In 2016 zou het veertigste christelijke boekenweekgeschenk (dat we om juridische redenen 'actieboek' moeten noemen) moeten verschijnen. Dat bleek te berusten op een foutje. Niet Mirjam van der Vegt schreef het veertigste actieboek, maar Els Florijn, twee jaar later.
Florijn schreef eerder enkele kinderboeken, een paar romans om erin te komen en bereikte het grote publiek met haar derde roman, Het meisje dat verdween. Daarover schreef ik kort hier. In de roman staat een gebeurtenis uit de Tweede Wereldoorlog centraal. In de roman erna, Rode papaver worden we verplaatst naar de Eerste Wereldoorlog. Dit boek is minder goed gelukt, in mijn ogen: stilistisch niet goed genoeg (o.a. te veel clichés) en de karakters zijn te zwart-wit. De recensie op Bunt Blogt is hier te lezen.
In Zeeglas zijn er twee tijdlagen: 1944 en het heden, zeventig jaar later. Het is een structuur die Florijn ook in Rode papaver gebruikte. In het nu (de even hoofdstukken) leven we mee met Julie, een vrouw van een jaar of dertig. Haar grootmoeder, Esmee de la Porte, is zojuist overleden. Grootmoeder is 93 jaar oud geworden en Julie had geen contact meer met haar. Esmee woonde in Frankrijk. In Parijs blijkt nog een appartement dat eigendom van oma is. Decennialang is er niemand geweest. Julie, die ook geen contact meer heeft met haar zeventigjarige moeder, reist naar Parijs om te weten te komen wat er in oma's testament staat en om wat tegels te lichten, zodat ze meer zicht krijgt op het familieverleden.
In het verleden leven we mee met oma, Esmee. Die hoofdstukken staan cursief gedrukt en er staat '1944' boven. Zoveel cursiefs is wat minder fraai, maar dat is wellicht een kwestie van smaak. Het jaartal is bedenkelijker. Ten eerste klopt het niet: in de eerste helft van het boek is het in de even hoofdstukken 1943 en niet 1944. Ten tweede zou het logisch geweest zijn als er boven de andere delen dan ook een jaartal (bijvoorbeeld 2014) gestaan zou hebben.
Al gauw wordt duidelijk wat er speelt: Esmee, getrouwd met Louis, die als militair de oorlog in moest, raakt gecharmeerd van de Duitse militair Franz Walser, ook getrouwd. Ze raakt zelfs zwanger van hem, al blijkt uit de beschrijving van Florijn niet meer dan dat ze zich soms aan hem vastklemt en haar hoofd op zijn schouder legt.
Uiteindelijk heeft de affaire een lange nasleep: een breuk tussen Esmee en haar dochter en daarmee met haar kleindochter Julie. Op haar tiende, vlak voor de breuk, krijgt Julie een ring van oma, met daarin een steentje van zeeglas. Dat is het dunne lijntje waarmee ze de laatste twintig jaar verbonden zijn geweest. Het is ook lijn naar Louis, van wie Esmee de steen kreeg.
Door in het verleden te duiken en de dagboeken van oma te lezen (de cursieve gedeelten) krijgt Julie zicht op de geschiedenis. Oma is overleden, maar Julie wil opnieuw de verbinding met haar en met het verleden aangaan. Haar moeder, een geschiedkundige, lijkt juist die lijn doorgesneden te hebben.
Zeeglas is een aardig boek: Florijn weet aardig de vaart erin te houden en als lezer hou je steeds voldoende vragen om verder te willen in het verhaal. De stijl lijkt iets frisser dan in de vorige boeken en zeker minder clichématig. Hier en daar had er nog wel wat gesnoeid mogen worden. Soms had de auteur best wat minder expliciet mogen zijn. Bijvoorbeeld hier:
Als ik moed genoeg kan verzamelen om naar Parijs te gaan, om haar laatste wil te horen en haar graf te bezoeken, zal er misschien vrede komen rond mijn herinnering aan haar.Dat er moed verzameld moet worden en dat de hoofdpersoon 'vrede' zoekt, wordt wel duidelijk uit de loop van het verhaal. Dat zou er niet bij verteld moeten hoeven worden. Ik weet niet of Florijn in dit soort passages de lezer of zichzelf onderschat.
De personages zijn geloofwaardiger dan in de vorige roman. Wel heeft Florijn gemeend dat ze Julie iets bijzonders mee moet geven. In de vorige roman hadden we een personage dat zweeg, hier een vrouw die smetvrees heeft. Dat is onhandig, want Julie moet naar een appartement waar een dikke laag stof ligt. Blijkbaar valt het met de vrees voor vuil wel mee, want ze laat zich er niet door afschrikken. Dat ze onhandig een papieren zakdoekje om haar hand wikkelt, brengt het probleem niet dichterbij. Ik kon er alleen maar om glimlachen.
In een novelle moet je soms grote stappen nemen en daarom blijft de lezer wel met enkele vragen zitten. Waar woont Julie eigenlijk? Ze is als kind naar Groot-Brittannië verhuisd, maar intussen moet ze veel verder weg wonen. De vliegreis naar Parijs kost immers meer dan duizend euro/dollar/pond.
Er is ook nog gedoe over het jaar waarin opa Louis overleden is. Julie raakt erdoor in verwarring en de lezer ook. Maar misschien heb ik domweg niet nauwkeurig genoeg gelezen.
Zeeglas eindigt positief. Dat is prettig voor de lezer die gerustgesteld wil zijn na het lezen van een boek, maar het heeft ook iets zoetigs.
Het christelijke actieboek heeft een een lange geschiedenis. Twee jaar geleden schreef ik daar uitgebreid over: zie hier. Daar zaten uitgesproken missers tussen, maar ook boekjes die heel behoorlijk waren. Zeeglas behoort tot de tweede categorie. Florijn kan nog beter, vermoed ik. Daar zullen we haar de tijd voor moeten geven.
Bunt Blogt over het Boekenweekgeschenk van Griet Op de Beeck: hier.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten