In 2011 publiceerde Ted van Lieshout een prachtboek voor kinderen: Driedelig paard. In het boek stonden teksten die als een blok op de pagina stonden: de regels uitgevuld en de hele pagina benut. Geen titel, geen verdeling in alinea's.
En dan waren het ook nog eens goede teksten. In de eerste afdeling stonden verhalen waarin sprookjesmotieven voorkwamen, bijvoorbeeld een kabouter of een zeemeermin, en er waren heel wat verhalen over ouders en kinderen. Verschillende keren beklaagden ouders zich over kinderen of andersom. Een moeder had kritiek op de tekening die ze voor Moederdag had gekregen; die was zo slecht, dat ze hem niet eens op de koelkast wilde hangen. En een kind uitte het vermoeden dat zijn ouders alleen een kind wilde, omdat dat klusjes voor hen op zou kunnen knappen. Als tegenwicht stond in het midden van het boek het titelverhaal: een mooi, broos verhaal over een vader en een kind.
Ook in Nu in handige meeneemverpakking staan de verhalen als blokken afgedrukt. Het thema ouders en kinderen speelt een minder belangrijke rol, maar het is er nog steeds. Een kind beklaagt zich erover dat moeder het grappig vindt als het ongelukkige bewoordingen heeft gekozen en dat ze dat verder vertelt. Verder vraagt een kind of het gezellig was met oom Marcel (een naam die verschillende keren in het boek terugkomt), terwijl moeder ontkent dat oom Marcel is blijven slapen.
Qua thematiek sluit Van Lieshout in enkele teksten ook aan bij Mijn meneer uit 2012. Eerlijk gezegd heb ik dat boek niet gelezen, maar ik heb er wel over gelezen. In dat boek beschrijft Van Lieshout hoe hij als jongetje van elf benaderd werd door een pedofiel en hoe de relatie met die meneer zich ontwikkelde. Van Lieshout praat wat de meneer gedaan heeft niet goed, maar hij nuanceert wel het beeld dat er van pedofielen bestaat. Deze meneer is bijvoorbeeld geen verkrachter.
In Nu in handige meeneemverpakking staat een tekst over de veertienjarige Nancy, die seksueel contact met een volwassene uitlokt, 'omdat zij van mening is dat zij alleen een gezonde seksuele ontwikkeling kan doormaken als zij daarbij hulp krijgt van iemand die daarin meer ervaring heeft.' Ook is er een tekst waarin iemand betoogt 'dat het strelen door een volwassene van de penis van een kind door de maatschappij abjecter gevonden wordt dan het 'mutuleren' van een kind doordat een volwassene ongevraagd de penis van dat kind aanraakt om de voorhuid te kunnen wegsnijden'.
Verder veel teksten over consumentenleed: iemand van wie het bonuspasje niet gescand is, iemand die zich ergert aan de kreet 'Nu met meer inhoud', een ander die de leus 'vers van de plank' misleidend vindt en een telefonische hulplijn die iemand van het kastje naar de muur stuurt.
Opvallend veel teksten spelen zich af in de zorg, in allerlei inrichtingen. Vaak gedragen patiënten (tegenwoordig heten die cliënten, geloof ik) zo, dat het personeel er geen raad mee weet. Ze vragen hun collega's dan om advies. De zakelijke toon waarop die brieven gesteld zijn, is soms grappig, soms schrijnend.
Nu in handige meeneemverpakking is een vermakelijk boek. Het zijn wel erg veel teksten (zo'n honderd) en het is niet raadzaam om die allemaal na elkaar te lezen. Daarvoor varieert de toon te weinig. Ik was minder verrast dan door de teksten in Driedelig paard, maar misschien komt dat ook doordat het nieuwtje er nu af is.
Visueel werken de 'blokken' goed. In het voorwoord schrijft Van Lieshout dat hij de vormkenmerken van de verschillende genres heeft weggepoetst, zodat de tekst het echt moet hebben van de woorden. Soms blijkt hij toch niet helemaal zonder de vorm te kunnen. Bij een dialoog kun je de sprekers alleen uit elkaar houden, doordat van de een de tekst cursief gedrukt is. Vaak lees je door de vorm (of het gebrek eraan) heen: na een paar regels heb je wel in de gaten met wat soort tekst je te maken hebt. Noodzakelijk is de blokvorm dan ook niet. Mooi wel.
In het filmpje: de eerste versie van Nu in handige meeneemverpakking
'Stiefmoeder', tekst uit Nu in handige meeneemverpakking |
Illustratie uit Nu in handige meeneemverpakking |