dinsdag 26 januari 2021

Zes broers en een zus (Marc Schoorl)



Zes broers en een zus is het eerste deel van de trilogie Autobiografie van een romanpersonage. Dat romanpersonage is in dit eerste deel Cor van Hargen, een jongen van een jaar of acht, die waarschijnlijk behoorlijk lijkt op de auteur, Marc Schoorl. Die staat pontificaal afgebeeld op de voorkant van het boek, in een schilderspose. Zowel het schilderen als het schrijven spelen nog geen rol in dit boek. 

Schoorl heeft de gezinsleden met wie hij is opgegroeid omgevormd tot romanpersonages. In een groot deel van het boek bestaat dat gezin uit een meisje (Mirjam) en vijf jongens (Pim, Frans, Johan, Cor en Geerie). Mirjam figureert voornamelijk op de achtergrond. Pim is een uitgesproken karakter: hij durft brutaal te zijn en heeft duidelijk de rol van de oudste. Geerie, de jongste, moet vaak op sleeptouw genomen worden. Cor vindt dat meestal een last. Frans en Johan komen niet zo erg uit de verf. Voor mijn gevoel waren ze redelijk inwisselbaar. Wellicht had Schoorl zich nog iets meer vrijheid ten opzichte van de werkelijkheid kunnen veroorloven door de twee personen samen te voegen. 

Een achterbuurt in Wassenaar

Het gezin woont in Wassenaar, in de enige achterbuurt die die plaats rijk is. Het grote gezin woont in een klein huisje. Er is niet direct armoede, maar het is wel uitkijken met geld. Vader is vertegenwoordiger van de katholieke krant Het Binnenhof, maar er zijn ook perioden waarin hij niet tot werken in staat is: soms is hij verward en depressief, wat zelfs een enkele keer tot een opname leidt. 

De verteller is Cor, de op een na jongste in het gezin. Hij is een gevoelig jongetje, maar hij is ook egocentrisch. Binnen de kring van zijn leeftijdgenootjes is hij bijvoorbeeld altijd bezig met zijn positie in de groep en met zich waarmaken. Het moet wel allemaal om hem draaien en dat gaat niet altijd vanzelf. In voetballen is hij bijvoorbeeld slecht. Na een slechte wedstrijd moet hij weer aan zijn reputatie werken.

Het is goed dat er in Zes broers en een zus passages voorkomen waarin de 'ik' een anti-held is. Dat maakt hem beter verteerbaar. Weliswaar krijgen we in het boek een schets van het reilen en zeilen van een gezin, maar toch vooral een portret van Cor. 

Levensgeheim

Cor heeft zich in het hoofd gehaald dat er een soort 'levensgeheim' bestaat en dat anderen daarvan op de hoogte zijn en hij niet. Blijkbaar zijn er zaken in het leven waarvoor hij zich niet helemaal goed toegerust vreest. Hij is iemand die graag zaken onder controle heeft en dat kan nu eenmaal niet altijd. 

In de inleiding staat dat het boek ook een tijdsbeeld geeft. Dat is maar ten dele waar. Van wat er buiten het gezin speelt, dringt relatief weinig door tot het boek, of het moeten de plaatjes zijn die vader voor de kinderen koopt. Ze kunnen die dan draaien op de pick-up. De nummers worden genoemd, maar verder wordt er niet zo veel mee gedaan. 

Begin jaren zeventig

Ook is meestal niet zo duidelijk hoeveel tijd er verloopt. Er komt een jaarwisseling in voor en dat is waarschijnlijk die van 1970/1971. Schoorl heeft wel de vrijheid genomen om het jaar te laten beginnen op een zondag, wat tussen 1967 en 1978 niet voorkwam. Maar daarom is het ook fictie. Dat er met het carnaval drie kinderen verkleed zijn als Catweazle past weer heel goed bij 1971. Een groot deel van het verhaal lijkt zich binnen een jaar af te spelen. Maar bij het wielrennen rijdt Bernard Hinault al mee en dat kan eigenlijk pas in de tweede helft van de jaren zeventig. 

Soms wordt er gesproken over het CDA in oprichting. Dat gebeurde pas in 1980, maar vanaf 1967 was er al overleg. Ook wordt de BTW genoemd en die werd in 1969 ingevoerd. Dat de kachel wordt vervangen door een gashaard hoort ook bij die tijd. 

In de proloog is Cor zes jaar oud, aan het begin van het boek zeven. Hij zit dan in de tweede klas van de lagere school, zijn oudere broer Frans in de vierde. Pim zit dan  waarschijnlijk in de hoogste klas (klas 6). Als er verderop gesproken over een bloembollenwedstrijd van school, zit Pim in ieder geval op dezelfde school als zijn broertjes. Mirjam bezoekt dan al de middelbare school. Dat Pim gaat stappen en laat thuiskomt past weer niet bij een leerling van de lagere school. Of er verstrijkt meer tijd dan ik in de gaten heb, of hier en daar zitten wat anachronismen. 

Geen duidelijke lijn

Een duidelijke ontwikkelingslijn zit er niet in Zes broers en een zus. Dat heeft soms tot gevolg dat het verhaal nogal kabbelt en dat sommige passages erg uitgesponnen zijn. Af en toe had het verhaal wel wat meer vaart mogen hebben. Het lijkt erop dat Schoorl alles wil laten zien aan de lezer, zodat die zelf niet zoveel hoeft in te vullen. 

De interessantste figuur is de vader. Hij kan praten als Brugman, wat in zijn functie goed van pas komt. Hij heeft ook de neiging door te slaan en maar door te ratelen. Mogelijk is hij dan in een manische periode. De monologen van vader zijn schitterend weergegeven door de Schoorl. Je kunt als lezer genieten van de spraakwaterval en je er tegelijkertijd wat ongemakkelijk bij voelen. 

Vader heeft zijn obsessies. Zo brengt hij heel veel dingen in verband met de oorlog. Ook kan hij helemaal verdrinken in het geloof. Hij kan dan vervuld zijn van schuldbesef en dan vraagt hij het gezin om voor hem te bidden. Maar op andere momenten maakt hij grapjes over het geloof. Vader Van Hargen is een gecompliceerde figuur die wordt beschreven zonder zijn ongemakkelijke kanten te verhullen. Tegelijkertijd is er ook een zeker mededogen. 

Moeder

Moeder is iemand die zich meer op de achtergrond houdt en een groot hart voor haar kinderen heeft, wat haar door vader ook wel verweten wordt. Hij heeft de neiging zich boven haar te plaatsen, omdat hij zich in intellectueel opzicht superieur acht. Soms kan moeder het allemaal nauwelijks aan. Dan dreigt ze weg te lopen. Maar uiteindelijk schikt ze zich altijd weer. 

De afzonderlijke scènes zijn vaak goed gelukt. Schoorl weet de sfeer op te roepen en hij tekent de situatie met kenmerkende details. Wel had ik soms mijn vraag bij het perspectief. Hij schrijft vanuit een jongetje, maar het taalgebruik past daar niet altijd bij. Een enkele keer merk je dat het allemaal achteraf verteld wordt, omdat er dan verwijzingen zijn naar later. Dan krijgen we bijvoorbeeld te lezen dat het met een persoon uiteindelijk slecht is afgelopen. 

Het gebrek aan lijn vind ik wel een gemis. Vooral als ik bedenk dat er dit jaar nog twee delen gaan verschijnen. Na het lezen van dit eerste deel heb ik het idee dat het niet echt ergens op uit gelopen is en als je dan als lezer nog twee van zulke delen moet lezen, is dat wel veel. Misschien had er meer gezocht moeten worden naar een overkoepelend verhaal, zodat het vertelde meer richting had. 

7 opmerkingen:

  1. dinsdag 26 januari 2021

    Bunt blogt & Marc pocht.

    Beste heer Blunt,

    Nou, nou, nou, wat een eer dat u me in uw walhalla van boeken heeft opgenomen. Ik zeg dit zonder ironie. Ik wou u ervoor danken. Oprecht.

