vrijdag 28 januari 2022

Uur U (deel 17 t/m 20)



Bij uitgeverij Silvester verschijnt de serie Uur U, waarvan er tot nu toe twintig delen zijn verschenen. Het scenario van alle delen wordt geschreven door Fred Duval en Jean-Pierre Pécau (met assistentie van Fred Blanchard), het tekenwerk wordt door wisselende tekenaars gedaan. 

Alle delen zijn gebaseerd op 'wat-als-geschiedenis': Wat als de Russen als eerste op de maan waren geland? Wat als Duitsland de Eerste Wereldoorlog gewonnen zou hebben? Je zou kunnen verzinnen hoe de geschiedenis dan verlopen zou zijn. Dat is natuurlijk speculatie, maar het kan wel een goed verhaal opleveren. 

Oppenheimer

Niet zo lang geleden zijn weer twee van deze verhalen verstript. Het zijn wat langere verhalen, van twee delen elk. Deel 17 (On the road van Los Alamos) en deel 18 (Operatie Downfall) vertellen samen het verhaal van Robert Oppenheimer, de man achter de atoombommen op Japan. 

In Uur U haakt Oppenheimer af. Hij krijgt gewetensbezwaren tegen zijn eigen uitvinding. Om niet gedwongen te worden om er toch aan door te werken, ontvlucht hij het onderzoekscentrum van Los Alamos. Op zijn vlucht komt hij Jack Kerouac tegen, de schrijver van het beroemde boek On the road (1957). 

Beat poets

Kerouac en Oppenheimer zijn zeker 'on the road' en in de werkelijkheid van de strip zou de lange tocht de basis kunnen zijn van de latere roman. We komen ook Neil Cassady tegen, wiens naam achter op de albums gespeld is als Cassidy. Hij behoort tot dezelfde generatie van beat poets, evenals Allen Ginsberg, die ook in de strip opduikt. 

Eigenlijk werkt de strip vooral als je weet hoe de geschiedenis wel gegaan. Iedereen weet wel dat er  atoombommen op Hiroshima en Nagasaki zijn gegooid en welke verschrikkelijke uitwerking die hebben gehad. In Uur U gaat het niet zozeer om hoe de machtsverhoudingen in de wereld geweest zouden zijn zonder de atoombommen, maar vooral over de lotgevallen van Oppenheimer en over hoe er op hem gejaagd wordt. 

De verbinding met de beat poets is een vondst, die bijzonder goed werkt. Zo'n vluchtverhaal leest al lekker en als je dan ook nog het verhaal van de wilde dichters erbij krijgt, zit je meteen in een goed verhaal. 

Ambassadeur van Mali

In deel 19 en 20 zitten we in een heel andere tijd 1473 - 1475 (achter op deel 20 staat per ongeluk 475). De geschiedenis die hier als uitgangspunt is genomen was voor mij veel lastiger: de ambassadeur van de keizer van Mali komt aan in Frankrijk. De Franse troon is vacant en de juiste man moet daarop geplaatst worden. Iedereen die er iets over te zeggen heeft, is erbij als de belangrijke beslissing genomen moet worden. 

Ook na herlezing van sommige passages kreeg ik het maar niet helder in mijn hoofd hoe nu de belangen lagen en hoe de macht in West-Europa verdeeld was. Dat maakte het lezen lastig. Uiteindelijk besloot ik dat maar te vergeten en gewoon het verhaal te volgen. 

De sfeer van de vijftiende eeuw is wel geloofwaardig. Je merkt hoe het continent zucht onder de omstandigheden. Zo zijn er hele steden die geteisterd worden door de pest. Het is een roerige tijd, waar niemand bij voorbaat veilig is. 

Jeanne

In dat verhaal staat Jeanne centraal. Die heeft wel wat weg van Jeanne d'Arc, maar het is iemand anders. Wel heeft ze een afdeling krijgers tot haar beschikking. Ze komt in aanraking met de leidster van de soldaten van de ambassadeur van de keizer uit Mali en er ontwikkelt zich een liefdesrelatie. Op een gegeven moment moeten ze samen vluchten. 

Of er zo'n afdeling 'Amazonen' is geweest, is mij niet bekend, maar dat zou kunnen. Het romantische van het verhaal in de strip lijkt me een beetje aan de eigentijdse kant, maar dat kan ik niet helemaal goed beoordelen. Het slot vond ik wel verrassend. 

Boticelli, Fra Angelico, Villon

Net als in het verhaal over Oppenheimer zijn er mooie verbindingen met kunst en cultuur. Boticielli schildert in Timboektoe, Fra Angelico wordt genoemd en François Villon speelt een belangrijke rol. Niet voor niets draagt deel 19 de titel De ballade van de gehangenen. 

Van deel 19 en 20 heb ik duidelijk minder genoten dan van deel 17 en 18. Voor mijn hoofd was het verhaal  over Jeanne en over de Franse troon veel minder helder, waardoor ik er minder goed in zat en omdat ik te weinig context had wat betreft de echte geschiedenis, landde het ook niet echt. Misschien ben ik niet de juiste lezer voor deze delen. Mensen met meer historische kennis kunnen het verhaal waarschijnlijk beter waarderen. 

Serie: Uur U
Deel 17: On the road van Los Alamos
Deel 18: Operatie Downfall
Deel 19: De ballade van de gehangenen
Deel 20: De groene god
Scenario: Fred Duval en Jean-Pierre Pécau
Tekeningen deel 17 en 18: Denys
Tekeningen deel 19 en 20: Lajos Farkas
Uitgever: Silvester
's Hertogenbosch 2021, € 19,95 per deel (€ 34,95 per twee delen) 56 blz. per deel. 

Eerder schreef ik over:

donderdag 27 januari 2022

Tien podcasts over Nederlandse en Vlaamse schrijvers

 Vorige week schreef ik over podcasts waarin gepraat wordt over literatuur, deze week over podcasts waarin een schrijver centraal staat. Ik beperk me tot schrijvers die in het Nederlands hebben geschreven. 



De man die zijn snor in brand stak

J.M.H. Berckmans - de naam kende ik. Ik herinner me (Jaren tachtig? Negentig?) een recensie die heel positief was en dat het mij toen bevreemdde dat ik niets van de schrijver wist. Daarna verscheen die naam soms in stukjes die ik las, maar ik ging er nooit toe over om het werk van Berckmans daadwerkelijk te lezen. 

Intussen heb ik de vijfdelige podcastreeks De man die zijn snor in brand stak beluisterd. Alleen al vanwege de titel verdient zo'n podcast aandacht. Maar ook vanwege de inhoud. We krijgen een portret van de schrijver J.M.H. Berckmans en zijn geworstel. Hij had in het leven de wind niet bepaald mee. Zelf schreef hij dat hij al voor zijn geboorte de wind op kop had. 

We horen hem zelf praten (bijvoorbeeld als hij geïnterviewd door Arnon Grunberg), stukjes van zijn optredens, maar er wordt ook voorgelezen uit zijn werk. Tussendoor wandelen we door zijn leven. Degene die erover vertelt, verwijst soms naar zichzelf. Hij vertelt dan dat hij Berckmans voor een optreden ging ophalen, maar wie die 'ik' is, wordt dan weer niet verteld. Nou ja, er wordt een hele rij namen genoemd, maar ik weet niet welke naam in de rij wat doet. 

De teksten worden voorgelezen door bekende schrijvers als Delphine Lecompte en Jeroen Olyslaegers. Er zijn bonusafleveringen waarin alleen maar voorgelezen wordt. 

De podcast is, wat mij betreft, zeer enthousiasmerend. Berckmans blijkt veel meer geschreven te hebben dan ik mij ooit had voorgesteld en het zal zeker de moeite waard zijn. In afleveringen krijgen we een schrijnend beeld van een schrijver die moeite moet doen om zijn leven op orde te houden en dat lukt niet altijd. 

Hoe kan het toch dat ik Berckmans altijd veronachtzaamd heb?Mocht ik ergens een boek van hem tegenkomen, dan ga ik het zeker kopen. En lezen.




Over Godfried Bomans gesproken

Er is een genootschap dat de herinnering aan Bomans en zijn werk levend houdt. Dat gebeurt op allerlei manieren, bijvoorbeeld door de podcast Over Godfried Bomans gesproken. Daar schreef ik al eerder over. In deze podcast worden er gesprekken gevoerd met mensen die Bomans ontmoet hebben of veel over Bomans weten. 

Voor degenen die het werk van Bomans een warm hart toedragen is waarschijnlijk elk gesprek over de schrijver aangenaam. Ik reken mij tot die groep. Maar ik denk dat ook wie minder van Bomans gelezen heeft met plezier naar de gesprekken kunnen luisteren. De interviewer weet veel en het is altijd prettig als iemand zo ver ingeleid is in het onderwerp van het gesprek. 

Ook bij de Belgische zender Klara is er een podcast over Bomans: Leven en lijden van Godfried Bomans. Daar kan ik nog niets over zeggen, omdat ik pas sinds gisteren weet dat die podcast er is. Een link ernaar neem ik onderaan op. Over het algemeen zijn de podcasts van Klara zeer de moeite waard. 



De A.L. Snijderspodcast

A.L. Snijders las op NPO Radio 4 wekelijks een ZKV (Zeer Kort Verhaal) voor. Dat heeft hij tot zijn dood gedaan. Na zijn dood (juni 2021) zijn verschillende van die verhalen uitgebracht in de A.L. Snijderspodcast. Die podcast bestond al. 

Daarin was namelijk een lang gesprek te beluisteren, opgeknipt in vier delen, waarin Snijders onder meer terugging naar de wijk waar hij opgroeide. Daar heb ik ooit een stukje over geschreven. 

De A.L. Snijderspodcast is bijzonder geschikt voor degenen die kennis willen maken met A.L. Snijders en zijn ZKV's. Voor degenen die zijn werk al kennen, is het prettig om die verhalen nog eens te horen, voorgedragen door de man zelf. Als je de podcast al kent: over een paar jaar is het waarschijnlijk ook weer leuk om de zestig aflevering terug te luisteren. 




De Mulisch-tapes / Mulisch

Over de grote schrijvers in het Nederlandse taalgebied zijn er natuurlijk podcasts. Over Harry Mulisch ken ik er twee: De Mulisch-tapes en Mulisch. Over beide schreef ik al eerder. 

Over de eerste was dat in 2020. Wie meer wil weten, kijke daar. Dat stuk is uitgebreider dan het stukje dat ik hier plaats. 

Mulisch heeft teksten ingesproken en die opnamen zijn bewaard gebleven. Een stel jonge mensen luistert naar die opnamen en geeft er commentaar op. Er zitten opmerkelijke en humoristische gedeelten bij. 

Ook over de podcast Mulisch schreef ik eerder: mooie gesprekken over Mulisch. Vier afleveringen, steeds aan de hand van een beroemd citaat van Mulisch. Verschillende aspecten van het oeuvre en van de schrijver komen aan bod. Heel informatief. 



Lampo & Lampo. Een vaderzoektocht


Een podcast in drie afleveringen of misschien een gesprek dat in drieën geknipt is. De schrijver Jan Lampo praat over zijn vader Hubert Lampo in de podcast Lampo & Lampo. Een vaderzoektocht. Mooie podcast, omdat op deze manier een zoon zijn vader probeert te benaderen. 

Lampo jr. heeft nog aardig wat vragen over zijn vader. Hij probeert een nauwkeuriger beeld van hem te krijgen, waarmee hij ook een nauwkeuriger beeld van zijn eigen zoonschap krijgt. 

Tegenover het werk van Hubert Lampo sta ik enigszins ambivalent. Ik heb genoten van sommige van zijn boeken maar een boek als Wijlen Sara Silberman vond ik niet veel soeps. Over de podcast ben ik onverdeeld positief.

Vorig jaar schreef ik uitgebreider over deze podcast. 



Leven met Reve

Hanny Michaëlis was de zeventig al voorbij, toen ze, op verzoek van HP/De Tijd haar ex-man Gerard Reve opzocht. Ad Fransen schreef indertijd een artikel over dat bezoek. Op basis daarvan is er een hoorspel gemaakt, al zal dat woord tegenwoordig wel niet meer gebruikt worden. De podcast waarop dat te beluisteren is, heet Leven met Reve.

De stemmen die we horen, zijn van topacteurs: Olga Zuiderhoek, Gijs Scholten van Aschat, Peter Blok en Serge-Henri Valcken. De podcast is uitgebracht in twee delen. Daardoor is het geheel handzaam, maar je kunt de twee delen uitstekend meteen na elkaar beluisteren. 

Hoewel de acteurs min of meer hun gewone stem hebben, hoor je al gauw Reve, Hanny, Joop Schafthuizen en de taxichauffeur/de pastoor. Het verhaal is heel onderhoudend en van tijd tot tijd humorischtisch, zoals Reve ook was. Maar het is ook informatief en Hanny zegt rake dingen over het schrijverschap van Reve. Daarbij spaart ze hem niet, terwijl ze wel loyaal aan hem blijft. 

Leven met Reve is een heerlijke podcast voor even tussendoor. 


Het beste van Biesheuvel

Als je verhalen van Biesheuvel leest, kun je zijn stem bijna horen. Maar het is natuurlijk het mooist als je die stem helemaal kunt horen. Dat kan in de podcast Het beste van Biesheuvel. In 2019 heb ik al eens aandacht besteed aan deze podcast. 

Biesheuvel horen is altijd een sensatie. Vaak valt er wat te lachen, maar je raakt ook ontroerd door wat hij leest en door hoe hij het leest. Omdat hij de verhalen voorleest voor publiek, hoor je ook de reactie van de luisteraars, zodat je het idee hebt dat je zelf in het gezelschap aanwezig bent en van achter het gordijn mee mag luisteren. 

Je kunt alle afleveringen beluisteren (en dat zou ik zeker doen), maar voor wie af en toe een verhaal van Biesheuvel wil horen is de podcast ook zeer geschikt. 




De sporen van Claus

In Nederland hadden we de grote drie, maar België had Hugo Claus, die voor geen van de drie opzij hoefde te gaan en bovendien veelzijdiger was. Niet alleen schreef hij op hoog niveau romans en verhalen, maar ook gedichten en toneelteksten en dan was hij ook nog beeldend kunstenaar. Hij behoorde tot de zeer groten. 

Natuurlijk was er ook nog Louis Paul Boon (zie hieronder) maar die was net wat ouder. Maar ook hij was natuurlijk een berg in het literaire landschap. 

Ik verkeerde in de veronderstelling dat ik al ooit geschreven over de podcast De sporen van Claus, maar bij nader inzien vergis ik mij daarin. Dat betekent dat ik moet afgaan op mijn geheugen, want het is zeker al enkele jaren geleden dat ik naar de podcast luisterde. 

In ieder geval vind ik de podcast goed en ik herinner me dat het op een dag weer mis was met de Nederlandse Spoorwegen en dat ik werkelijk uren heb gewacht op een trein. In die tijd luisterde ik naar deze podcast. 

In drie delen wordt er gepraat over Hugo Claus, door mensen die hem goed gekend hebben en veel over hem weten. Mooie gesprekken. En dan zijn er nog drie andere delen, drie luisterspelen, die mij minder helder voor ogen staan, maar ik heb ze wel allemaal beluisterd dus ook die zullen wel goed zijn. Wie het zeker wil weten, moet de podcast maar eens proberen. Het is er een van Klara en die levert altijd kwaliteit. 



Café Boon

Louis Paul Boon is niet alleen een markant, maar ook een groot schrijver. Veertig jaar na zijn dood werd er op de zender Klara dan ook vier avonden achter elkaar aandacht aan Boon besteed en aan de betekenis die hij nog steeds heeft. Dat gebeurde aan de hand van vier boeken, die elk een kant van Boons schrijverschap laten zien. 

Het zijn mooie avonden geworden, die terug te beluisteren zijn in de podcast Café Boon. Al eerder schreef ik daar uitgebreider over in dit stukje. Ook dit is weer een podcast van Klara. Het is prettig dat de makers bij Klara zich altijd eerder bekommeren om de kwaliteit dan om de vraag of het wel simpel genoeg voor degenen die toch niet naar dit soort programma's/podcasts luisteren. 


Vier podcasts van Klara die ik nog niet beluisterd heb, maar waar ik op voorhand al vertrouwen in heb:

maandag 24 januari 2022

Bij nader omzien (Simon Carmiggelt)



Vaak lees ik vrij recente boeken, omdat ik een beetje bij wil blijven, maar er zijn ook oude boeken die op stapels liggen, in kasten staan, rondzwerven en gelezen willen worden.  Soms pak ik zo'n boek tussendoor. Deze keer was dat Bij nader omzien van S. Carmiggelt

Ik dacht dat ik nog niet zo lang geleden over een boek van hem geschreven had, maar dat bleek in 2019 te zijn, over Ik mag niet mopperen. Het beste uit die bundel vond ik goed, blijkt uit wat ik toen schreef. Zo herinner ik mij de bundel ook: met plezier gelezen, best goed. Eerder besteedde ik aandacht aan Gedundrukt en aan Kronkels, verstript door Dick Matena. 

1950 - 1960

Bij nader omzien (1986) stelde Carmiggelt samen toen hij al gestopt was met zijn dagelijkse stukjes in de krant. Het zijn 'Kronkels' die niet eerder gebundeld zijn. Dat hoeft niet bij voorbaat iets over de kwaliteit te zeggen: Carmiggelt schreef zo veel, dat hij onmogelijk alle stukjes of zelfs maar alle goede stukjes in de bundels kwijt kon. In deze verzameling staan stukjes uit de periode 1950 - 1960. 

'Onder enige stukjes heeft de auteur, wanneer hij dat functioneel vond het jaar van verschijning in de krant vermeld,' staat er achter in de bundel. Voor de hedendaagse lezer is niet meer na te gaan waarom dat de ene keer wel functioneel was en de andere keer niet. Overal wel of overal niet lijkt me logischer, maar misschien was van sommige stukjes niet meer duidelijk wanneer ze gepubliceerd zijn. 

Eerlijk gezegd viel dit boekje me nogal tegen. Na Ik mag niet mopperen stond ik wel open voor nog wat Carmiggelt, maar deze verhalen konden me niet zo boeien. Verschillende blijven steken in beschrijvingskunst, vooral die over zijn katten. Aardig verwoord, hoor, maar de verhalen op zich interesseren me niet zo. 

Plichtmatig uitlezen

Bij te veel verhalen betrapte ik mijzelf op het plichtmatig uitlezen, zonder dat ik geboeid was. Maar Carmiggelt op zijn best duikt ook hier en daar op en die laat me wel rechtop zitten. Bijvoorbeeld bij het verhaal 'Boterham met worst', een herinnering aan de oorlog, of 'Een vakman' over een man die sinterklaas gespeeld heeft. 

De verzameling 'Kleinigheden' begint meteen met actie:

Het jonge meisje en de allang niet meer jonge man waren vrolijk pratend in de vrij volle tram gestapt en doorgelopen naar het achterbalkon, waar ik mij ook ophield. Toen ze daar in een hoekje hun gesprek voortzetten sprong, vlak voor de deuren dichtgingen, een robuuste knaap van een jaar of achttien naar binnen, deed twee grote stappen naar voren, greep de man in de borst en plaatste een harde linkse-directe op zijn oog. 
'Zo, dat is voor jou, ouwe smeerlap,' schreeuwde hij met een van drift overslaande stem. 
'Doe nou niet, Henk,' zei het meisje angstig, ''t is me pa.'
De jongen liet de man los.
'O dat verandert,' zei hij redelijk.

Kijk, dan heeft Carmiggelt me meteen te pakken. Maar dat gebeurde te weinig. 

Op zoek naar Riekie

Aan twee verhalen die ik nog niet genoemd heb, had ik toch wel aardigheid: 'De trap' en 'Op zoek naar Riekie'. Maar verder is er te veel dat in mijn ogen middelmatig is. Hier en daar een goede dialoog, soms een rake beschrijving, maar bij te veel verhalen kabbelt het een beetje voort. Ze worden nooit helemaal slecht, maar ook niet helemaal goed. 

Als ik Carmiggelt nog een kans wil geven, moet ik maar weer eens een reguliere bundel pakken en niet zo'n nalezing. Maar ik ga eerst maar eens wat andere dingen lezen. 

vrijdag 21 januari 2022

Tarzan, Heerser van de jungle (Christophe Bec / Stevan Subic)



Geboren ben ik er niet, maar ik ben er wel in opgegroeid: de jaren zestig. Nagenoeg mijn hele lagere-schoolperiode speelde zich erin af. We hadden geen televisie, die immers het oog van de duivel was, maar bij de buren of bij familieleden zag ik wel eens wat. Natuurlijk Swiebertje en Pipo, maar ook wel eens een deel van de serie over Tarzan: een machtige man die in het oerwoud leefde, met dieren communiceerde en altijd als winnaar een avontuur afsloot. Hij was onversneden goed. 

In hoeverre mijn geheugen dingen later ingekleurd heeft, is moeilijk meer te zeggen. Ergens heb ik nog een verzameling dvd's met vroege Tarzanfilms liggen, die ik pas twintig jaar geleden (of zo) heb bekeken. Wel heb ik, in de jaren zeventig veel comics gelezen. Die konden gaan over superhelden (Spinneman, Batman), maar vooral over cowboys (Kid Colt, Rawhide Kid) en over Tarzan en diens zoon Korak. 

Tarzan of the Apes

Het personage Tarzan is geschapen door Edgar Rice Burroughs, die in 1912 de roman Tarzan of the Apes publiceerde. Omdat het boek een succes werd, zouden er nog meer dan twintig vervolgdelen volgen. Het oerverhaal is intussen redelijk bekend: na muiterij op het schip dat hen vervoert, komt het echtpaar John en Alice Clayton (Lord en Lady Greystroke) terecht op de Afrikaanse kust, waar het moet zien te overleven. Er wordt een baby geboren, de kleine John, en die zal later Tarzan (witte huid) genoemd worden. 

De ouders overleven het niet, het kind wordt verzorgd door de apin Kala, die net een eigen jong verloren heeft. Tarzan groeit op in een stam apen, die mangani genoemd worden. Hij vindt het huis waarin hij geboren is, treft daarin boeken aan en leert zichzelf de mensentaal. 

Later komt hij in contact met andere mensen, onder anderen met Jane Parker, op wie hij verliefd wordt. Hij zal haar nareizen naar Amerika. Ze trouwen en uit het huwelijk wordt zoon Jack geboren, die Korak genoemd zal worden (de killer). 

Verstripping

Er is een nieuwe verstripping van het Tarzanverhaal, uitgekomen bij uitgeverij Silvester. Het scenario is van Christophe Bec, die, voor zover ik dat kan beoordelen, dicht bij de roman van Edgar Rice Burroughs is gebleven. De strip begint met de dood van de ouders van Tarzan. De apen nemen het kind mee. 

De tekeningen zijn vrij donker ingekleurd, wat het duistere van het verhaal benadrukt. Het leven in de jungle is namelijk gevaarlijk. De apen moeten vooral oppassen voor de zwarte panter. Er zijn veel bloederige gevechten en ook de jonge Tarzan raakt soms zo gewond dat hij bijna het loodje legt. 

Tarzan ontwikkelt zich: in de weerspiegeling van het water ontdekt hij dat hij er anders uitziet dan de apen en in het huis van zijn ouders vindt hij de boeken die hem gaan helpen om de taal te leren. Dat is wel een sterk verhaal. Om het iets aannemelijker te maken staat er een opwindgrammofoon, waarmee Tarzan een Engelstalig lied ten gehore kan brengen, maar dat hij uiteindelijk teken en klank kan combineren, blijft voor mij vrij ongeloofwaardig. 

Rauw realistisch

Verder is het verhaal voor mij voor een deel jeugdsentiment, maar ook als dat niet meespeelt, wil je wel weten hoe het met deze menselijke oerwoudbewoner zal gaan. Hij blijft, ook in deze stripversie en personage dat voluit deugt, maar hij is, ondanks zijn kracht, kwetsbaarder dan ik mij herinner uit eerdere strips of uit de films. Het verhaal is wel veel rauwer, gewelddadiger, bloediger en dat doet vrij realistisch aan. 

