donderdag 28 februari 2019

Regieaanwijzingen voor de liefde (Franca Treur)


Het feuilleton was ooit een vast bestanddeel van elke krant. Een beroemd voorbeeld is Eline Vere van Louis Couperus, dat door de lezers nauwgezet gevolgd werd. Op de tram sprak men elkaar erover aan: 'Heb je het al gehoord? Eline is dood.'

Er zijn nu nog maar weinig kranten die zich aan zo'n vervolgverhaal wagen. Ik weet dat het Reformatorisch Dagblad de traditie nog levend houdt: een roman in afleveringen voor de volwassenen en twee strokenstrips voor de jeugd en elke dag een aflevering.

Blijkbaar heeft ook Trouw het genre weer opgepikt, zij het niet met een dagelijkse, maar met een wekelijkse aflevering. Zo ontstond de roman Regieaanwijzingen voor de liefde van Franca Treur. Nu zijn de vijftig hoofdstukken gebundeld en hebben we de complete roman.

Twee delen

Het oeuvre van Treur lijkt in twee delen uiteen te vallen. Romans als Dorsvloer vol confetti en Hoor nu mijn stem aan de ene kant en anderzijds de verhalen die eerst in de krant gepubliceerd zijn: X en Y, Slapend rijk. In die krantenstukjes is de toon net wat anders en het tempo is hoger. Dat moet ook wel, want de ruimte is beperkt. In de romans is het tempo lager en zit je vaak dichter op de personages.

Regieaanwijzingen voor de liefde is een mix. Het hoge tempo is gebleven. Dat merk je doordat er bijvoorbeeld stukken worden overgeslagen. Het verhaal gaat over een stel, Hanna en Loek, die in het begin van de roman samen werken aan een scenario. Loek krijgt een goede baan aangeboden, waarvan zijn omgeving zegt dat het een kans is die hij niet kan laten lopen. Een hoofdstuk verder heeft hij de baan al. Dat houdt de vaart er lekker in. Van een uitstapje naar Keulen dat Hanna maakt, krijgen we alleen het begin te lezen. De lezer vult het zelf verder wel in.

In de verhalen komen we soms dicht bij de personages, maar omdat de lengte zo beperkt is, is onze betrokkenheid kort. In een roman zitten we dichter op de huid van de personen, maar de schrijfster houdt  in deze roman soms bewust een beetje afstand: alsof wij met haar de personen van een afstandje bezien. We leven mee, maar zijn minder emotioneel betrokken dan bij bijvoorbeeld de hoofdpersoon in Hoor nu mijn stem.

Campert

Daarmee houdt Treur het ook licht en vaak ook humoristisch. Ik weet niet hoe terecht het is, maar ik moest af en toe denken aan De Harm & Miepje Kurk Story (1983) van Remco Campert: de lichte toon, het relatiegedoe, het tragikomische. Ook de naam Loek Botje is Campertachtig.

Hanna en Loek werken samen aan het scenario, waarin de geliefden elkaar uiteindelijk moeten krijgen. De regisseur, Reinout, 'is niet van het idee af te brengen dat de mogelijkheden voor originaliteit juist liggen binnen het cliché.' Het gaat allemaal niet vanzelf en al in het eerste hoofdstuk schiet het door Hanna heen dat Loek en zij hierdoor elkaar misschien juist wel zullen verliezen.

Dat geeft al een mooie spanningsboog in de roman: gaan Hanna en Loek elkaar inderdaad verliezen, wat dan een mooie tegenstelling met het scenario zou zijn, of komt het uiteindelijk allemaal goed en hebben we daarmee de originaliteit van het cliché te pakken, omdat we dat juist niet verwachten?

Problemen

Verder moeten er natuurlijk wat problemen zijn: een zielige ex, waarover Loek zich ontfermt en die haar eigen problemen meebrengt, een schoonmoeder met wie je een dag lang opgescheept zit (en die een Holleederwandeling wil doen), een oude, terminaal zieke buurman.

En hoe loopt het af met het scenario? Komt de subsidie los of moet er eerst van alles veranderd worden? Er staan wel erg weinig regieaanwijzingen in het script, krijgen ze te horen. Daarin klinkt de titel door: zijn er wel regieaanwijzingen voor de liefde of moeten de personen het zelf allemaal maar uitzoeken?

Dat is misschien wel de grondtoon van het boek: mensen die er het beste van proberen te maken in het leven en in de liefde. Ze veroorzaken daarbij ergernisjes bij anderen, waarmee ze weer moeten leren omgaan. Ze observeren zichzelf en elkaar scherp en zijn zich daardoor heel erg bewust van wat ze doen. Daarmee wordt het beeld geschetst van misschien wel een generatie, die leeft in een wereld waarin de grote verhalen verdwenen zijn en waarin je als personage in je eigen kleine verhaaltje je weg moet zoeken.

Humor en mildheid

Treur schetst de mensen zowel met afstand en humor als met mildheid en betrokkenheid en dat is een mooie combinatie. En altijd weer heeft ze haar taal ter beschikking, met fijne zinnetjes, waarom ik vaak breed moest glimlachen. 'Hoewel ze juist niet praten, heeft Loek het gevoel dat hij er maar niet tussen komt' bijvoorbeeld. Of deze: 'hij ziet haar ook als iemand die vaak gekwetst wordt en een gezicht heeft dat erom vraagt.'

De ironie waarvan Franca Treur zich vaak bedient, zit ook in het onderwerp. Door het werken aan een scenario te bespreken, bespreek je ook hoe je een roman of een feuilleton in elkaar moet zetten. Je laat de lezer meeleven met de personages en tegelijkertijd laat je ze zien, zoals indertijd de Revisorauteurs deden: het is maar fictie.

Tekeningen

Bij elk hoofdstuk staat er een mooie tekening van Olivia Ettema. De tekeningen bepalen ongetwijfeld mede het gevoel dat het verhaal oproept. Ettema houdt van een zekere leegte, die de personen terugwerpt op zichzelf. Ze gebruikt vaak wat dikkere lijnen en scherpe schaduwvlakken. In verschillende tekeningen is er een diagonale lijn die de personen scheidt. Stoelen en banken komen op veel tekeningen terug. Soms zijn dat uitgesproken harde stoelen, waarop iemand niet gemakkelijk kan zitten, maar waaraan hij, staande, wel houvast heeft.

Bij het lezen van een roman heb je de neiging om 'plaatjes' als bijzaak te zien, maar dat is niet terecht. Doordat er bij elk hoofdstuk een tekening is opgenomen, bepalen de illustraties mede het boek. Terecht staat de naam van Ettema prominent op het voorplat van de roman.

De nieuwe Treur heb ik zonder nadenken gekocht: ik wilde het gewoon lezen. Ben ik achteraf tevreden? Ja en nee. Het is een goed boek, knap gedaan. Lichte toon en toch wezenlijke onderwerpen. Boek om cadeau te doen en om cadeau te krijgen. En toch. Door de manier van vertellen voel ik me toch minder betrokken dan bij bijvoorbeeld Hoor nu mijn stem. Of heb ik domweg meer affiniteit met de thematiek van dat boek? Dat zou kunnen.

Het zal wel meer aan mij liggen dan aan Regieaanwijzingen voor de liefde. Daar is niet zoveel op aan te merken.
Eerder schreef ik over:
Hoor nu mijn stem
Slapend rijk
X en Y
De woongroep
Maarten 't Hart, Jan Siebelink en Franca Treur in Liter
Over Dorsvloer vol confetti schreef ik niet (omdat toen Bunt Blogt nog niet bestond). Misschien moet ik het gaan herlezen.

maandag 25 februari 2019

De erfenis van Adriaan (Johan Lock)


Sommige boeken glippen stilletjes weg. Je ziet iets bewegen vanuit je ooghoeken, herkent wat het is en je gaat weer verder, zonder er nog aan te denken. Johan Lock kreeg in november 2018 de CLO Literatuurprijs voor De erfenis van Adriaan, maar ik weet niet welke waarde ik daaraan moet hechten. In het verleden heeft het CLO ook allerlei minder goede boeken aangeprezen.

Het boek was toen al een jaar oud en al die tijd had ik er niets over gehoord. Ik heb het een keer voorbij horen komen in de podcast De eerste zin, maar ook daarin worden zowel rijp als groen besproken. Toch heb ik de roman gekocht, voor op de stapel. Je moet immers altijd een voorraadje hebben. De dood door verveling schijnt verschrikkelijk te zijn en die ben ik zo mooi een stapje voor.

Evangelisch

Ik ben De erfenis van Adriaan ook gaan lezen en dat komt door het onderwerp: de oprichting en snelle groei van een evangelische kerk, waarin de voorganger niet alleen gezag, maar ook macht heeft. Lock verwoordt het zo:
Er was eens een man, Adriaan genaamd, die er een twijfelachtige moraal op na hield. Hij was niet erg succesvol, noch in zijn zakelijke, noch in zijn persoonlijke leven; op een dag hoort hij de stem van God, bekeert zich en weet ook zijn broer en diens vrouw in zijn nieuwe overtuiging mee te slepen. Tientallen jaren en honderden medegelovigen later blijkt hij een spoor van vernieling te hebben achtergelaten. 
Het begin van de gemeente wordt gevormd door vijf echtparen, onder wie Adriaan en Johanna, die wekelijks bij elkaar komen om te bidden, te praten, de Bijbel te bestuderen. Zijn broer Gert en diens vrouw Diny behoren ook tot de tien grondleggers. Die twee zijn de ouders van Laurens, de verteller in De erfenis van Adriaan.

Laurens vertelt het verhaal aan zijn zoon, als alles al achter de rug is. Hij is al jaren weg bij de gemeente en wil vertellen 'totdat jullie begrijpen welke erfenis ik jullie heb ontnomen en mijzelf duidelijk wordt wat er nu eigenlijk is gebeurd en waarom ik werd wie ik werd.'

Zwakke constructie

Die constructie is overigens het zwakste uit het boek. Je kunt maar heel af en toe in het boek merken dat het aan de zoon van de verteller gericht is. Het lijkt een model dat er achteraf op geplakt is. Jeroen Olyslaegers deed in Wil iets soortgelijks, maar veel consequenter en daar had de verteller ook een duidelijker doel. Hem moest echt iets van het hart.

Laurens hangt de vertelling helemaal op aan een enkel zinnetje:
'Wat God betreft,' zeg je, 'het zou mooi zijn als Hij op de een of andere manier bestaat, ik zou er alleen niet te veel op rekenen.'
De hoofdletter bij 'Hij' is wat misplaatst, lijkt me, al kun je natuurlijk niet horen of iemand dat woord met een hoofdletter heeft gezegd. Maar het past niet erg bij de inhoud van de zin. Het is ook niet aannemelijk dat dit ene zinnetje de werkelijke aanleiding is voor een zo lang relaas, hoogstens het excuus.

Gezien de titel snap ik wel dat er voor zo'n opzet gekozen: een erfenis wil je ook weer doorgeven aan een kind. Maar omdat dat die veel te slapjes is doorgevoerd, werkt ze niet echt. Het perspectief had veel consequenter aangehouden moeten worden. Als Lock er niet helemaal uit komt, vertelt hij ook zaken die de verteller niet kan weten, gedachten van personen die hem niet bekend zijn. Hier had een redacteur wat schroefjes aan moeten draaien.

Huis van Licht

Maar nu naar de inhoud! Het groepje van tien groeit uit. Er komen gasten op de avonden van samenkomst, er komt een groter gebouw, de organisatie wordt uitgebreid. De gemeenschap noemt zich het Huis van Licht. Adriaan is de voorganger, Bram blijkt profetische gaven te hebben: hij spreekt in tongen en vertelt daarna zijn visioen. De deur naar manipulatie gaat steeds verder open.

De evangelische groepering heeft alle trekken van een sekte: een charismatische leider en de leden van de sekte worden losgeweekt van de buitenwereld. De gelovigen zijn weliswaar in de wereld, maar niet van de wereld. Het gaat zelfs zo ver dat ze begrafenissen van niet-gelovige familieleden niet meer bezoeken.

Ze moeten ook vooral niet zelf gaan nadenken. Een kritische vraag is een uiting van gebrek aan geloof. Als er gevraagd wordt of Adriaan niet erg vaak bij een vrouwelijk lid van de gemeente op bezoek gaat, is zijn antwoord: 'De onreinen is alles onrein.' Dus ook de vraag is 'onrein'. Daar moet je als voorganger geen antwoord op willen geven.

Altijd gehoorzaam

De kinderen binnen de gemeente wordt al vroeg ingepeperd dat de voorganger boven alle verdenking verheven is. Hij is immers door God Zelf aangesteld. Als hij een advies geeft, volg je dat op. Als het jongetje Laurens aanvult dat dat geldt voor de gevallen dat het een goede raad is, zegt de juf: '[A]an een gezalfde des Heren ben je altijd gehoorzaam. Je gaat niet eerst bedenken of je het met hem eens bent. Je doet wat hij zegt en dat pakt altijd goed uit, want God verbindt er Zijn zegen aan.'

Laurens wordt geboren binnen de bubbel van de gemeente. Niet voor niets trekt hij later de vergelijking met de film The Truman Show. De hoofdpersoon leeft in een geregisseerde wereld, een voortdurende real life soap. Hij is de enige die denkt dat dit het echte leven is.

Zo is het ook met Laurens. Zijn broer Otto volgt Adriaan op en wordt voorganger en ook Laurens klimt op in de organisatie: hij gaat een jeugdgroep leiden. Hij heeft wel zijn twijfels van tijd tot tijd, maar is intussen zo verbonden met de gemeente, dat ze onderdeel is gaan uitmaken van zijn leven of misschien zelfs wel zijn leven is. Dat kun je niet zomaar achter je laten.

Tweeslachtige houding

Laurens heeft, ook zoveel jaren nadat hij het Huis van Licht heeft verlaten, een tweeslachtige houding. Hij heeft empathie voor de gelovigen en tegelijkertijd heeft hij kritiek. Het werkt in het boek goed dat die twee naast elkaar bestaan. Op tv wordt bijvoorbeeld een volgeling van een evangelist getoond. De voorganger had voorspeld op welk tijdstip de aarde zou vergaan, maar er is niets gebeurd. De gelovige wordt geïnterviewd.
Het vervult me met mededogen, zo'n lieve godzoeker. Ik zou hem willen zeggen dat hij minder belachelijk is dan de rest van de wereld hem wil doen geloven, of zeker niet belachelijker dan de meeste andere mensen, en dat ook God, of Hij nu bestaat of niet, heel veel van hem houdt.
Een dag later vind ik mezelf veel te mild en verwijt ik die onbekende goedgelovige lulhannes dat hij al die jaren van Bijbelstudie heeft laten passeren zonder zijn kop eens in een emmer koud water te dompelen en zich af te vragen waar hij in godsnaam mee bezig is.
Het is een vraag die Laurens ongetwijfeld met terugwerkende kracht ook aan zichzelf stelt.

'Fanatici waren het, maar aardige fanatici', zegt hij achteraf als hij terugkijkt op de grondleggers van de gemeente en hij vraagt zich af of hij dat andersom moet zeggen: 'Aardige fanatici waren het. Maar fanatici.'

Afstand

Uit zo'n typering blijkt de afstand, zoals ook uit de beschrijving van het bidden in de gemeente, waarbij steeds een andere gelovige het woord neemt: 'Een soort jamsessie van bidders is het, met telkens een ander als solist die met het karakter van zijn of haar gebed de toon bepaalt.'

Dat zijn rake zinnen en gelukkig heeft Lock die veel. Zijn beschrijvingen zijn mild humoristisch en sommige beelden blijven je bij. Zoals van de man die met gesloten ogen op een kruispunt af fietst 'omdat de Almachtige immers belooft dat Zijn kinderen zich nog niet aan een steen zullen stoten.' Natuurlijk is dat een overdreven verhaal, maar het doet de ronde onder kinderen en dat is weer wel geloofwaardig.

Lock had gemakkelijk een boek kunnen schrijven dat zuur was, of boos, of vilein. Dat heeft hij niet gedaan, al zitten de boosheid en het verdriet wel duidelijk in De erfenis van Adriaan. Ja, natuurlijk was het dom dat zoveel mensen als makke schapen achter een lompe, maar charismatische leider aan liepen, maar het was ook begrijpelijk en ook die kant belicht Lock. Daardoor peilt hij dieper hoe zo'n christelijke sekte werkt en misschien wel elke gemeenschap met een dominante, narcistische leider.
Precies zo hebben wij Adriaan, de gezalfde des Heren, die mensen zo allemachtig bot en liefdeloos afkamt. Hij is de stichter van een verbond en een kerk, een man van kennis en inzicht, een onvermoeibaar prediker van het evangelie van genade en een narcist met een bord voor zijn kop. In de handen van onze genadige God die alles weet en overziet, voelen zijn onaangename karaktertrekken misschien wel vederlicht aan. Wie ben ik om die lichtheid alsnog als een last op zijn schouders te leggen?
Dat van die narcist en dat bord zijn gedachten die het vlees mij ingeeft en waar ik niet te veel aandacht aan moet besteden. 

Afgeraffeld

Hoe het afloopt met Adriaan en wat zijn erfenis is, wordt al in het begin van het boek duidelijk gemaakt, als er gesproken wordt over het spoor van vernieling dat hij achterlaat. Dat dat aan het licht komt, krijgt pas goed gang aan het eind van het boek en dan gaat het zo snel, dat je de indruk krijgt dat het een beetje afgeraffeld wordt.

Al eerder zijn er bijvoorbeeld twijfels over de financiën. De gelovigen geven 'tienden' aan de kerk, die ook zelf weer een tiende afstaat aan goede doelen. Iemand vraagt zich af of dat wel gebeurt.. Heeft Adriaan er ook financieel een janboel van gemaakt? Dat krijgen we verderop niet meer te horen.

Al is er best wat aan te merken op De erfenis van Adriaan, het is ook een mooi portret van de opkomst en ondergang van een religieuze gemeenschap. De kracht van het boek ligt in het vasthouden aan beide kanten: de empathie en de kritiek. Je kunt je ergens mee verbonden voelen, ook als je er kritiek op hebt en zelfs als je je er van hebt losgemaakt. Dat is, naast de prettige stijl, al een goede reden om dit boek te lezen. Voor mij, tenminste.

vrijdag 22 februari 2019

Podcast: Haagse zaken


Het nieuws volg ik bepaald niet fanatiek: er gaan weken voorbij dat ik geen enkel journaal zie. In het weekend lees ik een krant en voor de rest moet ik het hebben van wat voorbij komt op internet, de NOS-app en het radionieuws van zes uur in de ochtend. En van podcasts! Soms hoor ik op een podcast dat er ergens ophef over is, terwijl ik van het bestaan ervan niet wist.

Voor de Belgische politiek wend ik mij tot De afspraak op vrijdag voor de Nederlandse tot Haagse Zaken van NRC Handelsblad, die meestal gepresenteerd wordt door Lamyae Aharouay. In elke podcast is er een achtergrondverhaal/analyse/uitleg naar aanleiding van iets wat actueel is. De meest recente afleveringen: 'Dit doen de waterschappen en de Provinciale Staten'; 'Hoe het CDA partijleider Buma bijstuurt naar het midden'; 'Het kernwapendebat is terug in Nederland'; 'Haagse Zaken goes Brexit: de (v)echtscheiding'; 'Waarom Rutte III geld uitgeven moeilijk vindt.' Een overzicht van de afleveringen vind je op de site.

Helderheid

Bij alles staat helderheid voorop: er wordt zo duidelijk mogelijk uitgelegd hoe het zit met een bepaalde kwestie, door twee medewerkers van NRC Handelsblad. Dat zijn meestal journalisten die daar gewoonlijk in de krant over publiceren. Aharouay stelt ze vragen en trekt samen met de gasten de conclusies.

Het is heerlijk om te luisteren naar een podcast over politiek waar nu eens niet de meningen voorop staan, maar de uitleg. Die uitleg is natuurlijk altijd een beetje gekleurd; dat is onvermijdelijk. Maar je krijgt in ieder geval informatie en als je meer wilt weten, kun je altijd verder zoeken.

Presentatie

De presentatie van Aharouay ervaar ik als prettig. Ik heb zelfs op haar gestemd, toen er bij de Dutch Podcast Awards niet alleen op de podcasts, maar ook op de presentatoren gestemd kon worden. Lamyae Aharouay verplaatst zich in de luisteraar die geïnformeerd wil worden en dwingt op een vriendelijke manier de gasten om de zaken duidelijk uit te leggen.

Ik kan mij voorstellen dat de podcast voor een vrij breed publiek interessant is: van middelbare scholieren met maatschappijwetenschappen in hun pakket tot mensen die alles willen weten over de Nederlandse politiek, van mensen met weinig kennis tot mensen die er al best wat van afweten, van mensen met weinig tijd die toch wekelijks geïnformeerd willen worden tot mensen met veel tijd die er nog wel een podcast bij kunnen hebben. Aanbevolen!

woensdag 20 februari 2019

Pol bouwt een boot (Carla & Vilhelm Hansen)


Nog niet zo lang geleden verscheen het album Pol en de vulkaan waar ik hier over schreef. Naast het verschijnen van nieuwe verhalen van Pol, is er ook een heruitgave van de oude verhalen. Opnieuw vertaald, geletterd en ingekleurd. Dat wordt overigens niet vermeld in het eerste deel, Pol bouwt een boot. 

De verhalen over Pol verschenen vanaf 1955 in Nederlandse kranten, maar ze werden nogal gemaltraiteerd: soms ingekort, dan weer verknipt, een volgende keer klopte de volgorde niet. Dat is nu allemaal hersteld.

Dossier

Voor in het eerste album staat een dossier, van de hand van André Taymans. Dat dossier is summier: enkele omslagen in verschillende talen, een paar tekeningen (op een ervan is de voorloper van het beertje Pol te zien), wat illustraties, een beetje tekst.

Over het algemeen vormen de dossiers de meerwaarde van de integrale heruitgaven. Je hebt mooi vormgegeven albums in je kast staan (hardcovers) en in elk album staat een degelijke inleiding, vaak aangevuld met bonusmateriaal.

Pol bouwt een boot is inderdaad een hardcover, maar wat er in het dossier staat, is waarschijnlijk met een enkele zoekopdracht op internet te vinden. Waarom is hier niet steviger op ingezet?

Publiek

Mogelijk moeten we het antwoord zoeken in het beoogde publiek. Veel integrale uitgaven zijn bedoeld voor een wat ouder publiek, naar mijn inschatting. Het zijn de striplezers van vroeger, die nu wat meer te besteden hebben en zich wat duurdere uitgaven kunnen permitteren. Deels uit jeugdsentiment halen ze de strips van hun jeugd in huis. Zij lezen ook met interesse een goed dossier. Dat is aan jongeren minder goed te slijten, neem ik aan.

Zou de integrale uitgave van Pol mikken op een nieuw, jong publiek? Dat zou kunnen, aangezien er tegelijk met de heruitgave van de oude verhalen nog nieuwe verhalen verschijnen. In dat geval is het dossier een compromis: een kruimel informatie voor de volwassenen en zo weinig inleidend proza dat kinderen er gemakkelijk doorheen bladeren.

Het is natuurlijk mooi dat er nu een ongecorrumpeerde versie van het eerste Pol-verhaal is, maar ik denk dat ik niet alleen voor het verhaal het album aangeschaft zou hebben. Niet alle foutjes zijn overigens uit het verhaal gehaald. Op bladzijde 19 zet visser Big per ongeluk de schildpad op zijn hoofd in plaats van zijn hoed. We zijn al twee bladzijden verder als Big daarom moet lachen. Het plaatje sluit wel aan bij het voorgaande, maar op een of andere manier is er toch een continuïteitsprobleem ontstaan.

Pol bouwt een boot

Voor kinderen is Pol bouwt een boot trouwens een prima verhaal. Het tempo is laag: het hele verhaal door is Pol met zijn vrienden een boot aan het bouwen. Maar tussendoor zijn er steeds grapjes die alles licht houden. Op volwassenen komen die wellicht als wat belegen over, maar kinderen zullen ze wel kunnen waarderen.

Het verhaal stopt als de boot te water gelaten is. Dat is een beetje plotseling. De Polliefhebbers missen ongetwijfeld de pannenkoekenmaaltijd. Op het achterplat staat de stapel pannenkoeken overigens wel afgebeeld.

In latere jaren is Pol een ballonstrip geworden, maar in het begin werd het verhaal nog verteld door stroken plaatjes en daaronder de 'gesproken' tekst, waarbij voor elk tekstfragment getekend is wie het uitspreekt. Dat is wel goed gevonden. In de heruitgave zijn de stroken behouden.

Met de veroudering van het verhaal valt het wel mee. Waarschijnlijk zijn dieren ook minder modegevoelig dan menselijke personages. Je ziet wel een ezel voor een kar staan en het model auto dat langskomt, is ook al lang uit de tijd, maar ik verwacht dat kinderen zich daar niet om bekreunen.

Die zijn alleen maar blij met een vrolijk verhaal over een beertje dat inventief is en het samen met zijn vriendjes voor elkaar krijgt om een boot te bouwen.

Titel: Pol bouwt een boot
Tekst en tekeningen: Carla & Vilhelm Hansen
Uitgever: SilvesterStrips
Den Bosch, 2018; 48 blz. € 17,95 (hardcover)

dinsdag 19 februari 2019

Jenny. Een theaterleven (Xandra Knebel)


In de inleiding van Jenny, een theaterleven, vraagt Xandra Knebel zich af hoe ze haar boek over Jenny Arean moet karakteriseren. Ze is geneigd het een theaterportret te noemen, maar suggereert dat het misschien wel een theaterbiografie is.

In het boek volgt Knebel inderdaad de theaterloopbaan van Jenny Arean, maar ze doet meer. Ze begint met het leven. Ze schetst de familie waarin Arean als Jenny Klarenbeek geboren wordt, een familie waaraan theater niet vreemd was. Haar grootmoeder trad bijvoorbeeld al op bij onder meer het cabaret van Jean-Louis Pisuisse en ook opa, Willy van Noord, stond op de planken, net als haar moeder, Conny Renoir.

Het was een 'onrustige' jeugd en de relatie van Jenny met haar moeder is lang onrustig en moeilijk gebleven. Moeder zou daar later zelfs in interviews over spreken, waarna Jenny daar door sommige lezers op werd aangekeken.

ABC-Cabaret

Ook Jenny zou naar het toneel gaan. Ze werd aangenomen door Wim Kan en Corry Vonk om mee te doen in het ABC-cabaret. Later zou Arean de overstap maken naar het toneel en de musical en in 1985 was er haar eerste soloprogramma.

Ze speelde verschillende soloprogramma's en vormde soms met iemand een gelegenheidsduo, bijvoorbeeld met Ischa Meijer, George Groot, Lucretia van der Vloot of Marijn Brouwers. Het opmerkelijkst is, in mijn ogen althans, de combinatie met Willeke Alberti, in het programma Klarenbeek en Verbrugge.

Knebel volgt strak de opeenvolging van de musicals, de toneelstukken, soloprogramma's en televisieseries waarin Jenny Arean speelde. Tussendoor krijgen we te horen hoe het haar op persoonlijk vlak verging: stemproblemen in de jaren zeventig, verschillende huwelijken (onder anderen met Ischa Meijer), het krijgen van een kind en later een kleinkind.

Gescheiden vrouw op oorlogspad

Het persoonlijke leven en het theaterleven raken elkaar verschillende keren, bijvoorbeeld als ze met Ischa Meijer speelt, die bekend was als journalist (interviewer) en schrijver, maar die op het toneel alles nog moest leren. Jenny Arean speelde samen met hem toen ze een relatie hadden en toen dat huwelijk afgelopen was, maakte ze haar eerste soloprogramma: Gescheiden vrouw op oorlogspad. 

Daar ging ik indertijd naar kijken, in de kleine zaal van de schouwburg in Arnhem, waar ik vaker kwam. Verschillende keren zat daar ook een man met een grote flaphoed. Later begreep ik dat dat Thomas Verbogt was.

Kracht, vitaliteit en prachtige liedjes. Dat herinner ik me van die avond. Humor ook, zoals bij het laatste nummer ('Godallemachtig'), waarin aanvankelijk vreselijk geslijmd wordt met het publiek. De pianist heeft nog een schnabbel, dus ze moeten stoppen, maar als iedereen nog wat geld geeft, kan het optreden nog wat langer duren. Intussen gaat er een teil rond, waarin geld gegooid moet worden. Dat zet weinig zoden aan de dijk en dan krijgt het publiek er ongenadig van langs. Heerlijk.

Nieuwsblad van het Noorden, 5 oktober 1985 
In die tijd kende ik Jenny Arean van 'Vluchten kan niet meer', met Frans Halsema en verder wist ik niet veel van haar. Maar die avond werd ik overrompeld en sindsdien kon ze weinig kwaad bij mij doen. Ik was dan ook geïrriteerd toen ik een interview las met een rancuneuze Ischa Meijer, die breed mocht uitmeten hoe lelijk Jenny Arean 'Love for sale' had gezongen.

Kritiek

De kritiek is over het algemeen vriendelijk geweest voor Jenny Arean. Nou ja, die lof heeft ze natuurlijk afgedwongen: een stem als een klok, het vermogen om een lied diep te peilen en goed te brengen en het kiezen van de juiste tekstschrijvers (Ivo de Wijs, Jan Boerstoel, George Groot, Robert Long, Jurriaan van Dongen, om er maar enkele te noemen).

Ze was daarbij terecht kritisch. Zo weigerde ze ooit een compositie van Harry Bannink. Niet omdat die niet goed was, maar omdat ze iets anders bij een bepaalde tekst wilde.

Dat alles heeft ertoe geleid dat ze een geweldig oeuvre bij elkaar heeft gespeeld en gezongen. Achter in het boek van Knebel is er een lijstje opgenomen van tien belangrijke liedteksten, die integraal zijn afgedrukt. Jammer genoeg staat daar geen komische tekst tussen, zoals 'De begrafenis van Manke Nelis', terwijl ook het komische een substantieel aandeel is geweest in het werk van Arean.

Helderheid

Jenny, een theaterleven leest bijzonder prettig. Je voelt de betrokkenheid van de schrijfster, maar ze heeft genoeg afstand om verslag te doen op een manier die niet als subjectief overkomt. Knebel heeft een aangename helderheid in het presenteren van wat er gebeurd is en in haar formuleringen. In de gedeelten waarin ze Jenny Arean citeert, hoor je de geïnterviewde praten.

Het verantwoorden van de herkomst van de informatie is slim gedaan: geen overdaad aan voetnoten, maar in de 'Oeuvrelijst theater, televisie en film' staat bij elke productie welke krantenartikelen zijn geraadpleegd. Uit de recensies wordt rijk geciteerd, waardoor je een helder beeld krijgt van de reacties van de recensenten.

Vooral in die recensies heeft Knebel zich goed ingelezen, al lijkt het soms net iets meer dan het is. Dan zijn er allerlei kwalificaties geciteerd uit een advertentie, zonder dat er verwezen wordt naar de achterliggende recensies.

Verder waren er natuurlijk gesprekken met Jenny Arean en met mensen in haar omgeving (George Groot, Ivo de Wijs, Brigitte van Gool en Ale van Dijk). Met die personen is maar een enkel gesprek gevoerd, maar toch heb je niet het idee dat je iets mist. Blijkbaar heeft Knebel een zeer efficiënte manier van interviewen.

Keukentafel

Al veel genoemd is de keukentafel van Jenny Arean, waaraan gepraat wordt, gegeten, gerookt en gedronken en in de gesprekken wordt dan duidelijk wat er moet gebeuren. Arean schrijft niet zelf haar teksten en toch staan veel teksten dicht bij haar. Dat komt doordat de tekstschrijvers zo goed weten wat ze graag in het lied wil hebben. Jan Boerstoel schreef bijvoorbeeld de tekst 'Amsterdams parfum', die beeldend een olfactorisch portret van Amsterdam oproept, hoewel hij geen Amsterdamse achtergrond heeft. Naar verluidt zou Willem Wilmink zich eerder op die tekst stukgebeten hebben.

Als Jenny Arean het zingt, is het echter haar tekst: daar is ze in gekropen en ze kan een tekst zo brengen, alsof ze aan ons persoonlijk een verhaal vertelt. Een van haar lijfliederen, 'Wat heb ik over?' is overigens spontaan geschreven door George Groot, maar wel precies van toepassing op Arean.

Apie

Nadat ik Gescheiden vrouw op oorlogspad had beluisterd, ben ik nog verschillende keren naar een optreden van Jenny Arean geweest. Ik herinner me Neem je een apie voor me mee, waarin ze optrad met George Groot. Als ze een duet zongen, zong de pianist, Martin van Dijk, mee, zodat Groot niet weggeblazen werd. Ik kocht de LP's en later de cd's van de shows en een cd waarop Jenny Arean liederen van Ischa Meijer zingt.

Met Knebels interpretatie van de liedteksten kan ik vaak meegaan, maar ik denk niet dat ik 'Wintertenen, luizen en eczeem' als 'hoopvol' zou betitelen. Weliswaar vertelt het nummer dat er ook in de ellendigste omstandigheden nog muziek is, maar dat is niet alleen maar hoop: 'Zo liegt de mens zichzelf uit al zijn rampen.' Met muziek kun je niet alleen de ellende verlichten, maar ook verdoezelen.

Maar goed, het zijn kleinigheden. Jenny, een theaterleven is een mooi boek geworden. Het is een portret van een belangrijke theatervrouw en het is goed dat dit bij haar leven uitkomt. Zij hoort ongetwijfeld bij de groten. Laten we zeggen dat ze zich kan meten met vrouwen als Conny Stuart en Adèle Bloemendaal. Een vrouw om je hoed voor af te nemen. En om veel naar te luisteren natuurlijk.

Jenny. Een theaterleven, door Xandra Knebel. Uitgeverij Water, z.pl. 2018. 240 blz. € 24,99 (gebonden)









zaterdag 16 februari 2019

Podcast: Tzumcast


De boekenpodcasts -het zijn er nogal wat- kun je grofweg in twee soorten verdelen: die waarin een schrijver geïnterviewd wordt en die waarin een groepje mensen praat over een boek. In de eerste categorie besprak ik Boekenpodcast Het Verhaal, in de tweede Boeken FM. Tzumcast behoort tot de tweede soort: een panel van drie (Coen Peppelenbos, Roos Custers en Bart Temme) bespreekt een boek, onder leiding van Willem Goedhart.

Op iTunes vind je de podcast bij Podgront, waar ook andere podcasts zijn ondergebracht. Ik heb ook wel eens zitten luisteren naar een recept van een paar honderdjaar oud. Voor bitterkoekjesvlade, geloof ik. Je kunt trouwens ook hier een overzicht van de afleveringen vinden. 

Nauwkeurig lezen

De deelnemers aan het gesprek zijn nauwkeurige lezers, die met betrokkenheid over het behandelde boek kunnen vertellen. Je merkt dat ze elkaar goed kennen en zich op hun gemak voelen. De sfeer is aan de ene kant zakelijk (goed ingaan op het boek) maar aan de andere kant ook huiselijk (bijvoorbeeld als de katten de sprekers even afleiden). De gesprekken zijn ontspannen, kennen luchtige momenten, maar zijn bovenal informatief: je krijgt gefundeerde oordelen over een boek en kunt daarna zelf beslissen of je het wel of niet gaat lezen. 

Het panel van Tzumcast bespreekt een een boek van Marieke Lucas Rijneveld.
Foto gejat van tzum.info
En.... er zijn geen rubrieken! Er wordt niemand opgebeld, er zijn geen vragen van luisteraars, er worden geen nieuwtjes verteld. Dat is een waar genoegen. Ik neem aan dat de luisteraars de podcast aanklikken vanwege de literatuur en niet opdat ze allerlei andere vormen van amusement tot zich nemen.

De mannenstemmen zijn goed van elkaar te onderscheiden, zodat je weet wie er aan het woord is. De gespreksleider zorgt ervoor dat er niet te ver wordt afgedwaald, maar dat kost niet zoveel moeite.

Doordat de besprekers veel gelezen hebben, krijg je vaak ook aardig wat informatie over de rest van het oeuvre van de schrijver. Altijd leuk, al is het besef dat er nog meer boeken zijn die je eigenlijk had behoren te lezen wel eens wat ontmoedigend. 

Nederlandse literatuur

Tot nu toe is er alleen Nederlandse literatuur besproken. Nou ja, Hemelse mevrouw Frederike ging over de biografie van Fritzi (die we niet meer zo mogen noemen) ten Harmsen van der Beek en daarmee ook weer over Nederlandse literatuur. Verder werden bijvoorbeeld besproken: De trooster (Esther Gerritsen), Grand hotel Europa (Ilja Leonard Pfeijffer), Gezien de feiten (Griet op de Beeck), De avond is ongemak (Marieke Lucas Rijneveld) en Goede mannen (Arnon Grunberg).

Veel van de boeken die besproken worden heb ik gelezen of ben ik van plan te gaan lezen, maar eigenlijk maakt dat niet uit. Praten over literatuur door mensen die er verstand van hebben en er plezier in hebben - dat luistert altijd lekker. 

TV kijk ik al tijden nauwelijks meer, vooral omdat ik er weinig mee opschoot. Itempjes van tien minuten of nog korter; mensen die even snel iets mogen zeggen, zonder dat er tijd is voor nuance; de waan van de dag. Ik denk dat podcasts een mooi tegenwicht kunnen bieden tegen al die vluchtigheid. Aan een uur lang praten met een schrijver of drie kwartier lang hardop nadenken over een boek heeft een luisteraar veel meer. Probeer maar eens. 

Mocht er een literatuurliefhebber die de site van Tzum nog niet kent, die kijke hier. Ik kan mij maar moeilijk voorstellen dat er lezers zijn die dat niet zouden weten. 

vrijdag 15 februari 2019

Pola (Marcel Ruijters)


Brave, rechtlijnige verhalen - dat is niets voor Marcel Ruijters. Uit zijn albums spreekt een grillige geest, die het avontuur zoekt en zich daarbij niets aantrekt van de beperkingen van de werkelijkheid. Zijn werk vereist dan ook lezers die evenmin braaf en rechtlijnig zijn en graag met hem het avontuur willen aangaan.

In het boek loopt een personage rond dat we al kennen uit Het 9e eiland (2017): het meisje Pola, nu uitgegroeid tot een jonge vrouw. In dat album speelde de negende kunst, die van het stripverhaal, al een duidelijke rol. Ook in Pola is het medium waardoor het verhaal tot ons gebracht wordt, de strip,  tevens onderwerp.

Altijd 1913

Op een gegeven moment bevindt Pola zich niet meer op een eiland, maar op het vasteland, waar de tijd vastgezet is op het jaar 1913. Het is daar dus altijd hetzelfde jaar. Dat is natuurlijk problematisch, want er is wel verloop van tijd en de personages kunnen zich bewegen; ze zijn niet gestold in het moment.


Blijkbaar is er ook keuze: er wordt gediscussieerd over het vasthouden aan het jaar 1913 of niet. Iemand zegt dan:
We zouden ons beleid kunnen modelleren naar de strips in de krant! Dat zijn tenslotte stiltaande plaatjes die beweging suggereren, en veel ook!
Dat gebeurt ook bij het stilstaande plaatje waarop dat gezegd wordt: we horen de man praten, we zien een andere spreker met een armgebaar ondersteunen wat hij zegt en we lopen in de volgende tekeningen moeiteloos met de personages de ruimte uit, zoals we ook met gemak meegaan naar andere tijden. De stilstaande plaatjes blijken heel wat macht te bezitten.

Macht

Macht is ook een thema, gesymboliseerd door een persoon die de macht heeft over de hele wereld. Het is een uitvergroting, maar dat maakt dan ook meteen duidelijk waarom het draait. Ruijters houdt sowieso van het groteske.

Het medium strip wordt niet alleen gethematiseerd, er wordt ook verschillende keren naar verwezen. Bij het grijpen van de macht denken we natuurlijk meteen aan De generaal. Het personage Bodo ziet ineens voor zich hoe hij machtig kan worden en zegt: 'De macht! Gargl. Vrot.' Het is alsof we de generaal zelf horen.

Schildpad

Pola is overigens heel erg geïnteresseerd in boeken. Boeken zijn een bron van kennis en zij hongert naar kennis, maar de boeken brengen evengoed de verbeelding op gang. In de slotscène zien we haar dan ook, zittend op de rug van een zeeschilpad, lezend, met een hele lading boeken om zich heen.

Die schildpad komt in Pola ook voor als drager van de wereld. Dat is niet nieuw: ook bij Chinezen en Indianen is de schildpad de basis, net als bij de 'discworld' van fantasy-auteur Tim Pratchett. De andere theorie in Pola behelst dat de aarde zich bevindt in het binnenste van een monstervis.

De schildpad op de laatste tekening draagt Pola met haar boeken, en je zou boeken ook werelden kunnen noemen. Elk boek is een wereld op zich.

Het mooie is dat je in een strip geen keuze hoeft te maken: je kunt tekenen dat een schildpad de wereld draagt, maar je kunt ook de grote walvis tekenen waarin de wereld ronddobbert. In een strip kan namelijk (bijna) alles.


Landkaart

Zoals een boek een weergave kan zijn van de werkelijkheid, is een landkaart dat ook. In Pola is ook een landkaart niet alleen een weergave, maar een wereld op zich. Mensen verdwijnen in de kaart en komen in een andere wereld terecht. Werelden zijn bij Ruijters nooit strikt gescheiden en de ene is niet per definitie meer werkelijk dan de ander. Een droom ervaar je bijvoorbeeld als een bestaande wereld.

Pola is een boek vol werelden, die onderscheiden maar niet gescheiden zijn, zoals de verschillende tijden niet strikt gescheiden zijn. De overstapjes in tijd en plaats houden de lezer alert. Je weet dat je een product van de verbeelding leest en je wordt er ook steeds op gewezen dat het verbeelding is, en toch heb je de neiging om in het verhaal te verdwijnen, zoals de personages in een landkaart. Op het moment dat iets verteld wordt, bestaat het namelijk, zoals wijzelf bestaan.

Geen samenvatting

Elke poging om het verhaal in Pola na te vertellen, doet het tekort. Er zijn verschillende keren verwijzingen naar Het 9e eiland, maar dit nieuwe album is goed als apart boek te lezen. Uit het weefsel van verhalen, van werkelijkheden, van wat er gedroomd en gevreesd wordt, rijst vooral een wereld van ongekende mogelijkheden op. Wanneer we ons laten leiden door de verbeelding, vallen veel beperkingen weg. Vóór alles lezen we een Ruijtersboek, een boek gemaakt door een soepele geest. En dan zijn er natuurlijke de fraaie tekeningen met de karakteristieke, stevige lijnen.

Het is heerlijk om de wonderlijke tochten mee te maken waartoe Pola je uitnodigt of misschien zelfs dwingt. En als je het boek dichtslaat, vraag je je af uit welke verhalen je eigen leven bestaat. Ook daarin lopen tijd en plaats door elkaar. Je bent degene die je bent en tegelijkertijd ben je de kleuter, de puber, de jongvolwassene die je was. En door wie zouden die verhalen bedacht zijn?


Titel: Pola
Tekst en tekeningen: Marcel Ruijters
Uitgever: Sherpa
Haarlem 2017; 144 blz. hardcover, € 24,95.

vrijdag 8 februari 2019

Podcast: Zwijgen is geen optie


Er zijn, op allerlei gebied, podcasts die vooral bestaan uit het weergeven van een gesprek. Die zijn wel aan mij besteed, tenminste als een beetje een goede interviewer het gesprek voert. Jammer genoeg denken veel podcastmakers dat dat niet genoeg is en dan moeten er allerlei rubriekjes toegevoegd worden. Meestal maken die de podcast niet beter.

Zwijgen is geen optie beperkt zich tot het gesprek. Pas toen ik wat dingen nakeek voor dit stukje, kwam ik erachter dat er ook filmpjes zijn. Die vind je op de bijbehorende website.

Pioniers

De mensen die geïnterviewd worden, zijn pioniers, die, elk op hun eigen gebied, de wereld beter willen maken. Iemand zoekt goedbetaalde banen voor vluchtelingen, iemand bouwt een eigen school, iemand geeft agressiebegeleiding in gevangenissen, iemand traint ratten om landmijnen op te sporen, iemand kweekt duurzame vis, iemand zet een systeem op waarin burgers andere burgers uit de armoede helpen. De eerste drie zijn op film te zien, de laatste drie zijn te horen op de podcast.

Inherent aan de opzet is dat Zwijgen is geen optie een optimistische podcast is. Alle mensen die geïnterviewd worden, hebben niet alleen de vaste overtuiging dat er dingen anders kunnen, maar ook dat er dingen anders moeten en dat er niets verandert wanneer iedereen op zijn gat blijft zitten en niets anders doet dan zorgelijk kijken.

Je vindt de podcasts op verschillende plaatsen, bijvoorbeeld hier. Handig is het overzicht van alle gesprekken op Wikipedia.

Interviewer

De interviewer is Anthony Bosschem, die dat bijzonder aardig doet. Van veel situaties kan hij de humor inzien, waardoor het gesprek altijd licht blijft, ook als de onderwerpen wat zwaarder zijn. Hij is nieuwsgierig naar zijn gasten, heeft het vermogen zich te verbazen niet verloren en kan op een vriendelijke manier kritische vragen stellen als dat nodig is. Hij bepaalt de sfeer in het gesprek.

Wie naar Zwijgen is geen optie luistert, wordt vanzelf enthousiast. De bedoeling is dat je daarna ook wat gaat doen, bijvoorbeeld je op de site aanmelden als 'mecenas'. Ook als je dat niet doet, zijn de gesprekken een aanrader. Probeer maar.


donderdag 7 februari 2019

Een glimp van de hemel (Jan Riemersma)


Misschien is Rembrandt wel de bekendste schilder der Nederlanden. Nou ja, Van Gogh kent ook iedereen. Maar ik denk dat Rembrandt nog meer doorgedrongen is in alle lagen van de bevolking. Zo herinner ik me uit mijn jeugd een koektrommel met De nachtwacht erop. En in verschillende huisgezinnen lag of stond de Rembrandtbijbel.

Een klein jaar geleden kreeg ik als cadeau Een glimp van de hemel. Het geheim van Rembrandts geloof, door Jan Riemersma. Mooi boek: glanzend papier en heel veel afbeeldingen van werk (schilderijen, etsen, tekeningen) van Rembrandt op paginagroot formaat.

Rare fouten

Er is zoveel mogelijk geprobeerd om tekst en illustratie bij elkaar te houden. Daardoor zijn de tekstpagina's niet altijd gevuld. Dat is alleen maar handig. Maar daarbij zijn er wel heel rare fouten gemaakt. Onder aan de bladzijde een kopje, zonder tekst eronder. De tekst staat dan op de volgende pagina of zelfs nog verder weg, als we eerst een pagina met afbeelding krijgen.

Zo'n fout, die verschillende keren gemaakt wordt, loopt nogal in het oog, maar is niet hersteld. Ik las namelijk de tweede druk (uit 2017) en ik vermoed dat het in de eerste druk al net zo fout zat. Het is zo lelijk, dat het pijn doet aan de ogen en het komt ook bijzonder amateuristisch over. Uitgever Kok zal toch wel iemand in dienst hebben die dit soort opzichtige fouten eruithaalt? Juist in een boek waarbij de esthetiek belangrijk is, mag dit soort knulligheden niet voorkomen.

Bijbelse afbeeldingen

Riemersma behandelt in Een glimp van de hemel de werken van Rembrandt met Bijbelse afbeeldingen. Hij doet dat in hoofdstukken als 'Rembrandt reformator,' 'Rembrandt als exegeet,' De Paulinische Rembrandt', 'De Johanneïsche Rembrandt'.

In al die stukken wordt Rembrandt als gelovige gezien, die in zijn schilderijen uiting geeft van zijn geloof. Een onderbouwing daarvan ontbreekt. Dat lijkt verdacht veel op een cirkelredenering: Rembrandt geeft in zijn schilderijen uiting van zijn geloof: kijk maar naar zijn schilderijen. Schilderijen met andere afbeeldingen (groepsportretten, landschappen, mythologische afbeeldingen) worden niet genoemd. Alleen de werken die passen in de redenering van de schrijver komen aan de orde.

Dat Rembrandt ook andere motieven gehad kan hebben, zoals de vraag naar bepaalde thema's, de verkoopbaarheid van schilderijen, blijft onbesproken. Marktwerking zal wellicht een rol gespeeld hebben. En een schilderij alleen maar zien als uitdrukking van iemands opvattingen of persoonlijkheid, past misschien minder in Rembrandts tijd dan in de onze.

Bovendien neemt Riemersma net zo gemakkelijk schilderijen mee in zijn beschrijving die niet van Rembrandt zijn maar vroeger aan hem werden toegeschreven. Als dat schilderijen van zijn leerlingen zijn, zullen die door de grote meester beïnvloed zijn, maar drukken die werken dan ook de opvattingen van Rembrandt uit? Het lijkt me uiterst dubieus.

Nauwkeurige beschrijving

Riemersma beschrijft de schilderijen overigens nauwgezet en door zijn beschrijving ga je nauwkeuriger kijken. Hij blijkt ook oog te hebben voor de compositie: vlakverdeling, doorgaande lijnen, licht en donker. Daarbij is hij echt een kijkhulp.

Ook laat hij onderlinge verbanden tussen de werken zien. Dat kunnen thematische overeenkomsten zijn, maar ook compositorische. Zo laat hij zien hoe hecht het oeuvre van Rembrandt is.

Dominee

In de beschrijving van de schilderijen is Riemersma het sterkst. Maar verderop in zijn stukjes toont hij zich altijd een dominee. De stukjes krijgen dan het karakter van een meditatie, waarin het publiek rechtstreeks toegesproken wordt, met 'je', 'wij' en 'ons'. Een voorbeeld: Rembrandt schilderde Jacob, die aan het eind van zijn leven zijn kleinkinderen, de twee zonen van Jozef zegent. Daarbij kruist hij zijn handen, zodat zijn rechterhand de jongste zegent en niet de oudste. Riemersma:
Op deze fijnzinnige wijze vertolkt Rembrandt het geheim van Gods genadige verkiezing. Een kruiselingse zegen die vooruit wijst naar de zegen die het Kruis van Christus ons brengt: verzoening en verlossing. (...) Die [zegen] werkt dus niet automatisch, is geen magie, maar vraagt om een menselijke reactie. Wij mogen Gods zegen beamen met het antwoord van ons hart.
Ik kan me voorstellen dat lezers het gevoel hebben dat ze erin geluisd zijn: ze dachten een boek over Rembrandt te lezen, maar het blijkt de schrijver meer te gaan om het verkondigen van het geloof, waarbij hij de lezer ongevraagd in zijn eigen kring trekt.

In het citaat valt ook het bijvoeglijk naamwoord 'fijnzinnige' op. De schrijver geeft aan wat we van het werk moeten vinden. Ook door bijvoorbeeld: 'Rembrandts gevoeligste oudtestamentische uitbeelding', 'een van de allermooiste', 'een van zijn teerste en intiemste Bijbeltaferelen'. Met dat soort oordelen zit de schrijver soms de lezer in de weg. Mag die ook nog zelf wat van de schilderijen vinden.

Preken voor eigen parochie

Ik denk dat dit boek vooral bedoeld is als preken voor eigen parochie (al klinkt dat te Rooms). Christelijke lezers zullen bevestiging vinden in wat Riemersma schrijft. Ze herkennen de overtuigingen die ze al hadden en worden daarin bevestigd. Dat is altijd prettig. Voor de overige lezers blijven de nauwkeurige beschrijvingen, de mooie afbeeldingen, maar ook de prekerige toon en de typografische missers. Maar Rembrandt blijft natuurlijk overeind staan.

dinsdag 5 februari 2019

Mummies en Monsters (Brammetje Bram 2, Ryssack)


Waarom worden integrale uitgaven gekocht? Als iemand van een bepaalde serie houdt, mag je aannemen dat hij al veel losse albums heeft. Waarom dan ook nog de herdrukken in harde kaft aangeschaft?

De herdrukken zijn over het algemeen mooiere uitgaven. Ze staan goed in je kast en als ze naast elkaar op de plank staan, heb je ze voor het grijpen. Dat is handig voor een striplezer die de losse albums niet netjes ordent.

Dossier

Verder hebben de integrale uitgaven vaak inleidingen, de zogeheten dossiers, met boeiende informatie over de tekenaar, de scenarist of de drukgeschiedenis. Er zijn aankondigingen opgenomen, tijdschriftomslagen waarop de reeks wordt gemeld, interviews, anekdotes. Allemaal extraatjes die de albumkoper niet heeft.

Ook is er soms een toegift, in de vorm van een kort verhaal, ooit ergens gepubliceerd, maar daarna moeilijk vindbaar. Juist de zaken die een album niet biedt, maken de integrale uitgave aantrekkelijk.

Bij Brammetje Bram is er nog een andere reden om de integrale uitgave aan te schaffen. Veel van de verhalen zijn nooit in albumvorm verschenen. Ze kwamen niet verder dan de tijdschriftpublicatie. Eerder schreef ik over deel 1, nu is deel 2 verschenen: Mummies en monsters.

Dit deel bevat drie verhalen: 'De levende mummie', 'De listen van Linke Loe' en 'De schrik van Torantijn'. In het allereerste verhaal over Brammetje Bram kwam het jongetje per ongeluk terecht op het schip van Knevel de Killer. In dit tweede deel wil hij onderhand wel naar huis. U snapt het al: er komt steeds iets tussen.

Naar huis

Maar in het derde verhaal van deel 2 gaat Brammetje daadwerkelijk naar zijn thuishaven: Torantijn. In het vissersplaatsje blijkt het echter helemaal niet pluis te zijn. De kroegen zijn gesloten en niemand vertoont zich op straat. Een verschrikkelijk monster heeft zo'n beetje de hele zeevaart stilgelegd. Of zijn er alleen maar verhalen over een monster?

Begin jaren zeventig las ik Brammetje Bram in Sjors. Dat zal meespelen bij mijn sympathie voor de verhalen. Door het lezen van de strip maak ik contact met een leeftijd die ik al lang achter me heb gelaten. Maar ook als ik wat meer afstand neem, kan ik wel snappen dat Brammetje Bram een aangename strip is. Ryssack is een vaardig tekenaar, met een bijzonder soepele lijn. De schwung waarmee hij Knevel en zijn mannen neerzet is heerlijk om te zien.

Het verhaal heeft meestal genoeg vaart, er zit aardig wat humor in (de Chinese kok wil steeds de kat van Bram verwerken in de loempia's) en de dialogen zijn vlot. Een enkele keer maakt de tekenaar het zich gemakkelijk, bijvoorbeeld bij een gevecht, dat hij reduceert tot een wolk waar hier en daar een arm of een been uitsteekt. Aan de andere kant is dat ook wel begrijpelijk. Brammetje Bram is ook en eigenlijk vooral bedoeld voor de jonge en wellicht teerhartige lezer en dan is het misschien wel verstandig om geweld te suggereren in plaats van het te laten zien.

Geweld

Dat geweld heeft altijd iets goedmoedigs en ook iets grappigs, zodat niemand zich eraan kan storen, maar dat geldt voor de hele setting. Knevel mag dan wel een 'killer' genoemd worden, maar zijn schip heet 'De Zeemadelief' wat een aandoenlijke naam is voor het schip van een kaper. De kapitein van zo'n schip moet wel een ruwe bolster met een blanke pit zijn.

Met de hoofdpersoon, Brammetje, kun je je gemakkelijk identificeren. Hij is immers een gewoon jongetje, zoals wij ook zijn (geweest), die maar per toeval in de omgeving van ruwe zeebonken terecht is gekomen. En hij laat zich niet corrumperen door zijn omgeving.

Hoewel hij aan boord de zwakste is, moet hij toch verschillende keren de bemanning van de Zeemadelief redden. Dat maakt natuurlijk dat de kapers sympathie hebben voor het scheepsmaatje. En als lezer ben je er trots op dat degene met wie jij je geïdentificeerd hebt, het toch maar weer mooi geflikt heeft.

Sober

Het dossier in Mummies en monsters is aan de sobere kant: alleen een interview met tekstschrijver Frans Buissink. Het dossier is samengesteld door Hans van den Boom, naar wiens naam je overigens wel moet zoeken.

Het is  een leuk interview, waarin we een mooi kijkje krijgen in het functioneren van een redactie. Ik las met verbazing dat het blad Sjors op een gegeven moment 360.000 abonnees had. Als elk blad door gemiddeld drie mensen gelezen wordt, betekent dat een lezerspubliek van meer dan een miljoen! Dat waren nog eens tijden. Als het geheugen van Buissink tenminste klopt.

Of de reeks een beetje loopt, is mij onbekend. Het zou mooi zijn als de sympathieke strip weer een beetje onder de mensen komt.




Serie: De Complete Brammetje Bram
Deel: 2. Mummies en monsters
Tekeningen: Eddy Ryssack
Tekst: Frans Buissink
Uitgever: Arboris, Zelhem 2018; 16o blz. gebonden, €24,95

vrijdag 1 februari 2019

Podcast: De brand in het landhuis


Podcasts kun je luisteren wanneer je wilt, maar van sommige wil je elke aflevering meteen horen als die online staat. Zo eentje is De brand in het landhuis. Spannend en mooi.

De maker is Simon Heijmans, van wie ik nu ook zijn vorige podcast aan het beluisteren ben: Voor altijd duurt een jaar, waarbij ook een theatervoorstelling hoort. 

Brand

De brand in het landhuis speelt zich af in Vught. Daar brandde in 2003 een landhuis uit, van de grootgrondbezitter Ewald Marggraff. Hij werd later dood achter de voordeur gevonden. Saillant detail: iemand had de sleutel, maar de brandweer ging niet naar binnen, omdat Marggraff toch niet thuis zou zijn. 

Marggraff bezat veel schilderijen en hij zou zestien miljoen euro op een Zwitserse bankrekening hebben. Maar dat geld is misschien weg en de schilderijen heeft ook niemand meer gezien. Wat is er eigenlijk gebeurd?

Onderzoek

Simon Heijmans gaat op onderzoek uit. Hij spreekt mensen in Vught: de burgemeester, een plaatselijke journalist.  een huisvriend. Hij zoekt contact en je vraagt je af of die mensen wel met hem willen praten. Als Heijmans op een dood spoor zit, vraag je je af hoe hij verder moet. Als lezer ben je heel erg betrokken bij zijn zoektocht. 

Dat komt doordat Heijmans de podcast heel slim in elkaar heeft gezet. Geluidsfragmenten wisselt hij af met door hem ingesproken tekst. Die 'tussenteksten' of inleidende teksten zijn heel goed: to the point, het juiste verklappend en verzwijgend, goed van stijl. Hij geeft je net genoeg informatie om je geïnteresseerd te maken en net te weinig informatie om je goed te informeren, zodat je hongerig blijft: je wilt weten hoe het zit.

Cliffhangers

Heijmans is ook de meester van de cliffhanger: aan het eind van de uitzending krijg je vaak te horen wat er in de volgende aflevering gaat gebeuren. Hij zit lang achter iemand aan, kan hem niet te pakken krijgen, maar dan ziet hij ineens een bericht in zijn mailbox. En pas de volgende aflevering vertelt hij wat daarin staat. 

De brand in het landhuis is een heerlijke podcast. In de eerste plaats is het een spannend verhaal. Het heeft een duistere kant en je vermoedt allerlei praktijken die het daglicht niet kunnen verdragen. Je wilt als luisteraar gewoon weten hoe het nu echt zit.

Verder leef je heel erg mee met Simon, die zich helemaal in het onderzoek heeft gestort. Een enkele keer vind ik hem een tikje overdreven, maar over het algemeen snap ik wel waarom hij nieuwsgierig, ontroerd, teleurgesteld of verward is. 

Ten derde gaat de figuur Ewald Marggraff steeds meer voor je leven: een excentrieke man, die heel veel land bezit. Andere mensen snauwt hij het liefst af; hij wil ze op een afstand houden. Tegen allerlei instanties (bijvoorbeeld de gemeente) spant hij rechtszaken aan. Hij is jurist en hij weet precies wat hij wel en niet kan doen. Hij lijkt er ook plezier in te hebben zich wat pesterig op te stellen. 

Tragisch

Maar het is ook een tragische man en zeker zijn einde is droevig. Die beide kanten krijg je van hem te zien. Hij intrigeert, ook door de geheimen die hij lijkt te hebben. 

Als je nog geen enkele aflevering van deze podcast hebt gehoord, ben je bofkont: je kunt een heel stel afleveringen achter elkaar gaan beluisteren. Als je er eenmaal aan begint, doe je dat ook. Je wordt meegezogen het verhaal in en dat laat je graag gebeuren. Tenminste, zo verging het mij. 

Veel plezier bij dit spannende verhaal. Je vindt de afleveringen hier. Op het moment dat ik dit tik, wacht ik op aflevering 5. Morgen komt die bij mij binnen. Ik wrijf al in mijn handen. 


Simon Heijmans werd geïnterviewd in het programma Kunststof.