woensdag 30 maart 2022

Hooiberg (Koos van Zomeren)




Nu er nog weinig echte hooibergen in Nederland te vinden zijn, kennen we de hooiberg vooral in spreekwoordelijke zin: de grote hoeveelheid, van gegevens bijvoorbeeld, waarin maar moeilijk iets kleins te klein vinden is. 

Koos van Zomeren noemde een van zijn boeken Hooiberg (2018), met als ondertitel Louter onvergetelijke bijzaken. Het boek is opgebouwd uit kleine stukjes, die los van elkaar gelezen kunnen worden, maar waarin wel sommige onderwerpen steeds terugkeren. In een van de eerste stukjes lezen we:
Als ik ik zeg, bedoel ik mijzelf, evenzeer een hooiberg die meent een man te zijn als een man die zich als hooiberg wenst voor te doen, alles bijeen een hoop teksten die, als uit het niets zijn ontstaan, kindertjes zonder verwekker, de wonderen zijn de wereld nog niet uit. 
Ik. 
Tenzij ik een ander aan het woord laat die ik zegt.
Ik weet niet of je over een hoofdpersoon kunt spreken, maar de persoon die geregeld terugkomt heet Hooiberg. Hij heeft wel trekken van de schrijver, zonder helemaal met hem samen te vallen. Hooiberg treedt overigens ook in gesprek met schrijvers uit het verleden zoals Max Frisch en Thomas Mann, zodat je hem zou kunnen zien als een soort Forrest Gump die overal opduikt. Maar misschien lijkt hij ook in dit geval erg op de schrijver. Als je leest, praat je eigenlijk ook met een ander. 

Verder is er nog Van der Kemp (Kemp) een soort pseudoniem van Hooiberg, die zich weer in verschillende gedaanten voordoet. Bijvoorbeeld als een docent die verschillende leerlingen zich op een verschillende manier herinneren. 

Verschillende stukjes bestaan uit observaties: bijvoorbeeld van hoe de jonge hond zich gedraagt. Er is een weergave van wat de verteller leest (onder het kopje 'Is genoteerd') en er zijn herinneringen aan ouders, die heel goed de ouders van de auteur zouden kunnen zijn. De vader wordt steeds gepresenteerd als de man die geen yoghurt kon zeggen; hij sprak dat woord uit als 'jokkert'.

Verder zijn er brieven, aan schrijvers, neem ik aan, gedichten, gesprekken tussen God en Jezus en herinneringen. Daar zit een beetje weemoed in, zoals ook in het boek Nog in morgens gemeten (2006), maar misschien is het mijn eigen weemoed die ik erin teruglees. 

In enkele stukjes meende ik, vreemd genoeg, de stem van Armando te herkennen, bijvoorbeeld in het volgende:
Deze vogel behoort tot een soort die al voor haar ontstaan is uitgestorven. Zo vlug gaat dat tegenwoordig. Schitterend dier trouwens. 
Vooral dat laatste zinnetje. Misschien staat Armando minder ver van Van Zomeren af dan ik altijd dacht. Een andere mogelijkheid is dat ze in mijn hoofd dichter naar elkaar toe gekropen zijn. Ook een oeuvre dat al afgesloten is, kan immers nog veranderen. 

Hooiberg is een merkwaardig boek, dat ik met heel veel plezier heb gelezen. Al die stukjes vormen in je hoofd natuurlijk ook weer een hooiberg. Tijdens het lezen probeerde ik lijn in de stukjes te ontdekken en er zijn ook wel lijnen te trekken, maar volgens mij werkt Hooiberg het best als je helemaal  niet met zo'n lijn bezig bent, maar gewoon elk stukje aandacht geeft, zonder heel erg op de omgeving te letten. Na verloop van tijd worden die stukjes dan weer een boek. 

Eerder schreef ik over andere boeken van Koos van Zomeren:

donderdag 24 maart 2022

Langzaam, zo snel als ik kan



Bijna twee weken geleden liet ik weten (zie hier) dat het even zou duren voor ik weer wat zou plaatsen op mijn weblog. Intussen is het nog steeds stil op Bunt Blogt en daarom steek ik mijn hoofd even om de hoek van de deur om te vertellen hoe het ermee is. 

De gezondheid is goed en de eerder genoemde drukte is achter de rug: column voorgelezen (maar hier niet geplaatst), lezing gehouden (maar dat is ook niet direct iets voor een blogpost) en intussen zijn er weer nieuwe drukten. Deze week loop ik bijvoorbeeld drie avonden lang te collecteren. Dat is trouwens prettig werk: je bent buiten en je hebt niets anders aan je hoofd dan het collecteren. 

Het is goed uitkijken, want op en bij huisdeuren is een keur aan bordjes en stickers aangebracht: wel huis-aan-huisbladen, maar geen ongeadresseerde post, geen verkopers aan de deur, geen geloofsovertuigers, geen collectes of die juist wel. En altijd overkomt het me dat ik op een avond toch ergens aanbel waar men van mijn aanbellen niet gediend is. Dan heb ik al gebeld voor ik het bordje heb gezien. 

Het lezen gaat intussen mondjesmaat (vanavond weer wat lezen in een niet al te dikke roman van Rinus Spruit) en het schrijven zal ook wel weer beginnen. Ik ben aantekeningen aan het maken over Hooiberg van Koos van Zomeren. 

Nu er nogal wat tijd zit tussen lezen en schrijven, kost het schrijven meer moeite, omdat niet alles meer vers in mijn geheugen zit. Maar het nakijken, bladeren, aantekeningen maken is ook wel prettig. Langzaam komt het boek bij me terug en krijg ik er grip op. Maar intussen heb ik zoveel aantekeningen dat ik dreig te verzanden in een bloedeloze analyse die het boek helemaal geen recht doet. 

Deze week wordt het nog niks en de komende drie weken heb ik ook nog de zaterdagen volgepland. Maar tussendoor kan ik wel wat doen en ik verwacht volgende week het stukje over Hooiberg te plaatsen. En daarna kunnen we wel weer door. 

Erg snel gaat het niet, maar soms is langzaam snel genoeg. Een mooie titel van Toon Tellegen is Langzaam, zo snel als ze konden. Daar moet ik nu en dan aan denken. Ik koester mijn tempo maar, al ligt het niet hoog. 

zondag 6 maart 2022

Vertraging

De laatste maand is er weinig gekomen van schrijven op mijn weblog. Eerst tobde ik met een jichtaanval die zelfs niet reageerde op twee kuren met prednison, daarna was het druk op mijn werk en toen het eindelijk vakantie was, werkte ik aan een lezing over Superduif van Esther Gerritsen. Daar kun je trouwens nog naar toe. Meer informatie vind je hier

Intussen heb ik wel het een en ander gelezen, hoewel wat minder dan gebruikelijk. Maar van schrijven is het nog niet gekomen. Binnenkort kun je bijdragen verwachten over Hooiberg (2018) van Koos van Zomeren,  Antoinette (2019) van Robbert Welagen, het tweede deel van De slang en de speer en twee delen van de integrale heruitgave van Jonathan Cartland. Op dit moment lees ik De verlossing van Jacob Smallegange van Rinus Spruit. 

Op de stapel liggen nog romans van Jan van Mersbergen, Philip Huff en Robert Vuijsje en er ligt altijd nog behoorlijk wat oudere romans van bijvoorbeeld Simon Vestdijk, Herman de Man en Een Groninger pastorie in de storm van J.A. Ader - Apels (de moeder van Bas Jan Ader). 

De komende twee weken blijft het nog druk, maar daarna hoop ik wat meer geregeld hier wat te publiceren. Hopelijk kun je nog even geduld opbrengen.