woensdag 30 juni 2021

De glazen kroon 1. Leed boven glorie (Richemond / Bennato / Poupelin)


Strips over historie hebben zowel iets aantrekkelijks als iets moeilijks. Het aantrekkelijke is natuurlijk dat je als lezer kunt opgaan in een wereld die je een beetje kent (door wat je over geschiedenis weet), maar waarin je zelf niet leeft. In een strip kan veel gevaar voorkomen en de spanning ervan kun je ervaren, maar het leed zal jou niet overkomen, zo lang je veilig thuis op de bank zit. 

Het lastige is dat de scenarioschrijver zich moet houden aan de geschiedenis om geloofwaardig te blijven. Zo lang de personages geen historische betekenis hebben, heb je veel vrijheid: er is geen geschiedenisboek dat je zal corrigeren. Maar het blijft uitkijken voor anachronismen. 

Uitleg

Verder is de historische situatie soms complex. Daarover zal iets en soms veel uitgelegd moeten worden en dat kan ten koste gaan van het verhaal. 

Vooral dat laatste probleem komt naar voren in de serie De glazen kroon, waarvan nu deel 1 , Leed boven glorie, is verschenen. Op het achterplat van het album wordt Karel V genoemd. In de Nederlandse geschiedenis duidt die naam op de vader van Filips II, maar dit gaat over een andere Karel, die veel eerder leefde: Karel V van Frankrijk. Hij werd ook wel Karel de Wijze genoemd. 

We schrijven 1380 en bevinden ons in de Honderdjarige Oorlog, die eigenlijk bestaat uit een reeks oorlogen. De toestand is, voor een buitenstaander waarvoor ik mijzelf en de gemiddelde lezer houd, onoverzichtelijk. Ik heb nog gekeken op de pagina van Wikipedia, waar men de oorlog van Karel laat doorlopen tot 1389, hoewel hij in 1380 overlijdt. 

Karel VI

Als Karel V overlijdt is zijn zoon, Karel VI, nog maar twaalf jaar oud. Drie broers van Karel, Lodwijk van Anjou, Jan van Berry en Filips de Stoute dreigen gebruik te maken van het machtsvacuüm dat er ontstaan is. 

Als lezer leef je mee met de jonge Karel en vooral ook met Tanneguy van Châtel, eigenlijk ook nog maar een kind, maar wel een vechtersbaas. Lodewijk van Anjou gaat er al gauw met het geld vandoor, zodat de jonge Karel belastingen moet gaan heffen. Maar gaat het volk dat pikken? Tanneguy heeft contact met een stel straatschoffies, die veel dingen zien en horen die niet via de officiële kanalen te vernemen zijn. 

Deze Tanneguy is een historisch figuur, maar er is veel over hem niet bekend, wat de scenarioschrijver, France Richemond veel vrijheid geeft. Het perspectief van Tanneguy helpt je als lezer ook door het verhaal heen: het werkt vaak goed als je de geschiedenis bekijkt door de ogen van iemand om wie het niet draait, maar die wel alles waarneemt. 

Er moet wel heel veel uitgelegd worden in dit eerste deel. Sommige dialogen zijn ook alleen maar bedoeld als informatieverstrekking, wat ze minder natuurlijk maakt. In het begin is het verhaal, door alle informatie, nogal traag. Maar later komt het aardig op gang. 

Als de reeks verder op gang is, is de setting waarschijnlijk helder voor de lezer en dan kan die zich concentreren op het verhaal. Bij uitgeverij Silvester is er reeks met een vergelijkbare titel, De lemen troon, en een vergelijkbaar onderwerp. Het verhaal speelt zich ook af tijdens de Honderjarige Oorlog, maar wat later (begin vijftiende eeuw) en ook in deze reeks komen Karel VI tegen en Tanneguy van Châtel voor . Van die reeks heb ik overigens niets gelezen, maar blijkbaar is die succesvol en dat zal ook de reden zijn dat er met De glazen kroon een soort prequel van verschijnt.

Tekeningen

Deze reeks zet overigens veelbelovend in. Het tekenwerk van Tommaso Bennato is dik in orde en de inkleuring door Hugo Poupelin is fraai. De decors zijn vaak rijk aan details, zowel bij de binnen- als de buitenscènes, waardoor je makkelijk verplaatst wordt naar de veertiende eeuw. Karel VI heeft een open blik en vrij grote ogen, waardoor hij sympathiek wordt. De minder sympathieken hebben vaak wel karakterkoppen, waardoor ze boven het type uit worden geheven en echte personages worden. 

Achter in dit eerste deel is er een dossiertje opgenomen over 'Het ontstaan van een verhaal'. Daarin wordt wat informatie over de geschiedenis gegeven en uitgelegd welke keuzen er gemaakt zijn in het scenario. Ook krijgen we informatie over Tanneguy.  Verder zijn er schetsen in potlood van enkele personages, waarbij soms de hulplijnen nog te zien zijn, wat altijd interessant is. Sommige tekeningen zijn geïnkt en ingekleurd en op de slotpagina zien we de schetsen voor de covertekening. 

Dit soort extraatjes is niet alleen leuk voor de lezer, maar ze tonen ook de zorgvuldigheid aan waarmee de uitgever de reeks lanceert. Dat schept verwachtingen voor toekomstige delen. 

Reeks: De glazen kroon
Deel 1: Leed boven glorie
Scenario: France Richemond
Tekeningen: Tommaso Bennato
Inkleuring: Hugo Poupelin
Uitgever: Silvester
's-Hertogenbosch 2021, 64 blz. € 9,95; softcover

dinsdag 29 juni 2021

Lynx Boek 1 (Serge Perrotin / Alexandre Eremine)

De strip Lynx (Boek 1) opent met een plaatsaanduiding: 'Planeet Ner'o, Hévéliusstelsel'. Een ons onbekende planeet, in een ons onbekend stelsel. Een paar bladzijden verder bevinden we ons op de planeet Hélis, Lacaillesysteem. De setting is duidelijk: de makers, Serge Perrotin (scenario) en Alexandre Eremine (tekeningen en inkleuring) hebben een nieuwe wereld voor ons geschapen, op verschillende planeten, met eigen regels en mogelijkheden. 

In de wereld van deze strip bestaat er IDPER, het Interplanetaire Departement ter Preventie van Ecologische Rampen. Agent Bor werkt voor dit departement. Hij krijgt een nieuwe collega toegewezen: Annet, die nogal eigenzinnig is. 

Zo'n gegeven, twee collega's die niet willen samenwerken, maar uiteindelijk een gouden duo vormen is behoorlijk clichématig. De aanvankelijke weerstand verdwijnt overigens al snel. Eigenlijk veel sneller dan wat logisch is, gezien de gebeurtenissen. 

Bor heeft een verleden: hij probeert een drama te verwerken en Annet moet optreden tegen een zaak waarin haar familie mogelijk betrokken is. Dat zijn wel interessante elementen. 

Windhoos

Bor en Annet reizen het hele universum door. Ze kunnen zich op alle planeten verstaanbaar maken. Dat is wat minder geloofwaardig, maar misschien komt dat omdat ik denk in de beperkingen van de huidige tijd. Samen onderzoeken ze het optreden van windhozen, die grote hoeveelheden water meenemen. Waar gaat dat water heen? Bor en Annet laten zich door een windhoos meevoeren en komen op onverwachte plekken. Die ecologische insteek is in ieder geval eigentijds en daarin lijkt Lynx zich te onderscheiden van andere stripreeksen. 

Al eerder heb ik verteld dat science-fiction niet mijn eerste voorkeur heeft, maar dat ik me soms toch laat meeslepen door het verhaal. Bij Lynx is dat verhaal heel aardig, maar ook niet zoveel meer dan dat. Er zijn genoeg boeiende ontwikkelingen, er zijn wat dilemma's, psychologisch zijn er enkele interessante zaken (bij wie ligt je loyaliteit?). Maar nergens werd ik echt gegrepen. De strip is eerder onderhoudend dan indrukwekkend. 

Tekeningen

De tekeningen van Eremine zijn niet ook niet meer dan aardig. Ze zijn helder, maar ook een beetje statisch. Als de personen bewegen, komt die beweging niet lekker in de tekeningen terug. De tekenstijl is heel beheerst, maar soms verlangde ik naar wat minder beheersing, naar een tekenaar die desnoods uit de bocht vliegt, maar wel in volle overtuiging. 

Hier en daar is er wat humor, de karakters zijn redelijk interessant, het verhaal heeft verrassende wendingen. Het zijn allemaal aspecten van een strip die goed zou kunnen zijn. Maar in mijn leeservaring kom ik niet verder dan 'aardig'. Ik kan mij wel voorstellen dat echte sci-fi-liefhebbers veel enthousiaster zijn. 

Reeks: Lynx
Deel: Boek 1
Scenario: Serge Perrotin
Tekeningen en inkleuring: Alexandre Eremine
Uitgever: Silvester
's-Hertogenbosch 2021, 56 blz. €8,95; softcover

maandag 28 juni 2021

Witter dan sneeuw (Michelle van Dijk)



Voor wie opgevoed is met bijbellezen na elke maaltijd, gaat er meteen een kerkklok klinken bij de titel van de de laatste roman van Michelle van Dijk, Witter dan sneeuw. Zo'n boek zal wel met geloof te maken hebben. In de roman wordt een lied gezongen dat de associatie bevestigt: 'Was mij in het bloed van het Lam, en witter dan sneeuw zal ik zijn.'

In mijn jeugd waren er ook al gelovigen uit de evangelische hoek. Dat waren mensen die liederen zongen met veel herhalingen, onder begeleiding van gitaarmuziek, waarbij de aanwezigen klapten of hun handen in de lucht staken. Bij ons thuis vonden we dat dat dicht tegen het heidendom aan zat. Bij de Gereformeerde Gemeente in Nederland ging het er heel wat minder frivool aan toe. 

Ik moest dan ook niet denken aan het bovengenoemde lied, maar aan een bijbeltekst, die ik mij overigens verkeerd herinnerde. Jesaja 1:18: 'Al waren uw zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw, al waren zij rood als karmozijn, zij zullen worden als witte wol.' 'Wit als sneeuw' dus, terwijl ik me 'witter dan sneeuw' herinnerde. Maar zo staat de tekst niet in de Statenvertaling waarmee ik opgroeide en ook niet in De Nieuwe Bijbelvertaling uit 2004. Ik begin mijn geheugen steeds minder te vertrouwen. 

Evangelisch

Maar de associciatie met godsdienst klopt dus wel. Judith Mulder groeit op in een evangelisch gezin, maar ze ervaart die omgeving als benauwend. Ze past zich aardig aan en zelfs vlak voordat ze uit huis gaat, zal ze naar de zondagse samenkomst gaan. Maar er zijn wel discussies over te laat thuiskomen, roken en vloeken, zoals die overigens er ook geweest zullen zijn in gezinnen waarin godsdienst geen rol speelt. Zo gauw ze examen heeft gedaan, gaat Judith het huis uit en ze trekt in bij John. Die vertegenwoordigt zo'n beetje het tegendeel van de wereld waarin ze is opgegroeid. 

Waarschijnlijk is John meer de nooduitgang uit het evangelische milieu dan dat hij haar grote liefde is. Al gauw maakt Judith tijdens haar studie kennis met Bas, voor wie ze meer voelt. In een latere fase zal ze trouwen met Remco, bij wie ze twee kinderen krijgt, Jimi en Eef, maar ze zal het niet met hem volhouden. Ook op haar werk zijn er problemen en uiteindelijk redt Judith het niet om haar leven op orde te houden. 

Weglopen

Haar moeder suggereert dat Judith wegloopt als het moeilijk wordt. Dat zou dan begonnen zijn toen ze  haar ouderlijke huis verliet. Het is logisch dat moeder dat denkt: dan ligt het immers aan Judith dat het tussen ouders en dochter niet ideaal verlopen is. 

Judith breekt overigens niet met haar ouders, haar zus Daniëlle en haar broer Sam. Als Daan gedoopt wordt, is Judith er ook bij. Dan hoort ze ook het lied waarnaar in de titel verwezen wordt. Het raakt haar:

Van alles wat ik tot m'n twaalfde als waarheid had vereerd en daarna verlaten, was dit mijn grootste verlies, besef ik: de mogelijkheid om met steun van hogerhand opnieuw te beginnen De schole lei, een blanco vel, witter dan sneeuw. Een nieuwe start, zonder ballast, je schepen achter je verbranden zonder dat het stinkt. 

In het geloof is er vergeving, zodat je een nieuwe start kunt maken. Daarbuiten moet je je verleden maar meeslepen. Iets verderop denkt Judith:

Mijn opnieuw beginnen verloopt maar slecht. Er rust geen zegen op. Niemand heeft zijn handen naar mij uitgestrekt en zo in één klap betekenis gegeven aan alles wat ik ooit in dit leven zal doen. Dat had natuurlijk wel moeten gebeuren. 

Judith heeft het geloof vaarwel gezegd, maar ze mist blijkbaar toch iets. In een groot deel van Witter dan sneeuw wordt dat trouwens niet zo duidelijk: ze worstelt dan om haar leven op orde te houden of te krijgen, zonder dat er expliciet een verband gelegd wordt met haar verleden als lid van een groep gelovigen. 

Leegte

Later in de roman zal ze het woord 'leegte' gebruiken, wat juist het woord is waarmee gelovigen het leven van niet-gelovigen karakteriseren. Franca Treur heeft dat in de column 'Arm, leeg leven' (De groene Amsterdammer 12 december 2017) gesignaleerd (en veroordeeld) Een week later deed ze dat ook in het Reformatorisch Dagblad. De zin van het leven is voor de kerkverlater niet meer het dienen van God, maar dat is wat anders dan leegte. 

Judith verwoordt het zo: 

Maar het is geen leegte. Het is de enig mogelijke vorm van zingeving: erkennen dat alles zinloos is. 

Natasja, de partner van Remco, zegt:

Een mens kan ook gewoon zeggen: ja, het is leeg, maar ik deal ermee. Misschien is dat veel sterker. Niet steeds weer iets verzinnen om de leegte op te vullen, het ene gat met het andere dichten. 

Judith is een groot deel van het leven bezig geweest om het ene gat met het andere te vullen. En ze heeft daarbij haar best gedaan, ja, meer dan dat. Dapper heeft ze zich door alles heen geslagen, totdat het niet meer ging. Dat verdient eerder respect dan medelijden. 

Op allerlei momenten in haar leven heeft ze gedacht dat er een nieuw begin mogelijk was. Het jaar 2000 noemt ze bijvoorbeeld 'het magische jaar 2000.' Nieuw millennium, nieuw begin. Maar ook in dat millennium zou het het hard werken worden, waarbij dat werken niet altijd beloond werd. 

Zelfverwijt

Judith zit vol zelfverwijt. Misschien komt ook dat uit haar verleden. Een voorganger heeft ooit gezegd dat ze in de hel komt en dat daarin alleen slechte mensen terechtkomen. En als ze zich tijdens de Mars voor Jezus niet goed voelt, wordt meteen gesuggereerd dat dat werk van de duivel is. Dat zorgt er misschien wel voor dat je denkt dat alles wat misgaat je eigen schuld is. 

Maar misschien heeft dat ook wel veroorzaakt dat ze juist weggegaan is uit de wereld van haar jeugd:

Vertel een kind dat het slecht is, verloren, vertel een kind dat het toch niet zal gehoorzamen, zeg dat elke dag, en het kind is slecht, brutaal en luistert voor geen meter. Vertel mensen, elke zondag weer, in preken, studies en verhalen dat niemand zonder zonde is, en ze zullen zondigen. Ze zullen zondigen alsof er geen morgen komt. Ze zullen zondigen alsof ze Jezus niet meer terugverwachten, alsof er nooit een Dag des Oordeels komt, maar ook zodat hij niet voor niets gestorven is. Ze zullen zondigen alsof ze bang zijn dat er niets meer te vergeven valt. Ze zullen zondigen, omdat ze ook geleefd willen hebben.  

Witter dan sneeuw is een interessant boek, waarin een jonge vrouw haar weg zoekt, met veel gestruikel. Daarbij beziet ze haar leven en vraagt zich af wat er eigenlijk aan de hand is. 

Lekker lezen

Maar als de roman alleen interessant zou zijn vanwege de thematiek zou dat wel wat magertjes zijn. Gelukkig is Witter dan sneeuw ook een boek dat lekker leest. Judith heeft een eigen stem, waarnaar je gemakkelijk luistert. Daardoor volg je haar met empathie door het boek heen. 

Judith is een complex figuur, die gelukkig niet helemaal geduid wordt. Als ze tegengestelde gevoelens heeft, worden die niet afgewogen en volgt er geen conclusie: 'ik fiets hard de Straatweg af met de rugbytas in het kinderzitje en ik voel met gelukkig en ik voel me alleen.'

De gebeurtenissen zijn niet allemaal even vrolijk, maar gemiddeld genomen is de toon niet zwaar. Met een zekere monterheid begint Judith steeds weer aan een nieuw hoofdstuk in haar levensverhaal. Een zinnetje als het volgende deed me een beetje denken aan de verteltoon van Renate Dorrestein:

Het is verbazingwekkend wat een man voor een vrouw, een vrouw voor een man kan doen op basis van genegenheid. Pijpen bijvoorbeeld, en strijken.  

En zo zijn er vaker zinnen die de lichtheid bewaren. Als alles tegenzit kun je je teneer laten slaan, maar een vriendin van Judith heeft een beter medicijn: 'Kom, we gaan bier zuipen en kut roepen, oké?'

Af en toe had ik tijdens het lezen mijn twijfels. Judith bedient zich soms van taal die haar ouders als grof zouden kenschetsen. Haar broek is bijvoorbeeld 'tyfusnat', of ze spuugt zich 'de tering'. Ik vroeg me af hoe geloofwaardig dat is. Misschien was dat taalgebruik ook vroeger al een manier waarop ze zich afzette en gebruikt ze dat nog steeds om afstand te bewaren tot de gemeenschap waarvan ze afstand heeft genomen. 

Op detailniveau kwamen er ook passages voor waar ik bij fronste: als ze verhuisd is, heeft Judith nog geen stoelen, dus gaat ze plat op de vloer liggen. Er staan wel overal dozen waarop ze had kunnen gaan zitten. 

Vaart

Ach, kleinigheden. Over het algemeen heeft het boek vaart, waardoor ik me graag heb laten meenemen. Bij deze roman ligt het frame voor de hand dat het een verhaal is over iemand die afstand genomen heeft van het geloof en mogelijk werk ik daar met het bovenstaande aan mee. Maar Witter dan sneeuw is vooral een boek waarin iemand greep probeert te krijgen op haar leven. Ze worstelt heel lang in haar eentje en durft pas aan het eind van het boek om hulp te vragen, wat een belangrijke stap blijkt te zijn. 

Daar zullen veel mensen zich in herkennen: we zijn allemaal krabbelaars die er maar iets van moeten zien te maken. En als dat dan ook nog blijkt uit een goed verhaal dat op redelijk montere toon en met vaart verteld wordt, is dat alleen maar prettig. Heel prettig. 

Titel: Witter dan sneeuw
Auteur: Michelle van Dijk
Uitgever: Kleine Uil
z.pl. 2021, 288 blz. € 22,50

woensdag 23 juni 2021

Soldaten van eer - Donjon Monsters 10 (Bézian / Joann Sfar / Lewis Trondheim)

De stripwereld is een snoepwinkel waarin het lastig kiezen is. Zelfs als je grote trek hebt, kun je niet alles proeven. Dat heeft tot gevolg dat er veel stripseries verschijnen die niet verder komen dan de periferie van mijn aandacht. Je kunt immers niet alles lezen. Er zitten maar zesentwintig uren in een dag en dan heb ik er ook nog twee gesmokkeld. 

Volgens mij heb ik alles wat met Donjon te maken heeft tot nu toe aan mij voorbij laten gaan, maar Donjon Monsters 10 (Soldaten van eer) is toch op mijn bureau gekomen. Zo gauw ik het album opensla, kom ik in de Donjonwereld terecht. Voorin staat 'De kleine Donjon-gids', op het titelblad staat dat ik mij bevind op 'Donjon niveau 95' en nog een bladzij verder staat er een tijdtabel. Dit deel speelt zich af in het jaar 75, maar ik weet niet in welke jaartelling. 

Gelukkig zijn alle albums afzonderlijk te lezen. Bij de eerste tekening neemt Gork het woord. Hij is een van de duizenden soldaten van het Jammerdal, dienaar van De Grote Khan. Met zijn broer Krag bewaakt hij een geheime ingang van het Zwarte Kasteel. Daar komt nooit iemand. 

Straf

Maar op een dag komt er wel iemand, een oude en blinde vreemdeling en dan gaat het niet helemaal goed. Daarvoor wordt Krag gestraft: hij moet naar de woestijn gebracht worden, waar zijn vleugels afgehakt zullen worden, waarna hij van honger en dorst zal sterven. Gork moet dat vonnis bij zijn broer voltrekken. 

Dat zal hij ook doen, maar ze gaan eerst wat drinken en ze gaan langs het ouderlijk huis. Op hun tocht komen ze van alles tegen waar ze wat mee moeten. Maar uiteindelijk laat Gork zijn broer achter in de woestijn. 

Dan is het verhaal nog niet afgelopen. Gork leeft in een onveilige wereld, waar je altijd iets kan overkomen. Zal Gork ooit weer het Zwarte Kasteel bereiken?

Dieren

Gork is een draakachtig figuur en ook de andere personages zijn dieren. Dat is blijkbaar nu eenmaal zo in de Donjonwereld. Bij Olivier B. Bommel en Donald Duck heb ik dat ook altijd als een vanzelfsprekendheid ervaren en bij Blacksad vroeg ik me ineens af wat daar eigenlijk de functie van is. Dat hoeft natuurlijk helemaal niet functioneel te zijn en de vraag zat me indertijd in de weg bij het lezen. Bij Soldaten van eer dacht ik er verder niet bij na. 

Dat zal ook te maken hebben met de fantasysetting: je bevindt je in een ongebruikelijke wereld en blijkbaar horen daarin geen mensen thuis. Al zijn de handelingen wel mensachtig: er worden steden belegerd, gevangenen gestraft, er wordt gedronken in een kroeg en anderen hebben last van de kwade dronk van sommige drinkers. 

De wereld waarin Gork en Krag leven is gewelddadig. De broers doden gemakkelijk en ze hebben geen geweten dat het hun daarbij lastig maakt. Gork vertelt het verhaal ook redelijk laconiek. Het scenario en dus ook de teksten zijn van Joann Sfar en Lewis Tronheim. De taal is fris en zinnen nemen vaak een verrassende wending. Enkele voorbeelden:

M'n vader wauwelde altijd urenlang over eer en loyaliteit en m'n moeder liet haar taarten aanbranden.

De oude kastanje, waaronder onze vader ons sloeg toen hij hoorde dat we een vreemdeling hadden opgegeten...

Nu moeten we twee dagen waken bij hun graf, anders reïncarneren onze ouders uitsluitend als rapen en wortels. 

Religie

Uit het laatste citaat blijkt dat er binnen de Donjonwereld ook een soort religie is. Aan het eind van het album stelt Gork zich vragen over een hiernamaals. Zal hij daar Karg weer ontmoeten en zal die dan vleugels hebben? De paradijsfantasieën van Gork vormen een contrast met zijn situatie. Ik zal, vanwege de plot, geen details geven, maar hij bevindt zich in een woestijnachtige omgeving. 

Gork is een heerlijke verteller, die zijn verhaal enigszins schouderophalend doet. Hij registreert wat om hem heen gebeurt en toont daarbij eigenlijk geen emotie. Als er wel emoties dreigen, relativeert hij meteen:

Ik krijg tranen in m'n ogen, maar dat komt omdat ik snel vlieg.

Ten diepste is het natuurlijk een tragisch verhaal: twee broers die samenleven, waarbij er zowel onderlinge steun als strijd is en dan moet een van de twee daar definitief een eind aan maken. Dat betekent dat hij iets in zijn eigen leven moet doodmaken, waarna hij ook zichzelf niet meer kan zijn. Maar Gork wil daar duidelijk geen drama van maken, tot het einde toe. Al is zijn laatste vraag in het album wel die naar zijn uiteindelijke bestemming:

En ik? Waar ga ik naartoe?

Onklare lijn

De tekeningen zijn van de hand van Bézian,  Je zou die kunnen karakteriseren als die van de onklare lijn: een lijn is soms een bundeling van dunne lijntjes en ook binnen de vlakken worden er dunne inktlijntjes gebruikt voor arceringen. Er zit iets kriebeligs in de manier van tekenen. Daar moest ik even aan wennen, maar uiteindelijk waardeer ik die wel. De tekeningen hebben een persoonlijk handschrift. De lezer heeft er zijn aandacht bij nodig, maar daar krijg je ook veel voor terug. De slotscène, die inzet met Gork in een desolate omgeving is niet minder dan aangrijpend. 

Mijzelf een beetje kennende weet ik nu al dat ik niet alle delen Donjon zal gaan lezen. Daarmee laat ik veel moois aan mij voorbijgaan, maar dat moet dan maar. Aan dit album heb ik wel veel plezier beleefd: goede tekst, stevige verhaallijn, markante manier van tekenen. Misschien moet ik toch maar hier en daar  een los deel lezen, wat ook zonder de context van de serie prima kan. 

Serie: Donjon Monsters
Deel 10: Soldaten van eer
Tekst: Joann Sfar / Lewis Trondheim
Tekeningen: Brézian
Uitgever: Silvester
's-Hertogenbosch 2021, 48 blz. € 17,95 hardcover





dinsdag 22 juni 2021

Dagen van zand (Aimée de Jongh)

Het boek lag al een tijdje naar me te knipogen, maar mijn agenda zat vol en mijn hoofd was druk en ik wilde het niet even snel tussendoor lezen. Toen de drukte wat luwde, had ik er de tijd en de rust voor. Met enige gretigheid begon ik aan Dagen van zand van Aimée de Jongh

Toen ik het boek opensloeg, zag ik meteen, aan de binnenkant van het kaft, een prachtige tekening. Een akker waarvan de voren naar de horizon lopen. In de verte een huisje met een windmolen. Erboven is de lucht helemaal dichtgetrokken. Het zal wel waaien, want er vliegt een takje door de lucht. 

Eigenlijk gebeurt er nauwelijks iets op de tekening, maar er is een dreiging voelbaar, zoals -in een heel andere setting- bij Het gele huis van Carel Willink. Ook daarop zien we veel leegte: een wereld waarin mensen zich niet vertonen. De proppen papier bij Willink werken net als het takje bij De Jongh.

Foto's

Meteen daarna in het album treffen we een foto aan uit 1938: een vader met drie zonen. De linkerhelft zien we voor in het boek, de rechter achterin. Dat doorsnijden is een vreemde keuze, in mijn ogen. Is dit niet het verminken van een foto?

Elk hoofdstuk van Dagen van zand begint met een foto en achterin is een dossiertje opgenomen met nog meer foto's. Ook heeft De Jongh foto's uit de jaren dertig nagetekend. Het is duidelijk dat fotografie een belangrijke rol speelt in dit boek. 

Het verhaal speelt zich af in de jaren dertig van de vorige eeuw, in het midden van Amerika, op de Great Plains, waar het droog en stoffig is. Er zijn zand- en stofstormen. Door de manier van landbouw bedrijven zijn er niet genoeg grassen overgebleven die de grond vasthouden en het land lijkt nu de vijand van de bewoners te worden. Ze leven in gebrekkige omstandigheden en het stof is een bedreiging voor hun gezondheid. Geen wonder dat veel mensen het voor gezien houden en wegtrekken. Niet wetend of hen in een ander deel van het land een beter lot wacht. 

De hoofdpersoon is de fotograaf John Clark, nog maar 22 jaar oud, die naar de Dust Bowl wordt gestuurd om vast te leggen hoe de boeren daar leven en hoe zwaar ze het hebben. Dat is in werkelijkheid ook gebeurd: de Farm Security Administration werd opgezet om armoede op het platteland te bestrijden in een periode waarin veel mensen het zwaar hadden: de Great Depression. Voor dit programma werden fotografen ingehuurd die moesten zorgen voor beelden van de situatie. 

Verhaallijnen

Dagen van zand volgt verschillende verhaallijnen. In de eerste plaats geeft het een beeld van de tweede helft van de jaren dertig in het midden van de Verenigde Staten. Ik wist niets van deze Dust Bowl en van alle ellende daar en toen. De tweede lijn is die van John Clark, een beginnend fotograaf, die zich moet zien te redden op het platteland. De derde gaat over de rol van fotografie. In hoeverre mag je manipuleren? Eigenlijk manipuleer je al op het moment dat je iemand vraagt te glimlachen voor de foto. Maar als je nog meer ingrijpt, liegt de foto dan? Of grijp je juist in om beter de waarheid te kunnen vertellen? 

Kun je de werkelijkheid wel weergeven? Een foto is een momentopname; voor en na het moment van fotograferen gebeurt ook wat en buiten het kader is er ook van alles wat we niet te zien krijgen.John heeft het er maar moeilijk mee. Hij ziet de kracht van fotografie, maar ook waar die tekortschiet. meer vertrouwen lijkt hij te hebben in het geschreven woord. Mooi is natuurlijk dat de striptekenaar beide tot haar of zijn beschikking heeft. 

Een tekenaar kan nog meer manipuleren dan een fotograaf.  Welke keuzes maakt de tekenaar? En welke versie van de werkelijkheid leveren die keuzes op? Misschien dat Aimée de Jongh hier ook al vragen over had toen ze met Mei-Li Nieuwland en Judith Vanistendael op Lesbos in een vluchtelingenkamp was en daar tekeningen maakte. 

Graven

Aan het begin van het verhaal zien we John Clark, die iemand of iets begraaft. Daarna volgt het verhaal, dat eigenlijk een grote flashback is. Op het tekenen van dat begraven heb ik wel wat aan te merken: op bladzijde 9 hanteert John de schop als een rechtshandige, op de bladzijde erna als een linkshandige. Bovendien lijkt het me gemakkelijker als je de bovenste hand met palm naar voren houdt. Het is maar een kleinigheid, maar het lijkt me dat De Jongh in ieder geval geen spitter is. 

Het is wel een intrigerend begin, want je wilt als lezer weten van wie of wat dat graf is. In de loop van het verhaal zakte die vraag een beetje weg bij mij, maar aan het eind, als het graf terugkomt, komt wel meteen het begin van het boek in je gedachten, waarmee het verhaal rond is. 


Tekeningen

De kracht van de tekeningen van De Jongh is overduidelijk. Ze weet door wat ze tekent en door hoe ze inkleurt de deprimerende sfeer van de boerengemeenschap op te roepen en ook de overweldigende ellende van de stof- en zandstormen. Het zijn de details die het beeld doordringender maken: de kranten die op de wanden geplakt worden om het stof buiten te houden, het serviesgoed dat ondersteboven in de kast wordt bewaard, omdat het anders al vuil is voordat het gebruikt wordt. 

Het persoonlijke drama wordt duidelijk aan de hand van enkele gezinnen, van enkele personen zelfs. De uitzichtloosheid van hun leven, de nabijheid van de ondergang. De situatie schrijnt des te meer, omdat er als contrast ook lieflijke scènes zijn. John Clark ontmoet een jonge vrouw, Betty, die zwanger is. Je ziet hen op de rug als ze samen op een heuvel zitten. De tekening is met oranje en geel ingekleurd, wat warm overkomt. In andere tekeningen in het album zijn roden en gelen soms dreigend, maar deze tekening is bijna idyllisch.

Het deed me een beetje denken aan de plattelandstaferelen van Jean-François Millet, maar misschien heb ik die in mijn hoofd te veel geïdealiseerd. Een ander contrast vormen de tekeningen van het groene landschap in 1910, toen de grootmoeder van Betty in deze streek kwam wonen. Met het malse groen in je hoofd, wordt de stoffige omgeving nog veel deprimerender. 

Empathie

Om een of andere reden hebben de verhalen in de albums van Aimée de Jongh altijd iets sympathieks. Ze tekent haar personages met empathie en is mild voor hen. Dat verraadt waarschijnlijk haar blik op de wereld. 

In dit boek is die betrokkenheid bij de personen ook wel nodig: de wereld waarin ze zich bewegen is al hard genoeg en door de warme hand waarmee ze getekend zijn, wordt het een verhaal dat te verdragen is. Het grijpt wel aan, maar het blijft tegelijkertijd een mooie leeservaring. 

Ook fraai vind ik de psychologische diepgang. De worsteling van John met het medium waarvan hij zich bedient (fotografie) wordt vrij expliciet beschreven, maar de kracht ligt in de symboliek van de handeling waarmee hij zijn beslissing onderstreept. Over hoe John zich verhoudt tot Betty en haar familie wordt weinig uitgelegd, maar je merkt aan alles hoe hij zich met haar en de haren verbonden voelt. 

Je zou kunnen zeggen dat De Jongh een geschiedenisverhaal vertelt. Dat is ook zo en dat doet ze goed, maar het is vooral een persoonlijk verhaal geworden: een verhaal over personen, maar ook een verhaal dat op een persoonlijke manier verteld wordt. Zoals dus alleen Aimée de Jongh dat kan. 

Titel: Dagen van zand
Tekst en tekeningen: Aimée de Jongh
Uitgever: Scratch Books
z.pl. 2021, 288 blz. € 29,90

Eerder schreef ik over ander werk van Aimée de Jongh:



maandag 21 juni 2021

De oase (Simon Hureau)



'Kleine geboorte van een biodiverse tuin' is de ondertitel van De oase, een getekend en geschreven verslag door Simon Hureau van hoe hij van een stuk grond een tuin maakte naar eigen inzichten. Hoe een geboorte 'klein' kan zijn is mij niet helemaal duidelijk, maar misschien bedoelt hij dat dit verslag maar een beknopte weergave is van wat hij en zijn gezin met de tuin gedaan hebben. 

In de inleiding zien we het hoofdpersonage, dat zo ongeveer lijkt samen te vallen met de auteur. Hij hoort op de radio dat er diersoorten uitsterven en dat de biodiversiteit afneemt. Daarna koopt hij een huis met een tuin in een klein stadje. De tuin ziet er 'troosteloos' uit. In ieder geval niet zoals Simon zich de ideale tuin voorsrelt. 

Al op pagina negen krijgen we een plattegrond van de tuin zoals die is op het moment dat het gezin het huis betrekt. Op plattegronden verderop in het boek kunnen we de ontwikkeling volgen. De laatste toont de situatie na tien jaar. Het stuk grond is dan trouwens aanmerkelijk groter.

Details

De oase is een verslag van de tuinwerkzaamheden. Het gezin Hureau (ik stel voor het gemak personage en auteur maar gelijk) willen een tuin die de biodiversiteit bevordert. Eerst moet er dan van alles gerooid worden, daarna kan er het een en ander geplant worden en dan vergt het ook nog allemaal onderhoud. We krijgen een nauwkeurig verslag, waarin Hureau veel oog toont voor details. De beestjes en plantjes zijn met precisie getekend, zodat ze zo opgenomen hadden kunnen worden in een handboek over flora en fauna. 

Hureau neemt zijn taak als hovenier zeer serieus, maar hij kan zichzelf ook met enige luchtigheid bezien. Hij toont bijvoorbeeld hoe niet alles meteen lukt: het blijft zoeken en proberen. Omdat het project een groot aantal jaren beslaat, zijn we ook getuige van dat voortgaan van de tijd: het gezin breidt zich uit en we zien de kinderen groter worden. Dat wordt verder niet uitgelegd. Het lijkt wel alsof de tuin het hoofdpersonage is en de mensen het decor vormen. 

Aandacht

Tuinieren heeft niet bepaald mijn belangstelling, maar ik heb De oase wel met plezier gelezen. De informatieve kant van het boek spreekt me aan. Door de aandacht waarmee de details getekend zijn, merk je de liefde van Hureau voor het onderwerp. En omdat je meeleeft met de hoofdpersoon, raak je ook zelf betrokken. 

Omdat de nadruk zo ligt op de tuinwerkzaamheden, vraag je je wel af of Hureau daarnaast niets anders te doen heeft: het lijkt alsof hij al zijn tijd kan besteden aan zijn tuin. Daar moet ook heel wat werk verzet worden. Je kunt de natuur immers niet ongebreideld zijn gang laten gaan. Dat wordt bijvoorbeeld al duidelijk wanneer de katten, die ook maar hun instinct volgen, steeds weer slachtoffers maken. 

Evenwicht

Het beheren van een tuin blijft een zoektocht naar het evenwicht tussen ingrijpen en laten gebeuren. Aan het eind van het boek toont Hureau mensen die heel andere ideeën hebben over de manier waarop je met een tuin moet omgaan: van het meten van de ph-waarde van de grond tot het verdelen van de moestuin in stroken en van een pleidooi voor permacultuur tot dat voor agrobosbouw. Door die opvattingen licht belachelijk te maken, relativeert hij ook zichzelf: ook hij is maar een knutselaar met ideeën. 

Dat maakt het boek sympathiek: je leeft mee met de goedwillende amateur. Tegelijkertijd is deze tuinier er wel van overtuigd dat hij het goede nastreeft. Dat hij zo deugt, gaf mij toch wel af en toe kriebels. Ik had het idee dat ik wel de hele tijd moest applaudisseren of op zijn minst instemmend moest knikken. Dat was niet een positie waarin ik me gemakkelijk voelde. 

Maar als ik dan weer terugblader en zie hoe Hureau zo'n beetje alle aspecten van het tuinieren en van de natuur aan bod laat komen en hoe mooi hij plantjes en insecten tekent, ben ik bereid hem heel veel te vergeven. 

Titel: De oase. Kleine geboorte van de biodiverse tuin
Tekst en tekeningen: Simon Hureau
Uitgever: Soul Food Comics
Vertaling: Martine Woudt
Arnhem 2021, 116 blz. € 24,95; hardcover

vrijdag 18 juni 2021

Concept M (Aafke Romeijn)



Al de tweede post op rij dat ik moet bekennen dat iets mij ontgaan is. De naam Aafke Romeijn kende ik wel. Ik wist dat zij bezig was in de muziek en ik heb indertijd geschreven over haar podcast, De familie Romeijn. Maar dat zij in 2018 een roman heeft gepubliceerd, is mij indertijd ontgaan. Vorig jaar, bij de Staatsexamens, zag ik Concept M ineens op de boekenlijst van enkele kandidaten staan en de collega met wie ik examineerde kon er moeiteloos vragen over stellen. Zij had het dus wel gelezen. 

Nu de mondelinge Staatexamens weer aanstaande zijn, moet ik beter voorbereid zijn dan vorig jaar. Ik heb het boek dus gelezen. 

Concept M is niet doorsnee wat betreft de opzet. Het boek begint met de adviesbrochure Kleurlozen, opgesteld volgens de Nieuwe Algemene Richtlijn Kleurloosheid 2019 en het eindigt met een krantenbericht. Tussendoor lezen we het verhaal van Hava Gerritsen. Het is 2020 en zij is op weg naar het Radboudziekenhuis in Nijmegen. Daar staat de pers al te wachten, dus er gaat iets bijzonders gebeuren. Tussendoor lezen we hoe het allemaal zo ver is gekomen en we horen wat Hava op de radio hoort: de premier, de  Julien Stork is in de problemen gekomen vanwege belangenverstrengeling. Die gedeelten zijn gezet in letters die doet denken aan die van een oude typemachine

Toekomstroman

De roman is gepubliceerd in 2018, maar speelt zich voor een groot deel in 2020 af. Het is dus een toekomstroman, al was het op moment van verschijnen dan ook de nabije toekomst. Dat er in 2020 een pandemie zou zijn, kon Romeijn nog niet weten. Maar er speelt wel iets soortgelijks in de roman.

Het Nederland dat ze schetst wijkt af van het Nederland waarin we leven. Zo wordt de politiek gedomineerd door een fusiepartij (de Middenpartij). Er is wel een ziekte, maar die heeft niets met corona te maken. Die ziekte stamt al uit de jaren vijftig toen er ineens 'kleurlozen' werden geboren. Ze stierven vrij snel, maar de wetenschap ontdekte een medicijn (kleurstof genoemd) waarmee ze in leven gehouden konden worden. Het aantal kleurlozen loopt op en de kosten voor kleurstof drukken zwaar op de begroting. 

Hava

Hava is ook een kleurloze: ze heeft grijs haar en een grijze huid, donkere ogen, longproblemen. Ze moet constant kleurstof toegediend krijgen. Haar moeder Marijke is begaan met de kleurlozen en is vaak te gast in talkshows om hun belangen te bepleiten. Maar Hava heeft intussen heel andere ideeën omarmd. Ze ziet hoe de zich uitbreidende kleurloosheid het land in de afgrond zal storten. Intussen is ze in contact gekomen met een groep radicalen, die ook aanslagen wil plegen. 

De titel verwijst naar de verzekeringsconcepten, waarin opgenomen is hoe en wanneer je medicatie krijgt toegediend en in hoeverre je daarvoor moet betalen. De concepten lopen van A tot en met M. Dat laatste houdt in dat de patiënt afziet van elke vorm van medicatie. De verwachting is dat zo iemand nog achtenveertig uur kan overleven. 

Er zijn niet zoveel literaire toekomstromans, dus het is altijd mooi als iemand daar iets aan toevoegt. Over het algemeen leest dit boek ook lekker door, al verliest Romeijn zich soms in details. Door het hele boek zijn fragmenten van radio en tv opgenomen. Dat werkt wel, al is het wel toevallig dat het altijd om uitzendingen gaat die ook nog passen in de roman. Er is blijkbaar nooit wat anders in het nieuws dan de minister-president en het besluit van Hava. 

Complot

Die lijn van de minister-president lijkt iets te maken te hebben met een mogelijk complot. Het fijne komen we daarvan niet te weten. Dat er zo'n complot zou zijn (waar dan ook nog heel veel mensen bij betrokken zouden zijn) is op voorhand al onwaarschijnlijk. Wat Hava meemaakt, nadat ze Concept M heeft ondertekend is overigens verrassend, complot of niet. 

Er zitten veel interessante lijnen in de roman: bijvoorbeeld hoe de relatie tussen Hava en haar moeder zich ontwikkelt, als zij tegengestelde ideeën blijken te hebben. Maar ook hoe Hava bewust kiest voor de dood en zich dan moet realiseren welke impact dat op haar heeft: ze volgt bijvoorbeeld de actualiteiten, maar wat heeft dat voor zin als je er over een paar dagen niet meer bent?

Ook het feit dat Hava kiest voor een landelijk belang dat tegen haar eigen belang lijkt in te gaan. Je kunt zeggen dat Romeijn laat zien hoe iemand kan radicaliseren, maar ook dat iemand gegrepen kan zijn door ideaal dat de persoon zelf ontstijgt. 

Niet geloofwaardig

Niet alles in het boek is geloofwaardig. Hava is betrokken bij de radicale groepering UFO, maar hoeft blijkbaar niet te vrezen om opgepakt te worden. Zo zijn er meer details die net iets beter doorgedacht hadden kunnen worden. Stork komt bijvoorbeeld in opspraak na de publicatie van de memoires van Radojewski. Daar is blijkbaar niets van uitgelekt voordat het boek uitkwam en dan zit er ook nog zeker een dag tussen de publicatie en de ophef. 

Een groot bezwaar vind ik dat niet. Belangrijker is het vlot geschreven verhaal en de ideeën die door het boek geweven zijn. Aan de hand van dit boek kun je ook veel vragen stellen over onze maatschappij. Bijvoorbeeld: wat mag gezondheid kosten? Mogen mensen ervoor kiezen om ongezond te leven? In hoeverre moet de staat iedereen verzorgen? 

Al met al is Concept M een heel aardig boek, dat lekker leest. Ik snap nu wel dat het op boekenlijsten voorkomt. Je kunt jongeren beroerdere boeken adviseren. 

donderdag 17 juni 2021

Dune De graphic novel, Boek 1 (Herbert, Anderson / Allén, Martín)



Sciencefiction is meestal niet mijn eerste keuze. Toch heb ik met plezier verschillende strips op dit gebied gelezen. Een liefhebber durf ik mij niet te noemen en een kenner al helemaal niet. Toen Dune bij mij bezorgd werd, had er waarschijnlijk meteen een lampje bij mij moeten gaan branden: beroemde boeken van Frank Herbert, verfilming door David Lynch, een serie, twee bordspellen, een game. Het was me allemaal ontgaan. Blijkbaar leefde ik in een ander universum. 

In Dune wordt een heel eigen wereld geschetst. Dat is een complexe wereld. Aan het begin van de graphic novel vertrekt een hele familie, met onderdanen, naar de planeet Arrakis, ook wel Dune genoemd. Hertog Leto Atreidis zal daar de scepter gaan zwaaien, maar waarschijnlijk zal het huis Harkonnen zich daar niet zomaar bij neerleggen. Op Dune is namelijk de stof Spice te vinden en dat spul is zeer in trek. 

Centrale figuur lijkt de vijftienjarige Paul te zijn, de zoon van Hertog Leto Atreidis. Hij heeft bijzondere eigenschappen en misschien is hij wel de messiasachtige figuur die ooit zal verschijnen. Zijn moeder Jessica behoort tot de orde van Bene Gesserit en ook zij heeft bijzondere bekwaamheden. Het was eigenlijk de bedoeling dat ze een dochter zou baren, maar dat is indertijd Paul geworden. Die slaagt wel meteen voor een bijzondere proef. Wat dat allemaal voor gevolgen zal hebben, moet dan nog blijken. 

Valstrik

Vanaf het begin is al duidelijk dat er een valstrik is opgezet voor het huis Atreidis. Dat zegt baron Vladimir Harkonnen zelfs met zoveel woorden. Paul verneemt dat er een verrader in hun midden is, al moet hij nog uitzoeken wie dat is. De lezer vindt verschillende personen verdacht die het bij nader inzien niet blijken te zijn. Dat is in dit soort situaties zo'n beetje standaard. 

Verschillende stammen, iets wat op religie lijkt, lastige omstandigheden (water is schaars), machtsstrijd - dat vormt een complexe wereld. Er is dan ook niet een simpele verhaallijn (wij krijgt de macht?) maar er we volgen verschillende lijnen die zich in de loop van het verhaal nog moeten ontwikkelen. 

Net als bijvoorbeeld in Opkomst en ondergang van het keizerrijk Trigië, zien we op Dune een ontwikkelde beschaving (met bijvoorbeeld luchtvaartuigen). Daarin behoren zwaarden en lansen toch nog tot de wapens. Dat vind ik wel opmerkelijk. Zien wij het zwaard nog steeds als het ultieme wapen, waarbij het ook nog aankomt op de kracht en de behendigheid van degene die het hanteert? 

Veel gepraat en gedenk

Er moet wel veel verteld en gedacht worden in het album, zodat het tempo de eerste helft van de strip vrij laag is. Hier en daar is er wel actie, maar de gebeurtenissen lijken niet leidend. Pas verderop gaan de ontwikkelingen wat sneller. Dat vind ik wel een nadeel. 

Gedachten worden niet weergegeven in wolkjes, maar in rechthoeken die in gekleurd zijn, met daarop witte letters. Het werkt prettig, al weet ik niet precies hoe dat komt. Misschien wordt de pagina er iets rustiger van. Als je naast de vele tekstballonnen ook nog gedachteballonnetjes hebt, word het misschien druk. Hoe dan ook, het is een prettige keuze. 

Natuurlijk moet in het begin veel uitgelegd worden om die hele wereld van Dune te introduceren en misschien is het daarom ook beter om Dune als serie (van drie boeken) te beschouwen dan om een oordeel te vellen over een apart deel. 

Adaptatie

De omzetting van romans naar een stripscenario is gedaan door Brian Herbert en Kevin J. Anderson. Brian Herbert is de zoon van de oorspronkelijke auteur, zodat de adaptatie wel zorgvuldig gebeurd zal zijn. 

De tekenaars zijn Raúl Allén en Patricia Martín. Hun tekeningen zijn vrij strak, wat een zekere helderheid geeft. De inkleuring blijft vaak binnen een bepaald gamma (bijvoorbeeld voornamelijk tinten rood). Soms zijn de tekeningen tegen een zwarte achtergrond geplaatst, wat het effect heeft dat de dreiging verhoogd wordt. Het hele album door is er, in het midden, tussen twee pagina's in, een rode balk en dat werkt goed. Het geeft 'lucht' op zo'n dubbele pagina. 

Silvester heeft moeite gestoken in deze uitgave. Een kloek boek, dat zorgvuldig is vormgegeven. Zo is er een stofomslag die aan de binnenkant een grote tekening bevat. Dat zijn details die een boek uittillen boven een gemiddelde uitgave. De liefhebbers zitten al te wachten op deel 2 en 3. 

Titel: Frank Herbert's Dune. De graphic nover, Boek 1.
Scenario: Brian Herbert en Kevin J. Anderson
Tekeningen: Raúl Allén en Patricia Martín
Uitgever: Silvester
's-Hertogenbosch 2021, 176 blz. € 29.95







dinsdag 15 juni 2021

Confrontaties (Simone Atangana Bekono)



Vooraf: door de drukte met examens en correctie heb ik een achterstandje opgelopen met het plaatsen van recensies. Ik probeer in deze week een beetje in te lopen. 


Vaak is voor mij niet helemaal duidelijk waarom ik een bepaald boek niet koop. Bij Confrontaties van Simone Atangana Bekono kan aanvankelijk meegespeeld hebben dat ik dacht dat het een vertaald boek was. Daar is niks mis mee, maar ik heb al zoveel moeite om zicht te houden op de Nederlandse literatuur, dat ik de buitenlandse maar mondjesmaat toelaat. 

Maar al snel kan dat de reden niet meer geweest zijn: het boek van Atangana Bekono had aardig wat succes en ik las er het een en ander over. Toch heeft het nog geduurd tot na de uitreiking van de Libris literatuurprijs (die ik Jeroen Brouwers van harte gun) tot ik Confrontaties kocht. Geen spijt van gehad, trouwens. 

In het begin leest Confrontaties als een jeugdroman. Misschien komt dat doordat de hoofdpersoon een middelbare scholier is. Salomé Atabong verblijft in wat de Donut wordt genoemd, een instelling voor jeugddetentie. Er zijn grofweg twee verhaallijnen: wat er gebeurt in deze instelling en hoe het allemaal zo ver is gekomen. 

Hello Jungle!

In de instelling leren we de andere meiden kennen en de begeleiders. Een ervan heeft ooit meegedaan aan Hello Jungle! een programma dat erg lijkt op Groeten uit de rimboe, waarin autochtone Nederlanders (en Belgen, geloof ik) voor een tijdje gaan leven in een Afrikaanse plattelandsgemeenschap. Veel onwennigheid, veel communicatieproblemen en natuurlijk een botsing van culturen. 

Het programma was niet bedoeld om er iets van te leren, maar om mensen te vermaken, zodat al gauw de indruk kon ontstaan dat de gemeenschap die de tv-gasten ontving exotisch was of primitief. Niet het algemeen menselijke werd benadrukt, maar juist die dingen waarin culturen van elkaar verschillen. 

Salomé identificeert haar begeleider met het programma, waardoor hij voor haar meteen een racist is. Aangezien ze zelf half Afrikaans is (haar vader komt uit Kameroen), is ze niet van plan om lief en aardig tegenover deze man te zijn. 

Dat ben ik

Aanvankelijk had ik wat bedenkingen bij dit stukje van de verhaallijn. Het is allemaal wel erg toevallig en het komt wel erg goed uit dat deze personages juist deze achtergrond hebben. Aan de andere kant werkt het wel. Salomé is in het verleden, ook in het recente, vaak geïdentificeerd met haar kleur of met andere aspecten van haar afkomst, maar ze is niet als persoon gezien. Niet voor niets eindigt Confrontaties met 

'Mijn naam is Salomé,' zeg ik. 'Salomé Henriette Constance Atabong. Dat ben ik.'

Als je altijd gereduceerd wordt tot slechts een deel van jezelf, word je niet alleen boos (wat Salomé zeker is), maar het gevaar is dat je gaat geloven dat er wel iets in zit. Door haar eigen naam te noemen presenteert ze zich als volledig mens, als degene die ze is en voor wie ze wil staan. 

Eerder stelde ze zich een parallel leven voor met daarin een andere Salomé, voor wie het leven gemakkelijker verliep. Aan het eind weet ze dat er geen andere Salomé. Dit is de Salomé die ze is, daar zal ze het mee moeten doen en dat is ook degenen die anderen maar moeten accepteren. 

Confrontaties

De titel Confrontaties verwijst naar verschillende passages in de roman. Allereerst de confrontatie met twee klasgenoten, waarin Salomé een daad stelde door niet langer te pikken dat anderen haar pestten en zich boven haar stelden. Die confrontatie leidde uiteindelijk tot haar verblijf in de Donut. Ook na haar vrijlating zal Salomé overigens de confrontatie aangaan met een van haar aanvallers. 

Maar Salomé gebruikt het woord 'confrontatie' ook in de volgende passage:

Dingen blijken meestal groter dan je in de eerste plaats dacht. Ze passen na een tijdje niet meer in de ruimte waar het eerst in zat. Elke keer weer de confrontatie met het feit dat de dingen niet zijn zoals jij ze had begrepen. Dat is de schok: dat het niet meer op de oude plekken past, dat is het gevoel van angst. Het horloge ligt niet in de la, de huid ruikt niet hetzelfde, het land is niet wat je dacht, je bent zelf niet eens wat je dacht. Je kunt het niet vasthouden. Je had het niet juist. Je zag niet wat je dacht dat je zag. 

Er is dus een confrontatie tussen het beeld dat Salomé van de werkelijkheid heeft en hoe die werkelijkheid is. 

In de Donut wordt Salomé nog geconfronteerd met de andere meisjes en hun lastigheden, maar ook met de begeleiders en zeker ook met zichzelf. Ze kan niet alleen maar boos zijn, ze moet ook verder. Haar vader, die ziek is, heeft haar weerbaar gemaakt. Zo heeft hij haar leren boksen. Maar hij is niet met haar gaan praten met haar mentor op school. Daarover heeft Salomé eerder nooit nagedacht. 

Na de vrijlating

Dat nadenken over zichzelf gebeurt niet alleen in de Donut, maar ook als ze daar weer uit is en zich moet zien te redden zonder de structuur die ze tijdens de detentie had. Hoe lastig dat is, kennen we ook al uit andere literatuur. De eerste titel die me daarbij te binnen schiet is de verhalenbundel Bunkers bouwen van René Stoute. 

Verder heeft Salomé vragen over de positie die ze inneemt in het gezin waarin ze opgegroeid is. Dat de buren hun hond laten poepen op de oprit van het gezin, komt door wat zij gedaan heeft en haar zus Miriam vindt dat het tegenwoordig allemaal wel heel erg om Salomé draait. 

Schuld

Salomé heeft geen spijt van wat ze gedaan heeft, maar dat wil niet zeggen dat ze vrij van schuldgevoelens is. En hoe moet ze daarmee in het reine komen? Ze leest veel en ziet voortdurend parallellen met de verhalen uit de klassieke oudheid. 

Ik las in dat boek van Oudheidkundige dat je als je helemaal in het begin van de Griekse beschaving een moord pleegde, naar het buitenland moest gaan en in het huis van een vreemdeling moest wachten tot je moordhand door de man des huizes met het bloed van een big werd gewassen. Als reinigingsceremonie. Ik vraag me af hoe dat tegenwoordig zou gaan. Hoe maak je iets destructiefs productief? Of in ieder geval weer soort van neutraal?

Bij de naam Salomé moest ik ook denken aan het bijbelverhaal waarin Salomé een wens mag doen, wat Johannes de Doper uiteindelijk de kop kost. Je zou kunnen zeggen dat (maar met behoorlijk wat verschillen) zoiets ook hier aan de hand is. Maar misschien is dat wat te gezocht. 

Confrontaties leest als een trein, wat vooral komt door de duidelijke vertelstem: die van Salomé, die je maar al te graag wilt volgen. Soms zijn er wat maniertjes die ik een beetje zat werd. Als Salomé een woord nadrukkelijk wil zeggen (re-ha-bi-li-te-ren) zegt ze het lettergreep voor lettergreep. Dat komt erg vaak voor, ook als anderen aan het woord zijn. 

Slot

Ook met het slot ging ik niet zomaar mee. Zou Salomé zoiets doen? Ik had mijn twijfels. 

Maar eigenlijk vind ik dat niet van doorslaggevend belang. Simone Atangana Bekono heeft met Salomé een intrigerend personage geschapen, dat zich bewust wordt van haar positie en van wie ze is voor anderen en voor zichzelf. Een meisje dat haar weg moet zien te vinden naar haar toekomst en moet leven met haar verleden. 

Het verhaal lijkt vrij eenvoudig, maar na het lezen geeft het veel om over na te denken. En Salomé zal ik niet snel vergeten. Ze heeft in mijn hoofd voortaan een plaatsje naast Lampje, Sandra (Het gym), Floortje Bloem, Bonnie (Superduif), Roos (Kaf) en al die andere heldinnen. 

maandag 14 juni 2021

Basisboek Historische letterkunde (Bas Jongenelen)

Toen ik op de middelbare school zat, lang, lang geleden, kregen we natuurlijk ook literatuur. We gebruikten daarvoor een beknopte literatuurgeschiedenis door Knuvelder, die we altijd Schets noemden, en een bijbehorende bloemlezing in twee delen. Later werkte ik als docent met boeken van Piet Calis en van J.A. Dautzenberg. Daarna kwamen er allerlei methoden, zoals Eldorado en Laagland. En nog veel meer die ik nu niet noem. 

Daarnaast zijn er natuurlijk de grotere literatuurgeschiedenissen, die niet meteen bedoeld zijn voor de middelbare school, zoals de vierdelige Knuvelder en uit deze eeuw de reeks delen die begint met Frits van Oosterom over de Middeleeuwen (Stemmen op schrift) en eindigt met Hugo Brems (Altijd weer vogels die nesten beginnen). Nooit helemaal gelezen overigens en dat zou ik eigenlijk wel moeten doen. 

Wel gelezen: Literatuur, een geschiedenis (1993) van o.a. Schenkeveld - van der Dussen/Anbeek. Steeds is de aanleiding van een bijdrage een gebeurtenis. Aan de hand daarvan krijgen we bredere uitleg over de context. Je kunt het boek helemaal doorlezen, zoals ik indertijd heb gedaan, maar het is ook een leuk grasduinboek. 

Bastiaanse

En dan zijn er nog planken vol oudere literatuurgeschiedenissen. Als tiener kocht ik bijvoorbeeld voor een prikkie het vierde deel van de literatuurgeschiedenis door Frans Bastiaanse. Dat vierde deel was het laatste en misschien was dat ook wel het interessantste: omdat de beschreven tijd vrij dicht staat bij de tijd van de auteur is er nog niet genoeg afstand om te zien welke schrijvers werkelijk de moeite waard zijn. Bastiaanse heeft dus allerlei schrijvers opgenomen die later vergeten zouden worden. 

Misschien is het werk van Bastiaanse helemaal niet zo bijzonder, maar in mijn leesgeschiedenis heeft het een rol gespeeld. In de loop der jaren heb ik verschillende literatuurgeschiedenis verzameld en toen ik las dat er een Basisboek historische letterkunde uitkwam, door Bas Jongenelen, was ik meteen geïnteresseerd. 

Genre

Jongenelen deelt zijn boek op per eeuw: de oudste periode ('Wat vooraf ging') en daarna een hoofdstuk voor elke eeuw, van de twaalfde tot en met de negentiende. Elke paragraaf begint met een tekst, waarna er verdere uitleg komt over het genre waartoe die tekst gerekend wordt. In de zestiende eeuw bijvoorbeeld gaat het achtereenvolgens over humanistenliteratuur, leesdrama, prozaromans, rederijkeshumor, spelen van sinne, esbattementen en liedjes. 

Het behandelen van de genres werkt best goed: je duikt in een tekstsoort en aan de hand daarvan wandel je door een deel van de literatuurgeschiedenis. De afwisseling tussen het lezen van literaire teksten en het lezen erover, vond ik zeer aangenaam. Soms zijn de teksten vertaald, maar niet altijd. Jongenelen ging ervan uit dat de lezer met enige moeite wel zou snappen wat er stond. 

Dat is ook wel zo, maar ik had niet altijd zin om de moeite te nemen, dus hier en daar heb ik ook wel een tekst overgeslagen of achteraf gelezen. 

Oude bekenden

In dit basisboek komen we natuurlijk oude bekenden tegen. Het zou raar zijn als bijvoorbeeld Lucifer van Vondel niet genoemd zou worden of Max Havelaar van Multatuli. Gezelle komt er overigens in mijn ogen wel een beetje bekaaid van af, maar goed, hij wordt wel genoemd. 

Gemiddeld genomen is het een mooie mix geworden van bekend en (voor mij) nieuw. In de achttiende eeuw bijvoorbeeld zijn bekenden: de boom waaraan Jantje pruimen zag hangen en van Poot het ontroerende gedichtje over zijn dochtertje Jakoba, dat met tegenzin ter snode wereld in trad, Sara Burgerhart en het Aapenland van Schasz. Maar we maken ook kennis met de toneelschrijfster Lucretia Wilhelmina van Merken, met het gedicht 'De negerslaaf' van Cornelius van Engelen en met poëzie van Juliana Cornelia de Lannoy. 

Bij veel paragrafen is er wel een alinea waarin veel auteurs worden opgesomd die soortgelijk werk hebben gepubliceerd. Ook al zijn het vaak alleen maar namen, ze maken wel nieuwsgierig. 

Lijntjes met het heden

Jongenelen heeft een luchtige manier van schrijven en in zijn uitleg trekt hij vaak een lijntje met het heden. De queesten in de Arthurromans vergelijkt hij bijvoorbeeld met games waarin de hoofdpersoon door het oplossen van opdrachten steeds door kan gaan naar een volgend level en 'Harba lori fa' brengt hij in verband met 'Als het gras twee kontjes hoog is.'

Verwijzingen naar seks zijn er in de oudere literatuur vaker dan ik in de gaten had. Jongenelen: 'Als een Middeleeuwer het liedje 'Er staat een paard in de gang' (1981) van André van Duin zou horen, dan zou hij zeker weten dat het over seks ging.' Het slot van het zinnetje dat lang gegolden heeft als het oudste in onze literatuur parafraseert Jongenelen als: 'Zullen wij ook het nest induiken, net als de anderen?'

Dat 'induiken' had natuurlijk twee woorden moeten zijn en ik trof ook aan 'de literatuurgeschiedenis die je nu in uw handen hebt', maar over het algemeen is het boek goed gecorrigeerd en zijn er weinig uitglijders op het taalpad. 

Soms kwam ik een doublure tegen. Over De leeuw van Vlaanderen wordt geschreven in de paragraaf over nationalisme en iets soortgelijks komt terug in de paragraaf over de historische roman. Het boek hoort in beide paragrafen thuis, maar het valt je als lezer wel op dat je informatie krijgt die je al had. 

Up-to-date

Op het vakgebied van de historische letterkunde ben ik waarschijnlijk niet helemaal bij, maar ik heb het idee dat Jongenelen alles goed heeft bijgehouden. Ook qua verwijzingen naar historische literatuur is de auteur alert: Willem die Madoc maakte kwam net te laat om meegenomen te worden, maar de verstripping van Max Havelaar (2020) staat erin. 

Het belangrijkste (voor mij) is dat ik nog meer zin heb gekregen om te gaan lezen in de oudere literatuur. Niet alleen in de auteurs die hij noemt (en hij noemt er gelukkig heel wat), maar ook andere die nog steeds ongelezen in mijn boekenkast staan, zoals Arend Fokke Simonsz of Jan ten Brink. Ik moet nog maar eens in gesprek met mijn boekenkast. 

Bas Jongenelen,  Basisboek Historische letterkunde. Uitg. kleine Uil, Groningen z.j. [2021]. 388 blz. € 37,50

donderdag 10 juni 2021

Gewijde chaos (Annemarie van Heijningen - Steenbergen)

In de Boekenweek is er niet alleen een seculier Boekenweekgeschenk, maar ook een christelijk Actieboek. Zes jaar geleden heb ik in een bijdrage teruggeblikt op die reeks van actieboeken. Er was in het verleden af en toe gedoe over en de boekjes waren van wisselende kwaliteit. 

Vorig jaar schreef Arie Kok het christelijke Actieboek (Brood en stenen) en dat was heel aardig. Het jaar daarvoor was er een boekje van Marianne Grandia, dat literair gezien weinig voorstelde. In 2018 schreef Els Florijn het geschenk en dat kon er best mee door. Net als de wijnpruimenbomen van mijn vader indertijd heeft het Actieboek blijkbaar 'beurtjaren': het ene jaar is het duidelijk meer geslaagd dan het andere. 

In de Boekenweek van 2021 krijgt de klant van de christelijke boekhandel een boekje van Annemarie van Heijningen - Steenbergen. Eerder las ik van haar Refomeisje, waar ik vooraf niet zoveel van verwachtte, maar het was een aardig boekje. Nu schreef ze Gewijde chaos, met als ondertitel 'Dagboek van een domiesvraauw.'

Predikantsvrouw

De hoofdpersoon is Monica Roerig, predikantsvrouw, moeder van drie kinderen (Pepijn, Max en Vera). De oudste, bijna negentien als het boek begint, heeft een jaar geleden verteld dat hij niet meer gelooft, al gaat hij nog wel braaf mee naar de kerk. De man van Monica, Bart, heeft al een tijd geleden een beroep ontvangen van de gemeente van Ravendrecht, maar door omstandigheden is dat op de lange baan geschoven. 

Die omstandigheden zijn ongetwijfeld de pandemie. Er wordt gesproken over een lockdown, kerkdiensten zijn online te volgen en er kan maar een klein groepje mensen fysiek toegelaten worden. Dat is voor 2020 niet voorgekomen. 

Gewijde chaos heeft de vorm van een dagboek en het beslaat de periode maandag 23 maart tot woensdag 17 juni. In 2020 vielen die data inderdaad op respectievelijk maandag en woensdag. Het dagboek betreft alleen het gezinsleven van de Roerigjes. Daarbuiten gebeurt er blijkbaar weinig. De dood van George Floyd, de demonstratie in Amsterdam - Monica heeft er geen aandacht voor. Haar wereld is weinig groter dan het dorpje waarin ze woont. 

Heel erg geloofwaardig vond ik dat niet. Zeker als er vrij schokkende dingen in de wereld gebeuren, zou dat toch op een of andere manier door moeten dringen tot de dagboekschrijfster, lijkt me. Maar goed, binnen het bestek van een Boekenweekgeschenk kun je natuurlijk niet al te veel kwijt. 

Twijfel

Binnen het gezin speelt de opstelling van Pepijn een belangrijke rol: hij heeft het geloof vaarwel gezegd, maar dat is voor de buitenwereld nog niet zo erg te merken. Monica snapt Pepijns beweegredenen en zij twijfelt zelf ook van tijd tot tijd. 

Daarnaast brengt het beroep uit Ravendrecht onrust. Het gezin woont in Dorkwerd. Ik dacht dat dat fictieve plaats was, zoals het Mastland van Van Koetsveld en het Portland van Jan Brokken, maar het blijkt werkelijk een plaatsje in Groningen te zijn. Als Bart het beroep aanneemt, zal het hele gezin moeten verhuizen. Dat zou Monica liever niet doen. Bart overlegt niet met haar, ze maken niet samen een afweging, maar de dominee wacht op een teken. Het gaat niet zover dat hij een schapenvacht neerlegt en 's ochtends controleert of die droog is gebleven dan wel nat is geworden, maar hij gelooft wel dat hij een aanwijzing zal krijgen. Dat klinkt nogal zweverig, dat vertrouwen op een soort magie. Het is ook nogal verbazingwekkend dat dat binnen het gezin blijkbaar geen punt is. 

Aan het eind van het boekje valt de beslissing. Daar ga ik natuurlijk verder niets over zeggen.  

Lichtheid

Gewijde chaos leest op zich aardig. De toon is vrij opgewekt, ook op momenten dat de inhoud wat zwaarder is. Die lichtheid is aangenaam. Monica probeert zich op een wat montere manier erdoorheen te slaan, ook als ze bang is dat het gezin uit elkaar zal vallen door het beroep. In een gebed refereert Monica aan een bijbeltekst: 'Vader, ik dat straks díé bij mij zijn die Gij mij gegeven hebt' en doet daarmee een klemmend beroep op God. Als motto is voor in het boekje Jeremia 31 : 16 en 17 gekozen, een hoopvolle passage die over de kinderen/nakomelingen gaat. 

Monica heet niet voor niets Roerig. Zo'n speaking name was mij eigenlijk wel wat te nadrukkelijk. Ze wil in ieder geval niet de standaard domineesvrouw zijn. Niet het aanhangsel van haar man, die ze bevindelijk-gereformeerd noemt. Met haar twijfel zorgt ze ook voor roerigheid in het huwelijk, al is er van een crisis nog geen sprake. Het blijft allemaal nog wel aan de veilige kant. Zelfs als ze iemand per mail om uitleg en bijstand vraagt, gaat er (keurig, keurig) steeds een cc. naar haar man. 

Dat vind ik wel een bezwaar van Gewijde chaos: er wordt misschien aan de chaos geraakt, maar die wordt toch op afstand gehouden. Daardoor blijft het boek wat mij betreft net te veilig, te braaf. Ik denk dat dit actieboek beter was geworden als het dieper had geboord, als de schrijfster meer op zoek was gegaan naar de pijn en de schaamte en dus naar de dingen die je eigenlijk niet durft te schrijven. 

Een ander bezwaar is de mooischrijverij, die ik juist in een dagboek niet zo passend vind. Of aanstellerig. Dat begint al in de openingsscène, maar verderop lees ik ook nog zinnetjes als 'Ik hing de was op, luisterend naar de symfonie van de schepping, die enkel onderbroken werd door mijn gegrabbel in de knijpermand.' Of: 'Mijn vingertoppen beroeren de broze blaadjes van het fluitenkruid.' Bij woorden als 'beroeren' en 'broze' begin ik al te fronsen. 

Gewijde chaos is voor een Boekenweekgeschenk nog wel aardig: het leest vlot en het is geschikt voor een breed publiek. Onderhoudend, maar naar mijn smaak net niet interessant genoeg. 

woensdag 9 juni 2021

Wat wij zagen (Hanna Bervoets)


Afgelopen weken heb ik, door drukte, niet geschreven. Wel heb ik, meteen in het eerste weekend van de Boekenweek, het geschenk gelezen, geschreven door Hanna Bervoets. Met enige vertraging alsnog mijn stukje daarover. 

Hanna Bervoets is in mijn ogen een jonge schrijver, maar dat zal met mijn leeftijd te maken hebben. In mijn hoofd is ook alles wat na 1990 gebeurd is 'niet zo lang geleden.' Eerder schreef ik over andere boeken van Bervoets: Alles wat er was (2013), Ivanov (2016) en Fuzzie (2017). Van die drie vond ik Ivanov ronduit goed, bij de andere twee had ik wat reserves. Maar ik vond het wel interessante boeken en dat is altijd beter dan boeken waarop niet zoveel aan te merken is, maar die je ook niet aan het denken zetten. 

Content moderator

Welkom in het Rijk der zieken (2019) sloeg ik over - men kan niet alles lezen. Maar het Boekenweekgeschenk ben ik meteen gaan halen en ik heb het met plezier gelezen. De hoofdpersoon van Wat wij zagen is Kayleigh, die in financiële problemen is geraakt. Ze solliciteert bij Hexa, waar ze content moderator wordt. Op sites als Facebook en YouTube worden bijdragen aangemerkt als aanstootgevend en dan moeten mensen gaan beoordelen of deze bijdragen verwijderd moeten worden en waarom. Voor die klus wordt Hexa ingehuurd. 

Ooit heb ik een podcast over het werk van deze moderators gehoord. Het ging om jonge mensen die in een gebouw in Berlijn (als ik het me goed herinner) de taak hadden om in heel hoog tempo items af te werken. Slechte arbeidsomstandigheden en je krijgt de hele dag troep te zien, waaronder zaken die bij (bijna) ieder walging opwekken. 

Rechtszaak

Dat is dus ook het werk van Kayleigh. Bij het begin van het boek is dat allemaal al achter de rug. Een aantal werknemers (of oud-werknemers) van Hexa gaat een proces aanspannen tegen hun (voormalige) werkgever. Kayleigh wil zich niet bij die groep aansluiten, maar ze wil een keer haar verhaal vertellen aan de advocaat, meneer Stitic.  Ze zal eerlijk tegenover hem zijn. Maar daarna moet hij daarover zijn mond houden en haar met rust laten.

Het verhaal beslaat ongeveer een jaar. In oktober begint Kayleigh, met achttien anderen, bij Hexa. Uiteindelijk zal ze vooral omgaan met Sigrid, Kyo, Louis en Souhaim. Tussen Sigrid en haar zal zich een relatie ontwikkelen. 

Bij een novelle kun je altijd opmerkingen dat zaken meer uitgewerkt hadden kunnen worden, maar bij een boekje met een zo beperkte omvang is daar nu eenmaal niet de ruimte voor. We krijgen kort iets te horen over de vorige relatie die Kayleigh had (met Yena) en nog korter over die daarvoor (met Barbra), af en toe horen we iets over een dokter Ana bij wie Kayleigh in behandeling is (of is geweest). 

Wereldbeeld

Het onderwerp, content moderators, is voor mij nieuw in de literatuur. Je kunt je afvragen wat het mensen doet met het wereldbeeld van mensen als ze de hele dag zaken zien die de gemiddelde internetgebruiker als 'niet normaal' zou betitelen. Voor degenen die de bijdragen moeten beoordelen en precies moeten aangeven in welke categorie iets valt, is dit de dagelijkse werkelijkheid. Misschien niet 'normaal', maar wel wat je van de wereld ziet. 

Je ziet de invloed op sommige werknemers: het moeten verdragen van wat je ziet, de afstomping misschien, maar ook de gevoeligheid voor zweverigheid en voor complotten. En de noodzaak om je te verdoven, omdat het anders allemaal wel heel heftig wordt. 

Bij het werk moeten emoties zoveel mogelijk op een afstand gehouden worden. Het gaat niet om wat je voelt bij een filmpje, maar om de indeling in categorieën. Als je beseft dat er een werkelijkheid achter de filmpjes schuilt, maakt dat het werk alleen maar lastig. Al in het begin van het boek lezen we hoe Sigrid eraan toe is door haar werk:

De beelden die mij 's nachts wakker houden, meneer Stitic, zijn niet de afschuwelijke foto's van bloedende tieners en blote kinderen, niet de filmpjes van steekpartijen of onthoofdingen. Nee, de beelden die mij uit de slaap houden zijn beelden van Sigrid, mijn dierbaarste voormalige collega. Sigrid hangt tegen de muur, slap naar adem happend - dat zijn dus de beelden die ik graag wil vergeten. 

Open einde

Het boek heeft een open einde, waarover ik verder niet te veel zal vertellen. Ik had wel wat moeite met de wending op de laatste pagina's. Het leek alsof de schrijfster daar niet helemaal uit was gekomen. Maar ook nu weer: je moet toch wat, in zo'n kort bestek. 

Je zit het hele boek in het hoofd van Kayleigh, maar tegen het einde ga je je afvragen hoe betrouwbaar zij als verteller is en in hoeverre haar waarnemingen kloppen. Dat maakt Kayleigh minder voorspelbaar en maakt het lezen van deze novelle ook spannender. Ze zal ook niet voor niets in behandeling zijn bij dokter Ana. In hoeverre hebben we als lezer ons mee laten slepen door haar verhaal?

Net als de andere boeken die ik van Bervoets las is Wat wij zagen een interessant boek. Doordat er een duidelijke vertelstem is, lees je makkelijk door het boekje heen. Verder is het onderwerp interessant, net als de hoofdpersoon. Zoals bij veel Boekenweekgeschenken had ik dit verhaal graag in romanvorm gelezen, waarbij er meer ruimte was geweest om zaken uit te werken. 

Ik denk dat dit Boekenweekgeschenk ook wel een aardig inkijkje geeft in het werk van Hanna Bervoets. Daarin maakt de setting vaak het verhaal mogelijk. De personages komen bij elkaar in een bijzondere omgeving en dan ontwikkelt zich het verhaal. Hopelijk grijpen mensen na het lezen van dit boekje ook naar ander werk van deze auteur. Onlangs kwam bijvoorbeeld ook de verhalenbundel Een modern verlangen uit. Dat zou ik ook moeten gaan lezen, maar daar zal het voorlopig niet van komen. 

woensdag 2 juni 2021

Pauze

Corrigeren in de leskamer van een collega

Al weken is er niets verschenen op Bunt Blogt. Er is niets bijzonders met me aan de hand, maar de afgelopen weken was het examentijd en dan is het druk voor iemand die zich op zijn school met de organisatie van de examens bemoeit. 

En als docent heb ik nog de correctie, aangevuld met acht enveloppen correctiewerk van de Staatsexamens. Daar gaat tijd in zitten. 

Lezen heb ik nog een klein beetje kunnen volhouden. Ik heb de graphic novel Dune gelezen, het Boekenweekgeschenk van Hanna Bervoets, een literatuurgeschiedenis door Bas Jongenelen en ik ben begonnen in het christelijk Actieboek. Daar zal ik ooit over schrijven, als het werk wat minder op me drukt en er in mijn hoofd wat ruimte is.

Intussen heb ik van uitgeverijen allerlei fraai ogende strips binnen, waar ik ook wel nieuwsgierig naar ben, maar waar het te weinig van komt. Ik wil niet even snel tussendoor de dikke graphic novel van Aimée de Jongh lezen of De oase

Het komt allemaal wel weer. Wie weet volgende week al.