Tussen 1658 en 1663 schreef John Milton (1608 - 1674) Paradise lost, een gedicht dat in 1667 gepubliceerd werd in maar liefst tien boeken. Het is de bijbelse geschiedenis van de engelen die in opstand komen tegen God en van de mens die uit het paradijs verdreven wordt nadat hij gegeten heeft van de verboden vrucht. In Nederland had Joost van den Vondel dezelfde stof al gebruikt voor een van zijn beste toneelstukken, Lucifer (1654). In 1664 schreef Vondel Adam in ballingschap.
Een vroege Nederlandse vertaling van Milton trof ik hier aan, van de hand van J. van Zanten, 1728.
In 1875 bracht de bekende dichter J.J.L. ten Kate Miltons werk in het Nederlands uit. Het is hier te downloaden.
Voor wie zich niet door duizenden regels in ouder Nederlands heen wil worstelen, is er nu een alternatief: de beeldroman die de Spaanse tekenaar Pablo Auladell maakte naar aanleiding van Paradise lost.
In 2010 begon hij ermee. Hij voltooide Satan, dat nu als eerste hoofdstuk (de eerste zang) te vinden is in Het paradijs verloren. Daarna lag het werk twee jaar stil. Toen pakte Auladell het weer op en tekende in drie jaar tijd de laatste drie hoofdstukken.
Het verhaal begint klassiek: met het aanroepen van de muze. We hebben dan al enkele bladzijden met afbeeldingen achter de rug: een engel, van wie we later te weten komen dat het Satan is, maakt zich los uit de omhelzing van een vrouw. Snel daarna tuimelt hij de onderwereld in en terwijl we luisteren naar hoe de dichter zijn muze aanroept, kijken we naar de mistroostige afbeeldingen van de hel: het is er kaal en donker.
De verteller is een mens die zich afvraagt: 'Waarom hebben onze voorouders zich van hun schepper afgewend? Wie heeft ze verleid tot die schandelijke ongehoorzaamheid tot het overtreden van zijn enige verbod?' Het antwoord is natuurlijk: Satan.
Auladell moet natuurlijk sober zijn met tekst. Hij heeft daarom veel over moeten slaan. Milton legde in het eerste boek ook nog uit wat zijn doel was: dat 'des Allerhoogsten weg, / Gehouden met den mens, gebillykt word.' (Vertaling Van Zanten). Dat God de mens uit het paradijs verdreven heeft (want daar loopt het natuurlijk op uit), is volgens Milton dus niet onrechtvaardig of onredelijk.
Bij Auladell wordt Satan wel de duivelse slang genoemd, maar als lezer (kijker) leef ik wel met hem mee. Hij mobiliseert de andere gevallen engelen en gaat zelf op pad om wraak te nemen: hij zal de mens ten val brengen. Misschien dat die sympathie gemakkelijk opgeroepen wordt doordat je meeleeft met iemand die naar iets hogers streeft.
Bij Vondel is de mens de aanleiding tot de val: die wekt de jaloezie van sommige engelen op. De mens is in een prachtig paradijs geplaatst en bovenal: de mens is met zijn tweeën en kan zich dus voortplanten. Milton plaatst de val van de engelen voor de schepping van de aarde. De verleiding van de mens moet God treffen. Dat houdt Beëlzebub de andere gevallen engelen voor.
We zullen genieten van zijn ontzetting wanneer hij ziet dat zijn geliefde kinderen zich in de hel storten om samen met ons te lijden.Satan zal zelf de taak op zich nemen de mensen over te halen. Hij zoekt de poorten van de hel op, om bij de aarde te komen. Daar ontmoet hij de dood, die hij zelf verwekt blijkt te hebben.
Ondertussen heeft men er in de hemel lucht van gekregen dat er wat broeit in de onderwereld. Satan heeft Eva al een keer gestoord in haar slaap, wat haar onrustig heeft gemaakt. God stuurt Rafaël naar de mensen om hen te waarschuwen. Uitgebreid vertelt die aan de mensen wat er gebeurd is met de engelen die ongehoorzaam waren en hoe de strijd van de hemelse legers verliep. Ook hierin verschilt Milton van Vondel. Bij Vondel spelen de mensen op de achtergrond mee, maar ze worden geen personages. Pas in Adam in ballingschap bekijken we ze van dichterbij. Bij Milton leven we met de mensen mee. Dan kantelt ook onze sympathie.
In het begin van het boek leven we mee met Satan, de verworpene die een hoge gooi gaat doen. Maar zo gauw we als lezer meekijken in het paradijs, hopen we toch dat Eva bestand zal zijn tegen de verleidingen van Satan. Of ligt dat niet aan het verhaal van Milton, maar aan mijn opvoeding met de (kinder)bijbel? Ik wil het niet uitsluiten. Ook met Adam kunnen we ons gemakkelijk vereenzelvigen: hij eet, omdat hij bij Eva wil blijven.
Mineke Schipper schreef boeken over de schepping van de mens en over Adam en Eva. Ze vergelijkt de verschillende paradijsverhalen van het jodendom, het christendom en de islam. In de Bijbel lezen we dat Eva van de verboden vrucht at en daarna haar man ervan te eten gaf, waarmee ze hun ondergang bewerkstelligde. Maar wat voor vrucht was dat?
Auladell laat Eva een appel eten, waarmee hij aansluit bij een traditie. In de Bijbel is niets te lezen over de aard van de vrucht. Buiten de Bijbel zijn er verhalen waarin de boom een vijg is. Als Adam en Eva gezondigd hebben, merken ze dat ze naakt zijn en willen ze zich bedekken. Er is een verhaal waarin de bomen weigeren hun bladeren daartoe af te staan. Alleen de vijg, waarvan de mensen gegeten hebben, stelt zijn blad ter beschikking.
Mogelijk heeft het vijgenblad niet te maken met de boom der kennis, maar is het het blad dat 'de vijg' moet bedekken. In het Italiaans is 'figa' nog steeds een vulgaire benaming voor het vrouwelijk geslachtsdeel (en daarmee soms voor de vrouw).
Als de mens ongehoorzaam is geworden aan God, gaat het snel: Satan verandert in een duivel en de mens moet het paradijs uit. Wel is er nog de belofte van een hernieuwd verbond met God.
Het verhaal van de zondeval blijft intrigerend, in welke variant je het ook leest en Auladell heeft er prachtige tekeningen bij gemaakt. De gevallen engelen zijn sober getekend. Zo hebben ze bijvoorbeeld geen haar. Ze zijn herkenbaar aan hun attributen: Satan heeft een hoed met een bloemenkrans op en Beëlzebub draagt een stierenkop.
Ook het kleurgebruik is zeer ingehouden. Zwartwit is de basis en daarbij wordt een steunkleur gebruikt. Soms is die zacht sepia, soms kopergroen, bij de scènes die verwijzen naar de hemel is er een kleur die neigt naar turquoise. Als God spreekt, hebben ook de tekstballonnen de 'hemelkleur'. In sommige scènes worden twee steunkleuren gebruikt.
Auladell schrijft dat hij zich in de loop der jaren als tekenaar heeft ontwikkeld, maar dat hij toch het vroege deel van het boek heeft gehandhaafd:
Ik dacht dat het misschien wel mooi was om mijn ontwikkeling en alle littekens onopgesmukt te laten zien: het aarzelende begin, de beste pagina's, de pentimenti en de missers.Een boek als getuigenis van de vooruitgang en de mislukkingen van de afgelopen jaren.Met die missers valt het wel mee, lijkt me. Wel zie je dat Auladell het voor elkaar krijgt om in de loop van het boek meer expressie mee te geven met de gezichten, terwijl ze toch ingetogen blijven. In de vormgeving van de mensfiguren (hun houdingen, de stand van het hoofd) sluit hij aan bij schilderijen uit de late Middeleeuwen en tegelijkertijd is zij vintage Auladell.
De sobere tekeningen ondersteunen het krachtige verhaal en staan het zeker niet in de weg. Toch is het niet alleen het verhaal dat ons bijblijft. Nooit meer zullen we het paradijsverhaal kunnen lezen zonder daarbij voor onze ogen de tekeningen van Auladell te zien.
Auteur: Pablo Auladell
Titel: Het paradijs verloren van John Milton
Uitgeverij: Sherpa
Vertaling: Hendrik Hutter
Lettering: Peter Kuipers
Redactie: Mat Schifferstein
gebonden, leeslint, 316 blz. € 39,95