dinsdag 16 augustus 2022

Blikken op de boekenkast 1: Joop ter Heul tussen de dichters

Deze week heb ik mijn studeerkamer geordend. Dat was ook wel nodig. Vlak voor de vakantie nam ik ontslag bij de school waar ik veertien jaar heb gewerkt en nam ik een baan aan bij een school dicht bij mijn huis (een kwartier te voet). Dat betekende dat ik ook de boeken mee naar huis moest nemen die ik in de loop van de jaren naar Utrecht had vervoerd. Dat was meer dan ik ingeschat had: zeven tassen en drie dozen. Allemaal boeken om de leerlingen enthousiast te maken voor het lezen. 


Die tassen en dozen had ik uitgepakt op de vloer van mijn studeerkamer, het paste natuurlijk niet meer allemaal in de kasten. En dan was er ook nog mijn bureau, waar ik geregeld iets 'even' op leg. Dat was ook al behoorlijk aangegroeid. 

Indeling

Als ik achter mijn bureau zit, heb ik rechts vier kasten vol (voornamelijk) poëzie, links drie kasten vol proza, achter mijn rug twee kasten vol allerhande, waarop ik in een volgende bijdrage nog terug zal komen. Verder staan in de woonkamer nog twee kasten, gevuld met graphic novels, Er staan stapels en dozen op zolder en er staan nog heel veel dozen 'achter het schot.'

Toen ik acht jaar geleden naar dit huis verhuisde, heb ik dertig dozen met boeken weggedaan. Gelukkig heb ik ze altijd aan mensen kunnen geven die er belangstelling voor hadden. De eerste boeken die ik in zo'n weggeefdoos legde, gingen me aan het hart, maar ik werd steeds rigoureuzer. En soms sloeg toch nog de twijfel toe.

Ik herinner me, dat ik bij mijn vorige huis een doos in handen had met zo'n beetje het volledige werk van Alfred Kossmann. De man heeft een interessant oeuvre bij elkaar geschreven, maar er is bijna niemand die het leest, gok ik. Eigenlijk zou ik een keer over hem moeten schrijven, dacht ik. Maar bij de verhuizing daarvoor had ik met dezelfde doos in handen gestaan en ik had er zeven jaar niet naar omgekeken. Zou ik dat de komende zeven jaar wel doen? Misschien wel niet. 

Van de boeken had ik wel afstand kunnen doen, maar ik wilde nog geen afstand nemen van het idee dat ik er iets mee zou gaan doen. De doos ging dus weer mee en staat nu achter het schot. 

Poëzie

De poëziekasten zijn eigenlijk het makkelijkst. Nou ja, ik heb in de loop der jaren wel bundels eruitgehaald en alleen maar teruggelegd op de andere boeken, in plaats van netjes teruggeplaatst. Maar in principe hoef ik bij de gedichten niet zulke moeilijke keuzes te maken. Het meeste wil ik gewoon laten staan. De bundels staan alfabetisch op naam van de dichter en aan het eind heb ik nog een kast die voor tweederde gevuld is met bloemlezingen. 

Tussen de derde en de vierde plank van elke kast is wat meer ruimte, dus daar staan de wat grotere boeken. Dat is niet allemaal poëzie. In een van de kasten staat bijvoorbeeld de serie Het aanzien van. Leuk om af en toe in te bladeren, maar dat komt er maar weinig van. 

poëziekasten


Ik zet alles weer netjes op alfabet, kijk of ik iets dubbel heb en als ik aan het eind ruimte tekortkom, doe ik wat bloemlezingen weg. Die kan ik altijd weggeven aan leerlingen. Of ik zet ze in de 'Bieb van Bunt' die sinds gisteravond voor mijn huis staat. Zeer passend cadeau van de kinderen. 

Maar ik wil niet bij elke nieuwe bundel een bloemlezing weg hoeven doen. En daarom hou ik rekening met de groei. Op sommige planken heb ik aan het het uiteinde andere boeken staan, die ik weg kan halen als ik de ruimte nodig heb. En zo kan het dus gebeuren dat Joop ter Heul tussen de poëzie staat. Ik hoop dat mij dat in de toekomst van pas komt. 

Toen ik dacht dat ik klaar was, zag ik nog een hele stapel Campert (proza en poëzie) in de vensterbank staan. Ik had na zijn dood over hem willen schrijven, maar ik vond er toen geen tijd voor. Nu lees ik in zijn bundel Mijn dood en ik. Daar schrijf ik dan mettertijd over. 


Wolkers

Nog even verder over mijn studeerkamer: Wolkers blikt op mij neer. Die foto is in 2002 genomen toen ik hem interviewde op een hotelkamer vlakbij het Vondelpark. Hij zou op bezoek gaan bij Remco Campert. Het was de bedoeling dat het stuk geplaatst zou worden in een vrijdagkrant, in verband met een weekendtentoonstelling van zijn schilderijen. Maar een niet zo oplettende redacteur dacht dat zo'n interview een week later ook nog wel interessant zou zijn. Toen is het dus helemaal niet geplaatst. 

Het gereedschap van de recensent
Ik hield er in ieder geval een foto aan over. En een handtekening in een boek. Vleiend, maar dat 'in vriendschap' was alleen maar vriendelijkheid van Wolkers. We hadden daarvoor alleen maar een paar keer gebeld. Ik zou hem namelijk al eerder interviewen, op Texel. Maar vlak daarvoor werd zijn beeld op Texel (Tot hier en niet verder) vernield en daar was Wolkers erg overstuur van. Toen hebben we het gesprek uitgesteld.

Onder het portret van Wolkers staat het gereedschap van de recensent, maar dat is alleen maar voor deze gelegenheid gedaan. 

Wat nog volgt

In de loop van de volgende weken zal ik vaker blikken op mijn boekenkast werpen. Bij het proza heb ik wel lastige keuzes moeten maken. Die hoop ik te verantwoorden. En waarom staat het werk van sommige bekende schrijvers niet in mijn kast, maar wel dat van bijvoorbeeld Geert van Beek en Loekie Zvonik? Daarover dus later. 

5 opmerkingen:

  1. Hoi Teunis, leuk zo'n inkijkje in jouw boekenkasten. Groetjes, Erik

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Superleuk allemaal.
    En ook de foto van Bieb van Bunt op Twitter.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Dank, Niek. Ik probeer de komende weken verschillende keren over de boekenkasten te schrijven.

      Verwijderen
  3. Leuke column over een onderwerp dat vele boekbezitters bezighoudt.

    BeantwoordenVerwijderen