Strips over historie hebben zowel iets aantrekkelijks als iets moeilijks. Het aantrekkelijke is natuurlijk dat je als lezer kunt opgaan in een wereld die je een beetje kent (door wat je over geschiedenis weet), maar waarin je zelf niet leeft. In een strip kan veel gevaar voorkomen en de spanning ervan kun je ervaren, maar het leed zal jou niet overkomen, zo lang je veilig thuis op de bank zit.
Het lastige is dat de scenarioschrijver zich moet houden aan de geschiedenis om geloofwaardig te blijven. Zo lang de personages geen historische betekenis hebben, heb je veel vrijheid: er is geen geschiedenisboek dat je zal corrigeren. Maar het blijft uitkijken voor anachronismen.
Uitleg
Verder is de historische situatie soms complex. Daarover zal iets en soms veel uitgelegd moeten worden en dat kan ten koste gaan van het verhaal.
Vooral dat laatste probleem komt naar voren in de serie De glazen kroon, waarvan nu deel 1 , Leed boven glorie, is verschenen. Op het achterplat van het album wordt Karel V genoemd. In de Nederlandse geschiedenis duidt die naam op de vader van Filips II, maar dit gaat over een andere Karel, die veel eerder leefde: Karel V van Frankrijk. Hij werd ook wel Karel de Wijze genoemd.
We schrijven 1380 en bevinden ons in de Honderdjarige Oorlog, die eigenlijk bestaat uit een reeks oorlogen. De toestand is, voor een buitenstaander waarvoor ik mijzelf en de gemiddelde lezer houd, onoverzichtelijk. Ik heb nog gekeken op de pagina van Wikipedia, waar men de oorlog van Karel laat doorlopen tot 1389, hoewel hij in 1380 overlijdt.
Karel VI
Als Karel V overlijdt is zijn zoon, Karel VI, nog maar twaalf jaar oud. Drie broers van Karel, Lodwijk van Anjou, Jan van Berry en Filips de Stoute dreigen gebruik te maken van het machtsvacuüm dat er ontstaan is.
Als lezer leef je mee met de jonge Karel en vooral ook met Tanneguy van Châtel, eigenlijk ook nog maar een kind, maar wel een vechtersbaas. Lodewijk van Anjou gaat er al gauw met het geld vandoor, zodat de jonge Karel belastingen moet gaan heffen. Maar gaat het volk dat pikken? Tanneguy heeft contact met een stel straatschoffies, die veel dingen zien en horen die niet via de officiële kanalen te vernemen zijn.
Deze Tanneguy is een historisch figuur, maar er is veel over hem niet bekend, wat de scenarioschrijver, France Richemond veel vrijheid geeft. Het perspectief van Tanneguy helpt je als lezer ook door het verhaal heen: het werkt vaak goed als je de geschiedenis bekijkt door de ogen van iemand om wie het niet draait, maar die wel alles waarneemt.
Er moet wel heel veel uitgelegd worden in dit eerste deel. Sommige dialogen zijn ook alleen maar bedoeld als informatieverstrekking, wat ze minder natuurlijk maakt. In het begin is het verhaal, door alle informatie, nogal traag. Maar later komt het aardig op gang.
Als de reeks verder op gang is, is de setting waarschijnlijk helder voor de lezer en dan kan die zich concentreren op het verhaal. Bij uitgeverij Silvester is er reeks met een vergelijkbare titel, De lemen troon, en een vergelijkbaar onderwerp. Het verhaal speelt zich ook af tijdens de Honderjarige Oorlog, maar wat later (begin vijftiende eeuw) en ook in deze reeks komen Karel VI tegen en Tanneguy van Châtel voor . Van die reeks heb ik overigens niets gelezen, maar blijkbaar is die succesvol en dat zal ook de reden zijn dat er met De glazen kroon een soort prequel van verschijnt.
Tekeningen
Deze reeks zet overigens veelbelovend in. Het tekenwerk van Tommaso Bennato is dik in orde en de inkleuring door Hugo Poupelin is fraai. De decors zijn vaak rijk aan details, zowel bij de binnen- als de buitenscènes, waardoor je makkelijk verplaatst wordt naar de veertiende eeuw. Karel VI heeft een open blik en vrij grote ogen, waardoor hij sympathiek wordt. De minder sympathieken hebben vaak wel karakterkoppen, waardoor ze boven het type uit worden geheven en echte personages worden.
Achter in dit eerste deel is er een dossiertje opgenomen over 'Het ontstaan van een verhaal'. Daarin wordt wat informatie over de geschiedenis gegeven en uitgelegd welke keuzen er gemaakt zijn in het scenario. Ook krijgen we informatie over Tanneguy. Verder zijn er schetsen in potlood van enkele personages, waarbij soms de hulplijnen nog te zien zijn, wat altijd interessant is. Sommige tekeningen zijn geïnkt en ingekleurd en op de slotpagina zien we de schetsen voor de covertekening.
Dit soort extraatjes is niet alleen leuk voor de lezer, maar ze tonen ook de zorgvuldigheid aan waarmee de uitgever de reeks lanceert. Dat schept verwachtingen voor toekomstige delen.