Om te beginnen is er het verhaal van Loek en Brenda, die in een woonwagen wonen. Eigenlijk zou er een huis gebouwd worden op het perceel waarop die staat, maar dat schiet nog niet zo erg op. Het zijn beschadigde mensen: Loek is misbruikt door zijn vader en Brenda heeft een verslavings- en prostitutieverleden.
En dan is er nog Miriam met haar elfjarige dochter Ondine. Bij die naam moet ik toch even aan De Kapellekensbaan denken. Ze hebben vaak maar tijdelijk onderdak en moeten dan weer verder trekken. Ondine heeft geen haar en een wat grijzige huid. Er is iets visachtigs aan haar. Het onzekere bestaan van moeder en kind roept overigens ook herinneringen op aan een ander boek: Ruimte van Walter van den Berg. En zo'n visachtige dochter doet denken aan Lampje.
De kleine zeemeermin
Daartussendoor speelt het verhaal van De kleine zeemeermin (dat ik alleen maar in de Disneyversie ken) en 'Van de visser en zijn vrouw', een sprookje van Grimm.
Water en vissen spelen een rol in elk verhaal. Loek gaat bijvoorbeeld vaak vissen en Alex heeft zijn aquariums. Ook de titel verwijst ernaar. Miriam zegt het tegen haar dochter en daarbij doelt ze op het water. Evolutionair gezien komen we allemaal uit het water.
De verhalen lijken aanvankelijk los van elkaar te staan, maar ze raken steeds meer vervlochten. De verhalen van Alex en van Miriam en Ondine gaan samenlopen en je ze hebben ook een verband met dat van Loek en Brenda, al is er ook nog een mogelijkheid dat Loek en Brenda personages zijn in een verhaal dat Miriam vertelt. Strikt genomen zijn alle personen personages, in de roman die we lezen, maar ook binnen dat verhaal dringt de fictie soms de werkelijkheid binnen.
Er niet bij horen
Dat is mooi gedaan door Leonieke Baerwaldt, vooral ook omdat het weefsel niet tot het laatste draadje is afgehecht, maar er is een zekere ruimte, waarbij we zelf draadjes moeten verbinden. Maar we kunnen dat ook nalaten. Misschien horen we er als lezer wel niet helemaal bij, zoals de personages nooit helemaal bij de rest van de wereld horen. Ze zoeken iemand om zich aan vast te houden, ze proberen niet alle grip kwijt te raken, maar dat is nauwelijks te doen. Net als de kleine zeemeermin willen ze een ander leven, maar dat leven kost ook iets en de vraag is of die prijs niet te hoog is.
Je hebt als lezer compassie met de personen, voor wie je niets kunt doen. Je ziet hoe ze struikelend hun weg zoeken, hoe het allemaal net niet lukt. Of misschien toch wel, maar niet op de manier die je verwacht of gehoopt had. Het enige wat uiteindelijk blijft zijn de verhalen. En het water waar we vandaan komen en waar we naar verlangen, als vissen op het droge.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten