, komen ze op bezoek en om hun medeleven te tonen, schilderen de brandweerlui het binnenwerk van zijn huis. 

Borys was een gecompliceerd kind, dat nog in zijn broek poepte toen hij naar school ging. Het leek beter te worden toen hij een pony kreeg. Toen de pony kreupel werd en afgemaakt dreigde te worden, gooide Borys zich voor de trein. Dat is in ieder geval de indruk. Geniek houdt de mogelijkheid open dat hij gestruikeld is. 

Kippenhok

Geniek en zijn vrouw Wendela hebben nog een zoon, Jurek. Ze moeten verder, wat niet vanzelf gaat. Op een dag verlaat de Pool de echtelijke woning en hij gaat het klooster in. Daar woont hij een tijdje in het kippenhok. Dat doet een beetje denken aan Job op de mestvaalt, maar Geniek heeft nog wel een vrouw en een zoon. Na verloop van tijd gaat hij weer naar huis. 

Iemand die terugkeert in zijn huis en daar de draad weer wil oppakken. Dat komt al eerder voor in het werk van Grunberg: als de vrouw van Jörgen Hofmeester, in Tirza (2006), zomaar terugkeert naar haar voormalige huis en zelfs haar plek in het echtelijke bed weer inneemt. 

Ergens thuis zijn en ergens bijhoren is een thema dat in veel boeken van Grunberg is aan te wijzen. De Pool denkt dat hij bij de C-ploeg hoort, maar ze noemen hem niet voor niks 'de Pool', een benaming voor iemand die anders is dan de rest. Als Geniek na zijn verblijf in het klooster en dus in het kippenhok weer terugkeert in de kazerne, wordt hij wel bevraagd op zijn gedrag. Hij heeft door zijn gedrag laten zien dat hij anders is, een buitenstaander. Het is een mooie, pijnlijke scène. 

Voor Geniek had het verblijf in het kippenhok ook te maken met God. Geniek wil God ter verantwoording roepen en tegelijkertijd wil hij liefde waaraan hij niet kan ontkomen. Bovendien is het de ultieme buitenstaanderpositie: zelfs in de kloostergemeenschap, die al afgescheiden is van de buitenwereld, zondert hij zich af. 

Oekraïne 

Toch wil de Pool ook de verbinding met mensen aangaan. Hij wil een goede man zijn en een goede vader voor Jurek. Als het huwelijk tussen hem en Wendela over is, gaat hij op zoek naar een nieuwe vrouw, een reisje naar Oekraïne, georganiseerd door een organisatie. Daar houdt hij Yulia aan over, die later bij hem komt wonen. 

Er zijn verschillende kleine verhaallijntjes in Goede mannen. Bijvoorbeeld hoe de vrouw van een collega Geniek wil troosten en de verhaallijn van de mensenknecht, die de boer verzorgt bij wie de pony van Borys gestald is. Later zal die zich het menselijk verlengstuk noemen. Hij heeft dan van de zorg voor anderen een bedrijfje gemaakt. De gebeurtenissen volgen elkaar logisch op en altijd heeft het thema van de nevenlijnen iets te maken met het thema van de hoofdlijn. 

Pas toen de Pool op datingreis ging, had ik het gevoel dat dat een beetje plotseling was en het leek me een breuk met het voorafgaande. Ook werd op dat moment niet gesproken over het werk van Geniek en of hij het wel had kunnen regelen om zomaar een tijdje weg te gaan. Pas veel later krijgt de verhaallijn van Yulia een stevige verbinding met die van de kazerne. Om nog iets van een plot te bewaren, vertel ik daar even niet te veel over. 

De verhaallijn van de pony wordt afgerond tot en met de dood ervan, maar daar zag ik ook nog wel een los draadje hangen. De kosten van de behandeling van de pony waren extreem hoog. Of het gezin het voor elkaar gekregen heeft die rekening te betalen, wordt verder niet vermeld. 

Terloopsheid

Sommige gebeurtenissen zijn heftig, maar ze worden met een zekere terloopsheid verteld. De manier van vertellen is bij Grunberg altijd minstens zo belangrijk als wat er gebeurt. En altijd weer was ik geboeid door de logica die achter de gedragingen zit. Die logica wordt soms zo ver doorgedreven dat er iets absurds ontstaat, dat gepresenteerd wordt als was het vanzelfsprekend.                                                                                                                                            
In het hele boek door probeert Geniek een goede man te zijn en hij heeft het idee dat hij ook door goede mannen omringd is. Maar er is ook steeds de vraag wat een goed mens eigenlijk is. De Pool wil bijvoorbeeld een goede partner voor Yulia zijn, maar wat verwacht zij van een goede man? En de mensen om je heen, zijn die wel zo goed als je denkt? 

Ik moest ook even denken aan de hoofpersoon van De man zonder ziekte, die een genereuze architect wilde zijn: hij wilde het goede, maar dat zou hem uiteindelijk niet helpen. In meer boeken van Grunberg  zien we dat mensen hun best doen, dat ze het in ieder geval proberen, maar dat ze tekortschieten. Geniek doet zijn uiterste best, het hele verhaal lang, maar misschien is je best doen niet genoeg om goed te zijn. Of misschien is goed zijn niet genoeg om een draaglijk lot te verkrijgen. 

Eerder schreef ik over andere boeken van Grunberg:
Huid en haar

maandag 27 december 2021

De filosoof, de hond en de bruiloft (Barbara Stok)

Op de eerste tekening in haar nieuwe boek, De filosoof, de hond en de bruiloft, staat Barbara Stok zelf afgebeeld. Ook op de laatste tekening zien we haar terug. Ze staat, samen met haar partner, eerst in een desolaat landschap. Behalve een paar zwerfhonden is daar niets. Op het laatste plaatje staan de twee in de drukte van de stad: winkels, verkeer, afval, bedrijvigheid. Tegelijkertijd heb je het idee dat ook daar niets is en dat de twee mensen er wat verloren bij staan. 

Dit soort scènes zijn kenmerkend voor het werk van Stok. Ze is daar zelf altijd heel erg in aanwezig. In verschillende albums is ze zelf de hoofdpersoon en reflecteert ze al tekenend en vertellend op haar eigen leven. Het mooie is natuurlijk dat ze voor de lezer tegelijkertijd reflecteert reflecteert op het leven in het algemeen en dus ook op dat van de lezer. Dat maakt haar boeken zowel persoonlijk als algemeen geldend. 

In een groot deel van De filosoof, de hond en de bruiloft komt Barbara Stok niet letterlijk voor, terwijl het tegelijkertijd heel erg over haarzelf lijkt te gaan. 

Hipparchia

We gaan ver terug in de tijd, meer dan 2300 jaar. We zoomen in op een huis, met daarin een vrouw, die Hipparchia blijkt te heten. In de laatste tekening voordat we haar te zien krijgen, zien we een stukje van het huis: een vogel in zijn of haar eentje op het dak, een wolk en een paar takken in knop. Het lijkt een eenvoudige tekening waar je overheen zou kunnen lezen, maar Stok tekent die dingen natuurlijk niet voor niets. 

De vogel is vrij, maar zit er ook alleen. De takken in knop zijn beloftevol, maar knop is nog geen bloei en Kloos weende al om bloemen in den knop gebroken. De lucht is strakblauw, maar er is ook een kleine wolk. We weten domweg niet wat er boven ons hoofd hangt. Het hele verhaal moet nog beginnen, we moeten maar zien hoe het loopt. 

Stok neemt ons mee terug naar het oude Griekenland. Hipparchia leeft in een welgesteld milieu, wat je aan haar kleren en de woning kunt zien. Ze leest boeken (boekrollen) en al gauw blijkt dat dat ongebruikelijk is voor een vrouw. Ze is ook nog niet getrouwd en dat wordt toch onderhand wel tijd. Hipparchia is filosofisch ingesteld en ze luistert graag stiekem naar de gesprekken die de mannen om haar heen voeren. Bijvoorbeeld over wat het doel van het leven is. 

Wat is een goed leven?

Wat ze denkt, vertelt ze aan de honden die ze eten te geeft. Dat is handige manier van Barbara Stok om het verhaal gaande te houden en toch wat van de binnenwereld van Hipparchia te weten te komen. 'Wat een mens moet hebben om werkelijk gelukkig te kunnen zijn is een goed en weloverwogen leven.' Dat heeft ze bij Socrates gelezen. Ze probeert hem te doorgronden en een antwoord te vinden op de vraag wat een goet leven is. 

Intussen is er een mogelijke echtgenoot voor Hipparchia gevonden, in Athene. Daar is Hipparchia blij om. Ze denkt: 'Ik mag dit niet weer verklooien.' Blijkbaar heeft ze dat al een keer gedaan. Het taalgebruik van Hipparchia is hedendaags en dat blijft zo in de rest van het boek. Iemand zegt dat hij er helemaal klaar mee is en bij een paard wordt er gesproken over zijn geweldige acceleratievermogen, alsof het over een auto gaat. 

Je zou dat anachronistisch kunnen noemen, maar het verhaal moet toch al naar onze tijd gehaald worden: we lezen het nu en in het Nederlands. De mensen spreken de taal die voor ons nu doodgewoon is om aan te geven dat het ook toen doodgewone gesprekken waren. 

Hipparchia is echt blij dat er een echtgenoot gevonden is. Daarin zal ze kind van haar tijd zijn. Tegelijkertijd zal ze ook hedendaags blijken te zijn. Wij moeten immers dicht bij onszelf blijven, bedenken wat we nu echt willen, mogelijkheden zoeken om onszelf te ontplooien. Dat zal Hipparchia ook gaan doen, maar met een ander uitgangspunt: ze wil zo leven dat ze het dichtst bij een goed leven komt. 

Cynicus

In Athene zijn verschillende filosofische scholen, die Hipparchia natuurlijk niet mag bezoeken. Daarom verkleedt ze zich als man, om zo toch in de buurt te komen van de filosoof Crates, een cynicus. Hij zag af van alle welstand en wilde zich niet conformeren aan het waardestelsel dat toen gold. Dat spreekt Hipparchia erg aan. 

Maar het is wat anders als je die ideeën ook nog in de praktijk moet brengen. Hipparchia leeft comfortabel, in een familie met veel bezittingen en haar beoogde echtgenoot is rijk. Hij is bijvoorbeeld eigenaar van zilvermijnen, waarin slavenarbeid wordt verricht, ook door kinderen die slaaf gemaakt zijn. 

Dat laatste staat haar al gauw tegen, maar als slavernij een vanzelfsprekendheid is, is het lastig om te beseffen dat er ook een wereld of een leven mogelijk is waarin slavernij niet logisch en zelfs verwerpelijk is. Ze heeft ook zelf een slavin en hoewel die goed behandeld wordt is ze niet vrij. Die gaat ze bevragen om meer te beseffen wat het betekent als mensen als eigendom beschouwd worden. 

Huwelijk

Uiteindelijk maakt Hipparchia een radicale keuze. Ze doet afstand van haar bezit en trouwt met Crates. Ze zal een van de weinige vrouwelijke filosofen worden. 

Hipparchia heeft werkelijk bestaan. Ze was niet de eerste vrouwelijke filosoof. Al enkele eeuwen daarvoor zijn er vrouwen in de school van Pythagoras wier namen overgeleverd zijn en Barbara Stok laat Hipparchia een boekrol van Perictione lezen, de moeder van Plato. 

Ongelijk Houwelijck

De geschiedenis van Hipparchia was wel bekend. Jacob Cats schreef er bijvoorbeeld over in Trou-ringh (1637). Hij noemde het verhaal van Crates en Hipparchia 'Ongelijk Houwelyck'. Het blijkt na zoveel jaren nog verrassend goed te lezen. 

In de versie van Cats is Crates overigens mismaakt: hij heeft een bochel. Maar ook in andere werken heeft Cats al betoogd dat je iemand niet op het oog, maar op het oor moet trouwen en wat Crates te vertellen heeft, is heel aantrekkelijk voor Hipparchia. Ze moet zichzelf wel overtuigen en Cats laat haar in haar hoofd alle tegenargumenten weerleggen. 
Maar Crates is mimsaeckt: dit hoor ick op hem schieten;
Hem dien de deught verciert, wie kan die lelijck hieten?
Maer hy is byster arm, en uytter maten kael:
Die wijse sinnen heeft besit het altemael. 
Maer hy en heeft geen staet om van te mogen leven:
Al wat op aerde wast dat kan hem voetsel geven.
En zo gaat het een tijdje verder. In tegenstelling tot de versie van Stok speelt de moeder van Hipparchia in de liefdesgeschiedenis een belangrijke rol. Maar als ze de dochter niet tot inkeer kan brengen, wordt vader erbij gehaald en zelfs Crates probeert haar het plan van een relatie met hem uit het hoofd te praten. 

Dreigen met zelfmoord

Maar Hipparchia is vastbesloten en ze dreigt zelfs zelfmoord te plegen. 
Magh ick niet uwe zijn mijn leven-dagen langh,
Ik ga den eygen wegh, ick sijge naer beneden,
Ick ga naer Charons boot, en dat met rassche schreden.
Dat is wel heel dramatisch en het is logisch dat Barbara Stok deze bombastische middelen achterwege heeft gelaten. Uiteindelijk komt het allemaal goed, zeker als Cupido een pijl in de bult van Crates heeft geschoten. 

Cats voegt aan het verhaal in poëzie nog een dialoog in proza over de (on)wenselijkheid van een huwelijk van partners met zeer verschillende achtergrond en over de vraag of je vooraf een gebrek moet onthullen of juist niet. 

Cats betooogt dat Hipparchia weliswaar een volstrekt andere achtergrond had dan Crates, maar dat het toch geen ongelijk huwelijk is, omdat ze alles waarin ze verschilt van Crates achter zich laat. Stok kiest een wat andere insteek. 

Afstand van bezit

Hipparchia breekt door de normen waarin ze leeft. Ze doet niet wat hoort, maar wat volgens haar het goede is. Ze denkt zelf na en neemt de beslissing waarvan ze innerlijk weet dat die goed moet zijn. Daarbij ziet ze hoe betrekkelijk de waarde van het materiële is en wat de uitwassen daarvan zijn (bijvoorbeeld mensen in slavernij laten werken). Hipparchia doet radicaal afstand van bezit. 

Wij leven in een wereld van overvloed en dat heeft zijn schaduwkanten. Wat de overdaad aan voedsel betreft: daar schreef bijvoorbeeld Louise O. Fresco over in Hamburgers in het paradijs. Het woord 'ontspullen' is er een van de laatste jaren. We hebben te veel en zouden daar misschien wel afstand van moeten doen. 

Schaduwkanten van de welvaart

Barbara Stok doet mee in deze discussie over de schaduwkanten van onze welvaart door te laten zien hoe iemand al een paar duizend jaar geleden met hetzelfde probleem worstelde. Enkele problemen veranderen blijkbaar nooit, maar we moeten die in elk tijdperk weer op onze eigen manier zien op te lossen. 

Tot voor kort kende ik Hipparchia niet. Er is ook niet zo heel veel over haar bekend. Dat gaf Stok in hoge mate vrijheid om het leven van deze filosofe in te vullen. Dat heeft ze heel geloofwaardig gedaan en het heeft mij ertoe gebracht ook nog eens Cats te gaan lezen. Van mij mag Barbara Stok nog vaker zo in het verleden duiken. Wie weet is er dan over een aantal jaren een graphic novel over bijvoorbeeld Enheduanna. 

Eerder schreef ik over ander werk van Barbara Stok:





zondag 26 december 2021

Zeven podcasts over speurtochten / reconstructies

Er zijn heel wat podcasts waarin je als luisteraar meegaat in een speurtocht. Het grote voorbeeld is Bob, door het succesvolle collectief Schik. Een oude vrouw, die niet helemaal helder meer is, heeft het vaak over haar jeugdliefde Bob. Maar bestond die wel? En zo ja, wie was het dan?

Ook alom bekend is De brand in het landhuis, van Simon Heijmans. Hij herinnert zich uit zijn jeugd dat er een brand was in een landhuis in Vught en dat daarbij iemand is omgekomen. Er komen ook nog oude munten en schilderijen aan te pas. 

Helemaal onderaan neem ik wat linkjes op naar podcasts waarover ik eerder wat geschreven heb (of waarover ik waarschijnlijk niet meer ga schrijven). Eerst maar even podcasts die ik afgelopen jaar beluisterde. Daarbij is het onmogelijk om volledig te zijn. Ik zal er dus ongetwijfeld heel wat over het hoofd zien. 



Het geheim van Rijswijk

In 1985 worden enkele leden van een amateurbandje in Rijswijk op gewelddadige wijze omgebracht. Is het een vergismoord? Anna Korterink en Mirjam van Zuidam maakten er een podcast over voor NRC Handelsblad. Op het moment dat ik dit schrijf, zijn nog niet alle afleveringen verschenen. 

Mooie podcast, die ons terugvoert naar een tijd dat er in Nederland het verzet op gang kwam tegen Desi Bouterse. Die had in december 1982 ook al tegenstanders laten vermoorden. In hetzelfde pand waarin de band oefende waren ook tegenstanders van Bouterse. 

Korterink en Van Zuidam deden gedegen onderzoek, waarbij ze veel betrokkenen en belanghebbenden ondervroegen. Je zit er als luisteraar dicht op, zodat je je ook betrokken voelt bij het onderzoeksproces. Zo gaan ze bijvoorbeeld naar Suriname om Herrenberg te spreken, die indertijd ambassadeur van Suriname in Nederland was. Je merkt dat een rechtstreeks gesprek nog steeds, in alle vriendelijkheid, niet mogelijk is. Herrenberg wil duidelijk niet het achterste van zijn tong laten zien. 

Aanbevolen dus. De afleveringen vind je op de gebruikelijke plaatsen, maar ook hier.


Een soort god

Weer een podcast van een krant, de Volkskrant deze keer. Simone Eleveld en Anneke Stoffelen maakten Een soort god, over René, een kunfuleraar. Hij is een charismatische man, met duidelijke opvattingen over hoe je zou moeten leven. Veel jongeren komen in de ban van hem. 

Maar René is ook manipulatief en dwingend. De groep die hij leidt begint steeds meer te lijken op een sekte, een gevangenis met open deur, zoals Jan Terlouw ooit schreef. Het gedrag van René heeft mensen duidelijk beschadigd, zonder dat ze dat aanvankelijk in de gaten hadden. 

Eleveld en Stoffelen praten niet alleen met spijtoptanten, maar ook met René zelf, die graag wil vertellen. Dat is een spannend gesprek en de vrouwen brengen het er goed af. 

Ik moest even wennen aan het verteltoontje dat er soms in de podcast is, maar als geheel boeide deze podcast me zeker. Kijk voor de afleveringen hier.



De goudschat van Serooskerke

De derde podcast in het rijtje is ook de derde die door twee vrouwen wordt gemaakt: Ieke Schout en Lieke Malcorps gaan op zoek naar het verhaal van De goudschat van Serooskerke. In 1966 werden op een preilandje heel veel gouden munten gevonden. De vinders zouden er schatrijk van geworden zijn en het zwembad in Serooskerke zou van dat geld gebouwd zijn. 

De podcastmakers zijn Zeeuws, wat misschien helpt als je toegang tot mensen wilt krijgen. Niet iedereen wordt even graag herinnerd aan wat er gebeurd is. De vrouwen zijn vasthoudend, maar ze gaan ook zorgvuldig om met gevoeligheden. Ze willen weten hoe het zit met de vondst en met wat de gevolgen voor de betrokkenen zijn geweest. Maar ze gaan verder: ze duiken ook de geschiedenis in: wie zou die munten ooit begraven hebben?

De jongste munt komt uit 1622. Het Twaalfjarig bestand is dan net afgelopen. Wat kan iemand bezield hebben om zoveel munten achter te laten? En wie had er in die tijd trouwens zoveel geld? Mooi historisch onderzoek, dat heel helder gebracht wordt, zodat je gemakkelijk meegaat. En in elke aflevering hoor je muziek van de onvergelijkelijke Broeder Dieleman. 

Ook het Zeeuws Archief was betrokken. Op de site daarvan lees je meer. 



Dr. Bones

Dr. Bones noemt hij zich, de forensisch patholoog Peter B., die bij veel belangrijke zaken ingeschakeld wordt. Op zijn visitekaartje staat: 'I open corpses to close cases.' Dat klinkt goed. Maar uiteindelijk valt Peter B. door de mand. Hij is niet wat hij voorgeeft te zijn en blijkt zelfs de bloeddruk van iemand niet te kunnen meten. 

Dit soort charlatans boeit altijd, mij althans. Hansje van de Beek en Michelle Salomons maakten er een podcast over voor Argos en Human. Het is een wonderlijk verhaal over een wonderlijk mens, die ongetwijfeld zelf geloofde in zijn leugens. 

Slechts drie afleveringen, dus gemakkelijk even tussendoor te doen. Interessant verhaal. Voor meer informatie, zie hier.



Sisyphus

Een wonderschone podcast van de NTR: Sisyphus, de reconstructie van de beklimming van de Anapurna in 1977. Het was voor het eerst dat er Nederlanders naar een hoogte van 8000 meter zouden klimmen. David de Jongh neemt ons mee terug naar die beklimming. 

Dat kan hij doen, omdat hij de beklimmers nog kan ondervragen. Je hoort hoe de oude mannen terugblikken. Daarnaast is er bij die beklimming veel audiomateriaal bewaard, zodat we ook 'live' getuig kunnen zijn van de beklimming. 

Niet alleen krijg je een idee van de tocht, maar ook van de verhouding tussen de klimmers, die hatuurlijk af en toe onder druk komt te staan. Met veel wonderlijke details, zoals die over sherpa's die op blote voeten door de sneeuw lopen. 

Sisyphus is ongetwijfeld een van de beste podcasts die ik het afgelopen jaar heb beluisterd. Meer informatie vind je hier.


Baba

In de podcast Baba vertelt Willem Voogd het verhaal over zijn oma, een Russische vrouw die in de oorlog door heel Europa reisde, om uiteindelijk in Nederland aan te komen. En hoe zat het met zijn opa? Was die eigenlijk fout in de oorlog of zat hij juist in het verzet. 

Die twee verhalen hebben met elkaar te maken, omdat opa en oma elkaar in de oorlog leerden kennen. Voogd reist zijn oma na en de reconstructie van haar levensverhaal is boeiend. Dat Voogd er ook van alles bij haalt uit het heden, was voor mij niet nodig geweest. 

Zo'n reconstructiepodcast luistert altijd wel prettig, omdat je toch wilt weten hoe het nu allemaal zit. Met plezier geluisterd dus, maar ook niet meer dan dat. Hier vind je nadere informatie. 


Het geheim van Colonel Parker

Hij heette Dries van Kuijk, maar noemde zich, toen hij eenmaal in Amerika was, Colonel Parker en hij werd bekend als de manager van Elvis. Er zijn enkele raadsels omtrent hem: waarom vermeed hij het contact met zijn familie? Was hij illegaal in Amerika? Heeft hij Elvis uitgebuit? Was hij betrokken bij een misdaad?

Een boeiende man in ieder geval. Dat vonden Babs Assink en Lammert de Bruin ook, want zij maakten een podcast over hem, reisden naar Amerika en drongen door tot mensen die Parker persoonlijk hebben gekend. Een deel van de podcast is in het Engels, vanwege de gesprekken in Amerika. Het zal voor weinigen een bezwaar zijn. 

Voor de insiders is veel misschien bekend, maar voor mij was het allemaal nieuw. Ik wist ook niet hoe revolutionair Van Kuijk in zijn stijl van managen. Hij wist Elvis uitstekend in de markt te plaatsen. Maar Elvis trad niet op buiten Amerika. Omdat Colonel Parker dan niet meekon? Maar we krijgen ook nieuwtjes over een optreden in Groot Brittannië dat op handen was en ook over Elvis in Nederland. 

Tussendoor krijgen we snippers Elvis en dat is altijd prettig. Ook als je geen fan van Elvis bent, is de podcast het beluisteren waard, omdat je kennismaakt met een bijzondere man, van wie je na afloop nog niet precies weet hoe je over hem denken moet. Zie ook hier.

Nog tien podcasts over speurtochten/reconstructies:
El Tarangu (even scrollen)
en vele andere.

vrijdag 24 december 2021

De gelijktijdigheid der dingen (Frouke Arns)



Mensen vinden het lastig om een boek aan mij cadeau te geven. Ze weten niet of ik het al heb en ook niet of het een goede keus is. Daarom geven veel mensen maar geen boek, wat jammer is, want een boek is altijd leuk om te krijgen. Een tijdje terug kreeg ik De gelijktijdigheid der dingen van Frouke Arns. Een grote verrassing, want ik wist niet dat Arns ook proza had geschreven. Ik kende alleen haar poëzie. Daarover schreef ik hier. In 2015 en 2016 was ze stadsdichter van Nijmegen. 

De gelijktijdigheid der dingen speelt zich voor een deel af in het noorden van Noorwegen, bij de grens met Rusland. Het is 2013 en het eerste personage dat aan het woord komt, is een sneeuwuil. Die is ook afgebeeld op de omslag. 

De functie van de uil is me niet geheel duidelijk. Hij/zij observeert de andere personages en komt ook in heel andere streken terecht, Damascus bijvoorbeeld. Dat is al niet zo geloofwaardig, maar nog wonderlijker is dat de uil ook weet dat de stad waarover hij vliegt Damascus is. Misschien moet ik daar niet te pietepeuterig in zijn en gewoon meegaan in het verhaal, maar dan zit ik toch nog met de functie van de uil. Voor mijn gevoel had die zo uit het verhaal geknipt kunnen worden, zonder dat we al te veel gemist hadden. 

Op de fiets over de grens

Het verhaal begint goed: een Syrische vluchteling, Nizar, probeert in de bittere kou met de fiets de grens van Rusland naar Noorwegen over te steken en dat lukt hem ook nog. Hij wordt in huis genomen door een oudere vrouw, Helena. 

De scènes in deze verhaallijn heb ik geboeid gelezen. Helena weet dat het niet de bedoeling is dat zij onderdak verleent aan iemand die illegaal in haar land is, maar dat doet ze wel. De grenswachter, Magnus, komt wel even langs, maar hij krijgt verder geen informatie. Met hem heeft ze een heel verleden, dat langzaam duidelijk wordt. 

Het rustige leven van Helena wordt verstoord door de komst van Nizar. Er wordt veel in haar losgewoeld. Zo denkt ze terug aan 1961 en aan hoe ze zelf in Noorwegen terechtgekomen is. Ook boeiend, maar als lezer raak ik ineens weg uit het verhaalheden, terwijl ik het idee heb dat Helena eventjes aan het nadenken is. Het duurt weer een hele tijd voordat we terug zijn in dat heden. Ik zie ook wel dat die twee tochten, in het verleden en in het heden, overeenkomsten hebben, maar ze raken maar slecht vervlochten. 

Familiegeschiedenis

Het verhaal van Helena gaat terug op de familiegeschiedenis van Frouke Arns, begrijp ik uit de flaptekst. Dat het van alle tijden is dat mensen op een andere plek een thuis zoeken wordt dan duidelijk gemaakt door het verhaal van Nizar. Ik kan dat allemaal beredeneren, maar het wil maar maar moeilijk een verhaal worden in mijn hoofd. 

Als geheel vind ik De gelijktijdigheid der dingen niet zo geslaagd, maar de verschillende scènes zijn wel goed. Het persoonlijke drama van mensen weet Arns goed invoelbaar te maken, zonder dat ze alles uitlegt. Na een paar scènes weten we bijvoorbeeld wel dat de man van Helena een figuur is met een eigen leven. Hij vaart en het leven op het schip is anders dan het leven thuis. 

Het boek van Arns zal aan het eind van 2022 niet in mijn toplijst verschijnen, maar ik heb er geen spijt van dat ik het gelezen heb en ik ben ook wel benieuwd wat Arns gaat schrijven als ze niet meer die opdracht van het opschrijven van de familiegeschiedenis hoeft te vervullen. 

woensdag 22 december 2021

Zeven Makkabeeën (Henri Meunier / Étienne Le Roux

Aan de stripserie Zeven heb ik al vaker aandacht besteed. Het concept is heel aardig: zeven mensen die wat gemeen hebben komen bij elkaar om een avontuur aan te gaan. Omdat het nogal uitmaakt of je te maken hebt met atleten, draken, schipbreukelingen of dwergen, verschillen de verhalen onderling nogal. 

Deze keer gaat het om Zeven Makkabeeën. Ik verwachtte dat dat iets met de Joodse geschiedenis te maken zou hebben, maar het gaat om doden die tot leven zijn gewekt. Dat je die ook Makkabeeën zou kunnen noemen, was mij onbekend. 

Mensen terugroepen uit de dood - dat heeft de mensheid altijd al gefascineerd. We kennen het verhaal van Orpheus en Eurydice, dat van Lazarus en dat van het monster van Frankenstein. De Netflixserie The Frankenstein Chronicles sluit bij dat laatste aan. Het verhaal speelt zich dan ook af in de tijd dat het boek van Mary Shelley over het monster van Frankenstein verscheen. 

In de strip Zeven Makkabeeën worden er mensen tot leven gewekt. Het is al eerder bij pony's gebeurd. Daaruit heeft men geleerd dat die dieren na hun wederopstanding bestand zijn tegen extreme weersomstandigheden en dat ze weinig voedsel nodig hebben. Als je een groep van zeven van zulke mensen bij elkaar hebt, kun je ze een zware opdracht laten vervullen. 

Dat gebeurt bij deze groep: ze gaan op expeditie naar de Zuidpool. Het gaat in het verhaal overigens niet alleen om het slagen of mislukken van de missie, maar ook om de onderlinge verhoudingen tussen de zeven. Er heeft nog een persoonsverwisseling plaatsgevonden: een van degenen die tot leven is gewekt is niet wie hij voorgeeft te zijn. 

En wat zijn de effecten op lange termijn van het opnieuw gaan leven? Daar blijkt maar weinig over bekend te zijn. De mannen (vrouwen zijn er niet bij) zullen er gauw genoeg achter komen. 

Ook dit deel in de stripserie is weer heel aardig: een onderhoudend verhaal, waarvan je wel wilt weten hoe het afloopt. De tragiek zit in de levens van de zeven, van wie je je maar moet afvragen hoe blij ze nu eigenlijk zijn met het herkregen leven. 

Serie: Zeven
Deel: Zeven Makkabeeën
Scenario: Henri Meunier
Tekeningen: Étienne Le Roux
Uitgever: Silvester
's-Hertogenbosch 2021, 64 blz. € 19,95 (hardcover)

Eerder besproken albums in deze reeks:

dinsdag 21 december 2021

De belofte van Pisa (Mano Bouzamour)

Het lezen is bij mij de afgelopen weken wel doorgegaan, maar het schrijven schoot niet op. Te weinig ruimte in de agenda of te weinig ruimte in het hoofd. Dat betekent dat ik een achterstandje moet wegwerken en boeken bespreek die ik niet net pas uit heb. Het voordeel is dat je meteen merkt hoeveel er van een boek snel wegzakt en wat echt bijblijft.

De belofte van Pisa moest ik onderhand wel lezen. Middelbare scholieren lezen het graag en het is ook nog verfilmd. Of leerlingen het boek dan nog lezen of alleen de verfilming bekijken, weet ik niet. Op het exemplaar dat ik las stond: 'Filmeditie'. Voor zover ik kan zien, wil dat alleen zeggen dat de afbeelding op het omslag uit de film komt. Verder is het de oorspronkelijke roman uit 2013, maar dan de zevenentwintigste druk uit 2019. Het boek loopt dus goed. 

Mano Bouzamour had dus meteen succes, want De belofte van Pisa is zijn debuut. Vijf jaar daarna schreef hij nog Bestsellerboy, waarin hij het succes van het debuut nog een beetje uitmelkt: het gaat over een schrijver met een succesvol boek, dus over iemand die lijkt op Bouzamour zelf. Als ik het goed begrepen heb. 

Belofte

De titelscène uit De belofte blijft na lezing wel bij. Samir (Sam) is een Marokkaanse jongen die toegelaten is tot het Hervormd Lyceum Zuid. Hij zal vwo gaan doen en als hij goed zijn best doet, kan dat een succes worden. In de ijssalon Pisa belooft hij zijn oudere broer dat hij dat diploma gaat behalen. Even later wordt Broer opgepakt, omdat hij samen met zijn vriend Soesi een waardetransport heeft overvallen. Hij wordt erbij gelapt doordat Soesi praat, wat ervoor zorgt dat Sam vol wraakgevoelens jegens Soesi zit. 

Weliswaar blijft Sam in de tweede klas zitten (zonder dat zijn ouders het in de gaten hebben), maar voor de rest doet hij het goed en het lijkt erop dat hij dat diploma wel zal gaan halen, totdat hij samen met een vriend fraude gaat plegen: ze zullen het examen voor het vak waar de ander zwak in is, dubbel maken. Zo kunnen ze elkaar helpen. Hoe dat afloopt, geef ik nog even niet weg. 

Vet aangezet

Tussendoor krijg je een blik in het leven van Sam. De leeftijdgenoten met wie hij omgaat, komen uit een voor hem onbekend milieu. Het is een beetje het verhaal dat Karin Amatmoekrim vertelt in Het gym (2015), maar Bouzamour was dus eerder. Iemand stapt in een nieuw milieu, waarbij het gevaar dreigt dat hij bij geen van beide gaat horen. 

Wel zet Bouzamour, in tegenstelling tot Amatmoekrim, de tegenstellingen wel erg vet aan, wat ik jammer vind. Soms heeft hij nogal de neiging tot het karikaturale. Dat geeft duidelijkheid, maar subtiel is het allemaal niet. 

Afzetten

Sam zet zich duidelijk af tegen het milieu van zijn ouders, die niet kunnen lezen en schrijven. Lale Gül zal dat, jaren later, ook doen met Ik ga leven. Misschien is dat te vergelijken met hoe schrijvers in de jaren zestig (zoals Wolkers) zich afzetten tegen hun gereformeerde ouders. 

Om de tegenstelling nog duidelijker te maken, is Sam iemand die juist heel erg geïnteresseerd is in de hogere cultuur. Hij speelt piano, luistert naar jazz en kent boeken als Utopia. Ook dat is allemaal misschien net iets te overdreven. Zeker als hij dan ook nog in het Concertgebouw mag spelen met koningin Beatrix in het publiek. 

Het dagelijks leven van Sam is boeiend, maar ook daarin zoekt Bouzamour de extremen op. Vriendschappen beschrijft hij goed, maar als Sam de eerste keer in een buurthuis komt, is het wel een heel erge zooi. 

Meisjes

Verder probeert Sam wat met meisjes. Met Evelien raakt het uit als ze niet bij hem thuis mag komen, later knopen ze toch weer een relatie aan, hoewel hij ook bij Kyra komt en dan komt er ook nog een breed uitgesponnen seksscène waarin beide meisjes figureren en ook nog vriend Ysbrand. 

Zo'n uitweiding haalt de vaart uit het verhaal. Dat gebeurt op meer plekken. Zo krijgen we een hele fantasie over Anne Frank, met een verzonnen slot aan haar dagboek ('Bevrijdingsdag'). Voor mijn gevoel had dat allemaal veel korter gekund. 

Sam gaat wel voor je leven tijdens het lezen en het boek leest ook wel lekker. Ik kan me wel voorstellen dat dat voor leerlingen plezierig is, ook door de zwart-wittekening van de karakters, wat duidelijkheid geeft. Mij stond dat laatste juist tegen. 

Het aantrekkelijke vond ik dat je meeleeft met een jongen die zich probeert te ontworstelen uit zijn milieu en die merkt dat dat niet kan zonder dat het hem wat kost. Als je je opwerkt, moet je ook wat achterlaten. Die tragiek sijpelt wel door het verhaal heen. Maar zin om Bestsellerboy te gaan lezen, heb ik er nog niet van gekregen. 

maandag 20 december 2021

Haas 7: Ontspoord (Rob van Bavel / Fred de Heij)


Oorlogsboeken hadden in mijn jeugd vaak een heldere verdeling in goeden en slechten. De Nederlanders waren de helden, zeker de mensen van het verzet, en de Duitsers waren de slechten. Er waren natuurlijk perforaties in die grens tussen goed en kwaad. Hier en daar liep er een goede Duitser rond en er waren ook altijd Nederlanders die het hart niet op de goede plaats hadden zitten; die heulden met de vijand. 

Bij het lezen kon je je gemakkelijk identificeren met de goeden, want je was zelf vanzelfsprekend ook goed. Eigenlijk was je ook een held, die alleen nog niet de kans had gehad heldendaden te verrichten. 

Intussen ben ik heel wat jaren ouder en ik ben evenmin van de goedheid van de mens als van de slechtheid van diezelfde mens overtuigd. We klunzen ons door het leven, we maken keuzes die soms goed en soms verkeerd uitpakken, we wedden op paarden die winnen of die onderweg struikelen. We doen maar wat en hopen er het beste van. 

Verzetsgroep

In de serie Haas van Rob van Bavel (scenario) en Fred de Heij (tekeningen) staat een verzetsgroep centraal. Dat zouden vroeger dus de helden zijn geweest. Maar ja, de groep bestaat uit mensen met een gecompliceerd karakter. Ze hebben zeker hun fouten en het is niet altijd gemakkelijk om met ze mee te leven. Soms zijn ze wreed en als je met ze meeleeft, word je dus geconfronteerd met de wreedheid in jezelf. Dat maakt het lezen soms wat knarsend, maar ook spannend. En verwarrend. De wereld blijkt niet eenvoudig gestructureerd, maar eerder chaotisch te zijn en met die chaos moet je dealen. 

Daar hou ik wel van en ik heb de verhalen over Haas altijd met plezier gelezen. Intussen is het zevende album verschenen: Ontspoord. De titel slaat op een daad die de verzetsgroep heeft gepland: een trein laten stoppen op een zijspoor . Maar het plannetje ontspoort als er een andere verzetsgroep is, die net andere plannen heeft. En in die strijd ontsporen wellicht ook de verschillende verzetsstrijders. 

De groep Haas zit verder nog met een onzekerheid. Een van de leden is opgepakt en is verhoord. Hoe zeker kun je ervan zijn dat die persoon geen cruciale informatie heeft doorgegeven? En in hoeverre kun je zo iemand nog vertrouwen?

Spannend, geloofwaardig

Van Bavel weet het verhaal altijd spannend te houden en de karakters zijn geloofwaardig. Ook in dit album. En omdat het een realistisch verhaal is, weet je dat je niet bij voorbaat zeker kunt zijn van een goede afloop. De strijd om de trein is explosief en vol geweld. Als dat voorbij is, krijgt het verhaal nog een staartje, waar je toch wel even stil van wordt. Goed verteld, weer een mooi verhaal aan de woelige geschiedenis van verzetsgroep Haas toegevoegd. 

De tekeningen van Fred de Heij passen, net als in de vorige albums, goed bij het verhaal. Hij zit altijd aan de realistische kant, waarbij de expressie op de gezichten wel heel nadrukkelijk is. Het duistere van het verhaal is De Heij wel toevertrouwd en dat tekent hij dan ook zonder terughoudendheid. Dat is niet altijd subtiel, je wordt direct geconfronteerd met de rottigheid die de oorlog met zich meebrengt. 

Omdat veel zich in de avonduren afspeelt, is de inkleuring vrij donker gehouden. Dat benadrukt de duistere kant van het verhaal. Er gebeurt van alles wat het daglicht niet zou kunnen verdragen. 

Niet iedereen zal van dit soort rauwe verhalen houden, maar wie zichzelf niet wil ontzien en het leesavontuur aangaat, vindt in Ontspoord veel goeds. Een vuistslag in je gezicht, waar je toch van kunt genieten. 

Serie: Haas
Deel 7: Ontspoord
Scenario: Rob van Bavel
Tekeningen: Fred de Heij
Uitgever: L
Oosterhout 2021, 48 blz. € 9, 95 (softcover); 64 blz. € 19,95 (hardcover)

woensdag 15 december 2021

De beste strips van 2021


Het nadeel van versnipperd zijn, is dat je op geen enkel gebied alles kunt bijhouden. Ik lees wekelijks strips, maar er ontgaat mij ook veel. Hieronder dus niet een lijstje van absoluut de beste strips van het aflopende jaar, maar de beste strips die ik gelezen heb. 

En ook daarbij moet ik een slag om de arm houden. Waarschijnlijk heb ik toch de neiging om een dikke graphic novel net iets meer te waarderen dan een album van 56 bladzijden, zeker als dat het zoveelste in de reeks is. Die laatste soort bespreek ik hier vaak ook niet, omdat het er domweg niet van komt. Ik ben nu weer ver achter met schrijven en ik vermoed dat ik niet meer over de nieuwe Asterix ga schrijven, bijvoorbeeld, hoewel ik die met plezier heb gelezen. 

Alle uitgevers hebben goede albums uitgegeven, maar van de uitgaven van de ene ben ik net iets meer op de hoogte dan van de ander. Dat heeft ermee te maken dat sommige uitgevers uit zichzelf van alles sturen en dat ik bij andere uitgevers albums moet aanvragen en dat komt er dan vaak niet van. Ook dat zal in de lijst te zien zijn. Het zij zo. 

Dit is mijn lijstje geworden. Ik noem alleen de titel. Als je op de link naar de recensie klikt, zie je de rest van de gegevens. 

1. Dagen van zand (recensie)

2. De laatste zomerroos (recensie)

3. Monsters (recensie)

4. Alack Sinner, Dark City Blues (recensie)

5. Songlife (recensie)

6. Groenland (recensie)

7. De Bom (recensie)

8. Wynona, Als de beer ontwaakt (recensie)

9. Het verval, Boek 1 (recensie)

10. Dune, Boek 1 (recensie)

 


 Andere lijstjes:

dinsdag 14 december 2021

De beste boeken van 2021 (die ik niet gelezen heb)



Een boek dat je niet gelezen hebt, kun je niet beoordelen. Ik weet het, al toch maak ik al jaren hier een lijstje met de beste boeken, waar ik zelfs niet doorheen gebladerd heb. Het zijn boeken waar ik nieuwsgierig naar ben, die ik had willen kopen, maar die ik in de boekhandel liet liggen. Men kan niet alles kopen, niet alles lezen.

Het lijstje is overigens een goed geheugensteuntje, merk ik. Vorig jaar zag de lijst er zo uit. Vijf van die tien boeken las ik alsnog dit jaar en ze haalden alle vijf de lijst met beste boeken van dit jaar. De auteurs waren Hertmans, Lieske, Waterdrinker, Spit en Olyslaegers. Het boek van de beprijsde Wessel te Gussinklo las ik weer niet. 

.Je zou kunnen zeggen dat ik de kwaliteit van de vorig jaar niet gelezen boeken goed had ingeschat. Of misschien had ik al vooraf besloten om die boeken goed te vinden en heeft de profetie zichzelf vervuld. Dat wil ik zeker niet uitsluiten. 

Dit jaar vond ik het wel heel lastig. Mijn richtsnoer was weer vooral de natte vanger, naast enkele recensies en/of interviews. En dan vielen er toch nog schrijvers uit de boot, hoewel ik best weet dat die een goed boek hebben geschreven. K. Schippers, Rob van Essen, Hans Münstermann - ze hebben me niet vaak teleurgesteld. En naar de boeken van bijvoorbeeld Helena Hogenkamp, Jan van Mersbergen, Lammert Voos, Rinus Spruit en Aafke Romeijn ben ik ook echt wel benieuwd. Maar ik hield het bij deze tien:


1. Tobi Lakmaker, De geschiedenis van mijn seksualiteit
2. Robbert Welagen, Raam, sleutel

3. Ine Boermans, Een opsomming van tekortkomingen

4. Sander Kollaard, De kleuren van Anna

5. Wourter Godijn, Karina of de ondergang van Nederland

6. Miquel Bulnes, Monstrum

7. Persis Bekkering, Exces

8. Renske Jonkman, Dit verdronken land

9. Louise O. Fresco, De plantenjager uit Leningrad

10.  Maarten de Graaff, Onder asfalt

 


De beste boeken van 2021 

De beste strips van 2021

maandag 13 december 2021

De beste boeken van 2021

Het is natuurlijk niet te doen: een lijstje maken van de beste boeken die ik in 2021 heb gelezen. De literatuur is geen competitie en boeken zijn soms zo ongelijksoortig dat ze maar moeilijk te vergelijken zijn. 

Ik vind het leuk om wat te puzzelen op zo'n lijstje, maar ik weet dat de betrouwbaarheid dubieus is. Meestal ga ik af op hoezeer een boek mij nog bijstaat, maar een boek dat ik in oktober gelezen heb, zal mij per definitie meer bijstaan dan een boek dat ik in februari heb gelezen. 

Bij het samenstellen van het lijstje, sla ik oude boeken gewoonlijk over: geen Cyriel Buysse of Frans Coenen dus in de top tien. Ook boeken die nog niet zo heel oud zijn maar toch niet van de afgelopen jaren, komen lastiger in het lijstje. Meestal hou ik een marge van vijf jaar aan, maar deze keer vond ik dat ik toch niet om een boek uit 2015 heen kon, terwijl ik een boek uit 2017 heb overgeslagen, hoewel ik er wel van genoten heb. Dat laatste boek is Reddende engel van Renate Dorrestein. 

Ik geef de lijst en licht die daarna nog kort toe. Achter elke titel vind je een linkje naar wat ik er indertijd over schreef. 



1. Delphine Lecompte, Beschermvrouwe van de verschoppelingen (recensie)

2. Jeroen Olyslaegers, Wildevrouw (recensie)

3. Lize Spit, Ik ben er niet (recensie)

4. Pieter Waterdrinker, De rat van Amsterdam (recensie)

5. Tomas Lieske, Honderd hoge dagen (recensie)

6. Stefan Hertmans, De opgang (recensie)

7. Walter van den Broeck, Crossroads (recensie)

8. Peter Terrin, Al het blauw (recensie)

9. P.F. Thomése, De onderwaterzwemmer (recensie)

10. Herman Brusselmans, Vertrouw mij, ik kom uit de veehandel (recensie)

 

Van het boek van Delphine Lecompte was ik diep onder de indruk. Het is eigenzinnig, verwarrend, schrijnend. Het is een boek dat moeilijk met een ander boek te vergelijken is en het is mij dierbaar. Intussen is er ook een tweede deel. 

Wildevrouw: wat een boek! Zeer meeslepend, sleurt je mee naar de zestiende eeuw. Vergeet niet de bijbehorende website te bekijken en de podcast van Jeroen Olyslaegers te beluisteren. 

Het boek van Lize Spit is misschien wel het boek dat ik het snelst gelezen heb: een boek waarin je maar blijft doorlezen. Heerlijk. 

Dat geldt ook voor het boek van Pieter Waterdrinker. Ik had nooit iets van hem gelezen, maar hij staat nu op mijn lijstje van auteurs van wie ik meer wil lezen. 

Van het werk van Tomas Lieske hou ik al bij voorbaat. Ik denk dat ik zijn boeken niet meer goed kan beoordelen, omdat ik vooraf al weet dat ik ze goed vind. Altijd zit er een zeker experiment in zijn boeken. Een schrijver die durft. Dat wil ik graag belonen. 

De opgang was voor mij niet zo overdonderend als een vorig boek dat ik Stefan Hertmans las: Oorlog en terpentijn. Maar wel weer gewoon goed. Interessant onderwerp, goed geschreven. En aan de hoofdpersonen moest ik nog geregeld terugdenken.

Voor het eerst sinds lange tijd las ik weer wat van Walter van den Broeck. Ik heb zijn werk gemist, merkte ik. Sympathiek boek en het voelde meteen weer vertrouwd: helemaal Van den Broeck. Voor wie de auteur niet kent: verheug je, hij heeft een groot en prachtig oeuvre. 

Van Peter Terrin las ik dit jaar twee boeken. Ook nog Patricia, dat misschien wel intrigerender is, maar waar ik ook wel wat lichte bedenkingen bij had. Goede schrijver.

P.F. Thomése heeft me al veel plezier bezorgd met zijn boeken. Dit boek is een beetje aan de oude kant voor dit lijstje, maar ik vond het zo goed, dat ik het ook niet buiten deze lijst kon laten. Meeslepend verteld, beelden die je bijblijven. 

Over Herman Brusselmans heb ik wel getwijfeld. Het was lang geleden dat ik iets van hem gelezen had. Elk boek van Brusselmans is typisch Brusselmans en je kunt er van alles van vinden, maar het is toch ook wel bewonderenswaardig dat iemand al zo lang zijn eigenzinnige proza schrijft. Dit boek staat misschien wel niet op het lijstje vanwege het boek, maar vanwege het oeuvre, maar ik sta er voluit achter. 

En dan zijn er nog de boeken die afgevallen, maar die ook net zo goed in deze lijst hadden kunnen staan, zoals dat mooie boek van Matthias Declercq over Urk en verder heb ik ook genoten van boeken van Franca Treur, Frans Willem Verbaas, Adriaan van Dis, Simone Atangana Bekono, Benny Lindelauf en Geerten Meijsing. Maar niet alle goede boeken die ik las passen nu eenmaal in het lijstje. 



De beste boeken van 2020