donderdag 26 januari 2023

Kind aan huis 1: Terug bij af. (Barreveld/Van der Meulen



In een gagstrip heb je meestal elementen, die steeds weer terugkomen. In het legendarische Vader en zoon van Peter van Straaten ging het steeds over het spanningsveld tussen een rechtse, wat oudere vader en een linkse zoon, die uiteraard tot de jonge garde behoorde. En bij Guust (onovertroffen, wat mij betreft) was vaak het kantoor de setting, met steeds weer dezelfde personen. En buiten het kantoor was agent Vondelaar vaak van de partij. 

Van de strip Kind aan huis is de setting duidelijk: op het eerste plaatje van het eerste verhaaltje in het eerste deel ziet een echtpaar, Herman en Geke, een vliegtuig vertrekken. De kinderen zijn het huis uit en de ouders hebben voorlopig het rijk alleen. Ze gaan hun oude dag samen doorbrengen. 

Daar blijkt weinig van te komen, want zoon Eddie staat al gauw op de stoep. Dat zien we al op de cover, waar de verbijstering van de ouders goed te zien is. Vader Herman laat zelfs zijn glaasje wijn vallen. De relatie van Eddie is uit en hij wil weer bij zijn ouders gaan wonen, die daar eigenlijk niet op zitten te wachten. Maar het is je kind, dus bent ook welwillend. 

Misverstanden en tegenvallers

De situatie biedt veel mogelijkheden voor misverstanden en tegenvallers en die werken vaak grappig. Na verloop van tijd moet er soms een nieuw element ingebracht worden (Eddies ex komt zijn hond brengen, bijvoorbeeld) en daarmee kun je dan ook weer even vooruit. 

Volwassen zijn en toch bij je ouders wonen geeft ook onduidelijkheden over de rol die je hebt. Als je het meisje bij de bakker wilt versieren, komt het slecht uit als iemand je vraagt of je nog steeds bij papa en mama woont. Ook dat zorgt voor grappige toestanden. 

De stripjes zijn aanvankelijk gepubliceerd in Max Magazine en die doelgroep zit in de leeftijdscategorie van de ouders. Die lezers zullen dus veel herkennen, maar anderen kunnen er natuurlijk net zo goed van genieten. In Nederland hebben vroeger veel mensen genoten van Billie Turf, zonder dat ze ooit op kostschool hebben gezeten.

Goedmoedig 

Kind aan huis is een goedmoedige strip, waarin de toon altijd vriendelijk is. Ook als er onenigheid is, weet je dat het uiteindelijk allemaal goedkomt en dat er in alle personages wel wat goeds zit. Dat maakt het misschien tot een ongevaarlijke strip, maar dat lijkt me niet zo erg. In elke gag zit er wel een verrassinkje, een wending die je niet of maar een beetje aan ziet komen, zodat je het hele album met een glimlach kunt lezen. 

Vaak zijn de acties van de personen goed bedoeld, maar pakken ze verkeerd uit en van tijd tot zitten vader en moeder niet op één lijn of juist wel, maar dan zorgen omstandigheden ervoor dat een van de twee ineens een ander standpunt inneemt. Allemaal heel menselijk en dat maakt het herkenbaar. Ook als we niet van de leeftijd van Herman en Geke zijn, hebben we ons standpunt wel eens veranderd, zijn we niet helemaal eerlijk geweest, deden we iets omdat dat voordeel voor onszelf had en moesten we toch iets anders doen dan we gepland hadden. 

De scenarist, Jan Dirk Barreveld, heeft elke keer weer een leuke situatie bedacht en ik heb het idee dat hij daar nog wel even mee kan doorgaan. Mogelijk ken je hem van de strip Eugène. De tekenaar, Robby van der Meulen zou je kunnen kennen van enkele afleveringen van de reeks Amor Fati.

Tekeningen

De tekeningen zijn dienstbaar aan de grap en zo hoort het ook, denk ik. Omdat je vooral de grap leest, heb je misschien weinig aandacht voor de afzonderlijke tekeningen, maar die zitten best goed in elkaar. Ze zorgen er ook voor dat ik Herman, Geke en Eddie geloof: ze zouden om de hoek kunnen wonen. Nooit doen ze gekunsteld aan. 

Af en toe is er een knipoog naar deze tijd (Marktplaats, elektrische fietsen, eetgewoonten (Herman wil stamppot, maar Eddie maakt couscous), de afschaffing van Zwarte Piet, Heel Holland Bakt, maar het meeste is algemeen menselijk en niet zo tijdgebonden. Dat betekent waarschijnlijk dat de strip over een tijdje ook nog goed te lezen.  

Terug bij af wordt nadrukkelijk gepresenteerd als deel 1. Er zullen dus nog meer delen volgen. Kind aan huis is geen spectaculaire strip en er is weinig vernieuwends aan, maar dat is geen bezwaar. Het album is op zijn minst onderhoudend en van tijd tot tijd behoorlijk grappig. Niemand hoeft zich te vervelen. De grappen zitten goed in elkaar en de tekeningen werken. Wie Kind aan huis niet kent, zou de strip op zijn minst een kans moeten geven. 
 
Serie: Kind aan huis
Deel 1: Terug bij af
Tekst: Jan Dirk Barreveld
Tekeningen: Robby van der Meulen
Uitgeverij: Personalia
Leens 2022, 48 blz. 9,95 euro; softcover



woensdag 25 januari 2023

Tekenen van het universum (Emy Koopman)



De ondertitel van Tekenen van het universum, van Emy Koopman, is Verslag van een obsessie. Op de titelpagina staat niet dat het een roman is; het is blijkbaar bedoeld als een autobiografisch geschrift. Gek genoeg 'vergat' ik dat tijdens het lezen en dan leest het boek toch als een roman. Maar misschien maakt dat niet uit. 

Zeven jaar geleden las ik Koopmans debuut, Orewoet, dat me niet helemaal overtuigde, al vond ik het geen slecht boek. Zolang er 'verhaal' in zat, liep het wel. 

De hoofdersoon in Tekenen van het universum is Emy (wat bij een autobiografisch boek niet zo vreemd is). Emy maakt een programma over Canada, maar de hele ploeg strandt, door de weersomstandigheden. Ze zijn gedwongen te overnachten in een hotel en zij komt met de fixer, A, in dezelfde kamer terecht. Eigenlijk gebeurt er niets, maar er is wel een zekere spanning tussen hen, alsof zich iets aan het ontwikkelen is. 

Deur op een kier

Ze zijn slechts vijf dagen en een enkele nacht samen, maar dat blijkt genoeg om een vuur aan te steken. Emy moet steeds aan A denken en ze houdt contact met hem, al weet ze dat ze hoogstwaarschijnlijk niets met hem zal beginnen. Ze heeft immers een relatie, met Johannes, en A ook, met Charlotte. Maar zoals in een gedicht van Tjitske Jansen iemand denkt dat het fijn is om te denken dat het zou kunnen als het kon, gooit Emy de deur niet helemaal dicht. Ze zegt over haar relatie met Johannes: 'Geen open relatie, maar een relatie met de deur op een kiertje, waardoor een ander naar binnen zou kunnen komen wandelen.' Maar dan wel in overleg en in alle openheid. Ze houdt Johannes dus op de hoogte van wat er zich in haar afspeelt. 

A vertelt aanvankelijk niets tegen Charlotte, tenminste niets van wat er werkelijk speelt en dat maakt de situatie niet gemakkelijk, zeker niet als de vier elkaar later ontmoeten. Emy en Johannes gaan namelijk nog een keer drie maanden naar Canada. Ze eten samen, drinken samen, dansen samen met het andere koppel. Als lezer vraag je je af waarop dat zal uitlopen. A heeft al aangegeven dat hij zijn relatie eraan zou geven als Emy om de hoek zou wonen, maar zij en wij weten niet wat zo'n uitspraak waard is. 

Verhaal

Wat tussen Emy en A speelt, is eigenlijk een verhaal. Maar ook elk van hun levens is een verhaal en het is de vraag in hoeverre A een rol wil spelen in het gezamenlijke verhaal. Als lezer wil je in ieder geval weten hoe zich dat zal ontwikkelen en dat houdt het boek spannend. Elk stapje, elk berichtje, bouwt verder aan dat verhaal, dat wellicht op niets zal uitlopen. 

Op dat verhaalniveau, het niveau van de gebeurtenissen, waarbij ook het uitwisselen van berichtjes gebeurtenissen zijn, is Tekenen van het universum een boeiend en misschien zelfs wel een spannend boek. Maar niet alleen de gebeurtenissen maken het tot een intrigerend boek. 

Scherpe observaties

In de eerste plaats observeert Emy heel scherp wat de gebeurtenissen met haar doen. Natuurlijk doen altijd de details ertoe: hoe lang het duurt voor iemand antwoordt, of dat iemand zo lang niet antwoordt. Of er wel of geen uitroepteken achter een zin staat. Welke woorden gekozen zijn. Ze weegt de woorden, gaat na welke betekenissen meespelen en heeft daardoor vaak goed in de gaten wat er in anderen, in A vooral, leeft. Die scherpe observaties of analyses heb ik met plezier gelezen. 

Daarbij kijkt ze ook scherp naar zichzelf, zonder daarbij te versimpelen of te voor de hand liggend zichzelf en haar gedrag te duiden. Over het missen van A schrijft ze:

Ik mis hem - ineens weet ik niet meer over wie het gaat. Ik mis. Ik mis al zo lang. 

Het gaat ineens niet meer A of zijn afwezigheid, maar over een fundamenteel gemis. Zo leidt het scherpe observeren van zichzelf tot inzichten. 

Ze is, net als iedereen, een vat vol tegenstrijdigheden en die laat ze gelukkig allemaal bestaan. Een scherpe geest, een nauwkeurige pen, een uitgekiende opbouw, al is die dan ook door het leven ingegeven - ze maken Tekenen van het universum tot een voor mij prettig boek, dat me uitdaagt om niet alleen mee te leven, maar ook mee te denken. 

Tussendoor schrijft Koopman over wat ze leest of gelezen heeft (Bataille, Levinas, Hempel en meer) en ook over haar verleden: haar vroegere liefdes of verliefdheden, het feit dat ze leed aan baarmoederhalskanker, haar anorexia, het zich snijden. Elke keer weer met die scherpe blik. Over het snijden bijvoorbeeld: 'De pijn van buiten is zowel een afleiding als een passende straf.'

Universum

De titel wijst naar het universum en dat soort verwijzingen komt heel vaak terug. Enkele citaten: 'Tekenen, denk ik. Het universum schreeuwt zijn naam.' 'Hoe doet het universum vandaag tegen jou?' '[E]n wanneer gaat het universum zich weer tegen me keren?' Hier lijkt het universum de functie te hebben van een god die de regie heeft en het leven op aarde bepaald. Soms wordt er ook verwezen naar 'de goden' of 'hogere machten'. 

Zoals mensen wel zeggen dat iets zo heeft moeten zijn, lijkt er een verborgen plan te zijn, al weet Emy ook wel dat ze zichzelf dat maar wijsmaakt: 

Wat wil het universum? Het universum is, waarschijnlijk, onverschillig; wij mensen lezen de theebladeren, de dromen, de sterren, de ingewanden. Als je ze zoekt, de tekenen, kun je ze vinden, zeker als je een jarenlange training in het analyseren van teksten hebt gehad, elk terugkerend beeld een potentiële sleutel naar de betekenis, een betekenis, van het geheel. 

Blijkbaar geeft het idee van een hoger plan houvast: je volgt de weg die al voor je uitgestippeld is. Relativeert dat de eigen verantwoordelijkheid? Kun je ondersteuning voor je handelingen vinden? Wordt je dagelijkse leven zo boven het tijdelijke en het plaatselijke uit getild? Komt het voort uit het verlangen naar iets eeuwigs of iets absoluuts? Dat een boek dit soort vragen oproept, vind ik prettig. 

De kleine zeemeermin

Ik schreef al dat het boek uitgekiend in elkaar zit en dat komt niet alleen door de dosering van de gebeurtenissen maar ook door de manier waarop Koopman die in verband brengt met dingen buiten die obsessie: met De kleine zeemeermin bijvoorbeeld, waar Walt Disney een vrij zoet verhaal van gemaakt heeft. Koopman: 'Het is een vreselijk verhaal, het is een schitterend verhaal, het is een verwarrend verhaal.'

Maar misschien zit er in veel vrouwen wel zo'n kleine zeemeermin, zo'n gevende vrouw. Misschien worden ze met het idee van opoffering vol gegoten en kun je je maar moeilijk aan zo'n rol onttrekken. Door zichzelf te peilen, overdenkt Koopman niet alleen zichzelf, maar ook wat het is om vrouw te zijn, hier, nu, in wat voor maatschappij we leven. 

Er is nog veel meer te zeggen over Tekenen van het universum, maar je moet het gewoon zelf gaan lezen en ervan genieten. Hoe langer je erover nadenkt, hoe beter het wordt. Het is een boek dat ik een groot publiek gun, niet alleen voor het boek, ook voor het publiek. 

dinsdag 24 januari 2023

Op de weg terug

Jan Mankes: Woudsterweg bij Oranjewoud


Na een paar weken ben ik je weer een update verschuldigd. Zo voel ik dat tenminste. Omdat het verhaal anders niet af is, denk ik. Niet dat het verhaal ooit echt af is, zolang het leven doorgaat, maar soms heb je een hoofdstuk wel uit. 

Het gaat beter dan het ging, schreef ik in de vorige bijdrage over hoe bij mij de dingen nu lopen. Dat is gelukkig nog steeds het geval. Niet dat het een rechte stijgende lijn is: er zit nog wel eens een dalletje in. Maar over het geheel heb ik behoorlijk wat meer energie dan in november en december en ik heb ook meer lol in de dagelijkse dingen. 

In de tweede helft van de kerstvakantie lukte het lezen van boeken weer en dat is een groot geschenk. Ik ben, zoals je waarschijnlijk gemerkt hebt, ook weer begonnen met recenseren. Daarbij heb ik niet al te hoge eisen aan de stukken gesteld. Hopelijk kom ik ermee weg. Eerst maar even wat achterstand wegwerken. 

Nog niet goed

Wat gaat nog niet goed? Schaken blijft beroerd, wat eigenlijk wil zeggen dat mijn concentratie nog gebrekkig is. Ik speel te snel en kan me blijkbaar niet helemaal in een stelling werken. Soms ontsnap ik met een remise in een slechte stelling of kom ik na een slechte opening nog in een redelijk middenspel terecht, maar het komt ook voor dat ik vanaf de opening snel van het bord gemept word. Dat is dan maar zo. Het is niet leuk, maar ik kan me er wel bij neerleggen. Wel geeft het aan dat mijn hoofd nog niet op het oude niveau is. 

Dingen op een rijtje houden is ook lastig. De agenda in mijn hoofd heb ik niet altijd helder. Dat betekent dat ik  af en toe lijstjes moet maken. Op zich werkt dat wel, maar de angst dat je dingen over het hoofd ziet, dingen vergeet, vliegt me soms aan. Maar meestal zakt dat wel weer. 

In nieuwe situaties, waarbij ik niet goed weet wat de regels of de afspraken zijn, is de kans groter dat de spanning oploopt. Aangezien ik pas dit jaar in deze omgeving werk, komt dat wel eens voor. Vaak zijn er collega's die me uitleg kunnen geven, zodat ik het idee heb dat ik er weer een beetje grip op heb. Ik wil het ook niet dramatischer maken dan het is. Waarschijnlijk ben ik me op sommige punten overbewust van mezelf. 

Langere termijn

Eigenlijk loopt het wel en ik heb idee dat ik op de manier waarop het nu gaat, het schooljaar goed kan doorlopen. Ik zit er in ieder geval niet over in. Hoe het op de langere termijn moet en wat ik in de toekomst wil, weet ik nog niet. Ook daar pieker ik niet over: dat komt wel. Wat dat betreft, voel ik geen druk.

In een gesprek met de teamleider (geprezen zij haar naam) heb ik voorgesteld om de omvang van mijn betrekking aan te passen aan het aantal uren dat ik nu draai. Dat gaat binnenkort gebeuren en daar voel ik me goed bij. Dan hoef ik me ook geen klaploper te voelen die voor meer betaald wordt dan hij werkt. Die gedachte kan ik gemakkelijk wegredeneren, maar die neuriet soms toch in mijn achterhoofd. 

Terugkijkend zie ik wel dat de maanden november en december geen pretje zijn geweest. Dat mijn energie weglekte en dat ik daardoor het gevoel had dat ik weinig aankon, was onaangenaam. Maar dat is niet het hele verhaal. Ik heb er ook met een zekere nieuwsgierigheid naar gekeken en het liet me ook nadenken over hoe zaken gaan, wat ik ervan vind, wat belangrijk is voor me. Ik zal niet zeggen dat ik dat niet zou hebben willen missen, maar het heeft me ook wel wat gebracht. De ervaring hoezeer spanning zich lichamelijk kan uiten, heeft mij bijvoorbeeld verbaasd. Dat was veel sterker dan ik tevoren had kunnen bedenken. 

Museumbezoek

De afgelopen twee weekends waren we op museumtocht. Eerst naar Arnhem, waar we na de verbouwing nog niet waren geweest. Veel mooi werk, maar de expositie over duurzaamheid was wel erg boodschapperig. Ik denk dat ik meer genoten heb van de oude bekenden, bijvoorbeeld het werk van Jan Mankes. Voor De vaandeldrager van Rembrandt hadden we niet gereserveerd. Die zien we later wel een keer. 

Vorig weekend waren we voor het eerst sinds lange tijd in het Kröller-Müller Museum, vooral omdat ik nieuwsgierig was naar het werk van de kubist Fernand Léger. Ach, wat was dat een heerlijke expositie. Er was bijvoorbeeld een serie schilderijen over rokende schoorstenen op de daken in Parijs, in het begin nog vrij figuratief, maar gaandeweg abstracter. Allemaal erg mooi, net als het werk van zijn tijdgenoten: Picasso, Braque, Gris. 

Naar die schilderijen kijken en erin verzinken, wat een geluk is dat! Daar kun je een tijdje op teren, zeker als je dan ook nog (koud, koud) door de mooie omgeving van het museum hebt gefietst. Natuurlijk nog even naar Van Gogh kijken. Ik moet die brieven van hem toch een keer integraal gaan lezen. Daar is overigens ook een mooie podcast over. Zoek maar op. 

En er hingen nog drie werken van Anselm Kiefer. Een beetje bombastisch, maar dat hoort ook wel bij Kiefer. Ik zag zijn werk verschillende keren, onder andere in het Stedelijk in Amsterdam. Ik moet er soms om glimlachen, maar het raakt me ook. 

Investering, opbrengst

En zo ben ik toch weer begonnen over andere dingen dan ik van plan was, maar dat is waarschijnlijk een goed teken: mijn hoofd wil weer van alles. Pas hoorde ik een collega praten over 'de opbrengst van een les' en dat lijkt me kenmerkend voor ons denken: we denken over veel zaken in termen van de economie. Je hoort ook dat mensen investeren in hun relatie. Wat zou daarvan het rendement zijn? Daar zit wel een column in, vermoed ik. 

Waarschijnlijk heb ik het niet meer binnenkort over hoe het met me gaat. Ik ben op de weg terug en volgens mij ben ik al best wel een eind. Over dat tweede gesprek met de POH (volgende week) zal ik het dus niet hebben, bijvoorbeeld. Ga er maar van uit dat geen nieuws in dit geval goed nieuws is. 


Eerdere bijdragen over dit onderwerp

woensdag 18 januari 2023

Kiss the sky. Jimi Hendrix 1942-1970 (J.M. Dupont / Mezzo)


Als ik terugkijk, verwonder ik me soms over de tijd die ik heb meegemaakt. Ik voel me bevoorrecht dat ik leefde in een tijd waarin je naar de winkel kon lopen om het nieuwste boek van Mulisch, Reve of Hermans te halen, een tijd waarin Queen en Abba nieuwe groepen waren en waarin ook Elvis Presley nog nummers op de markt bracht. 

Voor Jimi Hendrix ben ik dan eigenlijk weer net te jong. Hij overleed in 1970, toen ik elf jaar oud was. Ik had toen nog nauwelijks popmuziek gehoord. Bij mijn vriendje thuis stond Radio Veronica geregeld aan en zijn zus zong 'Chirpy chirpy cheep cheep' (van Middle of the road) mee en dat vond ik heel erg knap, al bedenk ik achteraf dat ze waarschijnlijk alleen het refrein meezong. Maar ik had nog bijna nooit iets in het Engels gehoord en vond het allemaal even wonderlijk. 

Toen was het al 1971 en Jimi Hendrix stierf het jaar ervoor, op de leeftijd van zevenentwintig jaar. Ja, hij behoort ook tot de club. 

Later ontdekte ik zijn muziek natuurlijk wel, waarvoor ik overigens niet meteen gewonnen was, al vond ik wat hij deed wel knap. Maar het waren niet altijd liedjes die lekker in je gehoor lagen, die je vertelden dat er niks aan de hand was en dat alles in de wereld klopte. 

Kiss the sky

Hendrix is een intrigerende zanger en dat zullen mensen die zijn muziek niet kunnen waarderen ook wel toegeven. Ik was dus wel nieuwsgierig toen Kiss the sky binnenkwam. Dat is het verstripte leven Jimi Hendrix, door Mezzo, met een scenario van Jean-Michel Dupont. Dat duo heeft mij al eerder plezier bezorgd met de stripbiografie van Robert Johnson, die ook al niet ouder werd dan 27 jaar. 

'Als ik jouw kind was, lieve schat, dan werd ik liever niet geboren,' zong Boudewijn de Groot ooit en zo begint ook Kiss the sky: 'Als de navel van vrouwen een venster was waardoor hun ongeboren kroost kon zien wat het leven voor hen in petto had, zouden sommigen er zeker voor kiezen hun beurt over te slaan.' De suggestie is dat Jimi Hendrix niet in ideale omstandigheden geboren werd. 

Zijn ouders, Al en Lucille hebben een stormachtige relatie, met ruzie, ontrouw en goedmaakseks ('Oooh, Al!). Gelukkig zijn er ook nog grootouders en oma Nora Hendrix vertelt haar kleinzoon verhalen over onzichtbare werelden. Ze stamt af van Cherokee-prinses, dus ze heeft een hele spirituele wereld meegekregen. 

Het zijn lichtpuntjes, maar een groot deel van zijn leven heeft Jimi/Jimmy (die als kind ook wel Buster werd genoemd) de wind tegen gehad. De muziek komt op zijn pad, maar dat pad blijft hobbelig: geldgebrek, waardoor hij soms zelfs geen instrument heeft, en steeds weer conflicten. Het moet ook lastig geweest zijn om met hem samen te werken. Steeds weer te laat komen, waardoor verschillende keren de band zonder hem moet vertrekken. Nu we weten hoe hij zich ontwikkeld heeft, is dat allemaal misschien enigszins vergeeflijk, maar in die tijd had hij wel zijn talent, maar hij had zich nog maar half kunnen bewijzen. Aan het eind van dit deel moeten de grote successen nog komen. Dat zullen we straks kunnen lezen in deel 2.

Verteller

Dan zullen we waarschijnlijk ook weten wie ons dit verhaal vertelt. Het is is een ik-figuur die in het vage blijft. Soms komt hij even om de hoek kijken. Dat vertelt hij dat hij voor het eerst zijn heupen bewoog op een nummer van Chubby Checker, Denver wordt een keer genoemd en een vader die goed verdient. Het zijn maar snippers en aan het eind van dit deel is nog steeds niet duidelijk wie er aan het woord is. Dat is niet zo bevredigend: onnodige geheimzinnigdoenerij, denk ik. 

Dat was bij Love in vain ook al zo, maar daar heeft het een functie: over Robert Johnson ging het verhaal dat hij zijn ziel aan de duivel had verkocht en aan het eind blijkt de duivel de verteller van het verhaal te zijn. Als we moeten wachten tot het eind van deel 2, voordat we meer weten over deze verteller, wordt dat wel een erg grote spanningsboog. 

Het verhaal over Jimi Hendrix is interessant omdat het duidelijk maakt in welke context hij leeft en hoe zijn plaats in de toenmalige muziekwereld is. Aanvankelijk is hij alleen maar een goede gitarist, maar de vriendin van Keith Richards vraagt hem waarom hij niet ook gaat zingen. Als gitarist is hij dan al heel bijzonder. Niet alleen de gitaar, maar ook de versterker is zijn instrument. De geluiden die hij eruit haalt, kunnen zeker niet iedereen bekoren, maar wel wordt duidelijk dat Hendrix zo'n beetje alles met een gitaar kan. 

Veel namen

Veel namen, het hele boek door en soms duizelt het me als ik die allemaal lees. Er staat ook veel muziek afgebeeld: soms zien we de popmusici en soms alleen maar de hoezen van hun platen. Je doet wel leuke weetjes op: het nummer Hey Joe hoort voor mijn gevoel bij Jimi Hendrix, maar het blijkt al ouder te zijn en in het verhaal leert Hendrix het kennen. Dat zijn leuke dingen, maar door al die namen is het wel lastig om overzicht te houden en de verhaallijn is ook niet zo dwingend. 

Je hebt het idee dat het allemaal nog op gang moet komen, wat ook wel klopt, want de grote successen van Hendrix staan nog niet in dit deel. Maar een heel deel door op gang moeten komen, is wel lang. Het betekent dat je Kiss the sky niet moet lezen om het goede verhaal, maar omdat je meer wilt weten over Jimi Hendrix en het muziekleven uit zijn tijd. Het is meer een interessant boek dan een spannend verhaal. 

De tekeningen van Mezzo zijn overigens mooi: ruim in het zwart, waardoor sommige afbeeldingen iets houtsnedeachtigs krijgen. En Dupont heeft interessante dingetjes in het scenario gevlochten, maar iets meer helderheid, iets meer vaart, was me welkom geweest. Maar ik snap dat dat ten koste gegaan zou zijn van de hoeveelheid informatie. Het blijft afwegen tussen een goede strip en een goede biografie. 

Voor liefhebbers van oude popmuziek in het algemeen en die van Jimi Hendrix in het bijzonder biedt Kiss the sky heel wat. Als je een goed verhaal wilt, valt het misschien licht tegen, maar de kwaliteit van de tekeningen maakt wel heel veel goed. 

Nawerk

De opzet van het boek is overigens zorgvuldig: na het stripgedeelte krijgen we een opsomming van alle muziek in het boek, keurig met jaartal en auteur/artiest. Verder een bronnenlijst met veel boeken, drie films en twee websites. Ten slotte studies en schetsen, met toelichting van Mezzo. Twee bladzijden maar liefst met kleine portretten van Jimi Hendrix, waaraan je kunt zien hoe hij uiterlijk verandert. En verder nog enkele pagina's in schets en enkele losse tekeningen. Mooi werk en interessante toelichting. 

Misschien moeten we het definitieve oordeel uitstellen tot na het lezen van het tweede deel. Daar ben ik wel nieuwsgierig naar geworden. 

