donderdag 15 maart 2018

Boekenweek 1959


Hoe verliep een Boekenweek zo'n kleine zestig jaar geleden? Ik schreef over de Boekenweken van 195519561957 en 1958. Deze keer over de vierentwintigste Boekenweek: die van 1959 (28 februari - 7 maart).

Boekenweekgeschenk

Het Parool, 10 januari 1959
Net als het jaar ervoor was er geen prijsvraag voor het Boekenweekgeschenk, maar was de auteur gevraagd. Deze keer was dat Hella Haasse, die ook al in 1948 het geschenk geschreven had (Oeroeg) en dat ook in 1994 nog zou doen (Transit). In 1959 was het een essay, Dat weet ik zelf niet, over jonge mensen in boek en verhaal. Ze was niet de eerste auteur die voor de tweede keer het geschenk mocht schrijven. Clare Lennart was haar in dezen voorgegaan.

Pas in januari 1959 wordt de naam van de schrijfster in de kranten bekendgemaakt.

Al gauw daarna kunnen we lezen welke activiteiten de verschillende steden ontplooien. Niet alleen binnen Nederland overigens. Voor het eerst zal er ook op Curaçao aandacht aan de boekenweek besteed worden. In Paramaribo gebeurde dat al eerder. Simon Carmiggelt zal een week lang naar Curaçao gaan om daar lezingen te geven.

Hella Haasse
Rotterdam houdt een groot feest in de Rivièrahal, beginnend met een maaltijd waarbij onder anderen Maurice Roelants zal spreken. Bij het feest daarna zijn dertig schrijvers uitgenodigd, onder wie Willy Corsari, Belcampo, Paul Rodenko, Adriaan van der Veen, Anna Blaman en W.A. Wagener. Korte toespraken zijn er van Anthonie van Kampen, Godfried Bomans en Geert van Oorschot. Mies Bouwman is de gastvrouw en er is een bal tot besluit. Dat lezen we in Het Vrije Volk van 5 februari 1959.

De Amsterdamse Boekverkopers Vereniging organiseert op 4 maart in Bellevue een ontmoeting met vijf auteurs: Anton van Duinkerken, Cees Nooteboom, Hella S. Haasse, Harry Mulisch en ds. J.J. Buskes. Het Haags studentencabaret treedt op en ook hier wordt besloten met een bal.

Persconferentie

Op 12 februari is er een persconferentie van de CPNB. Daar wordt bekendgemaakt dat de oplage van het Boekenweekgeschenk 157.000 is en dat er weer een bloemlezing voor de jeugd is: De muze en het heelal.
Chr. Leeflang, 'De man achter de Boekenweek'

Het Boekenweekgeschenk krijg je cadeau bij de besteding van ƒ 5,- aan Nederlandse(!) boeken. De bloemlezing is te koop voor ƒ 0,90. Hoogtepunt is weer de gala-avond, op 27 februari in de Amsterdamse Stadsschouwburg, alwaar een 'parodistische opera' zal worden uitgevoerd: De zwarte bruid waarvan het libretto geschreven is door C.J. Kelk. Verschillende kranten melden het, waaronder  Het Nieuwsblad van het Noorden.

De voorzitter van de CPNB, Chr. Leeflang, spreekt overigens niet alleen over de Boekenweek, maar ook wijdt hij 'enige aandacht' 'aan de problemen, die in de afgelopen maanden zijn ontstaan rond het pocketboek. Duidelijk is, dat hij de boekhandel de aangewezen verkoopplaats voor het pocketboek blijft vinden. (Het Parool, 12 februari 1959)

'Het pocketboek voorziet, volgens de heer Leeflang, vooral bij de jeugd in een grote behoefte. Het Nederlandse pocketboek is over het algemeen goed verzorgd, maar men moet blijven streven naar veranwoordelijke uitgaven en vooral met het omslag geen indruk wekken die in strijd is met de inhoud van het boek.' (De waarheid, 13 februari 1959)

Bij de Boekenweek hoort ook een Boekengids, in twee uitvoeringen: een neutrale en een rooms-katholieke (Het Vrije Volk, 13 februari 1959).

Aankondiging openingsavond

Op 26 februari melden verschillende kranten dat Hare Majesteit koningin Juliana aanwezig zal zijn op de avond waarop de Boekenweek geopend wordt.

Een dag later komt in Het Vrije Volk de directeur van de Stadsschouwburg, Evert Smit, aan het woord. Boven het stuk staat: 'Liever géén brokken op komend boekenfeest!' Het jaar daarvoor was het feest namelijk een beetje uit de hand gelopen.


Recencies Boekenweekgeschenk

De reacties op het Boekenweekgeschenk van Hella Haasse zijn verdeeld. Jan Spierdijk vindt  (de Telegraaf van 27 februari) dat de schrijfster te veel heen en weer springt door de literatuurgeschiedenis:
Dat weet ik zelf niet
Het resultaat is echter niet zeer samenhangend en men is geneigd te spreken van een poging tot een essay, waarna men zich onmiddellijk begint af te vragen, voor wie het eigenlijk bedoeld kan zijn. Het grote publiek zal wel beduusd terugkomen van de blik, die het in Hella Haasse's boekenkast mag slaan. De meer belezene - voor wie het geschenk toch niet in de eerste plaats bedoeld is - zal met gebruikmaking van een polsstok Hella Haasse op haar weg kunnen volgen, maar zal waarschijnlijk niet begrijpen, waarom zij geen begaanbare paden heeft bewandeld.
W. Boswinkel in het Algemeen Handelsblad van dezelfde dag is ook al niet positief. Hij vindt dat Haasse tegenover jongeren een 'hurkende toon' aanslaat en volwassenen confronteert met verwijzingen naar literaire werken die ver buiten het gezichtsveld van de gemiddelde boekenkoper liggen, terwijl Van Looy en Theo Thijssen ontbreken. Over het begin is hij wel positief:
Merkwaardigerwijs zijn de eerste bladzijden van het geschenkboekje zeer behartigenswaardig. 
In Het Parool recenseert Max Nord Dat weet ik zelf niet. Volgens hem had Haasse haar onderwerp duidelijker moeten omschrijven en ze had zich vooral moeten beperken, bijvoorbeeld tot de Nederlandse literatuur. Ook hij geeft voorbeelden van wat ontbreekt (bijvoorbeeld de sprookjes van Andersen en Niels Holgerson). En hij hekelt het razen door de literatuur:


Friese Koerier houdt het kort, maar is wel positiever:
Het is een boeiend en tegelijkertijd informatief geschriftje geworden dat van een bepaald gezichtspunt uit een goede doorsnee geeft van binnen- en buitenlandse literatuur. 
Ook Het Vrije Volk houdt het kort en ook hier is de recensent (W.H.) positief:
Zij heeft daarbij blijk gegeven van een grote belezenheid en van het vermogen kort en helder te analyseren en te formuleren. Het geschenk-1959 is daarmee een zeer waardevol boekje geworden, waarvan niet alleen literair-historisch geïnteresseerden zullen genieten, maar zeker ook ieder, die in het dagelijks leven met kinderen te maken heeft.
De Waarheid noemt het Boekenweekgeschenk 'een aardig boekje om geschenk te krijgen'.

In De tijd/De Maasbode klinkt er lichte kritiek op de bronnen die Haasse geraadpleegd heeft:
Andere bronnen dan literaire werden klaarblijkelijk niet geraadpleegd. Alhoewel die mogelijk een niet oninteressant literair aspect nader belicht zou hebben. Men kan zich immers afvragen, in hoeverre de literatuur in de loop der eeuwen een natuurgetrouw mensbeeld gegeven of zelfs maar beoogd heeft.
Verder is het overigens geen negatieve recensie. Ook de Volkskrant is positief en noemt het een geslaagd werkje. 

Trouw maakt een kanttekening bij het boekje van Haasse. Zij schrijft over de onzekerheden waarmee de jeugd tegenwoordig te maken krijgt. Trouw merkt op:

Hierbij mag toch niet vergeten worden, en dat is het bezwaar dat wij tegen deze studie hebben, dat juist in het gezond-christelijke milieu het hier boven geschetste eveneens voorkomt, maar toch God zij dank veel minder tragiek inbrengt, doordat het geloof zekerheden schenkt, die weliswaar de moeilijkheden niet wegnemen, maar wel het dragen van die moeilijkheden mogelijk maken. Ook in de literatuur zijn hiervan voorbeelden te vinden.


 Openingsavond

In Het Vrije Volk wordt de openingsavond 'feestelijk en stijlvol' genoemd. De heer Leeflang heet de koningin welkom en daarna minister Klompé, die zich dan nog in de coulissen ophoudt.

De minister is overigens wel gekleed in een 'grijze robe', zoals we lezen in De tijd/De Maasbode.

De opera De zwarte bruid blijkt geslaagd te zijn. 'Een dolle boel' noemt Het vrije volk het stuk. Ook De tijd/De maasbode is positief, met lichte kritiek op de sopraan Ina Nahuys. Die 'wilde het iets te mooi doen, en chargeerde daardoor zowel haar dictie als haar gebaren. Zij zette de rol echter krachtig op het toneel.'



De journalist van Trouw kon er overigens niet van genieten: 'Platvloerse lol op muziek' was de kop boven het verslag en verder:
Het libretto van Kelk stelt weinig voor, volgens Trouw: 'De intrige is van het gehalte van voordrachten uit de bekende feestneuzenwinkels'. Maar ook de componist krijgt forse kritiek:
Frid doet af en toe gewild leuk wanneer hij bekende opera’s letterlijk citeert, maar als de aardigheid daar allang af is gaat hij er nog rustig mee door. Verder maakt hij op een bijzonder botte manier gebruik van de meest voor de hand liggende effecten, en valt daarbij van de ene herhaling in de andere. Er is werkelijk in deze hele opera niets dat op enige spiritualiteit wijst; in de beste ogenblikken breikt zij een bepaald zoort lolligheid met name wanneer er in de tekst dubbelzinnigheden gedebiteerd worden, of wanneer er een doodkist op het toneel gesjouwd wordt.
Ook het Algemeen Handelsblad (28 februari 1959) is niet juichend over de parodistische opera:  'De parodie moest in elk geval niet worden gezocht in het libretto van C.J. Kelk dat voornamelijk in een wat boerse grappenmakerij voorzag'. 
Samenvattend zegt de journalist (W.B.): 'een zeker niet door spitsheid uitblinkende tekst, en (...) muziek van Géza Frid die nimmer geestig, zelfs zelden lollig was'. Wel was er luide en zelfs zeer luide bijval uit de zaal. De conclusie is dan ook: 'Kortom - de Boekenweek is geopend zoals dat hoort: luide en opgewekt.'

Voor Het Parool schrijft Lex van Delden over de openingsavond. In een onderkop noemt hij de opera een 'oubollig Hollands zangspel'. Het was niet veel soeps, vond Van Delden:
Om te vervolgen met: 'Als u nu meent dat de ondergetekende deze opera niet bijzonder kon waarderen, hebt nu het bij het rechte eind.'

In de Volkskrant stelt Jan Mul dat de opera niet veel voorstelt, maar wel goed uitgevoerd is. 

In de Telegraaf van 28 februari was Jan Spierdijk behoorlijk positief: 'een dwaas libretto' en 'dwazer noten'. Het dwaze verhaal noemt hij verderop 'soms heel leuk, soms oubollig'. Net als verschillende andere recensenten roemt hij orkestleider Frits Kox. 



Boekenweek 1959 is van start. Op verschillende plaatsen zijn er lezingen, bijvoorbeeld van Belcampo (over eigen werk) en Adriaan van der Veen (over het beste boek van het afgelopen jaar). Carmiggelt schrijft een Kronkel over een gesprek met Vinkenoog en ook andere cursiefjesschrijvers doen een duit in het zakje. Katholieken kunnen de missie steunen, zodat men daar ook boeken kan kopen en boekhandels hebben, naast het Boekenweekgeschenk aanlokkelijke aanbiedingen.

Het zal wel een geslaagde week geweest zijn.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten