Toen ik jong was (ach, hoe lang geleden!), las ik wel geregeld de Sjors, maar veel andere strips kwamen er bij ons thuis niet over de vloer. Wel was mijn moeder fan van Eric de Noorman, die nog in de jaren zeventig in de krant te lezen was. Veel iconische strips heb ik achteraf moeten leren kennen.
Om een of andere reden waren daar nooit de avonturen van Kapitein Rob bij. Ik heb wel de roman De thuiskomst van Kapitein Rob (1992) van Robert Anker gelezen en met de kinderen bezocht ik de film Kapitein Rob en het geheim van professor Lupardi (2007), maar dat is het wel.
De verhalen over Kapitein Rob verschenen van 1945 tot 1966 in Het Parool. Ze zijn getekend door Pieter Kuhn (1910 - 1966), de tekst was van journalist Evert Werkman (1915 - 1988). In totaal verschenen er 73 verhalen.
Maar na heel veel jaren is er nu deel 74 verschenen. De tekst is van Frank von Hebel en de tekeningen zijn van Fred de Heij. Von Hebel verwijst in voetnoten naar eerdere verhalen. Hij heeft geprobeerd enkele verhaallijnen uit eerdere delen aan te stippen en ook de vertrouwde personages (Kapitein Rob, zijn hond Skip, professor Lupardi en zijn rechterhand Yoto) spelen weer een prominente rol.
Het verhaal start in het heden, in de tijd dat er al smartphones zijn. Rob van Stoerem is al oud, maar hij is nog redelijk vitaal. Later in het verhaal gaat het slechter met zijn gezondheid.
Het historische oog
Kapitein Rob is weer nodig als er een briefje opduikt dat door hemzelf geschreven is. Blijkbaar komen er in de Robverhalen vernuftige vindingen voor. Zo is er het historische oog, dat de aanwezigen mee laat kijken op andere plaatsen en ook in andere tijden. Gesteld dat zo'n machine zou bestaan, dan is het natuurlijk opmerkelijk dat hij meteen zicht geeft op de tijd die van belang is. Een oud voorwerp heeft bijvoorbeeld al heel wat jaren doorstaan, maar het oog gaat naar het handige moment.
Rob krijgt zicht op zijn oude tegenstander Lupardi, maar daar krijgt hij zoveel informatie bij, dat dat nooit alleen te concluderen is uit wat hij ziet. Hier is een alwetende verteller aan het werk, die de lezer inlicht. Het gebruik van het perspectief is in dit verhaal op zijn zachtst gezegd nogal rommelig. Per alinea kan het perspectief veranderen. Het verhaal zou zeker strakker geworden zijn als er minder perspectiefwisselingen zouden zijn.
In het verhaal zijn drie verschillende scènes uit het verleden die invloed hebben op het heden en de toekomst. In een tijdmachine reizen personages naar het verleden en zo kan Rob bijvoorbeeld zijn vroegere ik ontmoeten. Dat lijkt allemaal niet al te goed doordacht, evenals het slot waar zo'n beetje alles ongeloofwaardig is.
Stilistisch zwak
Erger dan de rammelende verhaallijn is de vreselijke stijl waarin het verhaal geschreven is. Von Hebel grossiert in clichés. Duisternis is natuurlijk 'inktzwart'; gespierde mannen zijn 'breedgeschouderd'; als er gevochten is, is er 'keihard' gevochten; flitsen zijn 'oogverblindend'; als iemand soepel beweegt, doet hij dat 'met katachtige lenigheid'; en als mensen verdwijnen in het donker 'slokt de duisternis hen op'. Of dit een knipoog is naar de stijl van Werkman, weet ik het niet, maar ik werd er een beetje lacherig van.
Zeker als er ook nog iemand 'binnensmonds' mompelt. Ja, hoe anders? En wat te denken van de enormiteiten in het volgende stukje (waarin niet geknipt is):
Ruige vissers drinken bier uit enorme pullen. Hij bestelt cognac om warm te worden. Opeens voelt hij een enorme duw in zijn rug en koud bier stroomt over zijn hals en kleren. Hij draait zich om en een enorme visser torent boven hem uit.
Met het verhaal kun je moeilijk meegaan. Niet alleen omdat het, zelfs binnen de werkelijkheid van de fictie, ongeloofwaardig is, maar ook omdat Von Hebel moeite heeft met tijdsprongetjes. Je bent ineens ergens anders, terwijl je in je hoofd nog niet zo ver bent. En dan die belabberde stijl. Van het verhaal moet De laatste reis van De Vrijheid het niet hebben.
Goede tekeningen
De tekeningen van Fred de Heij zijn gelukkig goed. Zoals gezegd: ik ken de oorspronkelijke verhalen niet, maar ik ben wel meteen terug in de sfeer van de oude strokenstrips als ik dit verhaal lees. Er komen voornamelijk mannen voor op de tekeningen en hun kleding is niet zo tijdgevoelig. De scènes in het heden hoeven daarom ook nauwelijks anders getekend te worden dan die uit het verleden.
Van de tekeningen, met hun rasterwerk voor de grijstinten, heb ik zeker genoten. Maar ik had een De Heij een beter scenario en een betere tekstschrijver gewenst. Voor de echte liefhebbers is dit laatste album waarschijnlijk een hebbedingetje. De anderen kunnen wellicht beter de oude verhalen lezen en bij dit deel alleen de tekeningen bekijken.
Serie: De avonturen van Kapitein Rob
Deel 74: De laatste reis van De Vrijheid
Tekst: Frank von Hebel
Tekeningen: Fred de Heij
Voorwoord: Maarten van Rossem
Uitgever: Personalia
Leens, 2022; 112 blz. € 17,50 (oblong, hardcover)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten