woensdag 28 december 2022

Indocomics. De 'katjangs' van de stripkunst (Ruud den Drijver)

 

Vooraf: de afgelopen weken heb ik niet kunnen lezen en niet recenseren, door gezondheidsoorzaken. Die verdwijnen langzaam, maar het betekent wel dat ik nu schrijf over boeken die ik vaak al meer dan een maand geleden gelezen heb. Daardoor vallen sommige stukken iets korter uit dan u gewend bent. 


Zeker, ik ben een stripliefhebber en ik lees geregeld strips. Maar ik voel me geen kenner. Ik probeer met enige afstand naar een gelezen strip te kijken en daar iets over te schrijven, maar het complete striplandschap is vaak ingewikkeld voor me. Daarom ben ik blij als mensen me daarin bij de hand nemen door een deel van het landschap, zoals Ger Apeldoorn dat deed met De jaren Eppo en daarvoor met De jaren Pep (dat ik tot mijn schande nog steeds niet gelezen heb). 

Ook Ruud den Drijver doet dat: hij overschouwt de Nederlandse stripgeschiedenis en kijkt welke invloed daarin tekenaars gehad hebben met een Indische achtergrond. Daarbij vertelt hij veel zaken die ik nog niet wist of die me nog niet opgevallen waren. Zo had ik Jan Th. Toorop nooit in verband gebracht met Nederlands-Indië en al helemaal niet strips. Maar Drijver laat zien dat er wel degelijk iets te zeggen is over Toorops boekomslagen en de klare lijn. 

Dat er in de studio van Martin Toonder zoveel tekenaars werkten met een Indische achtergrond wist ik ook niet. Toonder vond dat strips die werden getekend met Oost-Indische het beste in inkt gezet konden worden door Aziatische tekenaars. Dat klinkt als een sterk verhaal, maar misschien was het wel zo. In ieder geval is het leuk om dit soort weetjes te lezen.

Lange alinea's

Den Drijver heeft kennis van veel strips en stripmakers, maar dat is soms ook wel vermoeiend. Zo heeft hij de neiging om iets te beweren en er daarna heel veel voorbeelden van te geven die zijn gelijk moeten bewijzen. Wie niet houdt van al die namen en titels, zal het boek wellicht al snel vermoeid terzijde schuiven, ook omdat het niet streng geredigeerd lijkt. Om verdeling in alinea's bekommert Den Drijver zich bijvoorbeeld niet zo. Soms bestaat een hele pagina uit maar een of twee alinea's. De helderheid lijdt daar behoorlijk onder. 

Maar het enthousiasme van Den Drijver voert je ook wel mee en al die titels, tekenaars en schrijvers geven me wel zin om meer te gaan lezen en om strips te gaan herlezen. Het is alsof je oude bekenden na lange tijd opnieuw ziet en dan wil je met hen het gesprek graag aangaan. 

Doordat Den Drijver zich zo richt op stripmakers met een Indische achtergrond, doet hij ook of er zoiets bestaat als 'indocomics', alsof al die individuen bijna vanzelf een soort stroming vormen.  Hij schrijft gerust een zin die begint met 'De ware bakermat van de hedendaagse indocomic....'  Maar als lezer ben ik nog niet zo ver. Ik zie dat er tekenaars zijn die qua afkomst iets gemeen hebben, maar die levens geleid hebben die die onderling nogal verschillen en die allerlei invloeden kunnen en zullen hebben ondergaan.  Ze worden wel erg op hun afkomst vastgepind. Maar vertoont hun werk zoveel overeenkomsten dat we kunnen spreken van een soort voortdurende stroming in de Nederlandse stripgeschiedenis? 

Beeldelementen

Misschien is dat zo, maar het lijkt me wat kort door de bocht. Den Drijver noemt het gebruik van zwarte vlakken, weglating van details, overbelichting en daar gaat hij uitgebreid en met kennis van zaken op in. Maar ik vraag me wel af of er niet ook andere stripmakers te vinden zijn, met een heel andere achtergrond, die dezelfde beeldelementen gebruiken. 

Den Drijver noemt de wajangspelen en kleurrijk beschilderde wandpanelen als inspiratiebron. Ik snap zijn associatie, maar de vraag is of die daadwerkelijk aan de basis liggen. Bij een tekening van Peter van Dongen schrijft Den Drijver dat die eruitziet als een Javaans schimmenspel. Blijkbaar is dat zo in het hoofd van Den Drijver. Maar zijn er ook andere hoofden waarin zo gedachte opkomt? Ik vraag het me af. 

Koste wat kost wil Den Drijver ons ervan overtuigen dat indocomics een een aparte plank verdienen in de stripboekenkast. Andere interpretaties lijkt hij nauwelijks toe te staan. Ik ben blij met alle informatie die hij geeft, want die is overvloedig en ik kan me voorstellen dat die wel kan leiden tot verder onderzoek, met een iets meer open blik naar andere verklaringen. Mij heeft hij in ieder geval niet geheel overtuigd. 

Literatuurlijst, (geen) register

Aan het eind van het boek is er keurig een literatuurlijst toegevoegd en een verantwoording van de illustraties, maar in een boek met zoveel personen had een namenregister niet mogen ontbreken. Ook hier had de uitgever iets beter zijn best mogen doen. En als er dan toch een nauwkeurig werkende redacteur mee bezig was, had die meteen de wel de zeer storende fout in een hoofdstuktitel ('Incomics' in plaats van 'Indocomics') mogen verbeteren. 

Het is gemakkelijk om kritiek op Den Drijver te leveren en we moeten dat zeker doen als dat het schrijven van de stripgeschiedenis verder helpt, maar dat hij zoveel van zijn kennis deelt met de lezer is zeer in hem te prijzen. Verschillende keren lijkt hij me veel te boud in zijn beweringen, maar dat hij veel strips kent is duidelijk. Velen die van strips houden, zullen Indocomics geboeid lezen. Een kritische blik lijkt me daarbij noodzakelijk. 

Titel: Indocomics. De 'katjangs' van de stripkunst.
Auteur: Ruud den Drijver
Uitgever: Baltimore Publications
Amsterdam 2022, 144 blz. 19,95 euro (paperback).

donderdag 22 december 2022

Een kruk met drie poten


Langzaamaan begin ik weer in mijn leven te passen, al schommelt het allemaal nog wel. Het meest hoopvolle is dat de spanning er niet voortdurend meer is. Ze valt soms weg op uren dat ik niet met mijn werk bezig ben. Daar ben ik me niet altijd op die momenten al van bewust, maar dat ben ik ook niet als dat beklemmende gevoel er wel is. 

Prettig gesprek gehad op mijn werk (Nog maar even doorgaan op de ingeslagen weg) en ik zou deze week ook een gesprek hebben met de praktijkondersteuner van de huisarts, maar dat liep mis. De arts had keurig voor mij opgeschreven hoe laat de afspraak was, maar een andere tijd in de elektronische agenda gezet, blijkbaar. Omdat ik mijn hoofd maar half vertrouw, heb ik het briefje nog een keer gecontroleerd, maar daar stond toch echt 8.50 uur en niet 8.10 uur. 

Onrust, vermoeidheid, verder herstel

Maar goed, de praktijkondersteuner stuurde mij een filmpje en een document dat ik maar moest bekijken en lezen en dat heb ik gedaan. Bij overbelasting is er vaak eerst een periode van onrust, dan van vermoeidheid en dan van verder herstel. Mijn ervaring is dat vermoeidheid en onrust niet altijd strikt gescheiden zijn, maar het is mooi dat je die vermoeidheid ook kunt zien als een fase in het herstel.

