Nu er nog weinig echte hooibergen in Nederland te vinden zijn, kennen we de hooiberg vooral in spreekwoordelijke zin: de grote hoeveelheid, van gegevens bijvoorbeeld, waarin maar moeilijk iets kleins te klein vinden is.
Koos van Zomeren noemde een van zijn boeken Hooiberg (2018), met als ondertitel Louter onvergetelijke bijzaken. Het boek is opgebouwd uit kleine stukjes, die los van elkaar gelezen kunnen worden, maar waarin wel sommige onderwerpen steeds terugkeren. In een van de eerste stukjes lezen we:
Als ik ik zeg, bedoel ik mijzelf, evenzeer een hooiberg die meent een man te zijn als een man die zich als hooiberg wenst voor te doen, alles bijeen een hoop teksten die, als uit het niets zijn ontstaan, kindertjes zonder verwekker, de wonderen zijn de wereld nog niet uit.
Ik.
Tenzij ik een ander aan het woord laat die ik zegt.
Ik weet niet of je over een hoofdpersoon kunt spreken, maar de persoon die geregeld terugkomt heet Hooiberg. Hij heeft wel trekken van de schrijver, zonder helemaal met hem samen te vallen. Hooiberg treedt overigens ook in gesprek met schrijvers uit het verleden zoals Max Frisch en Thomas Mann, zodat je hem zou kunnen zien als een soort Forrest Gump die overal opduikt. Maar misschien lijkt hij ook in dit geval erg op de schrijver. Als je leest, praat je eigenlijk ook met een ander.
Verder is er nog Van der Kemp (Kemp) een soort pseudoniem van Hooiberg, die zich weer in verschillende gedaanten voordoet. Bijvoorbeeld als een docent die verschillende leerlingen zich op een verschillende manier herinneren.
Verschillende stukjes bestaan uit observaties: bijvoorbeeld van hoe de jonge hond zich gedraagt. Er is een weergave van wat de verteller leest (onder het kopje 'Is genoteerd') en er zijn herinneringen aan ouders, die heel goed de ouders van de auteur zouden kunnen zijn. De vader wordt steeds gepresenteerd als de man die geen yoghurt kon zeggen; hij sprak dat woord uit als 'jokkert'.
Verder zijn er brieven, aan schrijvers, neem ik aan, gedichten, gesprekken tussen God en Jezus en herinneringen. Daar zit een beetje weemoed in, zoals ook in het boek Nog in morgens gemeten (2006), maar misschien is het mijn eigen weemoed die ik erin teruglees.
In enkele stukjes meende ik, vreemd genoeg, de stem van Armando te herkennen, bijvoorbeeld in het volgende:
Deze vogel behoort tot een soort die al voor haar ontstaan is uitgestorven. Zo vlug gaat dat tegenwoordig. Schitterend dier trouwens.
Vooral dat laatste zinnetje. Misschien staat Armando minder ver van Van Zomeren af dan ik altijd dacht. Een andere mogelijkheid is dat ze in mijn hoofd dichter naar elkaar toe gekropen zijn. Ook een oeuvre dat al afgesloten is, kan immers nog veranderen.
Hooiberg is een merkwaardig boek, dat ik met heel veel plezier heb gelezen. Al die stukjes vormen in je hoofd natuurlijk ook weer een hooiberg. Tijdens het lezen probeerde ik lijn in de stukjes te ontdekken en er zijn ook wel lijnen te trekken, maar volgens mij werkt Hooiberg het best als je helemaal niet met zo'n lijn bezig bent, maar gewoon elk stukje aandacht geeft, zonder heel erg op de omgeving te letten. Na verloop van tijd worden die stukjes dan weer een boek.
Eerder schreef ik over andere boeken van Koos van Zomeren: