vrijdag 29 januari 2021

Podcast: Phasmophobia, Ramses Shaffy Zonder Bagage

 


Phasmophobia

Van de makers van De Blankenberge Tapes (even naar beneden scrollen op de gelinkte pagina) is een podcast verschenen met eenzelfde formule: Phasmophobia. Waarom de titel in het Engels is en de podcast niet Phasmofobie (angst voor spoken) wordt genoemd, is mij niet duidelijk. 

De makers, Pascal van Hulst en Thom Hofland, hebben hun eigen werkwijze. Er is een scenario, in die zin dat de plot is uitgedacht, maar de tekst is niet uitgeschreven, zodat de acteurs ook echt de personages moeten spelen en zelf hun zinnen moeten vormen. Verder wordt er ook nog op locatie gespeeld, om de acteurs nog beter in het verhaal te krijgen. Bij De Blankenberge Tapes werkte dat concept goed en eigenlijk gaat dat ook goed bij Phasmophobia

Landhuis

De locatie in deze podcast is een oud landhuis, waarin een jong stel trekt, Raoul en Hanna. Ze laten het opknappen, want dat is wel nodig, en ze willen ook trouwen in het landhuis. Vanaf het begin weet je al dat er iets helemaal fout is gegaan. De personages doen afwisselend verslag van de gebeurtenissen, dus er is geen dialoog, maar de verslagen wisselen elkaar wel af. 

Het mooie van zo'n meervoudig perspectief is dat je eenzelfde gebeurtenis op verschillende manieren beschreven krijgt, met steeds een andere inkleuring. De stemmen zijn mooi divers: zo komt Hanna duidelijk uit het zuiden des lands en Lara (degene die met de renovatie belast is) is Vlaams. Je hoeft je dan ook nooit af te vragen wie er aan het woord is. 

Er is iets met het huis: een verborgen kamer, klapperende ramen, geluiden in de nacht, een hond die niet naar binnen wil. Dat doet denken aan spoken. Als luisteraar krijg je pas in de gaten wat er aan de hand is als Lara het op een nacht moeilijk heeft en zich maar net kan redden. Je vraagt je dan wel af of de beschreven verschijnselen kloppen, maar, vooruit, je gaat mee met het verhaal. 

Relaties

Verder speelt er wat op relationeel gebied. Raoul en Hanna gaan trouwen, maar is dat wel zo'n goede combinatie? Ze hebben ook oog voor anderen, zo blijkt. 

Phasmophobia is een boeiend hoorspel (als ik het zo mag noemen). De plot is wat dunner dan in De Blankenberge Tapes en dat is jammer, maar er gebeurt genoeg in de verhouding tussen de personages, zodat je aandacht er wel bij blijft. In elke aflevering staat een ander personage centraal, zodat de afwisseling gegarandeerd is. 

Een serie die je prima kunt bingen. Ik heb alle afleveringen in twee of drie dagen beluisterd en ik heb me niet verveeld. 

Voor meer informatie: zie de betreffende site.

Ramses Shaffy Zonder Bagage

Er zijn veel podcasts die over een beroemd persoon gaan. Over enkele ervan schreef ik hier al eerder: Credo (over Ede Staal), De Grote Harry Bannink PodcastOver Godfried Bomans gesprokenBOBcast (over Bob Dylan). En er is er ook een over Ramses Shaffy: Ramses Shaffy Zonder Bagage.

Die titel doet meteen denken aan een titel van een lied van Shaffy. Hij schreef het toen hij failliet verklaard was. In het lied blijkt vooral dat die situatie hem vrijheid geeft. 

Interviews

Steven Driehuis interviewt in deze podcast mensen die met Ramses te maken hebben gehad. Bij de informatie over de podcast op iTunes staat dat Driehuis 26 jaar oud is, maar het is niet duidelijk of hij dat nu is of bij het begin van de serie. Hij weet al veel van Shaffy af en hij is tijdens het gesprek een gretig luisteraar, die het onderwerp van gesprek belangrijker vindt dan zichzelf en dat is altijd prettig. Alle gesprekken in de podcast zijn geanimeerd en meestal zonder veel geklets over andere onderwerpen. 

Die serie is in 2019 gestart en intussen zijn er tien afleveringen te beluisteren. Van ongeveer een uur tot ongeveer anderhalf uur lang. Gewoonlijk vind ik dat aan de lange kant, maar bij deze podcast heb ik me toch niet verveeld. 

Het scheelt dat ik aardig wat van het werk van Shaffy ken. Ik had vroeger cassettebandjes en LP's van hem. Daarvan ken ik ook het nummer 'Zonder bagage'.

Bijzonder mens

Uit elke aflevering blijkt weer dat Ramses een bijzonder mens is geweest, die magische uitwerking had op iedereen die met hem te maken kreeg, en dat zijn hele leven door, ook toen hij al heel oud was. Omdat hij in het leven altijd openstond voor iets nieuws en voor avontuur, zijn er heel veel smakelijke anekdotes die veelal het beeld bevestigen dat je al van hem hebt en waarnaar je toch met plezier luistert. 

Bijzonder vond ik bijvoorbeeld de aflevering met Lettie Oosthoek die Ramses als acteur belicht. Daar wist ik dus weinig van. Hij blijkt een goed acteur geweest zijn, ook van serieuze rollen. Ook mooi: Tom de Jong, die Ramses aan het einde van zijn leven meemaakte. Ach, eigenlijk heb ik naar alle uitzendingen geluisterd zonder me te vervelen. 

Natuurlijk wordt er van tijd tot tijd een nummer van Shaffy gedraaid, soms ook met leuke wetenswaardigheden eromheen. Eigenlijk had ik nog wel iets meer van die muziek gewild. Wat ik te horen kreeg was wel een mooie mix van wat ik al kende en nummers die nieuw voor me waren. 

Canvasje

Aan het eind van elke aflevering schrijft de gast iets op 'een canvasje', wat wel heel erg lijkt op de tegel die beschreven wordt bij Kunststof.  De tekst op het doekje wordt de titel van de bewuste aflevering en is ook te zien op de Facebookpagina waar alle uitzendingen terug te luisteren zijn. Daar staat dan wel weer dat je die alleen maar mag beluisteren op je favoriete podcastapp, wat ik elke keer weer vreemd vind. Het lijkt me dat je die op welke podcastapp dan ook kunt beluisteren.

Dit soort podcasts landt goed bij mij, merk ik. Al de podcasts die ik genoemd heb, heb ik helemaal beluisterd, alle afleveringen en nooit ben ik afgehaakt halverwege een aflevering. En ook niet bij de podcasts over Ischa MeijerJohn Lennon of Louis Paul Boon

Of mensen die Ramses Shaffy niet kennen door zo'n podcast naar zijn muziek gaan luisteren, betwijfel ik, maar ik geloof wel dat mensen die iets van hem afweten, na het luisteren opnieuw belangstelling krijgen, weer opnieuw nummers willen beluisteren en in ieder geval krijgen ze door de podcast een completer beeld dan ze hadden. 

donderdag 28 januari 2021

Operatie Dageraad (Anco Dijkman)



Operatie Dageraad, het eerste deel van de strip Scarlet Edge begint midden in de actie. Iemand moet, bij een duistere transactie, een koffer overhandigen, maar hij stelt zijn voorwaarden. Het loopt uit op een schietpartij. Daarna springen we terug in de tijd, een paar maanden eerder, en lezen we hoe het allemaal zo gekomen is. 

Scarlet Edge is geschreven en getekend door Anco Dijkman. Het is een actiestrip met een hoog tempo en het verhaal zit puik in elkaar. Als lezer laat je je meesleuren door de gebeurtenissen en pas aan het eind bladerde ik terug om te zien hoe het ook alweer begon, of liever waar het op uit zou lopen. Er moet in ieder geval nog een deel komen, dat is duidelijk. Want we zijn aan het eind van het album nog niet beland op het punt van de proloog. 

Scarlet en Edge

De hoofdpersonen zijn twee journalisten: de roodharige (Scarlet) Bianca Wierdendorp en de meer ervaren journalist Ids (Edge) Onderdendam. De samenwerking begint enigszins stroef en dat hebben we meer gezien, zeker ook in films. In het begin kunnen twee partners niet met elkaar opschieten, maar later worden het de beste maatjes. In deze strip blijven er in ieder geval duidelijk verschillen tussen Scarlet en Edge, zodat het patroon niet te clichématig wordt.

Scarlet en Edge raken verwikkeld in de praktijken van Hector de Cervantes de Mornay en zijn secretaris Vincent Taft. Ze worden op het spoor gezet door een oude dame met maar één arm, die overigens haar mannetje nog prima staat. Er zal een operatie uitgevoerd worden bij de Doggersbank, die heel iets anders inhoudt dan wat De Mornay en Taft voorgeven. Voor ze het weten zitten Bianca en Ids tot over hun oren in de hele toestand. 

Ook de politie heeft er lucht van. Inspecteur Baljeu en zijn partner, een vrouwelijke brigadier, proberen zicht te krijgen op wat er gebeurt, maar ze lopen vaak net achter de feiten aan. 

Hoog tempo

Dijkman houdt het tempo van het verhaal hoog en hij schakelt tussen drie vertelinstanties: Scarlet en Edge, de inspecteur en de brigadier en De Mornay en Taft. Die personen hebben niet altijd dezelfde puzzelstukjes in handen, terwijl ze toch zicht moeten krijgen op de totale puzzel. De lezer kan met iedereen meekijken en probeert het plaatje compleet te houden.

Operatie Dageraad is een harde strip, waarin niet gekeken wordt op een lijk meer of minder. Als tegenhanger moet er natuurlijk een menselijke kant zijn en die is er ook. Het feit alleen al dat Scarlet onervaren is doet je met haar meeleven, meer dan met Edge. Baljeu heeft overigens ook gedoe op het persoonlijke vlak. Zijn vriend vindt dat hij wel erg weinig aandacht krijgt nu Baljeu zo verwikkeld is in deze zaak. En dan is hij ook nog steeds met een vrouw op stap.

Die scènes zijn vermakelijk. De vriend, Tibbe, is een gespierde Fries die braaf komkommer aan het snijden is als Baljeu thuiskomt, maar hij is niet van plan om zich neer te leggen bij de weinige aandacht die hij krijgt. Dit soort amusante passages heb je als lezer nodig tussen alle hardheid door. 

Sterke vrouwen

In de strip komen veel sterke vrouwen voor. Scarlet mag dan onervaren zijn als ze in een seksistische omgeving terechtkomt, maar ze legt zich daar niet bij neer. En in een benarde situatie blijkt ze meer zelfbeheersing te hebben dan de stoere Edge. Ook de brigadier die inspecteur Baljeu terzijde staat, is sterk en ondernemend, en De Mornay blijkt een ware powervrouw in dienst te hebben: Major (Anastasia). 

Ten slotte hebben we nog de oude mevrouw, die breekbaar oogt, maar misschien wel het sterkst is van allemaal. In een wereld die masculien oogt (misdaad, geweld, techniek), blijken vrouwen een doorslaggevende rol te spelen. 

Scenario

Het scenario is gecompliceerd en het net waarin de hoofdpersonen zich begeven wordt geknoopt op verschillende plekken in de wereld. De Mornay komt uit Mexico, maar er is ook een Russische connectie. Niet alleen gebeurt er iets op het moment van handeling, maar er is ook nog een verleden, waarin er ooit een schip gezonken is dat voor veel mensen interessant is. 

Hoe Dijkman de touwtjes precies aan elkaar geknoopt heeft, zal pas in een volgend deel blijken, maar het lijkt erop dat er goed over de verwikkelingen is nagedacht en dat het scenario goed in elkaar zit. Een deugdelijk scenario is de basis voor een goede strip. 

Tekeningen

Maar ook de tekeningen zijn in orde. Er zit van tijd tot tijd een zekere losheid in, maar altijd worden de personages krachtig neergezet. Inspecteur Baljeu en Vincent Taft lijken wel erg op elkaar. Hetzelfde type, uiterlijk gezien: hetzelfde postuur, hetzelfde kapsel, allebei een snor. Baljeu heeft ook nog een baardje en in kledingkeuze verschillen de heren ook. Een iets ander type had het misschien voor de lezer nog iets gemakkelijker gemaakt, maar echte problemen levert het niet op. 

De tekeningen zijn technisch goed: natuurlijke houdingen van de personages, genoeg expressie op de gezichten. Inspecteur Baljeu moet vaak nadenken en brengt dan elke keer zijn hand naar zijn mond. Een enkele keer zelfs op vier opeenvolgende bladzijden. Dat is misschien een iets te gemakkelijke oplossing. Hier had meer variatie in aangebracht kunnen worden. 

De inkleuring is passend: veel slecht weer, veel donkere scènes, die het duistere van het verhaal doen uitkomen. Gelukkig is er ook gezorgd voor lucht en licht. Op een gegeven moment bevinden Scarlet en Edge zich in een vrij witte omgeving. 

Het verhaal zakt nergens in en aan het eind van 'deze episode' wil je alleen maar door. Hoeveel delen er nog gaan verschijnen is mij niet duidelijk, maar ik zit nu al te wachten op het volgende. 

Serie: Scarlet Edge
Deel: Operatie Dageraad
Tekst en tekeningen: Anco Dijkman
Uitgever: Personalia
Leens, 2020; 48 blz. € 8,95

woensdag 27 januari 2021

Pauwen en Pestkoppen - De complete Brammetje Bram 3 (Ryssack)


De strips van Brammetje Bram zijn een beetje weggezakt in de herinnering. Debet daaraan is dat veel verhalen nooit als album zijn verschenen, maar alleen in tijdschriften te lezen waren. Daarom is het mooi dat uitgeverij Arboris de avonturen van deze jonge stripheld compleet aan het uitbrengen is. Intussen is deel 3 verschenen: Pauwen en pestkoppen. Voor deel 1 en 2: zie de links onderaan. 

Ook in dit derde deel zijn drie verhalen opgenomen: De jacht op het pauwen-ei, De gevangenen van het Duivelseiland en Jonker Ahoy! Ooit moet ik al die verhalen in Sjors gelezen hebben; deze drie verschenen er in 1973 en 1974. De uitgever heeft gekozen voor een uitgave op niet al te glad papier. Het doet me denken aan het papier waarop indertijd strips werden afgedrukt. Het lijkt me zeer passend. In ieder geval helpt het mijn jeugdsentiment mede op gang. 

Bij het herlezen van de verhalen leest iemand van mijn leeftijd met een dubbele blik: die van de jongen van toen, die eigenlijk alleen maar geïnteresseerd was in het verhaal en die van nu: mee willen leven met de personages, maar tegelijkertijd van een afstandje bekijken hoe de verhalen zijn opgebouwd, hoe de tekeningen gemaakt zijn, hoe de inkleuring is. 

Bemanning

In de verhalen zijn Brammetje en Knevel de hoofdpersonen. Meestal is de rest van de bemanning ook prominent aanwezig, maar in de eerste twee in dit deel spelen ze nauwelijks een rol. Dat had ik niet onthouden en nu viel het me op. Pas in het derde verhaal is de bemanning weer prominent aanwezig. 

Het grondplan van een avontuur is meestal: er is een doel dat bereikt moet worden, maar er zijn hobbels op de weg ernaartoe en uiteindeljk komt alles goed. Dat weet je van tevoren, want hoewel Brammetje leeft in een wereld van zeerovers, is het een veilige wereld: er zullen geen doden vallen, er zal geen bloed vloeien. 

In het eerste verhaal draait het om een pauwen-ei waar velen jacht op maken. Het moet bij de juiste persoon terechtkomen, maar er zijn (andere) kapers op de kust en zo'n ei is ook nog heel kwetsbaar, dus voor je het weet, gaat het mis. De scenarioschrijver, Frans Buissink, heeft alles uit de kast gehaald om de missie zo moeilijk mogelijk te maken. Als je het in afleveringen leest, accepteer je dat waarschijnlijk vrij gemakkelijk, maar als je het verhaal achter elkaar leest, komt het ook-dat-nog-gevoel wel eens over je. 

Maar de verteltoon blijft monter, de oplossingen zijn ingenieus en daardoor blijft het verhaal amusant. Niet een van de sterkste verhalen, maar nog steeds aardig leesbaar. 

Bloody Mary

Veel helden hebben hun vaste tegenstander. Bij Knevel is dat Bloody Mary, die in alle drie de verhalen een rol speelt. Tussen deze twee kemphanen is de animositeit beperkt. In een van de verhalen zien we Knevel zelfs een dansje maken met Mary.

Brammetje en Bloody Mary

In het tweede verhaal, deze keer naar een scenario van Yaack, is het stramien hetzelfde als in het eerste: Knevel wil met Brammetje naar het Duivelseiland, maar ze krijgen het maar niet voor elkaar om daar ook te komen. Ook nu weer is de verhaallijn aan de magere kant, maar het verhaal blijft amusant. 

In het derde verhaal neemt Knevel een onuitstaanbare jonker aan boord, verblind door de beloning die hem in het vooruitzicht is gesteld. Het aardige van dit verhaal, weer geschreven door Buissink, is dat Knevel zichzelf niet is en dat verandert alles aan boord. 

Tekeningen

De tekeningen van Ryssack blijven lekker. Een soepele lijn, expressieve gezichten, dynamiek in de bladzijden. De inkleuring is voor hedendaagse begrippen vrij hard en er zit weinig wit in, waardoor er niet veel lucht in sommige tekeningen komt. Bij de inkleuring wordt meestal geen nuance gebruikt en schaduwwerking is er maar weinig. 

De verhalen zijn redelijk eenvoudig, maar ze blijven goed leesbaar. Er zit behoorlijk wat humor in en de karakters zijn aantrekkelijk. Ook de poes van Brammetje, Knarf, heeft echt een karakter. Soms vervult hij opdrachten en hij laat duidelijk zien dat hij niet voor ...eh... de poes is. 

Het dossier voor in deze uitgave behelst een gesprek met Yaack (Jacques Bakker), scenarist, door Wouter Adriaensen. Het is een gesprek dat een mooi inkijkje geeft in de stripwereld van decennia geleden. Er is ook een bibliografie van Yaack toegevoegd. 

Serie: De complete Brammetje Bram
Deel 3: Pauwen en pestkoppen
Tekst: Frans Buissink en Yaack
Tekeningen Eddy Ryssack
Zelhem 2020, 160 blz. € 27,95 (hardcover)

Bespreking van de eerdere delen:

Knevel en Brammetje herenigd met de rest van de bemanning

dinsdag 26 januari 2021

Zes broers en een zus (Marc Schoorl)



Zes broers en een zus is het eerste deel van de trilogie Autobiografie van een romanpersonage. Dat romanpersonage is in dit eerste deel Cor van Hargen, een jongen van een jaar of acht, die waarschijnlijk behoorlijk lijkt op de auteur, Marc Schoorl. Die staat pontificaal afgebeeld op de voorkant van het boek, in een schilderspose. Zowel het schilderen als het schrijven spelen nog geen rol in dit boek. 

Schoorl heeft de gezinsleden met wie hij is opgegroeid omgevormd tot romanpersonages. In een groot deel van het boek bestaat dat gezin uit een meisje (Mirjam) en vijf jongens (Pim, Frans, Johan, Cor en Geerie). Mirjam figureert voornamelijk op de achtergrond. Pim is een uitgesproken karakter: hij durft brutaal te zijn en heeft duidelijk de rol van de oudste. Geerie, de jongste, moet vaak op sleeptouw genomen worden. Cor vindt dat meestal een last. Frans en Johan komen niet zo erg uit de verf. Voor mijn gevoel waren ze redelijk inwisselbaar. Wellicht had Schoorl zich nog iets meer vrijheid ten opzichte van de werkelijkheid kunnen veroorloven door de twee personen samen te voegen. 

Een achterbuurt in Wassenaar

Het gezin woont in Wassenaar, in de enige achterbuurt die die plaats rijk is. Het grote gezin woont in een klein huisje. Er is niet direct armoede, maar het is wel uitkijken met geld. Vader is vertegenwoordiger van de katholieke krant Het Binnenhof, maar er zijn ook perioden waarin hij niet tot werken in staat is: soms is hij verward en depressief, wat zelfs een enkele keer tot een opname leidt. 

De verteller is Cor, de op een na jongste in het gezin. Hij is een gevoelig jongetje, maar hij is ook egocentrisch. Binnen de kring van zijn leeftijdgenootjes is hij bijvoorbeeld altijd bezig met zijn positie in de groep en met zich waarmaken. Het moet wel allemaal om hem draaien en dat gaat niet altijd vanzelf. In voetballen is hij bijvoorbeeld slecht. Na een slechte wedstrijd moet hij weer aan zijn reputatie werken.

Het is goed dat er in Zes broers en een zus passages voorkomen waarin de 'ik' een anti-held is. Dat maakt hem beter verteerbaar. Weliswaar krijgen we in het boek een schets van het reilen en zeilen van een gezin, maar toch vooral een portret van Cor. 

Levensgeheim

Cor heeft zich in het hoofd gehaald dat er een soort 'levensgeheim' bestaat en dat anderen daarvan op de hoogte zijn en hij niet. Blijkbaar zijn er zaken in het leven waarvoor hij zich niet helemaal goed toegerust vreest. Hij is iemand die graag zaken onder controle heeft en dat kan nu eenmaal niet altijd. 

In de inleiding staat dat het boek ook een tijdsbeeld geeft. Dat is maar ten dele waar. Van wat er buiten het gezin speelt, dringt relatief weinig door tot het boek, of het moeten de plaatjes zijn die vader voor de kinderen koopt. Ze kunnen die dan draaien op de pick-up. De nummers worden genoemd, maar verder wordt er niet zo veel mee gedaan. 

Begin jaren zeventig

Ook is meestal niet zo duidelijk hoeveel tijd er verloopt. Er komt een jaarwisseling in voor en dat is waarschijnlijk die van 1970/1971. Schoorl heeft wel de vrijheid genomen om het jaar te laten beginnen op een zondag, wat tussen 1967 en 1978 niet voorkwam. Maar daarom is het ook fictie. Dat er met het carnaval drie kinderen verkleed zijn als Catweazle past weer heel goed bij 1971. Een groot deel van het verhaal lijkt zich binnen een jaar af te spelen. Maar bij het wielrennen rijdt Bernard Hinault al mee en dat kan eigenlijk pas in de tweede helft van de jaren zeventig. 

Soms wordt er gesproken over het CDA in oprichting. Dat gebeurde pas in 1980, maar vanaf 1967 was er al overleg. Ook wordt de BTW genoemd en die werd in 1969 ingevoerd. Dat de kachel wordt vervangen door een gashaard hoort ook bij die tijd. 

In de proloog is Cor zes jaar oud, aan het begin van het boek zeven. Hij zit dan in de tweede klas van de lagere school, zijn oudere broer Frans in de vierde. Pim zit dan  waarschijnlijk in de hoogste klas (klas 6). Als er verderop gesproken over een bloembollenwedstrijd van school, zit Pim in ieder geval op dezelfde school als zijn broertjes. Mirjam bezoekt dan al de middelbare school. Dat Pim gaat stappen en laat thuiskomt past weer niet bij een leerling van de lagere school. Of er verstrijkt meer tijd dan ik in de gaten heb, of hier en daar zitten wat anachronismen. 

Geen duidelijke lijn

Een duidelijke ontwikkelingslijn zit er niet in Zes broers en een zus. Dat heeft soms tot gevolg dat het verhaal nogal kabbelt en dat sommige passages erg uitgesponnen zijn. Af en toe had het verhaal wel wat meer vaart mogen hebben. Het lijkt erop dat Schoorl alles wil laten zien aan de lezer, zodat die zelf niet zoveel hoeft in te vullen. 

De interessantste figuur is de vader. Hij kan praten als Brugman, wat in zijn functie goed van pas komt. Hij heeft ook de neiging door te slaan en maar door te ratelen. Mogelijk is hij dan in een manische periode. De monologen van vader zijn schitterend weergegeven door de Schoorl. Je kunt als lezer genieten van de spraakwaterval en je er tegelijkertijd wat ongemakkelijk bij voelen. 

Vader heeft zijn obsessies. Zo brengt hij heel veel dingen in verband met de oorlog. Ook kan hij helemaal verdrinken in het geloof. Hij kan dan vervuld zijn van schuldbesef en dan vraagt hij het gezin om voor hem te bidden. Maar op andere momenten maakt hij grapjes over het geloof. Vader Van Hargen is een gecompliceerde figuur die wordt beschreven zonder zijn ongemakkelijke kanten te verhullen. Tegelijkertijd is er ook een zeker mededogen. 

Moeder

Moeder is iemand die zich meer op de achtergrond houdt en een groot hart voor haar kinderen heeft, wat haar door vader ook wel verweten wordt. Hij heeft de neiging zich boven haar te plaatsen, omdat hij zich in intellectueel opzicht superieur acht. Soms kan moeder het allemaal nauwelijks aan. Dan dreigt ze weg te lopen. Maar uiteindelijk schikt ze zich altijd weer. 

De afzonderlijke scènes zijn vaak goed gelukt. Schoorl weet de sfeer op te roepen en hij tekent de situatie met kenmerkende details. Wel had ik soms mijn vraag bij het perspectief. Hij schrijft vanuit een jongetje, maar het taalgebruik past daar niet altijd bij. Een enkele keer merk je dat het allemaal achteraf verteld wordt, omdat er dan verwijzingen zijn naar later. Dan krijgen we bijvoorbeeld te lezen dat het met een persoon uiteindelijk slecht is afgelopen. 

Het gebrek aan lijn vind ik wel een gemis. Vooral als ik bedenk dat er dit jaar nog twee delen gaan verschijnen. Na het lezen van dit eerste deel heb ik het idee dat het niet echt ergens op uit gelopen is en als je dan als lezer nog twee van zulke delen moet lezen, is dat wel veel. Misschien had er meer gezocht moeten worden naar een overkoepelend verhaal, zodat het vertelde meer richting had. 

maandag 25 januari 2021

De Indiaanse prinses - De Havik, boek 10 (Pellerin)


 Veel strips verschijnen in series. In hoeverre moeten de afzonderlijke delen als zelfstandig album te lezen zijn? Dat is een lastig te beantwoorden vraag. 

Als je de delen los van elkaar (en dus ook door elkaar) kunt lezen, geeft dat bij het lezen van de afzonderlijke delen geen leesproblemen. Eigenlijk hoef je alleen te weten wie wie is en je moet een beetje de verhouding tussen de personages kennen, maar dat wordt tijdens het lezen meestal wel duidelijk. 

Als er vaker teruggegrepen wordt naar iets wat in een eerder deel voorkomt, wordt er voor de lezer die halverwege in de reeks terechtkomt voorkennis gevraagd die hij niet bezit. Dat zou je als een nadeel kunnen zien. 

Aan de andere kant: bij een verhaal waarvan de lijnen door de hele reeks getrokken worden, kun je er wel veel meer in leggen en de compositie veel listiger, ingenieuzer, maken. Voor de uitgever is het prettig als een serie boeit, waardoor de lezer automatisch de volgende delen gaat kopen. Het nadeel is dat nieuwe lezers er minder makkelijk in komen en daarom al niet aan een reeks beginnen of na een enkel deel midden uit de serie gaan afhaken. 

Roodbaard

Ik had nooit wat gelezen van De havik van Pellerin. De tekenaar kende ik van Roodbaard. Dat deed hij wel goed, vond ik. De havik  is een voortvloeisel van Roodbaard, lees ik hier en dat zou aan het begin van  de eerste serie ook te merken zijn. Intussen vliegt De havik op eigen vleugels. 

Het kostte me wel wat moeite om bij Boek 10 in het verhaal te komen. Aanvankelijk dacht ik dat De havik een schip zou zijn. Dat is niet het geval, het is de hoofdpersoon, Yann de Kermeur. Hij is kapitein en aan het begin van het album richt hij rechtstreeks het woord tot de lezer: 'Die idioten hadden mijn mannen niet mogen gevangennemen. Dat zou ze nog bezuren.' Hij zet zijn woorden kracht bij door vanaf zijn schip een fort onder vuur te laten nemen. 

Yann heeft een opdracht van de Franse koning, maar de details van die opdracht zijn hem nog niet bekend. Verder moet hij zorg dragen voor een Indiaanse prinses die aan hem is toevertrouwd. Hij merkt dat er veel tegenwerking is en op een gegeven moment lijkt zijn leven zelfs gevaar te lopen. Hij snapt niet goed waar die vandaan komt. 

Er is ook nog iets met een andere vrouw, Agnès, maar voor wie niets om dit deel heen heeft gelezen, blijft dat redelijk duister. Zij denkt in ieder geval een hele tijd dat Yann niet meer leeft. 

Kwetsbaar

Al met al boeide het verhaal mij wel: ik leefde mee met De havik en was, net als hij, benieuwd naar wat hij allemaal nog zou moeten doen voordat zijn tocht ten einde was. Je gaat ervan uit dat hij niet meteen gedood zal worden (de serie moet immers door), maar hij is wel kwetsbaar, doordat hij zich soms laat meeslepen door zijn emoties of doordat hij een gok neemt, die ook verkeerd had kunnen uitpakken. 

Toen ik aan het eind van dit deel was, was ik wel benieuwd naar het volgende. Hoe lang het duurt voordat dat zal verschijnen is nog niet duidelijk: deel 7 kwam uit in 2009, deel 8 in 2012, deel 9 in 2016 en dit deel in 2020. Op drie of vier jaar zullen we vermoedelijk toch wel moeten rekenen. 

Tekeningen

Het scenario is van Pellerin en het zit vrij goed in elkaar: soms krijg je als lezer wat brokjes informatie, maar altijd weer blijven er onbeantwoorde vragen die je door het verhaal stuwen. Over de tekeningen had ik enige twijfels. De tekeningen zijn strak, wat vooral prettig is bij bijvoorbeeld gebouwen. Ook de schepen zijn minutieus en met heel veel aandacht getekend. 

De personen vind ik iets minder overtuigend. De expressiviteit van de gezichten had zeker beter gekund. Maar bovenal zijn de gezichten me te 'clean' en dat geldt voor meer tekeningen. We bevinden ons in de achttiende eeuw, maar alles lijkt aangeharkt en zelfs de landschappen zijn keurig, zeker niet ruig. Yann heeft ooit een houw over zijn oog gehad, maar dat is nu een keurig streepje, geen naar litteken. 

Op een gegeven moment is er een martelscène. De gemartelde schreeuwt het uit: AAAAAHHHH in rode hoofdletters. Eerlijk gezegd deed het me niets. De gruwel wordt niet overgebracht. Hier wreekt de keurigheid zich. 

Ook de inkleuring is keurig. Veel sfeervolle plaatjes met een helderblauwe lucht. Bij de gezichten is er altijd schaduwwerking en die is me wel eens wat te nadrukkelijk, omdat nauwelijks gezichten zijn zonder die schaduw. Het wende overigens wel onder het lezen. 

Goed verhaal, dit deel van De havik, of liever: een stuk van een goed verhaal. Wel had ik graag iets meer gezien van de ruwheid van het leven, van het ongepolijste. De ingetogenheid van de tekeningen houden je als lezer een beetje op afstand. Iets meer ruigheid was me welkom geweest. 

Serie: De havik
Deel: Boek 10: De Indiaanse prinses
Tekst en tekeningen: Pellerin
Uitever: Silvester
's-Hertogenbosch 2020, 48 blz. €17,95, hardcover

vrijdag 22 januari 2021

Man en paard liggen dwars (Mestrik)


Het is altijd prettig als men in een gesprek niet in vaagheden blijft hangen, maar man en paard noemt en zeker als het gaat over de strip van Mestrik (Meinte Strikwerda). Daarvan is nu deel 3 verschenen: Man en paard liggen dwars

De cover is sober gehouden: alleen hoofdfiguren, tegen een rode achtergrond, die naar boven toe donkerder kleurt. Een beetje kaal is het wel. Aan de andere kant worden we ook meteen bepaald om wie deze strip draait: een ridder (Man), een paard (Paard) en een witte draak (De Witte Draak). 

Antropomorf

Het paard en de draak spreken, wat ze menselijke trekjes geeft. Dat antropomorfe is aan meer dingen te merken: het paard heeft een soort van voetjes en de draak heeft mensenhanden en mensenvoeten en draagt bovendien een zonnebril. Verder heeft hij de bouw van de mens (op de staart en de kop na). 

Het sprekende paard staat op nagenoeg hetzelfde niveau als de ridder. Daarom zoekt hij ook zelf zijn weg; er zijn geen teugels waarmee de ridder hem in bedwang kan houden. De ridder draagt een harnas, maar heeft dunne armen en benen, waardoor hij allerminst als ijzervreter overkomt. 

Man en paard jagen steeds op de Witte Draak, maar zullen hem nooit te pakken krijgen. Zoals De Generaal nooit de macht zal grijpen, de Grote Boze Wolf nooit de drie biggetjes zal opeten en Grootvizier Iznogoedh nooit kalief zal worden in plaats van de kalief. We hebben dus al bij voorbaat te maken met een loser, maar wel een aangename loser, die voluit de sympathie van de lezer heeft. Je kunt je met anti-helden immers vaak gemakkelijker identificeren dan met helden. 

Grapdichtheid

De verhalen in dit derde deel beslaan minstens een pagina, maar kunnen ook uitlopen op avonturen van drie, vier of vijf bladzijden. Bij een gagstrip gaat het vaak om het laatste plaatje. Dat is bij Man en paard minder nadrukkelijk. De grapdichtheid is hoger, zodat je ook tussendoor steeds grappen krijgt. Het zijn de stenen waarop je stapt als je de rivier van het verhaaltje oversteekt. 

De personages zijn op zich al grappig: de ridder die zowel sukkelig als slim kan zijn, het eigenzinnige paar,  de witte draak die ook nog vegetarisch is (en die heel erg van bloemetjes houdt). Maar net als bij bijvoorbeeld De Generaal moet er in een strip die elke keer hetzelfde verhaal vertelt, wel steeds zuurstof aangevoerd worden om leven in de verhalen te houden. 

Dat gebeurt door nevenpersonages. De belangrijkste in dit verhaal zijn Madame Zelda, een waarzegster, en een indiaan, die regendansen uitvoert, maar ook niet terugschrikt voor het veroorzaken van andere weertypen. Soms staat de verhaallijn van deze personages bijna los van die van Man en Paard, zodat het lijkt alsof je al binnen het album een spin-off hebt. 

Stripconventies

Ridders situeren we in de middeleeuwen, maar in een strip kan alles en zo zien we de personages ook aanschuiven bij De Wereld Draait Door. Die (on-)mogelijkheid wordt overigens ook binnen het verhaal ter sprake gebracht, zoals vaker de stripconventies mede onderdeel van het verhaal vormen. Er is bijvoorbeeld ook een gesprek over censuurbalkjes. 

Intussen heeft Mestrik met Man en paard een eigen wereld geschapen: een historische setting met fantasie-elementen en vooral ook met humor. Hardop lachen om een strip lukt mij meestal niet, maar breed grijnzen wel en dat gebeurt geregeld bij het lezen van de strip. 

Leuk zijn ook de verwijzingen naar andere strips. Dat gebeurt het nadrukkelijkst naar Olivier B. Bommel en Tom Poes, die letterlijk rondlopen in een van de avonturen en bij Asterix. Grappig zijn ook de aanbevelingen (of de kritische opmerkingen) van strippersonages achter op het album. Het zijn er een hele rij, van De Generaal tot de Rode Kater en van Roodhaar tot Donald Trump. 

Bloopers

Ten slotte is er nog een toetje: enkele bladzijden met bloopers, die suggereren dat sommige verhaaltjes in een eerdere versie anders afliepen. Alsof we een kijkje achter de schermen krijgen en een eerdere take van het verhaal te zien krijgen. Bij films, op dvd, maar soms ook op het bioscoopscherm, gebeurt dat vaker, maar in de strip kende ik het nog niet. 

Het is te hopen dat de Witte Draak nog lang rond mag huppelen in de wereld van Mestrik en dat Man en Paard nog lang achter hem aan mogen zitten. We zullen de pogingen om de draak te vangen geamuseerd volgen. 

Titel: Man en Paard liggen dwars
Tekst en tekeningen: Mestrik
Uitgever: Personalia
Leens 2020, € 8,95; 48 blz. softcover

(fragment)

donderdag 21 januari 2021

Podcast: Moordzaken, De PuriteinenPodcast

 


Moordzaken

Carrie en Eddy houden van 'true' crime en dat dragen ze uit in de podcast Moordzaken waarin ze spraakmakende moordzaken bespreken. In alle afleveringen valt een dode, al is het niet altijd zeker of het een moord betreft. 

Tot nu toe heb ik vier afleveringen beluisterd. Carrie en Eddy hebben, net als Bassie en Adriaan, geen achternamen en ze worden verder ook niet geïntroduceerd. In de tweede aflevering wordt verteld dat ze studiegenoten zijn en al in de eerste aflevering is verteld hoe ze zich voorbereiden op de uitzending: afzonderlijk van elkaar gaan ze, meestal digitaal, op onderzoek uit. Soms wordt de plaats van de misdaad bezocht. 

Vaste elementen

Er zijn wat vaste elementen in de afleveringen. Er wordt verteld wanneer de (vermeende) moord plaatsvond en ook wat er toen zoal in het nieuws wat. Welke functie dat heeft, is onduidelijk, omdat het meestal niet uitmaakt of de moord in 2007 of 2017 plaatsvond: de context in de tijd blijkt meestal niet belangrijk. Welk nummer er bovenaan in de top 40 staat, wordt ook altijd even genoemd, maar ook daar wordt niets mee gedaan. 

Soms wordt er ook iets aan de actualiteit gedaan (Van Halen overleden), wat bij een podcast, die op elk moment beluisterd kan worden zinloos is. Maar blijkbaar vinden de makers het belangrijk. 

Carrie en Eddy wisselen elkaar vlot af bij het vertellen en vullen elkaar gemakkelijk aan. Doordat er een mannen- en een vrouwenstem is, is het onderscheid tussen de stemmen duidelijk en is er ook lekker wat afwisseling. Eddy is wel altijd slecht bij stem, maar daar luister je op den duur toch wel doorheen. 

Enthousiasme

Enthousiast vertellen ze hoe de waarschijnlijke toedracht van de moord is. Daaruit blijkt dat ze zich goed in de casus hebben ingelezen. Het enthousiasme is soms ook wel bedenkelijk: alsof het lekker is om over een moord te praten. Een vergelijkbare podcast is De stemmen van assisen, waar op een veel ingetogener manier over misdaad wordt verteld. 