Titel: Kiss the sky. Jimi Hendrix 1942 - 1970.
Scenario: Jean-Michel Dupont
Tekeningen: Mezzo
Vertaling: Arend Jan van Oudheusden, Peter de Raaf
Uitgever: Sherpa
Haarlem 2022, 96 blz. 34,95 euro, (hardcover/vierkant formaat)

dinsdag 17 januari 2023

Vaders die rouwen (Carmien Michels)


Het korte verhaal (of het kortverhaal, zoals de Vlamingen zeggen) heeft het al een tijd niet zo gemakkelijk. We hebben uitstekende auteurs op dit gebied, maar het lijkt wel of we romans pas tot de echte literatuur rekenen. Dat is jammer en ook wel een beetje raar. 

Ook daarom is het mooi dat de verhalenbundel Vaders die rouwen van Carmien Michels triomfen viert. De schrijfster won de BNG Bank Literatuurprijs en het boek belandde op verschillende shortlists. 

Mijn vader is

In elk van de zes verhalen speelt vaderschap een rol. Het eerste, 'Mijn vader is', is geschreven vanuit de dochter. Ze heeft een vader die veel zwijgt en tot wie ze lastig doordringt. Daarnaast moet ze dealen met een zus die een boek geschreven heeft. Verder heeft ze herinneringen aan een abortus en vader heeft ook nog Congo in zijn geschiedenis. 

Het mooie van het verhaal is dat er dingen aangeraakt worden zonder dat ze helemaal uitgelegd worden. Als lezer blijf je met vragen zitten, maar daardoor kom je misschien wel dichter bij de vertelsters, Cis, die de antwoorden ook niet kant en klaar aangereikt krijgt. 

Cis doet haar best, heel erg, en heeft dan nog het idee dat ze tekortschiet, ook tegenover haar zus: 'Soms vraag ik me af (...) of ik het wel waard ben haar oudere zus te zijn.' De zwijgende vader maakt het haar niet gemakkelijk, maar blijkbaar is hij zo of is hij door het leven zo geworden. 

Het slot van het verhaal is hoopvol: 

Mijn vader is overal. Mijn vader is in Congo en hier bij mij. Mijn vader is hier. Mijn vader is hier. 

Al na het lezen van het eerste verhaal weet je dat er een schrijfster aan het woord is die veel kan en die de lezer aan het werk durft te zetten. In de volgende verhalen blijft ze even nauwkeurig in formulering en even kundig in het oproepen van een werkelijkheid, al hebben de verhalen steeds een andere setting. 

Kippenhok

'Het kippenhok van de buurvrouw' doet me erg aan het werk van Arnon Grunberg denken. De vader in dit verhaal zit onder de plak van zijn dochter wat tot absurde situaties leidt. Maar het absurde wordt met een zekere vanzelfsprekendheid gepresenteerd en daar komt voor mij Grunberg om de hoek. Mogelijk ligt er onder dit verhaal de overtuiging dat in wezen het leven absurd is en dat je dus niet hoeft op te kijken van de vreemde afslagen die je op je levenspad moet nemen. 

Een van de spannendste verhalen is 'Onze honden uitlaten' over een vrouw die te maken krijgt met een stalker, die steeds meer beslag legt op haar leven. In het verhaal zie je  het langzaam van kwaad tot erger gaan en wat dat doet met de hoofdpersoon. Hoewel ze slachtoffer is, vraagt  de vrouw zich af of ze zelf schuldig is. Ze heeft de stalker ooit aangesproken. Heeft ze het daarmee erger gemaakt?

Paarden

Het laatste verhaal, 'Paarden eten onze dromen op' is het meest wonderlijke. Uit de titel blijkt al dat paarden er een belangrijke rol in spelen. Op de omslag van de bundel staat, als ik het goed zie, de afbeelding van een foetus van een paard en ook in andere verhalen spelen paarden een rol, zij het dat die bescheiden is. In 'Hannibal' botst een auto bijna op een paardentrailer en in 'De geur van verdrietige mannen' worden terloops 'Galopperende paarden in een weide' genoemd. Ze zijn eigenlijk niet zo belangrijk, maar door het laatste verhaal blijven ze me wel bij. 

In het slotverhaal ziet meneer Huh paarden: ze nemen bezit van zijn dromen. Hij maakt zich zorgen om zijn vroeggeboren kind en hij doet wonderlijke dingen (hij scheert bijvoorbeeld zijn haar af) die je pas later snapt. 

Er zitten veel intrigerende passages in het verhaal, maar ik heb een zeker wantrouwen tegen verhalen en romans waarvan dromen een groot deel uitmaken. Je kunt als schrijver je personage alles laten dromen wat jou goed uitkomt, waardoor ik de dromen soms als een zwaktebod zie, zeker als ze duidelijk symbolisch zijn of een boodschap bevatten. Zo simpel is het bij Michels niet, maar het verhaal overtuigt me niet helemaal. 

Rouwende vaders

In alle verhalen komen vaders voor en de titel geeft ook nog eens duidelijk aan dat het boek over rouwende vaders gaat. Mogelijk zijn de verhalen doelbewust rond dit thema geschreven, wat een zekere gedwongenheid zou kunnen opleveren. Daar heb ik tijdens het lezen geen last van gehad, waarschijnlijk ook doordat er behoorlijke diversiteit in de verhalen is. Daardoor ontstaat er veelkleurig beeld, niet alleen van vaderschap, maar ook van rouw. 

Vaders die rouwen heeft me veel leesplezier verschaft, mogelijk ook doordat ik het las na een tijd waarin ik gedwongen helemaal geen literatuur las. Nu ik het gelezen heb, realiseer ik me hoe weinig verhalenbundels ik lees. Niet over alles wat ik lees schrijf ik daadwerkelijk en daarom heb ik je een leesverslag onthouden van een bundel van Justus van Maurik (1846 - 1904) dat ik vorig jaar voorlas aan mijn moeder en onlangs haalde ik Waarheid en Droomen van Jonathan (= J.P. Hasebroek, 1812 - 1896) uit de kast. Dat zou ik toch ook eens moeten lezen. Maar Nederzettingen van Sanneke van Hassel las ik weer niet. Ik heb er geen verklaring voor, ik signaleer het alleen maar. 

Omdat er aan Vaders die rouwen een grote prijs is toegekend, is de bundel ook genomineerd voor De Inktaap. Dat betekent dat veel jongeren deze verhalen (zijn) gaan lezen. Dat is een goede zaak. Het zou me bovendien niet verbazen als juist dit boek veel stemmen krijgt. We wachten het af. 

maandag 16 januari 2023

Kapitein Rob, deel 7, 8 en 9 (Pieter Kuhn / Evert Werkman)

Kapitein Rob is een legendarische stripheld. Zijn avonturen verschenen als strokenstrips vanaf 1945 in Het Parool en dag ging decennialang door, waaruit blijkt dat veel lezers de strip konden waarderen. Bij uitgeverij Personalia worden de 73 delen integraal heruitgegeven, met als extraatje deel 74, een nieuw avontuur geschreven door Frank von Hebel en getekend door Fred de Heij. Hier heb ik daarover geschreven. Over het verhaal was ik niet zo enthousiast en stilistisch is de tekst zwak. 

Dat ik de oorspronkelijke strips van Kapitein Rob niet kende, kan meegespeeld hebben bij mijn oordeel. Maar gelukkig stuurde de uitgever mij drie deeltjes van de oude verhalen, zodat ik ook daarover een oordeel kon vormen. Dat zijn de delen 7, 8 en 9: De vallei der vergeten wereld, De terugkeer van Peer den Schuymer en Het geheim van de tunnel. Dat heeft mijn oordeel over deel 74 overigens alleen maar versterkt. 

Tekeningen

De verhalen zijn getekend door Pieter Kuhn en ik was meteen verkocht toen ik de tekeningen zag. Technisch goed en met veel aandacht en liefde voor het onderwerp getekend. Oude zeilschepen bijvoorbeeld tekent Kuhn tot in detail en op maar weinig afbeeldingen is wat aan te merken. 


Juist een van de minder geslaagde tekeningen is op de achterkant van deel 9 geplaatst. Een van de vrouwelijke personages geeft iemand een trap. Haar been komt daardoor naar voren, maar het perspectief klopt van geen kant. Het lijkt wel of ze een ongelukkig beentje heeft, dat veel te kort is voor haar lengte. Zo kun je iemand niet serieus  trappen. Het is een van de weinige uitglijders van Kuhn. Helemaal onder aan deze bijdrage heb ik nog een ander voorbeeld opgenomen. 

Meestal zien mensen er vrij natuurlijk uit, al is er een beperkt assortiment aan gezichtsuitdrukkingen. Over het algemeen is dat niet erg, omdat je toch de uitgebreide tekst hebt en je wel weet wat je van een gezicht zou moeten aflezen. De tekeningen zijn altijd evenwichtig van opbouw. De vlakverdeling had Kuhn goed in de vingers. 

De manier van tekenen laat zien dat de strip al wat jaren oud is, zonder dat die gedateerd is. Je ziet dat het afbeeldingen zijn van een tijdje terug, vooral ook door de setting, de kleren, de kapsels, maar de tekeningen blijven fris en ze maken nog steeds indruk. 

Disclaimer

Voor in elk deel is een disclaimer opgenomen: 'De overtyperingen in de Kapitein Rob-verhalen zouden we nu als discriminerend betitelen, maar moeten geplaatst worden in de vroege naoorlogse jaren.' Dat lijkt me een acceptabele oplossing: de uitgever heeft niet gestreept in het verhaal, maar laat wel zien dat we nu sommige zaken niet meer zo zouden verwoorden of zelfs op die manier zouden zien. 

Duidelijk is dat bijvoorbeeld in De vallei der vergeten wereld. Rob strandt in de buurt van de Amazone en komt terecht in een gebied waarin de tijd lijkt te hebben stilgestaan. Er wonen mensen met duidelijk minder technologische ontwikkeling en ook met een ander uiterlijk dan dat van nu. Verder leven er diersoorten (zelfs dino's!) die op de rest van de aarde uitgestorven zijn. Een soortgelijk thema komt overigens ook voor in De vallei van de verstoorde wateren van Luc Orient, maar dat verscheen bijna dertig jaar later. 

Van een van de bewoners van die streek wordt gezegd dat hij net een aap lijkt. Dat zou tegenwoordig terecht niet meer kunnen. Dat wil niet zeggen dat Rob negatief tegenover deze mensen staat. Hij sluit zelfs vriendschap met hen. 

Held

Rob is duidelijk de held. De lezer identificeert zich met hem en weet dat Rob deugt en dat hij uiteindelijk zal winnen, al is er in elk deel wel een benarde situatie, waardoor gesuggereerd wordt dat het niet vanzelfsprekend is dat een avontuur goed afloopt. Rob is niet alleen sterk, maar ook slim, dus hij redt zich er altijd wel uit. We worden geacht vooral met bewondering naar de hoofdpersoon te kijken. 

Dat soort heldenverhalen zou gedateerd aan kunnen doen, maar tijdens het lezen had ik er weinig last van. Ik wilde vooral weten hoe het avontuur af zou lopen. Misschien had ik een soortgelijke leeservaring als toen ik een kind was en zo'n beetje al mijn kinderboeken bevolkt werden door helden en schurken. Misschien lees ik dus niet alleen het verhaal, maar ook mijn eigen jeugd. 

Bovendien wist ik, toen ik aan zo'n boek begon, dat het uit een andere tijd stamt en dan lees je het ook met een andere instelling. Misschien is het wel niet mogelijk om zo'n boek dan met dezelfde blik te lezen als waarmee je een hedendaags boek leest. 

Schrijver

De avonturen zijn bedacht door Pieter Kuhn, maar geschreven door Evert Werkman. Zijn manier van vertellen werkt vaak goed. Rob reist bijvoorbeeld naar het verleden (in De terugkeer van Peer den Schuymer), maar ook weer niet: zijn lichaam blijft in het heden. Toch beleef je wat Rob in het verleden meemaakt niet als een droom of hersenspinsel, maar het is of Rob daar daadwerkelijk aanwezig is. Dat betekent dat je goed meegenomen wordt in het verhaal en eigenlijk is dat overal wel het geval. 

Natuurlijk heb ik hier en daar gefronst, als een verhaal een onwaarschijnlijke wendingen neemt, maar nergens haakte ik geheel af. Dan heb je als schrijver iets goeds gedaan, lijkt me. 

Doelgroep

Ik ben wel benieuwd of de reeks ook jonge lezers aan zal spreken. Inhoudelijk zal het redelijk ver van hen af staan. Het feit dat Rob vaak aan het roken is, was ooit een vanzelfsprekendheid, maar nu valt het op en zo zijn er meer facetten die duidelijk maken dat het verhaal niet van nu is. 

Misschien vind je het als kind sowieso prettig om dit soort verhalen te lezen. Hoe grillig de avonturen ook zijn, in wezen is de wereld van Kapitein Rob overzichtelijk: je weet wie er goed is en wie slecht en een enkele keer vergis je je in iemand. Bovendien weet je dat het goed zal aflopen: je hoofdpersoon is veilig en jij, die je met hem identificeert, dus ook. Toen ik de boekjes liet zien in een 4-havoklas, was er overigens meteen een leerling die de deeltjes nader wilde bekijken en die waardering had voor de tekeningen. 

Heruitgaven gedijen per definitie bij nostalgie en jeugdsentiment en dat is ook niet erg. Deze drie verhalen verschenen oorspronkelijk in 1948 in Het Parool. Dat is meer dan tien jaar voor mijn geboorte. Toch hebben ze iets vertrouwds en roepen ze een tijd op die ik wel daadwerkelijk heb meegemaakt. Mogelijk hebben iets jongere lezers een soortgelijke ervaring. Wie veel jonger is, zal ze als historische avonturen lezen, vermoed ik.  

De uitgave door Personalia is overigens prachtig: de tekeningen zijn scherp en het grijs is aangebracht met een bijzonder fijn raster. De boekjes hebben een oblong formaat en zijn uitgevoerd in harde kaft. Ik kan me voorstellen dat mensen die enkele deeltjes kopen de hele reeks willen hebben. Je hebt dan een mooie verzameling. 

Nu ik enkele van de oorspronkelijke verhalen heb gelezen, valt deel 74 alleen maar meer door de mand. Niet alleen het verhaal, maar vooral ook de stijl zijn zo beroerd, dat het boekje niet in de schaduw kan staan van de oorspronkelijke verhalen van Kapitein Rob. Die zijn het (her)lezen nog altijd waard. 

Reeks: De avonturen van Kapitein Rob
Deel 7: De vallei der vergeten wereld
Deel 8: De terugkeer van Peer den Schuymer
Deel 9: Het geheim van de tunnel
Tekeningen en verhaal: Pieter Kuhn
Tekst: Evert Werkman
Uitgever: Personalia
Leens 2022, 80 blz. per deel; 17,50 euro (hardcover)



Bij het derde plaatje is de stand van het been vreemd ten opzichte van de andere knie die zichtbaar is. 

woensdag 11 januari 2023

De wereld volgens Dirk en Desiree. Deel 1 (Hein de Kort)


Er zijn al heel wat albums verschenen over het echtpaar Dirk en Desiree, een creatie van Hein de Kort. Er moeten er nog in dozen op mijn zolder liggen. Ik heb ze al een tijdje niet ingekeken, maar ik heb er altijd plezier aan beleefd. 

Bij uitgeverij Sherpa verschijnt er nu een bloemlezing met het beste van hun avonturen. In deel 1 staan uitsluitend strips die niet eerder in een album of boek zijn verschenen, dus voor velen is dit onbekend werk. 

Fors - miezerig

De afbeelding op de voorkant van dit eerste deel is al prachtig: de echtelieden staan er in al hun glorie op, gezeten op wat ik nog steeds een damesbrommer noem. De forse Desiree zit aan het stuur, de miezerige Dirk zit dicht tegen haar aan. Hij is maar klein en kan dus niet met zijn voeten bij eventuele voetsteunen. Hij probeert zijn vrouw goed vast te houden en moet daartoe zijn armen spreiden. Man en vrouw dragen allebei een pothelm, die je tegenwoordig weinig meer ziet, maar die ik me nog goed kan herinneren.

Op de tank van de brommer staat 'D&D', alsof de twee hun eigen merk hebben. Je hebt het idee dat ze elk moment kunnen vertrekken. Uit de uitlaat komen smerige wolken, die je bijna kunt ruiken. Dirk voelt zich duidelijk niet op zijn gemak en mompelt 'Oh, ooh'. Als je het album openslaat, zie dat dat terecht is: bij de eerste de beste drempel wordt hij afgeworpen als door een rodeopaard. 

Het is een apart stel, deze Dirk en Desiree. Er zijn heel wat wrijvingen in hun relatie en ze kunnen uitstekend ruziemaken, maar het lijkt wel of hen dat ook bindt en tegenover de buitenwereld kunnen ze elkaar afvallen, maar even goed loyaal zijn aan elkaar. 

Desiree heeft haar postuur mee: ze is zo groot dat ze alleen daardoor al kan domineren. Fysiek heeft Dirk weinig in te brengen. Dirk is immers maar klein en heeft daardoor het een en ander te compenseren. Dat doet hij vaak verbaal. Niet dat dat altijd effect heeft: vaak krijgt hij de kous op de kop. Wat hem overigens niet verhindert om er de volgende keer weer even overmoedig in te gaan. 

Leedvermaak

Als lezer zit je altijd een beetje met een dubbel gevoel. Aan de ene kant ben je solidair met Dirk en Desiree en aan de andere kant kun je heerlijk opgaan in het leedvermaak als een scène fout afloopt. 

Er zit in veel gags een kwaadaardige kant: er is boosheid, er zijn pesterijen, er is de neiging de ander pijnlijk te treffen. Maar die kun je makkelijk verdragen, omdat je weet dat de personages die nare trekjes nodig hebben om zich staande te houden. En er is overigens ook veel gemoedelijkheid en tuttigheid. 

Dirk en Desiree (en eigenlijk alle personen in dit album) zijn geen helden. Het zijn krabbelaars die niet zo hoog op de sociale ladder staan en er het beste van moeten maken. Bij elke gag proberen ze dat weer, hoezeer ze de vorige keer hun neus ook gestoten hebben. 

Losse stijl

De stijl waarin De Kort tekent is los: ook de kaders worden met de hand getekend, waarbij de lijnen niet overal even dik zijn. Soms moet een lijn halverwege hernomen worden. Die losheid past wel bij de wereld van Dirk en Desiree, waarin ook niet alles zo strak geregeld is. De belettering is in grote letters, die ook niet strak zijn en dat geldt ook voor de manier van tekenen. Bij de mensen ligt de aandacht op het hoofd, dat naar verhouding vaak vrij groot is, met daarin een grote neus en een grote mond. Dat laatste is niet zo verwonderlijk, want het verbale is een belangrijk aspect van deze strip. 

De manier van tekenen is expressief, waarbij het karakteristieke altijd belangrijker is dan het mooie. In alle morsigheid en losheid is best wat esthetisch te zien, maar esthetiek zal nooit het doel zijn van De Kort: het ware boven het mooie. 

Deze dikke verzameling van de avonturen van Dirk en Desiree heb ik met veel plezier gelezen. Slechts twee keer werd ik teleurgesteld, in 'Van nul naar honderd' en 'Geen stank', waarin een oude mop herkauwd wordt. Maar je weet niet hoe het hoofd van een stripmaker werkt. Soms weet je niet meer dat een idee niet helemaal van jezelf is. Het is maar een klein smetje. 

Achter op het album wordt De Kort 'Neerlands beroemdste criticaster-in-woord-en-beeld'. Al tien jaar geleden schreef ik over het veranderen van de gevoelswaarde van het woord 'criticaster'. Het negatieve lijkt er een beetje af te gaan. Maar in mijn hoofd is een criticaster een muggenzifter, een criticus van laag allooi. De Kort verdient beter. Lees en oordeel zelf. In je eentje of dicht tegen je geliefde aan gekropen. 

Titel: De wereld volgens Dirk en Desiree. Deel 1
Tekst en tekeningen: Hein de Kort
Uitgever: Sherpa
Haarlem 2022, 80 blz. 19,95 euro (softcover)


Eerder schreef ik over:

De wereld volgens Hein de Kort. Deel 1

dinsdag 10 januari 2023

Niet mijn lichaam (Hedwig Selles)

Op 17 december 2022 overleed Hedwig Selles. Ze werd 54 jaar. Ik hoorde het in een aflevering van de podcast De Rotterdamse School (en aanverwante zaken), als een klein, terloops berichtje. Een week later werd, in de volgende aflevering, het nieuws nog een keer gebracht. Blijkbaar waren de podcastmakers alweer vergeten dat ze het al gemeld hadden. Het nieuws werd net zo terloops en kort gebracht als de vorige keer. 

Het ging al langer niet goed met Selles. Ze had een leven van ziekenhuizen en klinieken achter de rug, vooral door haar anorexia. Een tijdje terug zei ze nog in Trouw dat ze dacht dat ze de Kerst wel ging halen, maar dat de artsen dat nogal optimistisch vonden. Ze heeft de kerstdagen niet meer beleefd. 

Een tijdje daarvoor was haar eerste roman gepresenteerd, Niet mijn lichaam, waarvoor veel belangstelling was. Hedwig was een fanatiek gebruiker van de mail en ze had een uitgebreid netwerk. Een roman was iets nieuws voor haar. Daarvoor publiceerde ze dichtbundels. Hier schreef ik over de bundel Wie hier binnentreedt.

Niet mijn lichaam las ik al een tijdje geleden, toen lezen nog zonder problemen ging. Maar daarna kreeg de spanning vat op me. Die liet me van moeheid op de bank ploffen en inslapen, sloeg de boeken dicht die ik opende en stond met gespreide armen voor me als ik me in de richting van mijn laptop bewoog. Van schrijven over deze roman kwam het dus niet. 

Nu ben ik zover dat het schrijven weer gaat, maar ja, waar ging het boek ook alweer over? Ik merk dat veel details mij ontgleden zijn, maar misschien is dat niet erg. Hopelijk heb ik de kern onthouden. 

Carlotta

Hoofdpersoon in de roman is Carlotta Meier. Als het boek begint is ze nog een scholier. Thuis gaat het niet allemaal even prettig en het lukt haar niet om relaties goed te houden. Dat begin van het boek is sprankelend geschreven: heel fris, met een stijl die de aandacht trekt. Op een gegeven moment gaat het bijvoorbeeld over een dikke duif en even later wordt pas duidelijk dat het hier over Carlotta's oma gaat. 

Verderop in de roman neemt Selles grotere stappen door de tijd. We blijven Carlotta volgen en zij blijft boeiend, maar de verhaallijn lijdt er wel onder en de opbouw is niet altijd evenwichtig. Daarom heb ik Niet mijn lichaam wel met interesse en ook met plezier gelezen en ik erken dat er veel goeds in staat, maar dat maakt het voor mij nog niet tot een goed boek zonder meer. 

Op de eerste bladzijde krijgt Carlotta bezoek van iemand die aangeduid wordt als 'het herderinnetje'. Dat kort karakteriseren van een persoon gebeurt vaker (bijvoorbeeld 'de danseres'). Dat doet me denken aan Delphine Lecompte, wier Beschermvrouwe van de verschoppelingen het beste boek was dat ik in 2021 las. Ook zij grossiert in dit soort karakteriseringen. 

Stijl

Je merkt wel meteen dat Selles een heel eigen stijl heeft, waardoor je rechtop gaat zitten: in haar beschrijvingen gebeurt van alles. Ze vermeldt belangrijke zaken terloops, heeft onverwachte associaties, legt verbanden waar weinig anderen die zien en zorgt er zo voor dat je als lezer steeds alert bent. Misschien hoort het bij een dichteres dat er zoveel aandacht is gaan zitten in de stijl. 

Enkele voorbeelden: 'De kliniek was als een kalifaat in verval toen ik er arriveerde.' Of: 'de man die dacht dat je alles en iedereen kon worden, zelfs een profvoetballer of een aannemer.' En: 'Mijn iemand niemand buurman had een verleden dat stonk als een natte geitenboerderij.' 

Nog veel meer zinnetjes heb ik tijdens het lezen aangestreept. Het zijn zinnetjes waarvan ik me nauwelijks kan voorstellen dat ik ze bij welke andere schrijver dan ook zou kunnen tegenkomen. 

Geloof

Carlotta is een complex figuur. Ze gaat steeds minder eten, maar dat wordt niet als een probleem gepresenteerd, maar meer als een omstandigheid, als iets dat nu eenmaal gebeurt. Ze heeft steeds gedachten die met het geloof te maken hebben, waardoor haar situatie een kosmische dimensie krijgt. 

God is heel vaak in haar gedachten, maar hij is niet bij voorbaat een helper of een vriend. Ze heeft een complexe relatie met hem en met Jezus. Maar ze kan hen ook als verklaring voor haar handelen gebruiken. Als Jezus gezegd heeft dat een mens niet bij brood alleen leeft, geeft dat een reden om niet of in ieder geval heel weinig, te eten. 

Carlotta heeft ook een schuldgevoel, niet alleen over dingen die ze gedaan heeft of nagelaten heeft, maar ook over het feit dat ze bestaat: 'Omdat ik geboren ben. En daarna in leven bleef.' Dat zit heel dicht tegen een soort zondebesef aan. Carlotta heeft ook vaak het idee dat ze een offer moet brengen, wat ook al aan religie doet denken. 

Rituelen

Soms brengt ze handelingen in verband met riten. Wat haar in de kliniek overkomt, noemt ze het ritueel van de verplichte spijziging. Ook haar dwanghandelingen zou je een soort rituelen kunnen noemen: vaste vormen waaraan je je vasthoudt om de werkelijkheid te ordenen:

Ik maakte me zorgen over de dromen en de voorstellingen die me bezochten, waardoor ik nachtenlang op de keukenvloer zat te kijken naar de inhoud van de kastjes. Ik telde de blikjes ham en schelvislever onder het aanrecht, controleerde de houdbaarheidsdatum ervan en liet daar ingewikkelde berekeningen op los. En dan moest de uitkomst telkens deelbaar zijn door drie, net als de afstand tussen de aarde en de zon. 

In enkele maanden  is er best veel weggezakt, merk ik. Natuurlijk heb ik wel iets van het verhaal onthouden. Zo weet ik dat Carlotta een relatie krijgt met Gilles. Maar niet het verhaal is wat ik onthouden heb en in een deel van het boek is het verhaal misschien ook niet het belangrijkste. 

De persoon Carlotta zal ik me bijblijven, met haar complexe hoofd, met haar gedrag waarmee ze het niet in de eerste plaats haar omgeving, maar zichzelf moeilijk maakt. En natuurlijk de manier waarop Selles dit boek heeft geschreven, de stijl, en de vanzelfsprekendheid waarmee ze ons de hoofdpersoon heeft gepresenteerd: niet als een probleemgeval, maar als een mens. Een mens met een moeilijk hoofd weliswaar, maar verder iemand die we, ondanks haar afwijkende gedachten, goed kunnen volgen. 

