Begin 2022 schreef ik over Niets ontgaat ons van Janke Reitsma. Over dat boek was ik behoorlijk enthousiast. Nu is haar tweede roman uit en daar was ik dan ook nieuwsgierig naar. Ik heb het boek meteen gelezen.
De titel is Alles wordt lichter en hoewel 'alles' en 'niets' tegenstellingen zijn, vind ik toch dat de twee titels erg op elkaar lijken, misschien ook omdat ze allebei uit drie woorden bestaan. Die drie woorden vormen beide keren een zinnetje dat begint met het onderwerp en de persoonsvorm. En dan lijken de covers ook nog een beetje op elkaar. De plaats van handeling verschilt wel per boek: vlak bij de Waddenzee en in Noorwegen. De overeenkomst is dat de locaties vrij afgelegen zijn.
Verhaallijnen
Net als de eerste roman heeft Alles wordt lichter twee verhaallijnen, een in het heden (2022) en een in het verleden (2012/2013). Ylva, eenendertig jaar oud, werkt in 2022 's nachts: ze maakt treinen schoon. Met Lehla. Ze moet bijvoorbeeld de wc's in die treinen boenen. Maar er is meer op te kuisen, waarover ze altijd gezwegen heeft.
Dat kan ze ineens niet meer voor zich houden en ze bekent aan Lehla dat ze een kind heeft, een zoontje van negen jaar oud. Nu ze dat verteld heeft, staat de deur naar haar verleden opeens wagenwijd open en moet ze ook iets met wat er in dat verleden gebeurd is. Ze besluit om op reis te gaan, naar de boerderij waar ze haar eerste liefde heeft ontmoet.
In 2011 overleed de moeder van Ylva. Aan haar had ze beloofd dat ze niet alleen zou blijven. Een jaar lang probeert ze haar leven op orde te krijgen of te houden en daarna stapt ze zomaar in een bus, niet wetend waar ze naar toe zal gaan. Ze komt terecht op de afgelegen boerderij van Jakob. Op het erf staat een huisje dat ze betrekt. Ze ruimt het erf en het huis op, terwijl Jakob onverstoorbaar verder gaat met zijn werk.
Jakob voert een gemengd bedrijf: hij heeft schapen, maar doet ook aan tuinbouw. Daarover is Reitsma wat vaag, ze spreekt steeds over 'de gewassen'. In ieder geval zijn er aardbeien, uien en venkel en er zijn kassen met exotische planten en cactussen. Ylva heeft vooral oog voor de ram, die een deel van het jaar in een klein hok moet verblijven.
Magnus
Of Jakob de ware Jakob is, is lange tijd niet duidelijk, ook voor Ylva en hem niet, denk ik. Uiteindelijk krijgen ze wel samen een kind, Magnus. Blijkbaar valt er iets voor, want Ylva laat haar kind bij Jakob achter. Het is een open plek die de lezer graag ingevuld ziet. Dat houdt de gang in het verhaal.
In 2022 gaat Ylva terug naar de boerderij. Het is maar vijf uur rijden van haar woonplaats, maar ze doet er verschillende dagen over, omdat ze een deel van de tocht te voet maakt, door de bergen. Op die tocht vergezelt haar een jongetje, van wie je je al in het begin afvraagt hoe werkelijk hij is. Al gauw blijkt dat hij vooral in haar hoofd bestaat. Dat deed Toine Heijmans in Op zee geraffineerder.
Die tweede tocht wil tijdens het grootste deel ervan maar niet boeiend worden. Er wordt in het begin bijvoorbeeld veel aandacht besteed aan een hooiwagen, een spinachtig dier, dat Ylva vervoert in een koffiebekertje. Vanaf het begin voel aan je water dat het beestje alleen van belang is vanwege de symboliek.
Nadrukkelijke symboliek
Dat geldt overigens ook voor de ram, die steeds maar weer terugkomt in het verhaal. Die overnadrukkelijke symboliek stoort me wel en eigenlijk geldt dat ook voor dat imaginaire jongetje, het jongetje dat ze in haar hoofd heeft, en dat een beeld is van wie haar zoontje nu zou kunnen zijn.
Ylva wil terug naar de boerderij, maar er is ook genoeg dat haar tegenhoudt en dat haar laat twijfelen. Daarom moet de tocht een tijdje duren. Het gevolg is wel dat ook de lezer, deze lezer althans, moeite moet doen om door dit deel van het verhaal te komen. Natuurlijk zijn er wel wat ontmoetingen onderweg, maar veel vaart zit er niet in deze lijn.
Het verleden is een stuk interessanter. Dat komt ook door Jakob, een intrigerend personage. Hij is bepaald geen prater en heeft een hoekige onverstoorbaarheid. Een stil water, waarbij je moet raden naar de diepe grond. Dat werkt goed. Er is een zekere afstand tussen Ylva en Jakob van wie het in het begin helemaal niet duidelijk is of hij de ware Jakob wel kan zijn. Door zijn stabiliteit verschaft hij wel de rust waar Ylva naar op zoek is.
