Het album De engelen van Auschwitz opent met een soort inleiding, een verklaring vooraf van scenarioschrijver Stephen Desberg. Hij vertelt daarin over zijn bezoek aan Auschwitz en over het album dat hij naar aanleiding daarvan gemaakt heeft:
Ik dacht de verschikkingen van de nazi's te beëindigen door ze zelf gevangenen van hun geweld en hun fabriek van menselijke vernietiging te maken. En ik wilde het verhaal van een man bedenken, misschien een van de gezichten op de foto's in de gang, een man die erin slaagt het lijden om te zetten, om zijn fysieke pijn in te ruilen voor een geestelijke overwinning. Een verloren man, maar die zijn strijd door de jaren heen wint en de kracht van een gemeenschap die zich nooit laat neerslaan.
Desberg bedacht dus een verhaal dat zich grotendeels in Auschwitz afspeelt. Twee personages zijn daarin vooral belangrijk, de hoofdpersoon, David, die gelooft dat er onzichtbare engelen zijn die invloed kunnen uitoefenen. Toen hij kind was, hebben ze ervoor gezorgd dat zijn vader heelhuids terugkwam en hij vertrouwt erop dat de engelen ook in het kamp zijn. Met zijn engelenverhaal bemoedigt hij andere gevangenen en de Duitse commandant Karsten, het andere belangrijke personage, wordt er bang door. Hij gaat ervan uit dat de engelen een metafoor zijn voor sommige mensen in het kamp die zijn gezag ondermijnen.
Karsten is meedogenloos. De enige wezens waarvoor hij enig gevoel kan opbrengen, zijn zijn zoon Hansel en zijn hond. Die zoon speelt een rol in de epiloog, dien nog best wat bladzijden beslaat, zodat je die ook het tweede deel van het verhaal zou kunnen noemen.
Esthetisch
Eigenlijk weet ik niet goed wat ik van de strip vind. Op de voorkant staan getekende portretten van gevangenen. Maar ze zijn wel erg esthetisch. Ze zijn vrij knap en zien er clean uit. De ellende is er niet aan te zien. Net te mooi, vind ik.
In het verhaal wordt de gruwel van het kamp overigens duidelijk verbeeld. Het geweld, de willekeur, de ontmenselijking - we krijgen het allemaal mee. Dat maakt De engelen van Auschwitz tot een aangrijpend verhaal. Maar het eerste zinnetje dat ik citeerde blijft wel in mijn achterhoofd hangen: 'Ik dacht de verschrikkingen van de nazi's te beëindigen door ze zelf gevangenen van hun geweld en hun fabriek van menselijke vernietiging te maken.'
Die verschrikkingen met terugwerkende kracht te kunnen beëindigen klinkt nogal naïef. En een verklaring vinden voor het onmenselijke optreden van Karsten is misschien mogelijk, maar geen enkele verklaring is een verontschuldiging. Dat Karsten ook een zielige figuur is, maakt hem wellicht menselijker, maar het doet niets af aan het gruwelijke dat hij deed of vooral liet doen.
Epiloog
In de epiloog blijkt dat Karsten toch nog zijn trekken thuiskrijgt. Dat bevredigt natuurlijk: het kwaad wordt met een omweg toch nog gestraft, maar de straf staat in geen verhouding tot de daden die hij gepleegd heeft.
Misschien zit mij het meest dwars dat de gruwelen in Auschwitz gebruikt worden als middel om een boodschap over te brengen. Om te laten zien dat de man die in engelen geloofde uiteindelijk gelijkkrijgt en dat het goede uiteindelijk overwint. Maar in Auschwitz heeft het goede niet overwonnen en daarom is het positieve einde ook wrang. Alsof het allemaal toch nog ergens goed voor geweest is.
Hiermee doe ik Desberg en zijn bedoelingen, geen recht, ik weet het. Zijn intentie wil ik niet in twijfel trekken: hij was onder de indruk en wilde daar iets mee doen. De vraag is wel of je dat op deze manier moet doen. Ik heb daar wel problemen mee.
Tekeningen
Emilio van der Zuiden heeft vrij strakke tekeningen gemaakt, waarbij het inkten met een vrij dikke lijn is gebeurd, vooral waar het personages betreft. Dat heeft tot gevolg dat het oog van de lezer ook vooral op de personen gericht wordt.
Soms ontkomt hij niet aan clichés: de meeste wrede gevangene die zich mag uitleven op de andere mensen in het kamp heeft het brede hoofd (met doorlopende wenkbrauwen) die je bij zo iemand verwacht. Subtieler is de kraai die op verschillende tekeningen is afgebeeld en getuige en bode van de dood is. En als iemand doodgeschoten wordt, zie je het rood langzaam de tekening overnemen, alsof de personen door het bloed moeten waden. Dat is een concretisering van wat er in het hoofd van David moet zijn omgegaan.
Op tekstniveau zit er ook wel een cliché in. In een verhaal over engelen wordt een geliefde natuurlijk ook een engel genoemd. Wellicht goed voor de coherentie van het verhaal, maar ook een beetje een banalisering van de 'engelen' in de oorlogssituatie.
De inkleuring, door Fabien Alquier, maakt duidelijk onderscheid tussen de oorlog veel bruin/grijs/donkerblauw en de periode na de oorlog, waar de kleuren lichter en daardoor vrolijker zijn.
De engelen van Auschwitz is een opmerkelijk boek. Het kwaad en de gruwelijkheden worden onverbloemd getoond. Daardoorheen wordt het verhaal gevlochten van iemand die in engelen gelooft en van een kampcommandant met onbegrensde macht, die moet aanvaarden dat hij niet alles onder controle heeft. Allemaal kundig gedaan, maar, zoals vermeld, het zit me toch niet helemaal lekker. Hier zal ieder zijn eigen afwegingen moeten maken. Ik kan me ook voorstellen dat mensen juist van dit verhaal onder de indruk zijn.