    En u heeft het boek echt goed gelezen! Het is de eerste professionele reactie die ik mocht ontvangen. Ik ben er blij mee. Maar niet met alles, dat snapt u. Hoe terecht soms ook. Zoals ik ook heus nooit altijd blij ben met mezelf. Zo wordt het vaak als niet professioneel gezien om te reageren op een bespreking. Maar ik ben dan ook geen schrijver van professie, als wel uit eh… roeping. Anderen (bv. Geerten Meijsing, die u ook bespreekt) noemen dat ‘innerlijke noodzaak’. En ik bevind me ook in gezelschap van Jeroen Brouwers. Dat zijn schrijvers die ik bewonder. Nog meer eer!

    Maar ik wou u dus niet zozeer van repliek dienen, als wel beantwoorden. Niet heel uitgebreid, maar zo puntsgewijs als me mogelijk is.

    Nou, vooruit met de geit.

    ‘In de inleiding staat dat het boek ook een tijdsbeeld geeft. Dat is maar ten dele waar’

    Die inleiding gaat over de trilogie en dan is het helemaal waar;)

    ‘Frans en Johan komen niet zo erg uit de verf. Voor mijn gevoel waren ze redelijk inwisselbaar. Wellicht had Schoorl zich nog iets meer vrijheid ten opzichte van de werkelijkheid kunnen veroorloven door de twee personen samen te voegen.’

    Daar kan ik inkomen. Ze zijn ook nog erg jong. Maar dat komt helemaal goed in de volgende delen. Dan zijn ze echt niet meer samen te voegen. Het worden zelfs min of meer antipoden.

    ‘Schoorl heeft wel de vrijheid genomen om het jaar te laten beginnen op een zondag, wat tussen 1967 en 1978 niet voorkwam. Maar daarom is het ook fictie.’

    Wow, nee: dat heb ik niet uitgezocht. Of er toen een jaar op een zondag begon. In de herinnering van Cor van Hargen klopt het kennelijk wel. Wat een sufferd!

    ‘Bij het wielrennen rijdt Bernard Hinault al mee en dat kan eigenlijk pas in de tweede helft van de jaren zeventig.’

    Nee, dus dat klopt in de herinnering van Cor van Hargen echt helemaal niet. Geen verstand van sport, he? Die misser gaat de auteur dan ook aanpassen. Net als de alsnog gevonden tik- en taalvoutjes. Er was trouwens ook al iemand anders, een wielerfan, die dat opmerkte. Foutje, bedankt!

    ‘Het gebrek aan lijn vind ik wel een gemis. Vooral als ik bedenk dat er dit jaar nog twee delen gaan verschijnen. Na het lezen van dit eerste deel heb ik het idee dat het niet echt ergens op uit gelopen is en als je dan als lezer nog twee van zulke delen moet lezen, is dat wel veel. Misschien had er meer gezocht moeten worden naar een overkoepelend verhaal, zodat het vertelde meer richting had.’

    Dit eerste deel is uitgelopen op de completering van het gezin. Zoals het volgende deel begint met de dood van een oud persoon en eindigt met de dood van een jong iemand. Daartussen, maar dan omgedraaid, speelt het leven zich af, nietwaar?

    Verder vind ik het gebrek aan lijn, wat ik op zich een begrijpelijk gemis vind, lijken op zoiets als het gebrek aan (nou ja) ‘de zin van het leven’. Dat zal niet geheel toeval zijn. Zoals, vindt Cor van Hargen later ergens en ongeveer, God zelf verder ook meer had moeten zoeken naar een overkoepelend verhaal voor zijn schepping. En, ander voorbeeld, wat is het overkoepelende verhaal van de Bijbel, dat toch een indrukwekkend boek is? Nog een ander beroemd voorbeeld: de tandeloze tijd-cyclus van A.F.Th. van der Heijden of, nog een tandje erger, de Homo Duplex-romans: een echt overkoepelend en dus afgerond verhaal zijn beide reeksen niet.

    Vrij naar Multatuli: O god, er is geen plot;)

    Met veel dank & vriendelijke groet,

    Marc Schoorl

    BeantwoordenVerwijderen
  2. En vindt u het goed als ik uw bespreking op mijn FB-pagina zet?

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Maar natuurlijk. Als het kan met een link.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Dat kan. En als ìk dat kan, dan doe ik dat ook;)

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Meestal eens met Bunt, nu niet. Rare, briljante jongen, die Marc. Op naar deel 2: de nadere studie van de geschifte, intelligente vader.

    BeantwoordenVerwijderen