Niet mijn lichaam is het laatste wat Hedwig Selles heeft gepubliceerd. Het is een roman waarvoor ze zich niet hoefde te schamen en ze kon terugzien op een mooie presentatie. Veel mensen in haar omgeving zullen zich de eigenzinnige vrouw nog lang herinneren. Dit boek  kan ook nog wel even mee. En anders: lees in ieder geval haar gedichten. 

Titel: Niet mijn lichaam
Auteur: Hedwig Selles
Uitgever: Vrijdag
Antwerpen 2022, 256 blz. 22,50 euro

maandag 9 januari 2023

Beter dan het ging


Mensen vragen me geregeld hoe het nu met me gaat. Aan de ene kant is dat heel prettig: blijkbaar stellen mensen belang in mijn welzijn. Aan de andere kant is dat ook lastig, omdat ik zelf niet altijd weet hoe het gaat. Ik zeg vaak dat het zijn gangetje gaat of dat ik rustig aan doe en dat het dan wel gaat. 

Dat klopt ook wel en het gaat langzaam de goede kant op. Vorige week heb ik verschillende keren wat geschreven op mijn weblog en ik ben weer aan het lezen. Ik kan bijvoorbeeld weer vijftig bladzijden op een avond lezen zonder dat mijn aandacht wegdwaalt of dat ik keer op keer dezelfde alinea moet lezen. 

Dat is een groot geluk. Ik lees op dit moment Tekenen van het universum van Emy Koopman en ik geniet daar echt van. Bij haar debuut, Orewoet, had ik mijn bedenkingen, al zag ik ook wel de kwaliteiten. Het universumboek is echt veel beter. 

De vakantie heeft me goed gedaan. Langzaam is er meer rust in mij gekomen en er waren verschillende momenten waarop ik geen enkele spanning merkte. Dat realiseerde ik me overigens vaak pas achteraf. Spanning lijkt bij mij bijna meer lichamelijk dan geestelijk te zijn, al zal dat wel niet kloppen. Dat mijn lichaam af en toe echt vakantie heeft van die spanning, koester ik.

Wel gaat het slapen de ene keer beter dan de andere keer, maar in de vakantie kun je een gefragmenteerde nacht een beetje goedmaken door in de ochtend langer te blijven liggen. Ik ben overdag nog wel eens moe en heb dan wel de neiging om een dutje te doen, maar meestal hoef ik niet aan die neiging toe te geven. 

Intussen heb ik het gesprek met de praktijkondersteuner gehad, maar al tijdens dat gesprek merkte ik dat ik het niet zo nodig had. De fase van onbeweeglijkheid, van vastzitten en niet verder kunnen, die heb ik intussen wel achter de rug. Tenminste, die illusie heb ik. Er zit wel weer richting in, al weet ik ook best dat ik er echt nog niet ben. 

De POH (zo kort je dat blijkbaar af: PraktijkOndersteuner van de Huisarts) constateerde dat ik al aan het vertragen was en dat ik reflecteerde op hoe het ging. Daar helpen dit soort stukjes misschien ook bij. Verder kon ik al mogelijke plannen noemen, al moet ik die misschien ook eens opschrijven. De POH had het over 'visualiseren', maar dat hoeft van mij dan weer niet. Een lijstje vind ik al handig genoeg. 

Intussen is de school weer begonnen en de avond ervoor was voor mij dan toch weer lastig. In de ochtend, voordat ik daadwerkelijk vertrok, liep de spanning verder op. Dat is best vreemd, omdat ik niet zo veel heb om tegen op te zien en in de praktijk zijn veel dingen aangenaam. Zo zijn er veel prettige collega's en het is alleen maar goed om in hun nabijheid te zijn. 

Uiteindelijk heb ik de drempel gewoon genomen en de spanning zakte ook wel, maar weg was zij niet. Nou ja, dat hoort er blijkbaar bij. Vandaag was een studiedag en de lessen beginnen morgen weer. Dat is dus weer iets om me op te verheugen en waarschijnlijk ook om tegen op te te zien, waarbij ik hopelijk achteraf concludeer dat het allemaal toch weer heel erg meevalt. 

Intussen bedenk ik wat ik na dit schooljaar wil gaan doen. Daar heb ik wel ideeën over, maar ik laat alles nog open. Eerst maar eens plannen verzamelen en dan zie ik wel of ik daar nog iets mee ga doen. 

Het goede nieuws is in ieder geval dat mijn hoofd weer het een en ander aankan en dat mijn lichaam zich soms een hele tijd ontspant. Ik ben benieuwd hoe zich dat verder ontwikkelt. Dat zal wel niet alleen maar een stijgende lijn zijn, maar dat geeft niet. Het gaat beter dan het ging en dat is al heel wat. Of dat een teken van het universum is, moet je maar aan Emy Koopman vragen.  

donderdag 5 januari 2023

De beste boeken van 2022

Eigenlijk horen lijstjes aan het einde van het jaar te komen, maar mijn hoofd had toen niet de rust en ik kon mij niet naar de laptop slepen om de zaken op een rijtje te zetten. Ik maakte de afgelopen jaren altijd drie van die lijstjes: de beste boeken, de beste boeken die ik niet gelezen had en de beste strips. Deze keer hou ik het maar bij dit ene lijstje. 

Literatuur is geen wedstrijd en boeken zijn onderling vaak niet goed te vergelijken, maar toen ik aan het ordenen was, kwam ik toch tot een lijst. Daarbij speelt mijn vertekenende geheugen natuurlijk een rol. Het is al eens voorgekomen dat ik een recensie teruglas en merkte dat mijn herinnering aan een boek positiever of negatiever was dan mijn oordeel indertijd. Maar goed, ik laat mij leiden door het geheugen en jullie mogen controleren of de recensies ermee overeenkomen. 

Ik ben gekomen tot de volgende tien boeken:

1. Tom Lanoye, De draaischijf  (recensie)

2. Wouter Goddijn, Karina of de ondergang van Nederland (recensie)

3. Wessel te Gussinklo, Op weg naar De Hartz (recensie)

4. Mariken Heitman, Wormmaan (recensie)

5. Robbert Welagen, Antoinette (recensie)

6. Janke Reitsma, Niets ontgaat ons (recensie)

7. Leonieke Baerwaldt, Hier komen wij vandaan (recensie)

8. Koos van Zomeren, Hooiberg (recensie)

9. Merijn de Boer, De saamhorigheidsgroep (recensie)

10. Tobi Lakmaker, De geschiedenis van mijn seksualiteit (recensie)

Verder heb ik nog van verschillende andere boeken genoten, waarbij ik in ieder geval Een gedicht is ook maar een ding (recensie) van Lidewijde Paris nog moet noemen. Maar boeken van Dries Muus, Philip Huff en Jan van Mersbergen hebben ook in mijn groslijst gestaan. 

Het boek van Tobi Lakmaker bungelt een beetje onderaan. Dat komt doordat ik pas op het laatste moment zag dat ik dat boek begin vorig jaar gelezen had en toen heb ik Buitenleven (recensie) van Nina Polak, maar uit het lijstje gehaald en Lakmaker erin geplakt. 

Nog weer later zag ik dat ik ook nog Goede mannen (recensie) van Arnon Grunberg las. Nog in 2021, maar na het publiceren van het lijstje met de beste boeken van dat jaar. Het hoort in de bovenste helft van mijn lijstje thuis, maar ik laat het maar even zo. 

Over Vaders die rouwen van Carmien Michels heb ik nog niet geschreven en er liggen nog wat boeken op mijn stapeltje die ik volgend jaar in de lijst verwacht. Het lied van ooievaar en dromedaris van Anjet Daanje natuurlijk en ik ben net begonnen aan Tekenen van het universum van Emy Koopman. Daarover later dus.


woensdag 4 januari 2023

Stolp (Odija /Stefaniec)


Het gaat niet goed in de stad Bardo: bomen en planten gaan dood of zijn al weg, diersoorten sterven uit en er worden geen kinderen meer geboren. De wereld in Bardo lijkt te wankelen op het randje van de ondergang. Alleen met de vraatzuchtige meeuwen lijkt het goed te gaan. Ze vreten lijken aan en gedijen daarbij goed. 

Door deze wereld loopt Stolp, een wat oudere man. Hij rookt en moet daarom steeds hoesten en hij zoekt in zijn eentje zijn weg. Om hem heen heerst niet alleen een ondergangsstemming, er zijn ook mensen die uitbundig vermaak zoeken. Als je op de rand van een vulkaan leeft, kun je net zo goed dansen. 

Natuurlijk is er onrust en er zijn demonstraties, bijvoorbeeld van de klonen. Ze willen vier jaar leven in plaats van twee. Iemand zegt over hen: 'Nu denken ze dat ze mensen zijn, maar het zijn zakken met reserveonderdelen.' En er zijn groeperingen die spreken over de zwarte zon, die tien jaar geleden is verschenen. Sindsdien worden de vrouwen niet meer zwanger. De termen waarin daarover gesproken wordt, doen denken aan religie. Er wordt zelfs opgeroepen tot een wedergeboorte. 

Rokend en peinzend

Stolp lijkt zich weinig aan te trekken van wat er om hem heen gebeurt. Hij zoekt rokend en peinzend zijn weg en lijkt niemand nodig te hebben. Zijn tocht heeft wel een doel: hij is op zoek naar het dertienjarige meisje Sava M. Ze was geselecteerd voor een programma om de menselijke soort te redden, maar werd verstopt door haar familie en is nu verdwenen. Verder is hij met zijn hoofd nog vaak bij zijn vrouw Rita, die ruim zes jaar geleden plotseling verdween. 

Zal Stolp Sava en ook Rita nog vinden? Daarvoor moet je het eerste deel lezen van een stripvierluik, waarvan deel 1 Stolp heet. Deel 2, dat nog niet in het Nederlands verschenen is, heet Rita, dus daarin zal zijn zoektocht verder gaan. De wereld van Bardo is geschapen door het Poolse duo Daniel Odija en Wojciech Stefaniec. De laatste maakte ook de tekeningen.

Bardo is een stad, met veel leegstaande gebouwen. Voor een deel herkennen we zaken uit onze wereld, maar het verhaal speelt zich duidelijk een andere tijd af. Zo is het voedsel vervangen door pillen. Er zijn overigens overal pillen voor, bijvoorbeeld voor communicatie, waardoor je met iemand contact kunt hebben zonder dat hij of zij in de onmiddellijke nabijheid is. 

Dystopie

Stolp is een dystopie: de wereld leeft nog, maar de mensheid lijkt het niet te redden. Om de ellende niet onder ogen te zien, storten mensen zich in het amusement en velen zijn verslaafd aan styx, een destructieve drug. 

Dat is allemaal niet zo opwekkend. Maar in de persoon Stolp leeft de liefde nog: je hebt het idee dat hij Sava wil redden en hij mist Rita. Juist in de duisternis geeft elk sprankje licht houvast en dat lichtje leidt ons door deze graphic novel. 

De tekeningen van Stefaniec zijn fascinerend. Om elke tekening is er een dik zwart kader gezet, dat met de hand getekend lijkt. De morsigheid van Bardo vind je in de zwartvlekken en -vegen en het kleurgebruik is gedurfd: veel donkere kleuren, bijvoorbeeld paars, maar er is ook veelkleurigheid om te laten zien hoe divers te mensen zijn en welke lichtheid ze zoeken. Als Stolp als een psychonaut wegdwaalt uit zijn redeneringen, onder invloed van verdovende middelen, kan de tekenaar zich helemaal uitleven in vervormingen en verfvegen. Erg fraai gedaan. 

Filosofisch

Stolp heeft een filosofische inslag en hij is constant tegen of in zichzelf aan het praten. Hij houdt ook van boeken en is daarmee een uitzondering. Soms werd zijn taal me wat te zweverig of te clichématig als er met een zeker aplomb waarheden als koeien worden verkondigd: 'Voor gedachten bestaan geen muren, bestaat geen materie.' Maar je vergeeft het Stolp wel: hij zal zich in deze verwarrende wereld ergens aan vast moeten houden.  

Enkele malen komen er tekeningen voor die helemaal zwart zijn, met alleen een gele veeg erin. Mogelijk krijgt dat in een volgend deel nog meer betekenis, mogelijk ook duidt het op het veegje licht in de duisternis waaraan Stolp zich vasthoudt. 

Wie een strip alleen wil lezen om zich even te vermaken, moet maar niet aan Stolp beginnen, maar wie het avontuur wel aangaat, krijgt er veel voor terug. Een rauwe wereld, waarin iemand toch naar de leefbaarheid zoekt, weergegeven in gedurfde en fascinerende tekeningen. Als je je eenmaal met Stolp in de wereld van Bardo begeeft, wil je zo snel mogelijk met hem meegaan de volgende delen in. Al is het maar om hem daar niet helemaal alleen te laten. 


Titel: Stolp
Tekst en tekeningen: Daniel Odija en Wojciech Stfaniec
Vertaling: Dirk Zijlstra en Charlotte Pothuizen
Uitgever: Scratch Books
z.pl. 2022, 116 blz. 29,95 euro (hardcover)

dinsdag 3 januari 2023

Elise en de nieuwe partizanen (Doninique Grange / Tardi)

 

Natuurlijk ligt het aan mij, maar ik had tot voor kort nog nooit gehoord van Dominique Grange. Ze blijkt een Franse zangeres te zijn en ook nog de echtgenote van de tekenaar Tardi. Die kende ik dan weer wel. Grange schreef het scenario van de strip Elise en de nieuwe partizanen, die een sterk autobiografische inslag heeft. 

Van zichzelf heeft ze de zangeres Elise gemaakt, waarmee ze zich de vrijheid geeft om elementen van fictie in het verhaal te brengen. In hoeverre dat gebeurd is, is moeilijk na te gaan, want het verhaal heeft wel zijn wortels in de werkelijkheid, waardoor je het toch als een soort documentaire leest. 

Onrust

Elise vertrekt in 1958 naar Parijs. Het is op dat moment oorlog in Algerije, wat onrust in Parijs geeft en die onrust zal voorlopig niet luwen. Elise komt terecht in Maoïstische kringen en bemoeit zich met de strijd van de arbeiders. Ze gaat protestliederen zingen en ze gaat als arbeider werken in een fabriek. 

Het is verhelderend om in deze strijd voor rechtvaardigheid een beeld van binnenuit te krijgen. Het valt op dat er nog heel vaak een link wordt gelegd met de oorlog en dat de strijd tussen de klassen niet alleen een sociale strijd is, maar ook een politieke. Veel van de activisten zijn politiek gemotiveerd. 

In hoeverre dat een vertekening is, kan ik moeilijk beoordelen. Het zal zeker opgegaan zijn voor de bubbel waarin Elise verkeert, maar wellicht wil Grange hier ook een boodschap overbrengen en dat doet ze het liefst met veel uitroeptekens, waarbij er weinig ruimte is voor nuance. Zo'n beetje alle tegenstanders zijn fascisten en tegen hen mag blijkbaar geweld gebruikt worden, want daarvan is de groep rond Elise bepaald niet vies. 

Geweld

Dat geeft een wat aparte leeservaring. Het rechtvaardigheidsgevoel van de lezer speelt op bij slechte arbeidsomstandigheden, bij het gemak waarmee mensen ontslagen kunnen worden, bij het gebrek aan inzet van de bonden, maar de manier waarop de activisten daarop reageren gaat over grenzen. Geweld wordt bepaald niet geschuwd. 

Maar in Elise en de nieuwe partizanen ligt de sympathie helemaal bij Elise en de groep om haar heen en dat maakt het verhaal nogal plat. De aanname dat de wereld bestaat uit helden en schurken lijkt me gemakkelijk te logenstraffen. Dat niet alleen, het verhaal wordt er ook minder interessant door. Meer afstand zou prettig zijn geweest. Het rode boekje van Mao is een leidraad voor de activisten, zonder dat er ook maar iemand twijfelt aan de grote roerganger. Voor wie is dat nu nog interessant?

Dat wil niet zeggen dat de strip geen waarde heeft. We krijgen een beeld van een tijd die intussen geschiedenis geworden is en het is goed om te beseffen dat er indertijd niet zomaar wat rellen waren, maar dat er een fundamentele onrust en onzekerheid was, die in de hoofden van veel mensen bijna een oorlogssituatie was. De heftigheid van de situatie krijgen we onverkort mee met deze strip. 

Deugen

Het is wel jammer dat je om dat te beseffen bijna het verhaal op de koop toe moet nemen. De hoofdpersoon deugt zo erg in ogen van de verteller dat de lol er bij het lezen wel een beetje vanaf gaat. Mij ging de heiligheid van Elise in ieder geval nogal tegenstaan. Dat is jammer, want het onderwerp dat aangesneden wordt is zeker interessant.  

Elise en de nieuwe partizanen moet het niet hebben van het verhaal en dat is jammer, maar op de tekeningen van Tardi is weinig aan te merken. Zoals we van hem gewend zijn, zijn de lijnen vrij dik en hier en daar gebruikt hij flinke zwartvlakken, die de dramatiek van sommige tekeningen sterker maken.  Af en toe zijn de scènes flink aangezet, bijvoorbeeld bij het optreden van de politie, wat in lijn is met het verhaal, maar het is soms ook wel behoorlijk aangezet.

Gek genoeg leest het boek niet als een eigentijdse strip, maar als een verhaal uit de jaren zestig/zeventig van de vorige eeuw, van iemand die er nog middenin zit en nog geen afstand heeft kunnen nemen. Daardoor wordt het een soort historisch document. Je kunt ook zeggen dat het het verhaal is van iemand die zich nog steeds met haar eigen verleden identificeert. Meer inzicht lijken de jaren daarna niet gegeven te hebben. 

Titel: Elise en de nieuwe partizanen
Scenario: Dominique Grange
Tekeningen: Tardi
Vertalling: Frits van der Heide
Uitgever: Silvester Strips
's-Hertogenbosch 2022, 176 blz. 39,95 euro (hardcover, stofomslag, leeslint)