Elke is een veredelaar. Ze houdt zich bezig met het verbeteren van gewassen en ze heeft net een teleurstelling moeten slikken: de pompoen die ontwikkeld is door het bedrijf waar ze werkt, mag niet op de markt gebracht worden. Een concurrerend bedrijf heeft eenzelfde pompoen ontwikkeld en die was net wat eerder met de aanvraag.
Na deze tegenslag neemt Elke ontslag. Ze trekt naar een waddeneiland, waar haar familie al tijden een huisje heeft. Daar wil ze aan de slag met erwten. Eigenlijk wil ze die niet veredelen, maar ontedelen: ze wil de oererwt terugtelen, dus eigenlijk de erwt laten verwilderen.
Natuurlijke orde
Vlak voordat Elke ontslag neemt, is ze bij een gesprek over jongens die nu eenmaal met auto's spelen en meisjes met poppen, alsof dat de natuurlijke orde is. Daarvan is Elke niet zo overtuigd. Het heersende paradigma ziet zichzelf niet als paradigma, maar als natuurlijke orde. Wat afwijkt is gevaarlijk en misschien wel in de war. Maar misschien is niet de eenling in de war, maar het systeem.
Innerlijk heeft Elke heel wat gesprekken te voeren met de vrouw die ze nooit geworden is. Die heeft ze nooit ruimte gegeven, maar die houdt haar nog steeds voor dat ze het zichzelf moeilijk maakt en dat het allemaal zoveel makkelijker zou zijn als ze zich maar aanpaste. Maar Elke weet dat het ongemak zal blijven. Als ze zich aanpast, schaamt ze zich voor zichzelf, als ze zich niet aanpast, schaamt ze zich voor het ongemak van de ander.
Ra
Parallel aan het verhaal van Elke lezen we het verhaal van Ra, negenduizend jaar eerder. Ra is gevlucht en komt aan bij een gemeenschap die sinds een tijdje de landbouw beoefent. Ze heeft erwtenplanten bij zich. Het is voor anderen niet altijd duidelijk wie Ra is. Ze wordt een middenmens genoemd en soms wordt over haar gesproken met 'hij' en 'hem'.
Net zoals er bij Elke commentaar gegeven wordt door de vrouw die ze nooit geworden is, wordt er bij Ra commentaar geleverd door de voorouders, die het leven al achter de rug hebben en van een afstandje toezien wat Ra allemaal overkomt.
Het zijn van een middenfiguur komt geregeld terug in de roman. Zo is er de legende over de stiergod, die half mens en half stier is. De erwt is tweeslachtig, evenals de worm en het oudste beeld van een god is een fallus met borsten.
Floresmens
Ook een eiland is een middenwereld en daarop kunnen ontwikkelingen anders gaan dan op het vasteland. Op Flores werden overblijfselen aangetroffen van de kleine Floresmens. Er zijn niet alleen bewijzen voor dwergolifanten, maar ook voor gigantische ooievaars, varanen en ratten. Oom Filip, aan wie Elke goede herinneringen heeft, vertelt over een dwerghertje dat vroeger op het eiland voorkwam.
Niet voor niets trekt Elke naar een eiland. Als je ergens kans hebt op een alternatieve ontwikkeling, is het daar.
In Wormmaan wemelt het van de interessante gedachten. Bijvoorbeeld dat door de ontwikkelingen in de landbouw niet alleen de gewassen zijn aangepast aan de mens, maar dat mens zich ook aangepast heeft aan de gewassen. In die zin zijn niet alleen de gewassen gedomesticeerd, maar ook de mens.
Elke wil de erwt ontedelen, maar eigenlijk wil ze ook zelf verwilderen: ze heeft zich genoeg aangepast. Als kind weigerde ze ooit bij een verkleedpartij een bh aan te trekken. Het was heel lastig om zich aan druk te onttrekken; het was weliswaar een spel, maar meedoen was verplicht.
Aanpassen
Wormmaan gaat om dat systeem van aanpassen, van het kijken naar dat wat afwijkt als niet kloppend met het systeem. Elke zet vraagtekens bij het systeem zelf.
Ik kan niet uitleggen hoe vervreemdend het is als je binnenwereld conflicteert met buiten. Dat je aan jezelf gaat twijfelen, eerst. Hoe dat verschil uiteindelijk resulteert in schaamte en dat je schamen voor jezelf een niet te winnen strijd is. Ik kan hem niet uitleggen hoe groot het belang is te bewijzen dat niet ik, maar de wereld, in de war is.
Ze bindt de strijd aan met het rigide categoriseren. Maar ze is natuurlijk onderdeel van het systeem en verwilderen, buiten het systeem leven is lastig.
Wat mij geschikt maakt voor domesticatie, is niet mijn lichaam, de behoefte aan aandacht of zelfbeschikking. Het is mijn slaafse roedelgedrag, mijn ontvankelijkheid voor schaamte en mijn neiging naar het ondergrondse. Dát staat verwildering in de weg.
Ze zou willen zijn als een steen, ongevoelig voor blikken en stemmen. Die steen speelt overigens ook een rol in het verhaal Ra, waar de Moedersteen als een soort godheid wordt vereerd.
Elke moet diep gaan, zelfs letterlijk onder de grond, waar ze het gesprek aangaat met een koor van wormen. Pas daarna vindt ze de weg weer omhoog.
Genieten van vragen
Van Wormmaan heb ik zeer genoten, vooral vanwege de vragen die het oproept. Over onze verhouding met de natuur en met wat wij natuurproducten noemen, maar ook bij de manier waarop we gedomesticeerd zijn. Hoe we binnen een systeem leven dat voor velen van ons zo vanzelfsprekend is, dat we het niet hoeven te zien of het niet menen te hoeven zien. Over identiteit en natuurlijke orde en over hoe natuurlijk die eigenlijk is. Over het verlangen om te verwilderen en over of ons dat goed zou doen. En over de stem van degene die we nooit geworden zijn, maar die ons wellicht nog van tijd tot toespreekt.
Het is lang geleden dat een roman mij zo aan het werk gezet heeft. Ik heb van Wormmaan genoten (en geniet er nog steeds van). Of ik alles begrepen heb, weet ik niet, maar mijn wiskundeleraar leerde mij al decennia geleden: als je het niet snapt, bewonder je het maar. Dat kan ik met dit boek volop doen.
Goeie wiskundeleraar heb jij gehad.
BeantwoordenVerwijderenEn dit boek dacht ik al op mijn wensenlijstje te hebben gezet maar nu zag ik dat ik dat helemaal niet gedaan had. Gelukkig dat jij erover blogt zodat ik er weer aan herinnerd word. Ik verwacht namelijk ook te gaan verwonderen en bewonderen.
Heerlijk boek. Komt wel terug in mijn toplijstje aan het eind van het jaar.
BeantwoordenVerwijderen