Van de andere personages is bij sommigen de karaktertekening gelaagd maar er zijn ook schurken en goedzakken. Dat houdt het verhaal overzichtelijk, maar het maakt het ook minder interessant. Voor mij althans. 

Tekeninen

De tekeningen van Stevan Subic zijn goed. Bij de bloederige scènes wordt er soms wel erg op het effect gespeeld, maar daar heb ik me niet zo aan gestoord. De inkleuring door Facio is heel goed. De donkere groene tinten van de natuur zijn intens en sfeervol. De schaduwpartijen die Subic aangebracht heeft werken mee aan de sfeer. 

En komt de zin 'Me Tarzan, you Jane' voor? Nee hoor, maar die kwam in de film ook al niet voor en ook niet in de roman. Hoe die eerste conversatie tussen Tarzan en Jane gaat, moet je maar lezen in de strip. 

Zoveel films (meer dan tachtig), televisieseries, strips en dan toch nog een keer Tarzan? Ik denk dat deze strip toch nog iets kan toevoegen. Tarzan blijft weliswaar heldhaftig, maar de smerige kant van leven in de jungle heb ik nog niet eerder zo gezien als in deze strip. Bij sommige passages heb je een sterke maag nodig, maar als je die hebt, is er wat te genieten in deze strip. 

Titel: Tarzan, Heersen van de jungle
Scenario: Christophe Bec
Tekeningen: Stevan Subic
Inkleuring: Facio
Covertekening: Eric Bougier
Uitgever: Silvester
's-Hertogenbosch 2021, bladzijden niet genummerd, € 24,95 hardcover



donderdag 20 januari 2022

(Meer dan acht) podcasts over literatuur / boeken

Er zijn heel veel podcasts over literatuur. Van veel ervan heb ik minstens een aflevering gehoord, sommige heb ik een tijd gevolgd en enkele volg ik nog steeds. Bij de podcasts die ik al een tijd niet meer volg (of waarvan geen nieuwe afleveringen verschijnen) moet ik afgaan op mijn geheugen en soms kom ik niet zoveel verder dan de vage indruk die de podcast heeft achtergelaten. Dat is dan maar zo. 

De podcasts die helemaal gericht zijn op een bepaalde schrijver (bijvoorbeeld Hugo Claus, Godfried Bomans, Hubert Lampo, Harry Mulisch, J.M.A. Biesheuvel) laat ik nu even zitten, evenals de podcasts die bestaan uit interviews met schrijvers. Daar kom ik later op terug. Deze keer besteed ik alleen aandacht aan podcasts waarin er over boeken gepraat wordt. 



De Nieuwe Contrabas Podcast 

De Nieuwe Contrabas Podcast wordt gemaakt door Chrétien Breukers en Hans van Willigenburg. Er zijn enkele vaste rubrieken, maar die komen niet altijd in elke uitzending terug. Centraal staat van Breukers en Van Willigenburg hun mening geven over boeken en schrijvers. 

Dat doen ze ongezouten wat de kritiek betreft, maar ze zijn ook goed in het uiten van hun bewondering. Eerlijk gezegd heb ik wel vertrouwen in hun persoonlijke mening en in ieder geval zijn ze ook goed in het op onderhoudende manier verwoorden van die mening. Soms overdrijven ze en van soms zijn ze kritisch over zaken waarmee mijns inziens niet zoveel mis is, maar goed, ieder mag zijn mening hebben. Soms kan ik er breed om grijnzen.

In ieder geval zijn ze goed geïnformeerd, ze lezen beiden veel en vormen samen ook een prettig team. Het is een podcast waarvan ik elke aflevering binnen een week beluister en altijd met plezier. Een mooie, onregelmatig verschijnende reeks is bijvoorbeeld de bespreking van de romans van Simon Vestdijk, door Breukers en Rob van Essen. Elke keer weer neem ik me voor om toch weer eens wat van Vestdijk te lezen.  Het laatste wat ik van hem las, was in 2018, zie ik hier en dat is eigenlijk schandalig. 

De rubriek 'De Tommy', waarin Tommy Wieringa een veeg uit de pan kreeg, lijkt een stille dood gestorven te zijn. Soms is er telefonisch een gast, maar meestal kunnen Van Willigenburg en Breukers het prima met zijn tweeën af. Gaan volgen, zou ik zeggen. 

Over deze podcast schreef ik ook al hier.



De Rotterdamse school

In De Rotterdamse school bespreken Daniël Dee en Mark Boninsegna (die zichzelf elke aflevering heel enthousiast aankondigt) de literatuur, met een bijzonder oog voor wat er in Rotterdam gebeurt. De poëzie heeft wat meer hun aandacht dan het proza, maar het komt wel voorbij. 

Prettige podcast. Ook deze twee heren geven duidelijk hun mening en zijn daar niet altijd diplomatiek in. Ik hou wel van die helderheid. De toon is opgewekt. Soms is er naar mijn mening net iets te veel geklets tussendoor. Er zijn ook podcasts die geheel uit geklets bestaan en daar zal ik nog een keer aandacht aan besteden. Gemiddeld genomen kan ik die slecht verdragen. Geklets over literatuur kan ik beter hebben, maar ik heb het liefst dat de sprekers bij de les blijven. 

Net als bij De Nieuwe Contrabas Podcast kunnen de twee makers goed met elkaar samenwerken: ze hebben sympathie voor elkaar, respecteren elkaar en ze vinden het ook niet erg om eens met elkaar van mening te verschillen. Prettig is ook dat de stemmen goed uit elkaar te houden zijn. Dee klinkt meer ingetogen, Boninsegna meer uitgelaten en beiden hebben gevoel voor humor wat sowieso al prettig is. 

Sommige afleveringen zijn vrij lang (meer dan een uur) terwijl drie kwartier mij in de meeste gevallen wel lang genoeg lijkt. Voor wie deze podcast niet kent: probeer eens een keer. 


Tzumcast

Bij literatuurliefhebbers zal de website van Tzum zeker bekend zijn. Alle nieuwtjes over literatuur zijn er te vinden, naast filmpjes, recensies en nog meer. Er is ook een podcast, waar ik al eerder over schreef. 

Tzumcast is een mooie, degelijke podcast, waarin Roos Custers, Bart Temme en Coen Peppelenbosch een gesprek voeren over een boek. Willem Goedhart leidt het gesprek. 

Hier is er weinig geklets tussendoor en het hele gesprek is gericht op het bespreken van het boek. Alle betrokkenen zijn goede lezers, ze beweren zinnige dingen, de sfeer is ontspannen. Heel prettig om naar te luisteren. Af en toe zit er een behoorlijk gat tussen de verschijning van de afleveringen, maar dat neem ik voor lief. Ik heb nog geen slechte aflevering meegemaakt en de omstandigheden zijn de laatste jaren natuurlijk niet ideaal. 

Zeer aanbevolen. Heerlijke podcast voor elke literatuurliefhebber. 


Boomer & Millennial

De podcast Boomer & Millennial wordt gemaakt door Istvan Kops en Paula Heeger. De titel is wat misleidend want Kops is zeker vijftien jaar te jong om zich te mogen rekenen tot de generatie van de babyboomers, maar vooruit. In ieder geval zijn Kops en Heeger niet van dezelfde generatie. 

De eerste drie afleveringen heb ik beluisterd. Niet alleen bespreken Kops en Heeger boeken, maar ze houden ook van literaire uitjes (festival, leesclub). Dat interesseert mij minder, maar ik kan mij voorstellen dat er luisteraars zijn die dat nu juist wel leuk vinden. 

Ik moest wel wennen aan het duo. Kops praat nogal vlak, wat het luisteren niet vergemakkelijkt en Heeger heeft nogal een toontje, waarbij de zinsmelodie aan het eind vaak omhoog gaat, alsof ze steeds vragen stelt. Maar dat is een verandering die zich volgens mij bij meer sprekers aan het manifesteren is, dus het is een beetje flauw dat ik het noem. Maar het viel me wel op, net als lachje dat soms zomaar achter een zin komt, ook als er niets te lachen is. Het zou ook onwennigheid kunnen zijn. 

Inhoudelijk is op de bespreking van de boeken niet zo veel aan te merken. In ieder geval maken de twee duidelijk waarom ze een boek wel of niet goed vinden en ze verschillen soms wat van mening, zodat je argumenten van twee kanten hoort. De titels die ze noemen waren bij mij niet altijd bekend, dus dat zou ook nog kunnen uitnodigen tot verder lezen. 

Er zijn nog maar vier afleveringen verschenen, dus we zullen deze podcast in ieder geval de tijd moeten geven om zich verder te ontwikkelen. De bumpers tussen de onderdelen beginnen of eindigen nogal eens abrupt; daar valt ook nog aan te slijpen. Misschien moet ik over een half jaar of zo nog een keer gaan luisteren. 


Boeken FM

De podcast Boeken FM gaat uit van Das Mag en De Groene. In elke aflevering bespreken drie mensen een boek, soms meer boeken. Meestal gaat het om Nederlandse literatuur, maar soms ook om buitenlandse. 
Twee van de medewerkers, Joost de Vries en Ellen Deckwitz, dragen al vanaf het begin de podcast.  Charlotte Remarque heeft een tijdje terug Peter Buurman vervangen. In het begin heb ik alle afleveringen beluisterd. Ik schreef daar in 2018 over en was toen eigenlijk wel enthousiast. De laatste tijd is mijn enthousiasme aardig afgenomen. 

Zo zijn er afleveringen geweest over elk van 'de grote drie' en dat stemde me toch wel vrij treurig. Je gaat ervan dat het oeuvre van zo'n grote schrijver zo ongeveer bekend is bij de besprekers, maar als er dan iemand meedoet die maar twee boeken van een auteur gelezen heeft, kun je je afvragen waarop de algemene conclusie aan het eind gebaseerd is. 

Ook is het voorgekomen dat er boek besproken is dat niet door alle drie de deelnemers gelezen is. Dat kan gebeuren, natuurlijk, maar misschien was het handiger om dan gewoon nog even te wachten met het maken van juist deze aflevering. 

Ik ben een tijdje overgegaan naar het beluisteren van alleen de afleveringen die me interessant leken, maar ik merkte dat ik steeds meer oversloeg en toen een boek van Theo Thijssen werd beschreven als 'een boek dat je vergezeld (sic!) van een warme kerstgloed', heb ik besloten maar niet meer te luisteren. Het gaat mij niet alleen om de spelfout, maar ook om de woordkeuze. Iemand vergezellen van een gloed lijkt me onzinnig. 


Drie boeken

Welke drie boeken zou je in je leven gelezen moeten hebben? Die vraag stelt Wim Oosterlinck aan degene bij wie hij op bezoek gaat in de podcast Drie boeken. Hij praat over diens of dier boekenkast, de leesgewoonten van de gast en nog zo het een en ander dat met lezen te maken heeft en laat ten slotte de gast vertellen over drie boeken. Soms worden er wat extra boeken meegesmokkeld. 

Van deze podcast heb ik enkele tientallen afleveringen beluisterd. Tegenwoordig sla ik wel eens wat over, maar wat ik wel hoor, bevalt me eigenlijk altijd. Oosterlinck is een empathisch vragensteller en een scherp luisteraar.  Bovendien is het altijd leuk om naar iemand te luisteren die vertelt over een boek waar hij echt enthousiast over is. 

Er is een grote diversiteit aan gasten, qua achtergrond en leeftijd. Soms zeggen de naam van de geïnterviewde mij niets: dan is de gast alleen in België bekend. Het blijkt weinig uit te maken: ook zo'n aflevering is boeiend. 

In 2020 schreef ik positief over deze podcast. Dat positieve oordeel heb ik nog steeds. 


Gewoon boeken

De podcast Gewoon boeken wordt gemaakt door twee (naar ik inschat) vrij jonge boekverkopers, Sasha Haasnoot en Dirk Hulst. Ze zijn enthousiast over boeken, spreken (denk ik) vooral een jong publiek aan en willen in ieder geval niet elitair zijn, niet voorschrijven wat goede smaak is en vooral mensen laten genieten van boeken. 

Dat snap ik wel: het adagium van de boekhandel is: kopen, welke boeken dan ook. Maar daarmee maak ik het te plat, want de twee zijn echt wel enthousiaste lezers. Dat Lale Gül de nieuwe Wolkers wordt genoemd, doet mij wel fronsen, maar als het helpt om mensen naar een boek te laten grijpen, is wat mij betreft veel geoorloofd.

Er zit een beetje de klad in deze podcast de laatste tijd. Tot april 2021 verschenen er elf afleveringen, daarna werd er in de Kinderboekenweek juichend gemeld dat de podcast terug was, maar daarna is het weer stil gebleven. 



Links richten

Gijsbert Pols en Frank Keizer willen met de podcast Links Richten literatuur en politiek weer bij elkaar brengen. Ze kijken met linkse ogen naar de literatuur. Dat vind ik wel een interessant uitgangspunt. In mei 2021 schreef ik over deze podcast en ik was er niet altijd tevreden over.

Het tempo ligt extreem laag en ik had ook de indruk dat de afleveringen niet altijd even goed waren voorbereid. Toch had elke aflevering inhoudelijk wel interessante dingen, maar het lukte me steeds minder goed om ernaar te luisteren. Te weinig zelfrelativering bij de presentatoren, te weinig ironie. Dat helpt niet. 

Hoe het verder gaat met Links Richten is nog even afwachten. Er waren elf afleveringen tot augustus 2021 en daarna nog een eindejaarsaflevering. Die laatste afleveringen heb ik niet beluisterd. 


En verder:

Het leesvirus

Gemaakt door Olaf Koens, Ronit Palache en Stefan de Vries: drie lezers vertellen elkaar wat ze lezen. Ik heb een aflevering beluisterd, vond die heel aardig en ben toch niet verder gegaan met luisteren. Meer dan enkele tientallen podcasts kan ik niet volgen. Ik kan me voorstellen dat ik daarmee een leuke podcast aan mijn neus voorbij laat gaan. Laatste aflevering was van oktober 2021. 

Groen gebladerte

In 2019 begonnen als Gebladerte, als ik het goed heb. Toen leek de formule op die van Drie boeken. Hier ging het om het ene boek dat iedereen zou moeten lezen. Die afleveringen kan ik nergens meer vinden. Toen de podcast veranderde in Groen gebladerte, is mijn abonnement niet automatisch verlengd. 

Tom De Cock gaat op bezoek bij de schrijvers van morgen en praat met hen over de boeken die belangrijk voor hen zijn geweest. Nooit beluisterd, terwijl ik dat misschien wel had willen doen. Interessante namen genoeg, zoals Iduna Paalman, Lisa Weeda of Dries Muus. 

De Boekenpodcast

Begonnen als NPO Radio 1 Boekenpodcast. Ik schreef daar hier over. Presentatoren van NPO Radio 1 vertellen aan elkaar welke interessante boeken ze hebben gelezen. Ik vermoed dat de podcast stopgezet is. Na juni 2021 zijn er geen nieuwe afleveringen verschenen. Was aardig.

Boeken Toe

Over Boeken Toe berichtte ik al eerder. Frisse podcast over boeken. Vooral het zwemmen met schrijvers is me bijgebleven. Is na januari 2020 niet meer verschenen. 

woensdag 19 januari 2022

Een gedicht is ook maar een ding (Lidewijde Paris)


In mijn leven heb ik al heel wat poëzie gelezen en van alles door elkaar. Ik weet nog hoe ik, ergens tussen mijn zestiende en mijn twintigste, van mijn zakgeld spaarde om een nummer van het tijdschrift gedicht (met kleine letter, als ik mij goed herinner) van Remco Campert te kopen. Dat las ik gretig en ik herlas het ook, zodat ik na verloop van tijd enkele gedichten uit mijn hoofd kende. Uit de bibliotheek nam ik steeds een stapel bundels mee naar huis. Ik herinner me Alles op de fiets, van Rutger Kopland (Rutger Koplamp, zei mijn kamergenoot), Het houdt op met zachtjes regenen van Buddingh', Linde, tamarinde en banaan van Hans Warren en het een en ander van Judith Herzberg, K. Schippers en Gust Gils. 

In de loop der jaren ben ik poëzie blijven kopen, maar de laatste tijd zit daar een behoorlijk de klad in. Ik lees nog wel losse gedichten, maar bijna nooit meer een hele bundel. Toen iemand mij een tijdje terug vroeg een avond over poëzie te verzorgen (niet doorgegaan vanwege de zoveelste golf en lockdown) en ik in de winkel Een gedicht is ook maar een ding van Lidewijde Paris zag liggen, kocht ik het. Daar heb ik geen spijt van gehad. 

In het begin heb ik stevig doorgelezen, de latere hoofdstukken heb ik met wat grotere tussenpozen tot mij genomen. Hopelijk herinner ik mij het begin van het boek niet al te gebrekkig. 

Paris benadert gedichten in elk hoofdstuk op een andere manier. Boven het hoofdstuk staat steeds wat voor ding een gedicht is. Een ding waar hard aan gewerkt is, bijvoorbeeld, of een ding dat zich soms aan de regels houdt en soms niet, of een ding waar de tijd zijn tanden in zet. 

Laagdrempelig

Het boek is laagdrempelig: ook wie nog bijna nooit een gedicht gelezen heeft, kan het volgen en bij alles wat Paris beweert, citeert ze gedichten, zodat je, als je alles leest, al zo'n 140 gedichten meekrijgt. Voor wie wel veel gedichten gelezen heeft, zullen sommige dingen bekend zijn, maar er is ook veel nieuw, doordat Paris ook minder bekende dichters aan het woord laat komen. De technische zaken over de vorm zijn voor de wat meer ervaren lezer gesneden koek, maar die gedeelten lezen prettig en ik heb me daar toch niet bij verveeld. 

Aan het eind van het boek is er een 'Handige vragen- & begrippenlijst' opgenomen en er is een keurig register op namen en op behandelde onderwerpen. 

Enthousiasme

Uit het hele boek blijkt de liefde en het enthousiasme voor poëzie en die doen weldadig aan. Paris noemt verschillende keren de koudwatervrees voor gedichten ('laat je nooit bang maken'), maar wie dit boek gaat lezen is misschien al niet zo heel bang. In ieder geval houdt Paris nadrukkelijk rekening met lezers die weinig poëzie gelezen hebben, zonder dat ze mensen kwijtraakt die juist veel gelezen hebben. Dat is knap. 

Verschillende keren noemt Paris een publicatie die ik aangestreept heb, omdat ik die me interessant lijkt en ze besteedt ook aandacht aan dichters die min of meer vergeten zijn. Van de naam Spandaw had ik wel gehoord en er zal ook wel iets van hem in mijn boekenkast staan, maar ik heb geen duidelijk beeld van zijn poëzie. Toch eens naar gaan kijken, denk ik dan en dan bedenk ik dat ik ook andere dichters uit die tijd wat meer aandacht moet geven. Waarom heb ik mij nooit echt verdiept in het werk van Borger, De Kanter of Helmers. En het werk van Tollens en Ten Kate heb ik zo ongeveer compleet, maar wat heb ik daarvan nu eigenlijk gelezen?

Dat een boek mij opnieuw naar mijn boekenkast laat lopen en mij zin geeft om bundels te gaan lezen die al lang op de plank staan te verstoffen, vind ik mooi. Dat is ook wat Paris beoogt: aanzetten tot lezen. Het lezen van gedichten heeft haar zoveel plezier gegeven dat ze dat anderen ook gunt. Een gedicht is ook maar een ding is met een groot hart geschreven.

maandag 17 januari 2022

Centralia (Miel Vandepitte)



Het is een wonderlijke wereld die Miel Vandepitte ons voorschotelt in Centralia: een van de hoofdpersonen, Lonca heeft een hoed op, rijdt op een paard en draagt een holster, met daarin een revolver. Hij lijkt op een cowboy en ook het landschap is in overeenstemming met dat wat we uit westerns kennen. Op de rivier varen schepen met raderen aan de zijkant, er zijn houten karren en er is een saloon waarin mensen op tonnen zitten. De aankleding komt overeen met ons beeld van het Wilde Westen

Aan de andere kant is er ook een stedelijke omgeving, met gebouwen die eruitzien als kantoorgebouwen. Die lijken uit een veel recenter verleden te stammen.  Ten slotte zijn er vreemde wezens die we eerder in een fantasy-achtige omgeving zouden plaatsen. De wereld van Centralia is een opmerkelijke mix, zoals er in een droom elementen gecombineerd worden die in de werkelijke wereld streng gescheiden zijn. 

De stad Centralia is nauwelijks nog toegankelijk: de temperatuur is er zo hoog opgelopen, dat je er nauwelijks kunt overleven. De temperatuur van de rivier is zo hoog, dat het verstandig is om er ver uit de buurt te blijven. Lonca gaat naar Centralia vanuit de plaats Blitz. De jonge vrouw Ace gaat mee als reporter en verder neemt Lonca Jack en Charden mee. Het viertal moet steeds oppassen voor de vijand: het volk van de neusapen. Het zijn mensen met maskers voor met grote neuzen, waarin zich waarschijnlijk een filter bevindt. 

Lonca vermoedt dat er goud te halen is in Centralia, maar uiteindelijk snapt hij dat zijn groep Blitz van de ondergang zal moeten redden. 

Queeste

Zoals gezegd: het is een wonderlijke wereld en het is een wonderlijk verhaal. Het gegeven is dat van een klassieke queeste: een moeilijke tocht, waarvan de lezer wil dat die lukt. Er komen steeds weer nieuwe problemen en die moeten allemaal overwonnen worden. 

Dat verhaal zit aardig in elkaar en de tekeningen zijn ook goed, met ongelooflijk veel details. Aanvankelijk ging ik ervan uit dat er een zekere symboliek in de gebeurtenissen zou zitten en dat ze eigenlijk voor iets anders stonden. Dat idee heb ik laten varen, maar dat had wel tot gevolg dat de noodzaak van het hele verhaal mij niet meer zo duidelijk was. Ja, het is wonderlijk en, ja, de maker heeft plezier in het vertellen en het tekenen, maar het is me te weinig. Ik zie dat er gespeeld wordt met verhaalconventies en met beeldelementen, maar het is me te vrijblijvend en vooral: het doet me nauwelijks wat. 

Geen emoties

De lezer, deze lezer althans, blijft in zijn hoofd zitten en kan het allemaal beredeneren, maar je hoopt dat er ook een emotionele laag wordt aangeboord en dat blijft uit. Het gaat mij niet om de emoties van de personages, maar de emoties die bij de lezer opgeroepen hadden kunnen worden. De wereld van Centralia wordt nergens beklemmend; de lezer kijkt van een afstandje toe. 

Ik zie dat Miel Vandepitte talentvol is en goed kan tekenen, maar bij Centralia kom ik niet verder dan het ophalen van mijn schouders. 

Titel: Centralia
Tekst en tekeningen: Miel Vandepitte
Uitgever: Scratch
z.pl. 2021, 144 blz. € 24,95 (hardcover)




zaterdag 15 januari 2022

Een roos van vlees (Jan Wolkers)



Hij werd uiteindelijk niet gerekend tot de grote drie, maar dat Wolkers in zijn tijd een toonaangevend schrijver was, is niet te ontkennen. Eind 1963 heeft hij zijn naam in de literatuur al aardig gevestigd. Hij publiceert dan Een roos van vlees, een jaar na zijn debuutroman Kort Amerikaans (waarvan intussen de achtste druk in de winkels ligt). Verder heeft hij de verhalenbundels Serpentina's petticoat (vijf drukken op dat moment) en Gesponnen suiker (zeven drukken binnen een jaar) gepubliceerd. Terug naar Oegstgeest, dat in 1964 zal verschijnen, wordt al aangekondigd. 

Van Wolkers heb ik wel het een en ander gelezen. Kort Amerikaans natuurlijk, Terug naar Oegstgeest, Horrible tango, Turks fruit en ook werk dat wat later verscheen, zoals De junival, De doodshoofdvlinder en De perzik van onsterfelijkheid. En dan nog zo hier en daar een roman en wat verhalenbundels. Sommige boeken sloeg ik bewust over: Brandende liefde, Gifsla, omdat ik er niet zoveel vertrouwen in had en bij andere boeken kwam het er niet van. Een roos van vlees is een boek uit die laatste categorie. 

Het boek interesseerde mij wel. Dat merkte ik onlangs toen ik zag dat ik de afgelopen jaren het tweemaal tweedehands had gekocht. Tijd om het onderhand eens te gaan lezen. 

Het is alweer een tijdje geleden dat ik iets van Wolkers las. Ik denk dat Zomerhitte het laatste was en daardoor is het misschien ook een beetje weggezakt hoe goed Wolkers was. Ik ben van Een roos van vlees onder de indruk (wat niet wil zeggen dat ik alles in het boek goed vind).

Een etmaal uit het leven van Daniël

We maken in deze roman een etmaal mee uit het leven van Daniël, die een vrij troosteloze flat bewoont. Het is hartje winter en de kou houdt maar aan. Daniël gaat er 's ochtends op uit, probeert een vastgevroren waterhoentje te redden, legt een paar bezoeken af, helpt een oude vrouw wier fiets onderuit is gegleden en gaat weer naar huis. Intussen zit de lezer in het hoofd van Daniël, kijkt door zijn ogen, leest wat hij denkt. 

Tien jaar geleden is een tweejarig dochtertje van Daniël omgekomen: ze zat boven in de wasbak terwijl haar ouders, Daniël en Sonja, beneden ruzie maakten. Of ze zelf de kraan van het hete water heeft aangezet, is niet helemaal duidelijk, maar in ieder geval heeft ze heet water over zich heen gekregen, waardoor ze gruwelijke brandwonden opliep. Daar is ze aan overleden. 

Daniël en Sonja zijn nog wel bij elkaar gebleven en ze hebben ook nog andere kinderen gekregen, maar uiteindelijk konden ze hun relatie niet volhouden. Het doet me denken aan de thematiek van de film Antichrist (2009) van Lars von Trier. Die gaat ook over ouders die worstelen met een  schuldgevoel na de dood van een zoontje. 

De tocht die Daniël maakt, is indrukwekkend beschreven. Je ontkomt niet aan wat hij ziet, hoort en denkt. Je moet wel meeleven met de man die zo geobsedeerd door schuld en dood. Hij heeft zich als jongen afgezet tegen zijn christelijke vader. Door zijn grote bijbelkennis, schieten hem bij allerlei gelegenheden bijbelteksten te binnen. 

Bezoek

In de loop van de dag krijgt hij drie keer bezoek: van zijn zoontje, van zijn ouders en van een meisje, Emmy, dat hij daarvoor nog niet kende. Hij zou met een vriendin naar een toneelstuk gaan, maar zij moet bij een terminaal zieke man blijven en daarom komt een vriendin van haar. Die brengt de nacht bij Daniël door. Ze vertelt hem onder andere over een abortus die ze heeft ondergaan. 

De vriendin blijft bij een oude man, bij wie een kunstmatige anus is aangebracht, een zogeheten anus prae: 'Het ziet er vreemd uit. Afschuwelijk en mooi tegelijk. Het is rood en een beetje fluwelig. Het is net een bloem, een roos. Een roos van vlees.'

Daniël heeft veel last van een astma-achtige aandoening. Hij slikt hiervoor een opiumhoudend medicijn, waarvan hij veel meer neemt dan voorgeschreven is. Die aandoening zou psychisch kunnen zijn; Daniël ervaart niet meer de ruimte om te leven en om lief te hebben. Hij houdt nog van Sonja, maar kan niet meer met haar leven en eigenlijk zou hij Emmy moeten troosten, nadat ze haar verhaal verteld heeft, maar hij krijgt het niet voor elkaar. Hij kan alleen maar houden van een vrouw op het moment dat ze er al niet meer is. 

Een roos van vlees is hecht gecomponeerd: alles hang met alles samen. Daniël en Emmy hebben allebei een kind verloren; Daniël kan het waterhoentje niet redden, zoals hij zijn kind niet heeft kunnen redden; het is winter, zoals het in het leven Daniël al jaren koud is. Ook Emmy wordt vergeleken met het waterhoentje: zij zit vastgevroren in haar verleden. Door het hele boek heen worden we geconfronteerd met dood en verval. Die opeenstapeling van ellende is benauwend, maar dat vind ik juist wel goed. 

Dromen

Minder bevallen me de vele dromen in het boek, die allemaal symbolisch te duiden zijn. Het lijkt me een net te gemakkelijk middel en ook nog te vaak ingezet. Mogelijk zijn al die dromen een verwijzing naar de Bijbel. Niet de inhoud van de dromen, maar het feit dat er gedroomd wordt. De profeet Daniël treedt in de Bijbel op als uitlegger van dromen.

Maar de rest van het boek kan ik alleen maar bewonderen. Daniël doet enkele dingen die nagenoeg iedereen zullen tegenstaan. Zo zit er in zijn kast een nest met kale muisjes, die hij op een gegeven moment frituurt. Hij lijkt dat onaangedaan te doen, hoewel hij een dierenvriend is, zoals te zien is in de passage met het waterhoentje. Het gedoe met de muizen is een vorm van zelfkwelling. Dat gebeurt vaker. Zo vertelt hij Emmy dat hij een monsterachtig kind had, dat hij vermoord heeft. Het verhaal klopt niet, hij kwelt zichzelf met een beeld waarin hij voluit schuld heeft.

Daniël eindigt in de mist, uitkijkend naar de arts die hem moet helpen in zijn ademnood. Er is letterlijk geen uitzicht en er is ook geen zicht op redding. Na het drama in zijn leven is er eigenlijk geen toekomst meer. 

Bijbelteksten

De bijbelteksten (het zijn er ruim dertig) zijn soms wat ironisch, maar ze zijn ook functioneel. Bij de muizen denkt Daniël 'bloed van mijn bloed': de muizen zijn namelijk gevoed met het bloed uit zakdoeken waarmee Daniël het bloeden van zijn neus heeft geprobeerd te stelpen. Door die bijbeltekst legt hij een verband met zijn kind, dat ook bloed van zijn bloed is. Van de muisjes is er mogelijk eentje ontkomen aan het lot van de verbranding. Zo brengt hij met terugwerkende kracht een kleine kans aan voor zijn eigen dochtertje om haar lot te ontkomen. 

De God met wie Daniël is opgevoed, is een almachtige God, zonder wiens wil er geen mus van het dak valt. Dat maakt het onverteerbaar dat zijn dochtertje omgekomen is: blijkbaar heeft God het toegestaan.  Daniël wil misschien wel dat er een God is die het leed voorkomt  en dan zijn de bijbelteksten wellicht een voortdurend aanroepen van die God. 

Alleen de muziek van Bach verzoent Daniël met het bestaan:
De mensen maken elkaar bij miljoenen af, denkt hij. Ze vreten elkaar levend op. Als er even iets misgaat moet zijn achterwerk dichtgenaaid worden, dan kan hij nog een paar maanden of een jaar zichzelf door zijn buik bevuilen. Maar deze muziek bestaat. Als ik hier lag met een plastic zak op mijn buik, zou het er niets toe doen, ik zou het vergeten. Ik heb een kindje onder de sneeuw liggen, maar die muziek houdt er rekening mee, die heeft ermee te maken. Naast die wereld van bloed bestaat een wereld van kristal. Het mag een schijnwereld zijn, een wereld die ineens kan optrekken als een damp. Die ophoudt als de grammofoon afslaat. Maar nu beleef ik de eeuwigheid, nu besta ik bijna niet meer. 

Waarom ik zo lang gewacht heb met het lezen van Een roos van vlees kan ik maar moeilijk reconstrueren. In ieder geval heb ik daardoor wel deze mooie leeservaring op dit moment gehad. Misschien moet ik wat vaker iets van Wolkers gaan lezen. De meeste romans ken ik al, maar De walgvogel en De onverbiddelijke tijd nog niet. Maar ja, ik wil ook nog meer Vestdijk en meer Brakman en meer van nog meer schrijvers lezen. 

Recensies

Toen Een roos van vlees uitkwam, kende iedereen Jan Wolkers. Van zijn boeken, maar ook van zijn toneelstukken en wellicht ook van het gedoe om zijn werk. Sommige christelijke lezers vonden zijn verhalen blasfemisch, enkelen vonden zijn taalgebruik banaal en om het verhaal De wet op het kleinbedrijf was reuring ontstaan. Dat laat ik nu even voor wat het is. 

Trouw, 13 december 1963
Een van de eerste recensies verscheen in Trouw, op 7 december 1963. De recensent, v. D. (Dat zal nog wel niet Tom van Deel geweest zijn) verdedigde de roman, ondanks de vloeken en de grofheden. Dat schoot een lezer (J.H. Eerhart) in het verkeerde keelgat en in een  lezersbrief  waarboven 'Roos van rot vlees' stond afgedrukt, pleit hij zelfs voor schrijfverbod (zie afbeelding). De brief werd afgedrukt op 13 december.

Over het algemeen wordt de roman gunstig onthaald. Elke recensent signaleert hoe knap Wolkers het boek geschreven heeft. Alleen H.T.B. in De Waarheid van 13 februari 1964 is niet positief hij vindt het 'een prettig lezend, maar tamelijk eenzijdig en weinig diepgaand werk.' Hij vindt, gezien het eerdere werk van Wolkers, Een roos van vlees meer van hetzelfde. 

Opstapeling van ellende

In Het vrije volk van 7 december noemt Alfred Kossmann, de roman 'een mislukking met uitstekende fragmenten.' Hij vindt dat Wolkers de ellende te veel opstapelt, waardoor het minder effect heeft. Daarom vindt hij de roman als geheel niet geslaagd, maar hij zegt er zoveel positiefs over, dat vooral de bewondering blijft hangen. 

Algemeen Dagblad 4 september 1963
Kees Fens zit in De Tijd van 21 december op hetzelfde spoor. Hij signaleert meesterlijke dialogen en heel goede passages, maar door al die ellende zit er te weinig lucht in het verhaal. Bernlef is in Het Parool uitgesproken positief. Hij vindt het een aangrijpend boek. De opeenstapeling van ellende stoort hem niet, maar wel die in de berichten in de krant die Daniël inkijkt. Andere recensies zijn te vinden in TubantiaAmigoe di CuraçaoDe VolkskrantNieuwsblad van het noorden

Worsteling

De worsteling met het verleden/de religie krijgt aandacht van Gabriël Smit (De Volkskrant) en W.L.M.E. van Leeuwen (Tubantia). Dat is voor de laatste de reden om Wolkers wel een rasschrijver te noemen maar nog geen groot schrijver. 


Verschillende recensenten reageren bij voorbaat op het mogelijke verwijt dat het werk van Wolkers blasfemisch zou zijn of walgelijk. Dat doet bijvoorbeeld Jan Eleman in Amigoe di Curaçao. Hij schrijft dat de roman niet blasfemisch is dat hij zich de weerstand wel kan voorstellen:  'Een rotverhaal en een prachtverhaal. Wolkers' kijk op het leven is herhaaldelijk onfris en kwaadaardig.' Ook Eleman heeft zich verzet, maar de roman is zo goed, dat hij zich heeft laten meeslepen. 

Interview

Vlak voordat Een roos van vlees verschijnt, wordt er een interview met Wolkers gepubliceerd in het Algemeen Dagblad. Hij zegt daarin dat niet, zoals velen denken, de lust aan de basis ligt van zijn werk, maar de angst voor de dood. In een aparte kolom wordt Wolkers voorgesteld door ene Dng. Wie dat is, weet ik niet. Hij zal al wel wat ouder zijn, want hij noemt Wolkers uitdrukkelijk als behorend bij 'de hedendaagse jeugd.'  Het taalgebruik van de schrijver ('urinoirtaal') keurt hij af. De teneur van het stukje is dat zo'n talentvolle jongen dat toch niet nodig heeft. 

Wolkers was in 1963 pas vijf jaar serieus bezig met het schrijven. Dat deed hij in de avonduren, overdag was hij bezig als beeldend kunstenaar. Vijf jaar later zou niemand meer om hem heen kunnen en wie nu Een roos van vlees leest, zal nog steeds erkennen dat Wolkers toch wel een heel goed schrijver was. 

woensdag 12 januari 2022

Het verval Boek 2 (Jared Muralt)



Vorig jaar schreef ik over Boek 1 van Het verval, een strip over een gezin (vader Liam, dochter Sophia en zoon Max) die in een ontwrichte maatschappij leven. Er heerst een pandemie en in de stad is aan alles gebrek. Ze hebben het plan om te ontsnappen aan de stad en op weg te gaan naar opa en oma. 

In Boek 2 gebeurt dat ook. Het gaat niet vanzelf, maar het gezin raakt buiten de stad. De problemen zijn dan bepaald niet voorbij: de weersomstandigheden zijn moeilijk (kou en sneeuw), er is geen brandstof voor een vervoermiddel en aan eten komen is ook een probleem. Intussen heeft het gezin de zorg voor een baby op zich genomen en Liam is ook nog eens gewond. Er is een groep mensen bij wie ze zich kunnen aansluiten, maar ze zijn daar niet bij voorbaat welkom. 

Sophia

Op de omslag van Boek 2 staat Sophia, gewapend en met een baby op de arm. Nu vader gewond en zwak is, neemt zij het initiatief. Ze heeft behoorlijk wat daadkracht en blijkt vastbesloten om het gezin er zo goed mogelijk door te helpen. 

Buiten de stad blijkt het leven een jungle: iedereen is bezig om te overleven. Het is mooi als je bij een groep kunt horen, maar zo'n groep moet het soms opnemen tegen andere groepen, die ook proberen te overleven. Regels lijken er niet te zijn en als ze er wel zijn, houdt niemand zich eraan. Ieder probeert zichzelf te redden. 

In Boek 1 is het gezin een min of meer veilige haven geweest: je gezinsleden zijn de mensen op wie je kunt vertrouwen. Maar wat gebeurt er als de sterkste ervan min of meer wordt uitgeschakeld? Natuurlijk zijn de gezinsleden solidair met elkaar, maar zijn ze sterk genoeg? Sophia trekt haar plan, ook om de baby te redden, die het in deze kou heel moeilijk heeft en het is lastig om voeding voor haar te vinden. 

De hardheid van het bestaan
Meer nog dan in Boek 1 laat dit deel van Het verval zien hoe hard het bestaan is en dat de mens de mens soms werkelijk een wolf is. Gelukkig zijn er lichtpuntjes in het donker: mensen van wie je ineens hulp krijgt. 

Net als Boek 1 is dit tweede deel een mooi album geworden. Er is veel hardheid en hardvochtigheid, maar er is ook een warme kant: mensen die tot het uiterste gaan voor degenen die dicht bij hen staan. Gelukkig lijkt onze wereld niet letterlijk op die in het album, maar misschien is er niet veel nodig om het evenwicht te verstoren. Het verval laat zien hoe daarna alles kan doorslaan. We zien een fictieve wereld, maar niet een onmogelijke.

Het verhaal boeit van de eerste tot de laatste bladzijde. Je identificeert je met Sophia en de rest van het gezin en je hoopt dat ze het zullen redden. De sombere inkleuring onderstreept de naargeestige situatie waarin het gezin verzeild is geraakt.

Het verhaal is niet afgelopen met dit tweede deel. Er is een derde deel aangekondigd. Wie de eerste twee delen heeft gelezen, kan er nog niet genoeg van hebben. Die is nieuwsgierig naar het vervolg. 

Reeks: Het verval
Deel: Boek 2
Tekst en tekeningen: Jared Muralt
Uitgever: Sylvester
's-Hertogenbosch 2021, 80 blz. € 24,95 (hardcover)