Soms is er wat speculatie, soms is het taalgebruik niet helemaal nauwkeurig ('Dat gaat helemaal nergens over', iemand met 'een psychische achtergrond'), maar over het algemeen kun je als luisteraar wel meegaan in het verhaal. Door de betrokkenheid van de makers, word je bij het onderwerp gehouden.

In aflevering vier is er een klein stukje reportage ter plekke. Die voegt niet zo heel veel toe aan wat er verteld is. Daar was misschien wat meer uit te halen geweest. 

De afleveringen zijn wel lang: soms bijna een uur. Ik had de indruk dat met wat meer overleg vooraf het geval ook in twintig minuten geschetst had kunnen worden. 

Meedenken

Het is de bedoeling dat de luisteraar zelf ook gaat meedenken, maar daar wordt verder niet zo veel mee gedaan. Na de eerste aflevering wordt verteld dat er veel reacties zijn binnengekomen, maar niet wat die reacties dan zijn. 

Soms wordt er wat voorkennis vereist die mij ontbrak. Zo kwam de naam Koen Everink mij niet meteen bekend voor en als er wordt gezegd dat hij een verleden heeft met Badr Hari is mij niet meteen duidelijk waar dan precies op gedoeld wordt. In die aflevering gaat het ook over sporters die poker spelen en dan wordt ene Fatima genoemd ('natuurlijk') zonder te vertellen over welke Fatima het gaat. Misschien moet je geregeld tv kijken om dat allemaal wel te weten. 

Ik denk niet dat ik alle afleveringen ga beluisteren. Misschien pik ik nog wel hier en daar een krent uit de pap. Wie van 'true crime' houdt, zal zeker aan zijn trekken komen. Voor mij zijn de afleveringen wat te lang om me geboeid te kunnen houden en ik vind ook dat te moord net iets 'te lekker' wordt voorgesteld. Als er een moord gepleegd is, wordt er bijvoorbeeld verteld dat de relatie die het slachtoffer had al wel erg slecht is, alsof moord dan ook een voor de hand liggende uitkomst is. Dat normaliseren van een extreme daad staat me ook wat tegen. Waarschijnlijk behoor ik niet helemaal tot de beoogde doelgroep. 



De PuriteinenPodcast

Veel podcasts probeer ik een keer, om erachter te komen wat ze behelzen. Zo verging het me met De PuriteinenPodcast. Bij 'puriteinen' is mijn eerste associatie de titel van een roman van Vestdijk: Puriteinen en piraten, waarbij ik niet meer zeker weet of ik die gelezen heb. Misschien wel, maar het kan ook zijn dat ik Rumeiland las. Het boek dat ik decennia geleden las (in de jaren tachtig als Salamander uitgekomen) viel me indertijd wat tegen. Maar dat heeft allemaal niets met deze podcast te maken. 

De PuriteinenPodcast is een podcast van het Reformatorisch DagbladHier vind je alle afleveringen. Er wordt in uitgelegd wie of wat een puritein is en we krijgen een lesje geschiedenis over The Pilgrim Fathers en wat die met Nederland te maken hadden. Over de reis met de Mayflower is best wat bekend, maar het was boeiend om alles nog eens goed op een rijtje te krijgen, met details die nieuw voor mij waren. 

Soms ligt de nadruk meer op de geschiedenis, soms meer op de theologie. Hier en daar worden er lijntjes naar het heden getrokken: kunnen wij nog wat leren van deze puriteinen? Informatief en afwisselend. Niet alleen voor mensen die in religie zijn geïnteresseerd, maar zeker ook voor hen die een blik in de geschiedenis willen. Hoe gingen deze kolonisten bijvoorbeeld om met de oorspronkelijke bewoners van Amerika?

Podcastmakers

De presentatoren zijn Albert-Jan Regterschot en Steven Middelkoop. Ik kan ze niet uit elkaar houden, al merk ik wel dat het verschillende stemmen zijn. Ik denk dat dat komt doordat ze vaak niet een echt gesprek hebben, maar informatie doorgeven waarvan ze beiden steeds een stukje doen. Soms is dat gesprek er trouwens wel. In ieder geval hebben de presentatoren niet de neiging om zich te profileren en stellen ze zich in dienst van wat ze over willen brengen. Dat is ook wel eens prettig. 

Verschillende keren is er een gast die zich verdiept heeft in een deelonderwerp. In de tweede aflevering is dat bijvoorbeeld Roelof Bisschop, die we als politicus kennen. Dat geeft meer dynamiek, al houdt het voor een deel de vorm van een gastcollege. Meestal wordt het niet een gesprek waarbij de deelnemers ook ter plekke aan het nadenken zijn. Maar waarschijnlijk is dit gewoon niet zo'n soort podcast. 

Er staan nu zes afleveringen online en er komt een tweede seizoen, waarbij er vooral gekeken wordt naar Europa. Naar Schotland waarschijnlijk, maar we zullen ook wel informatie krijgen over het Piëtisme in Duitsland of Nadere Reformatie in Nederland, gok ik. Ik ga weer alle afleveringen beluisteren. 

dinsdag 19 januari 2021

Metro 2033 (Dmitry Glukhovsky / Peter Nuyten) Deel 1: Daar waar de wereld ophoudt


Intussen zijn er zo veel films en strips die zich 'post-apocalyptisch' noemen, dat we er automatisch beelden bij krijgen: een wereld die door een ramp verwoest is en een groepje overlevers dat zich moet zien te redden. We zien desolate landschappen, autowrakken, vernielde gebouwen.

Het genre heeft blijkbaar iets aantrekkelijks. Aan de ene kant wordt er inventiviteit gevraagd om je met beperkte middelen te kunnen redden en aan de andere kant bestaat de mogelijkheid om samen iets nieuws op te bouwen, nu de oude structuren niet meer bestaan. Ook speelt de gedachte dat in tijden van extreme spanning de ware aard van de mens bovenkomt. Zal de mens vechten voor lijfsbehoud, ook als het ten koste van anderen gaat? Of blijkt de mens juist ruimhartig en opofferingsgezind te zijn?

Roman

Dmitry Glukhovsky schreef al op jonge leeftijd de roman Metro 2033, maar vond geen uitgever die erin geïnteresseerd was. Pas nadat de roman op internet bekend werd, werd het boek in 2005 gepubliceerd, waarna het zijn weg naar een groter publiek vond. Er verschenen twee vervolgdelen en ook de gamewereld bleek interesse te hebben. Nu is het boek verstript. Het tekenwerk is van Peter Nuyten, die ook het scenario schreef op basis van de roman. Bij uitgeverij Arboris verscheen deel 1: Daar waar de wereld ophoudt. 

Ook in deze roman leven we in de tijd na de verwoesting. We schrijven 2033. Op aarde heeft een atoomoorlog gewoed, zodat er bovengronds niet te leven is. Onder Moskou houden mensen zich staande in metrostations, verbonden door een netwerk van metrolijnen. De mensen zijn verdeeld in verschillende groepen die bondgenootschappen sluiten en elkaar bestrijden. Er is ondergronds een nieuwe samenleving ontstaan. Behalve andere groepen mensen zijn er meer bedreigingen: grote ratten en verwilderde, gemuteerde wezens. 

Artjom

De jongeman Artjom Soechoj is de hoofdpersoon. Zijn oom is stationshoofd van Volksvlijt, dus Artjom ziet van dichtbij hoe de samenleving waarin hij opgegroeid is bestuurd wordt. Hij komt in contact met Hunter, die een belangrijke missie heeft. Hij vraagt van Artjom om zijn back-up te zijn: als hij niet terugkomt, moet Artjom de missie volbrengen. Daarvoor zal hij wel moeten reizen naar een ander station, Polis, met alle gevaren van dien. Artjom neemt de opdracht aan en moet die dan ook daadwerkelijk uitvoeren. 

Artjom is niet alleen een geharde strijder, hij is ook een getormenteerd figuur, die van tijd tot tijd geplaagd wordt door nachtmerries. Niet alleen maakt hem dat menselijk en misschien zelfs kwetsbaar, maar in het scenario is dat ook de gelegenheid om iets te vertellen van het verleden. Hoe meer de lezer weet van Artjom, hoe gemakkelijker hij zal meeleven. 

Het is het gemakkelijkst als je als lezer meegaat in het verhaal en de wereld accepteert waarin de gebeurtenissen zich afspelen. Wel heb ik de neiging om vragen te stellen over praktische zaken. Hoe is de voedselverstrekking in deze wereld? De stations waren al voor de verwoesting ingericht als schuilkelders, maar voor hoe lang is er eigenlijk eten? Worden er gewassen geteeld ondergronds en hoe dan? De enige verwijzing daarnaar gaat over het telen van paddestoelen en ik kan me voorstellen dat dat ondergronds kan.

De mensen zitten vrij goed in hun kleding, er zijn wapens en er zal ook brandstof zijn voor de voertuigen. Er wordt zelfs gerookt. Is er een tabaksindustrie? Het zijn vragen die naar boven komen, bij mij althans, maar waar nog niet het begin van een antwoord op gegeven wordt. Maar goed, laten we aannemen dat dat allemaal geregeld is en de situatie accepteren zoals die ons voorgesteld wordt. 

Queeste

De tocht verloopt volgens de wetten van de queeste: er doemen onderweg problemen op die overwonnen moeten worden. En of zo'n missie slaagt is natuurlijk lang niet zeker. Ook Hunter heeft het, ondanks zijn ervaring, niet gered. Omdat er een overkoepelende spanningsboog is (Lukt de missie?), heeft het verhaal richting: je houdt het einddoel in het oog en elke gebeurtenis brengt je iets dichter bij dat doel. Dat leest prettig. Aan het eind van dit eerste deel legt Artjom contact met een jonge vrouw, Michaela, wat ongetwijfeld gevolgen zal hebben voor het volgende deel. Dat maakt nieuwsgierig. 

Wel is er aardig wat tekst. Ik heb het idee dat daar nog wel wat in gekapt had kunnen worden. Wellicht heeft Nuyten daarvoor net iets te veel respect voor de roman gehad. Verschillende dialogen hadden aan snelheid kunnen winnen als ze tot de kern waren teruggebracht. Ook had de tekst op sommige plaatsen wat soberder gekund qua verwoording. Ik denk aan zinnen als: 

Het waren smerige, dodelijke, monsterlijke ratten, die recht uit de darmen van de duivel leken te komen: duistere tunnels waarvan niemand kon geloven dat die ooit door mensenhanden waren gemaakt.

Een ronkend begin met drie bijvoeglijke naamwoorden en die darmen van de duivel zijn net zo bombastisch. En waarom zou iemand niet willen geloven dat metrotunnels door mensenhanden zijn gemaakt? Ik heb het idee dat de tekst indruk probeert te maken, de stemming probeert te beïnvloeden. Maar dat moet in de eerste plaats van het goede verhaal komen en niet door een verteller die roept dat het zo smerig, zo monsterlijk, zo duivels is. Ik kan mij vergissen, maar ik krijg door dit soort passages het idee dat de roman van Glukhovsky het meer moet hebben van de wereld die opgeroepen wordt dan van de stijl. 

Tekenwerk

Het tekenwerk van Nuyten is overigens in orde: de ongepolijste wereld waarin het verhaal zich afspeelt wordt goed opgeroepen. De grauwheid van die wereld wordt ook zichtbaar in de inkleuring. Die is passend, maar na heel veel bruin en grijs/blauw (en af en toe een klein beetje rood van het bloed) verlang je wel naar wat kleuren die oplichten. 

Metro 2033 heeft wel iets eigens, doordat het zich onder Moskou afspeelt en doordat er nagedacht is over het grote concept achter de wereld waarin de personages leven: welke groepen zijn er, hoe liggen de verhoudingen, waar zijn de dreigingen? Daardoor krijg je niet alleen een beeld van de wereld rond Volksvlijt, maar ook van verder weg. Er is een zekere stabiliteit in het station, maar die stabiliteit is kwetsbaar. De mogelijkheid van een verstoring, die ook de ondergang kan betekenen, zorgt voor intensiteit. 

Misschien had er met een iets strakker scenario net iets meer in gezeten, maar liefhebbers van het genre zullen gemakkelijk meegaan met het verhaal en dan is er genoeg te beleven. 

Dossier

Achterin is er een dossiertje opgenomen, waarin uitgelegd wordt wat de weg is geweest van roman tot strip. Die bladzijden worden verlucht met potloodtekeningen van Peter Nuyten, die goed laten zien hoe hij werkt. Zo brengt hij met arceringen behoorlijk wat schaduwen aan, waardoor er weinig wit overblijft. 

Enkele van die tekeningen zijn uitgewerkt in kleur, zodat je kunt zien hoe ze eruitzien als ze helemaal af zijn. Daar zitten een paar mooie staaltjes van tekenkunst bij. Als je het album uit hebt, kun je nog een hele tijd naar die tekeningen kijken.

Ook de cover is zo'n goed uitgewerkte tekening: je ziet Artjom in zijn eentje, met achter hem de duisternis, met twee dreigende ogen. Je vraagt je af of hij het in zijn eentje zal redden. 

De serie Metro 2033 zal in ieder geval uit vier delen bestaan. Uit de volgende delen zal duidelijk worden hoe het Artjom (en Michaela?) vergaat. 

Serie: Metro 2033
Deel 1: Daar waar de wereld ophoudt
Scenario en tekeningen: Peter Nuyten, op basis van een roman van Dmitry Glukhovsky
Uitgever: Arboris
z.pl. 2020; 64 blz. € 9,95 (softcover)


vrijdag 15 januari 2021

Podcast: Onland, De laatste dagen van John Lennon

 


Onland

Er zijn veel podcasts die op elkaar lijken qua vorm. De vorm die mij het minst aanstaat is: een paar mensen (vaak mannen) gaan bij elkaar zitten en kletsen ergens over. Bij veel van die podcasts ben ik al snel afgehaakt (Man, man man, de Zelfspodcast, Teun en Gijs vertellen alles). 

Er zijn ook heel veel podcasts die te maken hebben met een werkelijk gebeurde misdaad. Vaak proberen de podcastmakers erachter te komen hoe de toedracht geweest is. Eerder besprak ik aardig wat podcasts van deze soort. Een greep: De KofferbakmoordMoord op het OosterveldDadersKwaad bloed. Sommige makers hebben wel een eigen insteek: bij Kwaad bloed wordt het verhaal ook gedramatiseerd. 

Met een podcast die techttoe rechtaan een misdaad reconstrueert is overigens niets mis, maar het is mooi als de maker iets eigens mee kan geven. Op dit moment verschijnen er afleveringen van de podcast Onland. Het buurmeisje van Joost Engelberts, Rinie Wielheesen, 12 jaar oud, werd verkracht en vermoord. Het is al decennia geleden. 

Wroeten

Het leven gaat door en nu, na zoveel jaren, vraagt Engelberts zich af hoe dat precies zat. Dat niet alleen, overigens. Hij wil ook weten wat dat gedaan heeft met de dorpsgemeenschap. Ook vraagt hij zich af of het eigenlijk wel mag, wroeten in een persoonlijk drama. Zijn de naast betrokkenen eigenlijk wel gebaat bij het oprakelen van het gruwelijke dat er vroeger gebeurd is. 

Engelberts heeft er een gedegen onderzoek van gemaakt. Daarbij stuit hij op nogal wat dingen: een tweede moord, kindermisbruik door kloosterlingen, mensen die ten onrechte aangezien werden voor een dader. Hij moet heel wat moeite doen om het politiedossier boven water te krijgen en dan blijkt het bovendien niet compleet te zijn. 

Onland is een goede podcast geworden: prettige ondersteuning van de tekst (door geluiden en muziek) en de gesprekken zijn ook echte gesprekken, zodat je het idee hebt dat je erbij bent als Engelberts aan de keukentafel mensen vraagt naar hun ervaringen en herinneringen. 

Zwaar aangezet

In de verbindende teksten zet hij zaken soms onnodig zwaar aan. Omdat de inhoud al zwaar genoeg is, is dat onnodig. Terughoudender teksten hadden net zo goed gewerkt. Een voorbeeld: mensen met de namen Bennie en Jan worden ten onrechte vastgehouden (niet tegelijkertijd). De tweede overkomt hetzelfde als het eerste, maar met 'het grote verschil', zegt Engelberts dat het niet om dezelfde persoon gaat. Tja. De aanduiding 'het verschil' had volstaan.

Ook heeft Engelberts de neiging om te zeggen dat hij iets gaat vragen voordat hij een vraag gaat stellen: 'Dan heb ik nog een domme vraag', 'Ik heb nog één vraag'. In een aflevering kwam ik zoiets zelfs drie keer tegen. 

Het verschil tussen deze podcast en soortgelijke podcasts is de persoonlijke betrokkenheid van de maker. Hij maakte deel uit van de gemeenschap waarin het gebeurde. Degenen die Rinie van dichtbij hebben meegemaakt, kent hij. Hij weet waarover zijn gesprekspartners het hebben. Die gemeenschap zit nog steeds ergens in hem en op het moment dat hij teruggaat in de tijd, is hij ook weer terug in zijn eigen jeugd. 

Hoeveel afleveringen er nog volgen, weet ik niet. In ieder geval kijk ik uit naar deel 5. De eerste vier vind je hier.


De laatste dagen van John Lennon

Er is een cartoon van een bejaardenhuis waarin oude mannen tegen elkaar schreeuwen: 'Beatles!' 'Stones!' Blijkbaar zijn de fans verdeeld in twee groepen en kun je niet voor allebei zijn. Ik denk dat ik nog net te jong was voor de keuze. In ieder geval heb ik die nooit gemaakt. 

De makers van de podcast De laatste dagen van John Lennon hebben in ieder geval hun keuze gemaakt. Als het gaat om een wat minder album van John Lennon merkt iemand op dat het in ieder geval niet zo slecht is als wat de Stones op dat moment maken. 

Makers

Die makers zijn: Jan-Cees ter Brugge (spreek uit: Jan-Kees), Wibo Dijksma en Michiel Tjepkema. Ze maken ook de Fab4cast, over The Beatles. Die heb ik nooit gehoord. Intussen zijn er meer dan honderdvijftig afleveringen van. Verder werkt Anne Hurenkamp mee. 

De laatste dagen van John Lennon lijkt te gaan over de dagen voordat John Lennon werd vermoord, in 1980. Dat klopt niet helemaal. Weliswaar gaat het wel over die tijd, maar heel vaak wordt er teruggegrepen op wat veel eerder gebeurde. Dat is overigens alleen maar prettig. 

Eigenlijk weet ik niet zo heel veel van de leden van The Beatles. Paul McCartney is nog steeds actief, van Ringo Starr en George Harrison ken ik nog een paar nummers die ze solo hebben gemaakt en ik had ooit een leerling die vond dat Harrisson de meest getalenteerde Beatle was, een opvatting die je niet zo vaak hoort. Wij hadden vroeger een LP van John Lennon, maar ik weet niet meer of die van mijn broer of van mij was. En de muziek herinner ik me al helemaal niet meer. Het muzikale leven van John Lennon na The Beatles is mij een beetje ontgaan. Daar kan ik nu alsnog kennis van nemen.

Iets meer afstand graag

Naar de podcast heb ik dan ook met interesse geluisterd, al denk ik dat iemand die meer ingeleid is in The Beatles er wel iets meer uit haalt. De makers zijn wel duidelijk fans. Dat geeft niet, maar soms zou meer afstand ook welkom zijn. Lennon kan weinig fout doen. Bij de podcast over Bob Dylan (Bobcast) zijn de makers ook enthousiast, maar ik heb het idee dat daar toch wat meer ruimte is voor nuance. 

Verder is het alleen maar prettig dat je aan de hand wordt genomen door mensen die enthousiast zijn. Soms miste ik een verwijzing door mijn gebrek aan voorkennis. Dat is onhandig, maar er bleef genoeg over om door te luisteren. Tussendoor zijn er steeds geluidsfragmenten en dat is heerlijk, omdat je het idee hebt dat je bij die situatie aanwezig bent. Ook hoor je stukjes van nummers van John Lennon (en soms van The Beatles of van Yoko Ono) en die hadden van mij wel wat langer mogen zijn. 

Wie er aan het woord is, is niet zo goed uit te maken. Ik heb geen beeld bij de namen en ik hoor wel dat er enig verschil tussen de stemmen zit, maar ik weet niet welke stem bij welke naam hoort. 

Voor fans van The Beatles is deze podcast natuurlijk een must, maar ook voor mensen die verder van John Lennon of The Beatles af staan, is er veel leuks te horen. Er zijn zes afleveringen (zie hier) waarvan ik er vier beluisterd heb, in twee blokjes van twee. De laatste twee staan klaar en die ga ik zeker nog tot mij nemen. 

woensdag 13 januari 2021

Het werkstuk (Simon van der Geest)


In mijn kennis van de kinder- en jeugdliteratuur zitten grote gaten. Vroeger heb ik, niet alleen als kind, maar ook als docent, veel jeugdboeken gelezen, vooral in de tijd dat ik de scepter zwaaide over de schoolbibliotheek van de mavo waaraan ik verbonden was. Ook later, toen ik nog geregeld onderbouwklassen onder mijn gehoor had, las ik met enige regelmaat jeugdliteratuur. Maar daar is de klad in gekomen. 

De laatste jaren probeer ik mezelf weer wat bij te spijkeren. Ik loop af en toe naar een kinderboekenwinkel en ik volg de Grote Vriendelijke Podcast en dat resulteert soms ook in aankopen. In de laatste Kinderboekenweek kocht ik Het werkstuk van Simon van der Geest. Het boek heeft dit jaar een Zilveren Griffel gekregen. 

Van Van der Geest had ik nog niet gehoord, wat verwijtbaar is. De man heeft in 2013 de Gouden Griffel gekregen voor Spinder (2012) en daar zal toch publiciteit over geweest zijn. Het is me ontgaan of ik heb het wel gemerkt, maar niet onthouden. Het boek heeft dat jaar ook de Jan Wolkers gekreegen. Voor Dissus (2011) had Van der Geest ook al een Gouden Griffel ontvingen en het geschenk voor de Kinderboekenweek in 2015, Per ongeluk! was van zijn hand. Allemaal niet gezien. Blijkbaar was ik met andere dingen bezig. 

Jungle

De ondertitel van Het werkstuk luidt: of hoe ik verdween in de jungle. Dat laatste moeten we in ieder geval letterlijk nemen. Het eerste deel van het boek gaat over Eva die een werkstuk moet maken. Ze kiest voor het onderwerp 'biologische vaders' omdat ze haar biologische vader niet kent. Moeder wil niets over hem vertellen. 

In het tweede deel gaat ze, met een filmploeg, op zoek naar haar vader, die zich in het binnenland van Suriname moet bevinden. Ze heeft slechts kleine aanwijzingen, maar daar laat ze zich niet door afschrikken. Ze gaat op expeditie en daarbij laat ze zelfs de filmploeg achter. Ze krijgt steun van het thuisfront: haar moeder (die vooral heel ongerust is) en haar vriendje Luuk, die zo dichtbij staat dat hij eigenlijk meer is dan een vriendje. Maar het contact is moeizaam. Zoveel wifi is er immers niet in de jungle. Uiteindelijk gaat het erom of ze haar vader zal vinden en als dat zo is, of dat dan iets goeds is. 

Avontuur

Van der Geest houdt duidelijk van avontuur. Waar mogelijk brengt hij actie in het boek. Ook in het eerste deel, als Eva nog in Nederland is. Er komen wat spanningen tussen haar en Luuk, omdat Eva wel wat gecharmeerd is van een andere jongen en als Eva weet dat er nog ergens een cassettebandje moet zijn van haar vader gaat ze op onderzoek uit in de studio van haar moeder (die zangeres is), die voor haar verboden terrein is, en in het huis van haar opa. In Suriname is er eigenlijk alleen maar avontuur. 

Zo'n avonturenverhaal kan ook iets plats krijgen: een aaneenrijging van spannende gebeurtenissen uitlopend op een plot en dat is het dan. Gelukkig stopt Van der Geest er een grote dosis psychologie in: Eva heeft in haar fantasieën een beeld van haar vader gemaakt, dat waarschijnlijk niet klopt met de werkelijkheid. Wat zal het voor haar betekenen als ze hem vindt? En welke rol speelt haar moeder hierbij?

Onderweg krijgt ze contact met Palu, een jongen die ze heel sympathiek vindt, maar met wie het ook botst, omdat hij heel andere opvattingen heeft over bijvoorbeeld het omgaan met dieren. Ook binnen de filmploeg is er een zekere reflectie: misschien zijn er dingen die belangrijker zijn dan het tv-programma en misschien hoeft er niet altijd gefilmd te worden. 

Afwisseling

Van der Geest heeft met Het werkstuk een spannend boek geschreven, dat ook nog ergens over gaat. In de vorm is afwisseling aangebracht. In het eerste deel door de stukken van de werkstukken van Eva en Luuk (over komodovaranen) en de briefjes van juf, in het tweede deel door de mailtjes die Eva schrijft aan Luuk, maar die ze niet altijd kan versturen, en door het slot van haar werkstuk. 

En passant komen cultuurverschillen aan de orde, zonder dat het gaat over problemen en dat is ook wel eens prettig. Ik had wel mijn bedenkingen bij de waarde die Eva toekent aan haar elfde teen. Daaraan zou ze kunnen merken of iemand liegt. Daarbij moest ik denken aan Truth or dare van Wieke van Oordt. Aan het eind van het boek wordt die detecterende kracht van de teen gerelativeerd. 

De verhaallijn met David, de jongen van wie Eva even gecharmeerd was, wordt niet afgerond in dit boek, wat betekent dat die passage geheel in dienst staat van het beschrijven van wat er aan de hand is tussen Eva en Luuk. Toch miste ik een kleine verwijzing daarnaar. 

Het werkstuk is geïllustreerd door Karst-Janneke Rogaar. In de tekeningen in het werkstuk weet ze goed de manier van tekenen te imiteren die past bij iemand van Eva's leeftijd (12 jaar). Wat ik van haar andere tekeningen vind, weet ik niet zo goed. Ze hebben iets lichts, wat wel past bij het boek. Soms pakt ze uit met tekeningen die een hele bladzijde beslaan of zelfs een spread, over twee bladzijden dus. Dat zijn rijke tekeningen, met veel details. Soms hik ik een beetje tegen de stijl aan, die ik dan net te houterig vind. Dat zal wel komen doordat ik veel strips lees, waarbij de plaatjes ook de actie moeten weergeven. Dat hoeft in een jeugdroman natuurlijk niet. Al met al dragen de tekeningen zeker bij tot de sfeer in het boek. 


zaterdag 9 januari 2021

De man die geen saxofoon mocht spelen (Thé Tjong-Khing e.a.)

Bij het laatst verschenen nummer van de Stripglossy zat een extraatje voor de abonnee: het album De man die geen saxofoon mocht spelen

De schrijfster Lilian Blom was ooit bezig aan een roman, maar die werd nooit voltooid. Er zijn nog twee hoofdstukken van over, die je ook als een verhaal kunt lezen. Dat verhaal was de basis. Thé Tjong-Khing nam contact op met vier andere tekenaars en stelde voor om het verhaal te verstrippen. De tekenaars waren helemaal vrij. Het verhaal was de basis, maar verder mocht ieder ermee doen wat hij wilde. 

Vijf strips

Zo geschiedde. Die vijf strips, plus het verhaal zijn uitgebracht in een apart album: De man die geen saxofoon mocht spelen. Het deed me een beetje denken aan de verstrippingvan 'Het grote gebeuren' van Belcampo. Daar tekenden verschillende tekenaars allemaal een stukje van het verhaal. 

Khing geeft zelf het goede voorbeeld, door het verhaal niet te volgen, maar wel de plot te handhaven. Ook Ibrahim R. Ineke vertelt niet het verhaal na, wat van hem overigens ook te verwachten is. 

Marloes de Vries
De andere drie Aimée de Jongh (altijd goed als je haar binnen je project kunt halen), Juliette de Wit en Marloes de Vries blijven dichter bij het verhaal. Natuurlijk zijn er hier en daar wel afwijkingen. De altsax uit het verhaal wordt soms getekend als een tenorsax, bijvoorbeeld, en er moest vooral veel worden weggelaten. 

Volgorde

Ik koos ervoor om eerst de strips te lezen en misschien is dat wel een handige volgorde. Als je eerst het verhaal leest, weet je al wat de tekenaars hebben weggelaten en als je daarna de strips leest, zit je nog steeds met die weggelaten informatie in je hoofd. 

Over het verhaal wil ik verder niet al te veel zeggen. Het gaat over een saxofonist die een relatie achter de rug heeft die in het begin heel goed was, maar het meisje/de vrouw kreeg steeds meer weerzin tegen de saxofoon, wat die relatie natuurlijk geen goed deed. 

Nu bevindt de man zich op een cruiseschip en vertelt het verhaal tegen een oude vrouw. Te oordelen naar de strips dacht ik dat het verhaal van Blom een nogal eenduidige plot had, maar na het lezen van het verhaal valt me dat nogal mee. Je kunt met de slotzin nog verschillende kanten op. 

Juliette de Wit

Tweede versie?

Eigenlijk zou ik van het verhaal van Blom wel twee versies willen zien. Ik kan me voorstellen dat ze na het lezen van de strips het verhaal opnieuw zou gaan schrijven. De strips laten zien dat het verhaal prima korter kan en dat er best wat geschrapt kan worden. 

Het is ook niet zo vreemd dat er nog wel wat geprutst kan worden aan het verhaal. Het was immers werk in uitvoering en er zou anders nog door een redacteur naar gekeken zijn, die ongetwijfeld met een rood potlood het een en ander aangestreept zou hebben. 

Mix

De mix van vrijheid nemen en zo goed mogelijk het verhaal volgen werkt goed. Iets meer durf om eigenzinnig te zijn was welkom geweest, maar misschien werkt de diversiteit wel beter dan wanneer iedereen van het verhaal weg gefladderd zou zijn, of als iedereen heel strak de tekst gevolgd had. Het laat ook zien hoe tekenaars met dezelfde basis tot heel verschillende strips kunnen komen. 

Aimée de Jongh
Het is mooi dat Khing, die intussen achter een vensterbank voor potplanten had kunnen zitten, de energie heeft om een dergelijk project te entameren. Het is mooi dat we nog steeds van zijn werk kunnen genieten. En het is ook mooi dat uitgeverij Personalia er iets in ziet en er album van uitbrengt. Dat album sluit qua vormgeving aan bij het de Stripglossy

Het omslag had misschien iets meer verdiend. Je ziet in de bovenste helft van elke tekenaar iets, maar doordat die tekeningen vrij donker in blauw zijn ingekleurd, vallen ze een beetje weg tegen de kleur in de onderste helft van het omslag. Maar goed, een gegeven paard, nietwaar? En ik vond het al heel erg leuk dat er een nieuwjaarsgeschenk met het tijdschrift mee kwam. 

Ibrahim R. Ineke

Thé Tjong-Khing

vrijdag 8 januari 2021

Podcast: Gothrecht, Drenthe Toen

Gothrecht

Over de podcast Gothrecht had ik veel goede dingen gehoord. Wel had ik bedenkingen vooraf. De maker is Pepijn Lanen en die had ik hard onderuit zien gaan bij 3PAK, het geschenk bij de Boekenweek voor jongeren. Lanen leverde daarvoor een ondermaats stripverhaal af. 

Gothrecht is een podcast waar aandacht aan besteed is. Speciaal hiervoor werden nummers geschreven, die passend zijn, die lekker in het gehoor liggen en die je ook nog bijblijven. Door het invoegen van liederen, maakt Gothrecht soms ook een musicalindruk. Verder is het spel van de acteurs goed en ook de geluiden die je moeten helpen om je mee te laten leven met wat er gebeurt en die je een indruk geven van de omgeving van de personages werken goed. 

Brinta

Het hoofdpersonage is Brinta, een jonge  goth-vrouw, die gaat werken in het Pierre Bokma Complex. De namen zijn een beetje flauw, al is die tweede bepaald niet toevallig gekozen. Georgina Verbaan speelt overigens Brinta en doet dat heel goed. 

Brinta is verliefd op Liya en wat hen verbindt is de koffie van de Japanse koffieautomaat. Maar op een dag is het apparaat verdwenen en Brinta gaat op onderzoek uit. Dat heeft een reeks moeilijk te voorziene gebeurtenissen tot gevolg.

Het verhaal stelt verder niet zo veel voor. Je hebt het idee dat het bij de podcast meer gaat om de verschillende momenten dan om de grote lijn. Ik hou meer van een wat steviger compositie, maar bij het luisteren heb ik me niet verveeld. Vormgeving en spel houden de podcast levendig.

Voice-over

Maar ik heb me wel geërgerd aan de voice-over van Lanen en dan niet aan de manier waarop die uitgesproken wordt, maar aan het taalgebruik. Ik wil best aannemen dat sommige 'fouten' expres gemaakt zijn, vanwege het effect. Een zin als '(...) komt Brinta van de Japanse koffieautomaat af en Liya naar beneden gerend' bevat een foutieve samentrekking, maar dat heeft door de onbeholpenheid ook nog iets grappigs. Datzelfde geldt voor 'geïntri- en geïrriteerd.' Maar de opstapeling van taalfouten ergerde mij vooral. Enkele voorbeelden:

wegens belastingtechnische redenen
Iedereen springt naarstig opzij
Ze forceert de deur open
...zucht het kopieerapparaat vergenoegzaam
uw wil heeft geschiede
die eerder Brinta wilde behoeden de managementafdeling te verlaten
het vuur laat ze niet ongeroerd
begint wild om zich heen te slaan om de vlammen te proberen te doven

Zoals gezegd: het is duidelijk dat er aandacht aan de podcast is besteed. Had er dan niet even een redacteur naar de tekst kunnen kijken? Even de fouten uit de tekst halen en je hebt gewoon een goede podcast. 



Drenthe Toen

Tijdens het snuffelen kom je soms onverwachte podcasts op het spoor. Waarschijnlijk ontdekte ik Drenthe Toen in de tijd dat ik een stukje voorbereidde over De Hilte 11, een podcast van RTV Drenthe.

Drenthe Toen gaat -de naam zegt het al- over de geschiedenis van Drenthe. We krijgen geen chronologisch beeld  van die geschiedenis, maar bij elke uitzending wordt er iets uitgelicht en daarbij zijn de onderwerpen divers: van de dierentuin in Emmen tot de moord(?) op een jachtopziener en van F.C.  Emmen tot luchthaven Eelde. Drentenaren met een Indië-achtergrond, Toegoenezen in Westerbork, de eerste TT, de gevangenis in Veenhuizen, smokkelen in het grensgebied - het komt allemaal langs. In iTunes zijn nu al ongeveer vijftig afleveringen te vinden en ongetwijfeld is dat bij andere podcastplatforms ook zo. 

Ik ben pas laat aangehaakt, maar ik heb daarna wel heel wat oudere uitzendingen alsnog beluisterd. Er is veel oorlog, wat niet zo verwonderlijk is. In Drenthe ligt immers het voormalig kamp Westerbork en in verband met 75 jaar bevrijding was er toch al veel belangstelling voor de oorlog. Afgezien daarvan: nu is er nog kans om de laatste ooggetuigen aan het woord te laten. 

Van al die uitzendingen heb ik zeer genoten. De vorm verschilt per uitzending. Soms is er iemand die vertelt en ondervraagd wordt, maar 'De moord bij Schoonloo' wordt gespeeld door verschillende personen, waardoor het een soort re-enactment wordt. Het is net geen hoorspel, maar je kunt je goed voorstellen hoe de rechtszaak indertijd verlopen is.

Voor Drenthe heb ik niet speciaal belangstelling, maar ik hou wel van geschiedenis en ook van smeuïge anekdotes en goede verhalen. Wat dat betreft kwam ik bij deze podcast aardig aan mijn trekken. 

De algemene geschiedenis, die we kennen uit de boekjes, krijgt pas een gezicht als die concreet wordt, in lokale geschiedenis. Waarschijnlijk dat daardoor juist de afleveringen van deze podcast mij goed bijblijven. 

donderdag 7 januari 2021

Stampede! (Peter de Wit)

De tijd vliegt. Het lijkt nog maar kort geleden dat ik het cowboystripje Stampede! las in Eppo en toch is dat al decennia geleden. De maker ervan, Peter de Wit zou later bekender worden met de strip Sigmund en er zullen ook mensen zijn die zich De familie Fortuin herinneren. Eerder schreef ik hier over Het lege nest.

Voor wie Stampede! nog niet kent, is er nu een mooie kans om die strip te leren kennen. Er is nu een dikke bundeling van gemaakt, aangevuld met De cowboys, zoals de strip later ging heten, waarbij onder aan de bladzijde steeds een strook is opgenomen van Kleine Hihahoeha, een indianenstrip. 

Zoals het hoort in zo'n heruitgave is er een dossiergedeelte, waarin Rudy Vrooman een leuk gesprek heeft met Peter de Wit, rijkelijk voorzien van illustraties. Daarvoor is er nog een inleidinkje van Willy Linthout, dat werkelijk niets toevoegt en beter achterwege gelaten had kunnen worden. 

De strip Stampede! kan nog steeds mee. Niet alles is leuk, maar er zitten genoeg grappen in waarom je nog steeds kunt grijnzen. De samenstelling van de groep personages werkt goed: Voorman, Banjo, Scout, Stofbijter en de kok hebben allemaal hun eigenaardigheden, en die lokken sommige grappen gemakkelijk uit. 

Goedmoedig

De indianen dragen namen als Lachende Biefstuk, wat de goedmoedigheid van de strip laat zien. Voor grappen moet vaak uitgaan van clichés: die scheppen de verwachting en dan kan de stripmaker zijn punt maken door juist niet aan de verwachting te voldoen. 

Qua stijl heeft de strip zich nogal ontwikkeld. Bij De cowboys is het tekenwerk grover, minder gedetailleerd,  en er is minder of geen decor meer. Het gevolg is dat de nadruk nog meer op de grap komt te liggen. 

Stampede! is niet een strip die elke stripliefhebber gelezen moet hebben, maar het lezen is nog steeds aangenaam en veel grapjes zijn nog steeds leuk. Voor wie een completer beeld van het werk van Peter de Wit de wil hebben, is de strip in ieder geval een aanrader. Verder zullen er lezers zijn die uit nostalgieoverwegingen de bundeling willen kopen. En misschien zijn er nieuwe lezers, die nieuwsgierig zijn naar een strip die ze even kan afleiden van de dagelijkse werkelijkheid. 

Titel: Stampede! Het beste uit het wilde Westen
Auteur: Peter de Wit
Uitgever: Sherpa
Haarlem 2020, 192 blz. €29,95 (hardcover)