Huilbaby
Magnus wordt geboren en na een tijdje blijkt hij een huilbaby te zijn. Aanhoudend babygehuil kan gekmakend zijn. Niet voor niets is er in Nederland een hulplijn speciaal voor ouders van huilbaby's. Jakob werkt overdag op het land en Ylva wordt soms wanhopig van Magnus. Waartoe is ze in haar wanhoop in staat? Dat is de vraag die de lezer voortdrijft door het verhaal.
Om het leesplezier niet te bederven ga ik daar niet nader op in. Ik zal ook niet vertellen hoe Jakob reageert als Ylva terug is en of Magnus zijn moeder nog herkent.
In het slot van Alles wordt lichter wordt het een en ander afgerond, maar die afhechting vind ik net te netjes en eigenlijk ook een beetje te zoet. Dat einde had voor mij wel wat meer open mogen zijn.
Gedachtestroom
Alles wordt lichter bevat goede passages. Reitsma is op haar best als ze een gedachtestroom beschrijft. Daarin voert ze de lezer gemakkelijk mee, welke vreemde sprongen de gedachten ook maken. De zinnen worden dan aan elkaar geregen, zonder punten, zodat er geen adempauze valt en je laat je maar meedrijven met de stroom.
Ook is ze goed in laatste zinnen van alinea's, die soms net een tikje meer lading krijgen dan wat daarvoor beschreven is. Een voorbeeld:
Op het moment dat ik de tent weer dichtrits zodat hij nog even kan slapen, voel ik het verdriet van de afstand tussen hem en mij in mijn lijf. Ik moet niet te veel hopen. Hopen is voor mensen die daar recht op hebben.
Uit het verhaal raken
Maar soms lukt het me niet om lekker in het verhaal te blijven. Meestal komt dat doordat ik me afvraag of het wel klopt wat ik lees. Haar moeder komt kijken bij de dierentuin die Ylva als kind gemaakt heeft. Er zijn geen apen en giraffes, maar wel insecten, omdat die 'betekenisvol' zijn. Dat hoor ik een kind nog niet zeggen of denken.
De schapen lopen nog buiten als de sneeuw al bijna een meter dik op het land ligt. De kou zullen ze wel kunnen verdragen, maar hoe komen ze aan hun eten? Is het niet logischer dat ze in een soort schaapskooi verblijven? Dat soort vragen haalt me uit het verhaal.
Soms heeft de verstoring te maken met stijl en taalgebruik. Ylva kan zeggen dat iets haar geen fuck uitmaakt, maar ook dat ze bij de ram de uitwerpselen uit het verblijf schept. Iemand op een boerderij schept stront en geen uitwerpselen, denk ik.
Storende zinnen
Rare zinnen en zinsneden zijn er geregeld in deze roman en ze zijn altijd storend: 'We zijn een draadloze verbinding die we niet kunnen waarnemen', 'een landschap dat vleiend naar de horizon beweegt', 'zo geruisloos mogelijk', 'Als ik mijn gezicht naar achter kantel', 'Het was te groot voor een wolf, dus gevaarlijk is het zeker niet.' Grappig vind ik: 'Ik sluip langs het huis, dat een groot in slaap gevallen dier lijkt, dat waakt over het land.' Vergelijkingen zijn niet het sterkste punt van Reitsma.
De corrector heeft veel steken laten vallen of gevallen steken niet opgeraapt. Heel vaak gaat het mis met constructies als 'Hij is een eindje het bos ingelopen', 'een zandpad dat de heuvel oploopt', 'Als ik de badkamer uitkom', 'hoe hij met zijn ogen de bergen opklimt'. Het gaat in deze voorbeelden niet over inlopen, oplopen, uitkomen en opklimmen, maar over lopen, komen en klimmen. Zie ook hier.
En dan zijn er nog verschillende verwijsfouten. Ik neem ze niet de auteur kwalijk, maar de uitgever had hier beter werk moeten leveren. Misschien zijn de fouten op zich niet zo erg, maar ze verstoren het verhaal en zetten me op afstand van wat er gebeurt.
IJsberen en wegrennen
Over het algemeen zijn de personages in Alles wordt lichter interessant, juist doordat je ze niet helemaal doorgrondt. Aan de andere kant kiest Reitsma soms ook voor een gemakkelijke oplossing. Dan ijsbeert Jakob heen en weer of Ylva trapt tegen een stoel of rent hard weg. Ik zie dan slechte acteurs voor me in plaats van dat ik met de personages meeleef.
De beste gedeelten in Alles wordt lichter zijn heel goed; Reitsma kan goed schrijven en ze kan de lezer daarbij helemaal meesleuren. Maar voor mij waren er te veel gedeelten waarbij ik uit het verhaal raakte of hoofdstukken waar ik mij doorheen moest worstelen.
Maar misschien zijn dit gewoon de stappen die de auteur moet zetten op het schrijverspad en het is mooi dat ze daarvoor de gelegenheid krijgt. Hoe dat pad verder zal verlopen, moeten we afwachten, maar ik ben wel benieuwd.
Janke Reitsma, Alles wordt lichter. Uitg. Mozaïek, 2023. 288 blz. € 23,99