Om duidelijk te maken wat er met elkaar in balans moet zijn, stond er in het artikel een plaatje bij van een kruk. Die heeft drie poten en die staan voor structuur en regelmaat, ontspanning en rust, en plezier en afleiding. Die drie moeten met elkaar in balans zijn. Eigenlijk vond ik dat beeld van dat driepotige krukje niet zo geslaagd. Een kruk met vier poten wiebelt als er eentje wat korter is, maar een kruk met drie poten is eigenlijk altijd wel in balans, behalve als een van de poten echt een heel stuk langer of korter is. 

Het plaatje van de kruk plaats ik hierboven, maar het is wat vaag, zie ik. Dat heeft ook te maken met mijn laptop, waar ik nog steeds niet aan gewend ben. Na al die jaren gewerkt te hebben met Apple, blijkt Microsoft nog veel geheimen voor me te hebben. 

Maar goed, hoe gaat het? Ondanks mijn vrij beperkte taak zijn de werkdagen redelijk inspannend. Ik lig niet meer op de bank als de dag erop zit, maar op mijn werk zijn en wat uren draaien kost nog redelijk wat energie. Ik beleef er overigens ook van tijd tot tijd plezier aan en de omgang met leerlingen en collega's is ronduit prettig. 

Als iemand mij vraagt hoe het is, zeg ik dat ik rustig aan doe en dat het dan gaat. Het gaat ook wel. Niet altijd heb ik het gevoel dat ik rustig aan doe, maar vaak temper ik mezelf. Ik neem het mezelf bijvoorbeeld niet kwalijk als ik een middag verklungel met niets. Het verklungelen zal ook wel een functie hebben, denk ik dan. 

Slapen

Slapen gaat zeer wisselend. In de nacht van dinsdag op woensdag leek de slaperigheid weg zodra ik op mijn bed lag. Tot vijf uur in de ochtend heb ik niet geslapen. Daarna nog wel even, tot de wekker om zeven uur ging, want ik moest naar het gesprek met de praktijkondersteuner. Maar afgelopen nacht heb ik als een blok geslapen van half twaalf tot tegen zes uur. 

Het is vreemd voor me, omdat ik eigenlijk altijd een goede inslaper ben geweest. Het kwam in tijden van drukte wel vaker voor dat ik om drie of vier uur al wakker werd, maar ook dat bleven uitzonderingen. Tegenwoordig wissel ik goede nachten (die er gelukkig heel geregeld zijn) af met nachten waarop de slaap zich terugtrekt in hoeken die ik niet lijk te kunnen bereiken. Ik pieker er dan overigens niet over. Liggen is ook rusten, denk ik dan. 

Lezen

Lezen komt voorzichtig op gang. Ik heb vorige week het jeugdboek Films die nergens draaien van Yorick Goldewijk gelezen. Ik besprak het afgelopen zaterdag bij de lokale omroep. Korte hoofdstukjes, een niet al te dik boek - eigenlijk ging het best aardig. 

Toch grijp ik nog niet zo snel naar een boek op momenten dat ik best zou kunnen gaan lezen. Misschien moet de gewoonte er weer inkomen. Ik heb verschillende boeken waarnaar ik uitkijk en waaraan ik toch nog niet begonnen ben. De uitgevers van strips sturen mij trouw pakketten toe, maar ook die lees ik maar mondjesmaat. Het plan om er veel van te lezen is er wel nog steeds. Dan duurt het maar iets langer voordat ik erover schrijf.

Ik ben van plan om vandaag of morgen te beginnen met het lezen van een verhalenbundel (Carmien Michels, Vaders die rouwen) omdat je daar niet zo'n grote spanningsboog voor hoeft te hebben.  En gisteren begon ik in een deeltje van de heruitgave van Kapitein Rob. Ik denk dat ook het jeugdsentiment mij goed zal doen. Niet dat ik vroeger die verhalen gelezen heb, maar het lezen van een ouder boek, laat altijd door de kieren de tijd van vroeger naar binnen stromen. Denk ik. Het zal wel escapisme zijn, maar ook dat kan nuttig zijn.

Schrijven

Komende week wil ik het schrijven weer oppakken. Ook om praktische redenen: van sommige boeken is het al lang geleden dat ik ze las en ik vrees er anders heel veel van te vergeten. Indocomics van Ruud den Drijver zal het eerste zijn, vermoed ik. 

Gewoonlijk plaatste ik in de loop van december lijstjes met de beste boeken en strips die ik gelezen had. Of me dat dit jaar (of begin volgend jaar) lukt, zie ik nog wel. Als het gaat, is het meegenomen, maar ik moet in dezen niks van mezelf. 

Het schrijven van stukjes als dit gaat me overigens redelijk af. Hierbij doel ik niet op het eindresultaat, maar op de inspanning die het kost. Dat  het niet te veel van me vergt, komt ook wel doordat ik bijna alle eisen eraan heb laten varen. Ik lees het een keer over en dan moet het de deur maar uit. Jullie moeten het er maar mee doen. 

Brandstichting

Intussen pak ik (de poot plezier en afleiding) iets op wat er al lang ligt. Een jaar of vier, vijf geleden verzamelde ik wat krantenberichten over een golf aan brandstichtingen in de Betuwe aan het begin van de jaren zestig. Er werden tien mensen voor vervolgd, van wie er negen veroordeeld werden. Wat ik ermee wil, weet ik niet, maar ik ga eens kijken of ik daar meer informatie over kan vinden. Wie er meer over weet: laat het me weten. Ik kom graag eens praten.

De vakantie naakt en dat is een prettig vooruitzicht. Ik plan maar niet te veel en dan zie ik wel. Het ga jullie goed. Mooie dagen gewenst en daarna een fijn, vers jaar. Veel heil en zegen, werd er vroeger bij ons gezegd. Dat zeg ik dan maar na.

maandag 12 december 2022

Schaken en puzzelen

Als het  minder goed met me gaat, heb ik de neiging me terug te trekken: in mijn huis, in mijn hoofd. Ik in mijn klein hoekje. Maar soms moet ik natuurlijk de buitenwereld in. 

Drie weken geleden besloot ik 'gewoon' naar schaken te gaan. Het was een avond waarop we rapid speelden: een kwartier bedenktijd per persoon en bij elke zet krijg je er wat bedenktijd bij. Het ging fantastisch die avond. Ik won al mijn partijen. Soms met wat geluk, maar toch. 

Daar was ik wat verwonderd over, want met mijn concentratie was het toen niet best, dacht ik. De week erop toog ik weer naar de club, voor een normale partij. Dat leek goed te gaan: in een prachtige positie kwam ik uit de opening. Maar in de loop van de partij lukte het me lastiger om goede zetten te vinden en op een gegeven moment was de concentratie weggelekt en blunderde ik de partij in twee zetten naar een nederlaag. Natuurlijk had mijn tegenstander mij ook in zo'n positie gebracht, dus laat ik hem vooral de eer geven die hem toekomt. 

Vorige week ging ik niet naar schaken, omdat ik bij vergissing dacht dat ik ergens anders moest zijn en vanavond speelde ik remise tegen een speler van wie ik gewoonlijk win. Niet verloren in ieder geval. Een half punt en hoofdpijn. Het is in ieder geval iets. 

Vorige week had ik wat extra zaken in mijn agenda staan. Op dinsdagmiddag was er een vergadering van de sectie Nederlands, maar het laatste uur heb ik niets meer opgenomen. Ik heb op de juiste momenten geknikt, geloof ik, maar er kwam niets meer binnen. 

Die avond verzorgde ik een avond over poëzie voor een klein gezelschap en dat ging me goed af. Enthousiast kon ik mijn verhaal doen en de moeheid, die tot dan toe slapjes maar zwaar over mijn schouders hing, had ik verloren. De volgende dag, de dag dat ik niet naar mijn werk hoef, was ik overigens wel moe en de nacht van woensdag op donderdag sliep ik nauwelijks. Het was in ieder geval na drie uur voor ik in een korte en onrustige slaap viel. 

Ook de donderdag was er extra drukte: een zogeheten heimiddag met mijn collega's. Het leek me mooi als ik tot het einde van de middag mijn aandacht er een beetje bij kon houden, maar het was een fijne middag, die me nauwelijks vermoeide. Het is prettig om aardige mensen om je heen te hebben. 

Hoopgevende tekenen! Er zijn blijkbaar momenten dat de sprankel een beetje terugkomt. Misschien komt dat voor een deel doordat ik buiten school mijn hoofd veel rust gun. Ik heb voor een euro een legpuzzel gekocht bij de kringloop en dat gepuzzel lijkt  me goed te doen: niet nadenken, maar alleen wat pielen met puzzelstukjes, meestal terwijl het geluid van een podcast klinkt. 

Jeugdsentiment zal me ook wel de puzzel hebben doen kopen: verlangen naar de tijd dat de wereld nog heel was en de koeien nog hoorns hadden. Hoe dan ook, het lijkt te werken. 

Verder heb ik het jeugdboek weer ter hand genomen waarin ik al eerder begonnen was, maar dat niet erg opschoot. De afgelopen drie dagen heb ik dagelijks enkele hoofdstukken gelezen en ook dat beschouw ik als een gunstig teken. 

Het grote probleem was tot nu toe de spanning die altijd in mij was en die mij niet losliet of die ik niet kon loslaten. Maar in het afgelopen weekend waren er uren dat ik niet diep hoefde te zuchten en dat die spanning er dus blijkbaar niet was. Misschien glijdt ze langzaam van me weg. Ik wacht het af en haast me ook hierin niet. 

Het tikken van dit soort stukjes gaat me gewoonlijk gemakkelijk af. Ik stel er ook niet veel eisen aan. Misschien moet ik binnenkort toch maar eens een recensie proberen. Dat ik dat denk, beschouw ik al als iets positiefs. Ook als zou blijken dat ik helemaal niet aan een recensie toekom. In ieder geval laat ik af en toe iets van me horen. Beloofd!

maandag 5 december 2022

Wankelmoedig

Even een piepje om de stilte te doorbreken, even mijn hoofd laten zien om de hoek van de deur. Tja, hoe gaat het?  Moeizaam, zou ik zeggen en misschien zou ik mijn stemming wel typeren als wankelmoedig. Ik heb altijd erg moeten lachen om de cartoon van Gummbah (zie hierboven) waarin iemand zijn toestand veel plastischer weet uit te drukken, maar ik kies eerder voor de woorden die het genootschap propageert. 

Moe, moe, moe. Van niks. Mijn lief was het weekend hier en dat leidt natuurlijk af en het is heel gezellig, maar als ze weg is, voel ik hoe moe ik ben en dan doe ik een dutje op de bank. De zondagavond zou bij het weekend moeten horen, maar op mijn borst drukt dan alweer het gewicht van de komende week. Gelukkig was er aan het begin van de avond vrolijk en lief bezoek en dat verzette de zinnen. 

Om mij heen is iedereen aardig en attent en verleent medewerking waar het kan. Kaarten, telefoontjes, berichten, bloemen zelfs. Dat is fijn en tegelijkertijd doet het me schuldig voelen. Alsof iedereen zijn best doet en ik niet. Ik weet dat het niet zo is, maar ik kan het gevoel niet altijd ontlopen. Dat alle lessen aan de klassen die ik heb moeten laten schieten door iemand overgenomen zijn, stemt me dankbaar. Daar hoef ik me in ieder geval geen zorgen om te maken. 

Ik sleep me elke dag naar mijn werk. De weg erheen is moeizamer dan het er daadwerkelijk zijn, maar de dag kost me veel energie, ondanks aardige collega's en ondanks de leerlingen, die zijn zoals je je zou wensen. Op hen heb ik niets aan te merken. En dan draai ik nog maar enkele uren per dag, die gemakkelijk te overkomen zouden moeten zijn, maar als ik naar huis ga, heb ik het idee dat ik een dag in de mijnen heb doorgebracht. Dat ik soms vind dat ik me niet zo mag voelen na een paar van die uren helpt me niet. Het is nu eenmaal zo. 

Dingen die ik naast de les nog moet doen, zoals wat correctiewerk, kosten me moeite. Ik moet me er echt toe zetten en vaak stel ik het uit, ook omdat ik er de energie niet voor heb of niet voor denk te hebben. Als ik eenmaal bezig ben, gaat het wel, maar het echt oppakken is lastig: de drempel is hoog en soms moet ik boeren van weerzin, terwijl ik gewoonlijk aan dit soort werk helemaal geen hekel heb. 

Steeds weer, zowel op werkdagen als vrije dagen, lekt de energie weg en ik heb het gat nog niet ontdekt dat dat veroorzaakt. Het zal zeker te maken hebben met de spanning, die er bijna altijd is, ook als ik me er niet van bewust ben. Dan merk ik ineens, hoe diep ik zucht en dan weet ik weer waarom. En dat ik steeds een droge mond heb, zal er ook wel mee te maken hebben. 

Soms denk ik dat ik het maar vol moet houden: vier dagen in de week op mijn werk zijn en zo in de running blijven.  Op andere momenten denk ik dat het steeds terugkeren van dat werk mij er ook voortdurend aan laat denken en dat dat ervoor zorgt dat er altijd spanning is. Maar eigenlijk weet ik het gewoon niet. 

Het maar even uitzitten, denk ik, en vaak kan ik me bij die gedachte neerleggen. Lastiger vind ik dat het lezen niet of nauwelijks lukt. Zelfs het kinderboek schiet niet op. Er zijn dagen dat ik er niet aan toe kom. Podcasts luisteren gaat wel, ook omdat ik het niet zo erg vind als mijn gedachten af en toe een beetje afdwalen. 

De traagheid in alles laat ik maar gebeuren. Ik heb veel tijd nodig, ook voor weinig en soms zelfs voor niets. Het levenstempo is laag en dat zal er wel bij horen. Soms zit ik op de bank en laat de tijd voorbijgaan. Ik doe rustig aan, zeg ik tegen mensen als ze vragen hoe het is, en dat klopt ook.

Die 'wankelmoedige' stemming is er trouwens wel. Het woord staat me aan, omdat de tweede helft de eerste lijkt te ontkennen, zodat het paradoxale al in het woord zit, net als bij 'droefgeestig'. Ik kijk niet te ver vooruit, maar de vraag is wel of ik dit moet proberen vol te houden of dat ik het daarmee alleen mijzelf maar moeilijk maak. En als ik het groter maak: wat moet ik aan met mijn leven? Iets anders dan voor de klas staan, denk ik, al heb ik altijd met veel ontspanning lesgegeven. Maar ik geloof niet dat ik daar mijn energie vandaan moet halen. Somber voel ik me niet, ik zie de toestand ook als een kans en ik heb de nieuwsgierigheid niet verloren: waar zal het me brengen?

Er zijn ook kanten aan de toestand die ronduit grappig zijn. Zo zou ik een avond over poëzie verzorgen. Die had ik maar niet geschrapt, omdat ik dat soort dingen ook leuk vind. De avond had ik al ooit in coronatijd voorbereid, dus daar zou ik me wel doorheen kletsen. Een half uur voor aanvang stond ik met twee dozen boeken bij de Open Hof, waar men er mij op wees dat de avond een dag later gepland stond. Het geeft me wel een vrije avond. Misschien moet ik eens beginnen aan de legpuzzel die ik voor een euro in de kringloop heb gekocht. Maar eerst koffie. 

De afbeelding van Gummbah heeft ooit op mijn prikbord gehangen. Zijn naam zij hier met ere vermeld.