Soms heb je het idee dat schrijvers van korte verhalen deelnemers zijn aan de Paralympics van de literatuur. In Nederland althans. Uitgevers zeggen dat korte verhalen niet verkopen en lezers vragen na een verhalenbundel wanneer de schrijver nu een echt boek publiceert. Dat is allemaal volkomen onterecht, want er zijn prachtige verhalen geschreven door bijvoorbeeld F.B. Hotz, Manon Uphoff, J. Bernlef, Hermine de Graaf, Nelly Heykamp, Frans Kellendonk en vele, vele anderen. maar het imago blijft bestaan en waarschijnlijk bevestig ik het weer in deze alinea.
Sanneke van Hassel heeft enkele romans geschreven, maar ze schrijft voornamelijk verhalen. Ik ben meteen ingestapt bij haar eerste bundels, IJsregen (2005) en Witte veder (2007) en ik las haar roman Nest (2010). De bundel Ezels (2012) las ik ook nog. En toen hield het op. Zonder aanleiding, zonder reden. Op een of andere manier kwam het er niet van. Misschien is er gewoon te veel te lezen.
Maar toen ik Nederzettingen (2019) bij een kringloop zag liggen, kon ik toch niet nalaten de bundel te kopen. Hij belandde bij de boeken die ik echt wil lezen, maar die stapels bevatten ook al een paar honderd boeken. Ik nam het boek er vrij snel vanaf.
Plot
Ook Nederzettingen is weer een heerlijke bundel. De verhalen vergen aandacht van de lezer. Meestal is er geen plot waar naartoe wordt gewerkt. Of beter: de plot zit vaak niet in de gebeurtenissen, maar in wat er gebeurt binnen de personages en die ontwikkelingen gaan meestal niet abrupt, maar geleidelijk.
Geen grote stappen om bij het doel te komen, geen schokkende gebeurtenissen. Wat ertoe doet, zie je vanuit je ooghoeken en dan weet je soms niet eens of je het goed gezien hebt. Maar dan is het gevoel al op de lezer overgebracht.
De personages bij wie het perspectief ligt doen soms autobiografisch aan. Zowel in 'In onze straat' als in 'Elf' gaat het om het schrijven over wat je meemaakt. In het eerste verhaal vraagt de 'ik' of er een verhaal in zit en in het tweede gaat het over het schrijven over de eigen kinderen. Mag je dat eigenlijk wel doen? Ze somt ook op hoe andere schrijvers dat aanpakken. Bij 'Schrijvers die de voorletters van hun kinderen gebruiken' moest ik denken aan Elke Geurts die over haar kinderen wel schreef als Ceetje en Deetje, al weet ik niet zeker of dat de beginletters zijn.
Ook in andere verhalen komen er hoofdpersonen voor die met tekst bezig, zoals in 'It's not how good you are' en in 'Nederzettingen', het titelverhaal. Een archeologe schrijft samen met een man een boek. Ze zal nog een paar maanden met hem samenwerken en wat dan? Wat er zich tussen hen afspeelt, gebeurt vooral in haar hoofd. Uit het feit dat de man haar nooit thuis uitnodigt, maakt ze op dat ze juist veel voor hem betekent. De lezer heeft zo zijn twijfels.
Verlangen
Er is veel verlangen in de verhalen Sanneke van Hassel. Vaak is het geen groot, brandend verlangen, maar zeurt het een beetje, leunt het tegen de achtermuur van het vertrek, met een opgetrokken been. De Kaapverdische buschauffeur zou weer naar zijn eiland willen, maar vooral zijn vrouw wil het. En in 'Ik hoor het wel als we gaan inpakken' gaan de vertelster en haar man op bezoek bij een stel dat een tijd terug verhuisd is naar het platteland.
We draaiden de oprit van de Johnsons op. Nadat ik was uitgestapt, trok ik wat onkruid uit dat naast het portier tussen de tegels groeide. Ja, ik zag het mezelf wel doen. De hond uitlaten, twee of drie gesprekken met patiënten voeren, de druiven opbinden en om halfdrie in de auto stappen om de kinderen te halen.En in een ander verhaal denkt de hoofdpersoon:
Visser worden, dat zou het beste zijn, opgeslokt worden door mist en natte kou, alleen met je dobber in een dik oliejack waar alles vanaf gleed.
Misschien is verlangen een te groot woord, is het meer een zich realiseren dat er een ander leven mogelijk is, dat misschien wel beter is. Maar de personages van Van Hassel zijn geen mensen die dan beslissingen gaan nemen, stappen gaan zetten, iets gaan ondernemen. Het leven overkomt hen en ze maken er het beste van.
Bij anderen horen
Ergens bij horen of beter: bij anderen horen, dat is misschien nog wel het lastigst. Het zal wel niet voor niets zijn dat de hoofdpersoon van het titelverhaal zich bezighoudt met de plekken waar de mensen besloten in een groepje te gaan wonen, een samenlevinkje te gaan vormen.
In het schitterende verhaal 'It's not how good you are' is de hoofdpersoon op een netwerkbijeenkomst. Ze trekt het niet meer en gaat even weg van het gezelschap. Maar een man, een beetje een griezel, komt achter haar aan en neemt haar mee terug, zijn hand net boven haar stuitje.
Ze hoefde alleen maar bij de groep te gaan staan, ze was veilig.
Die veiligheid komt ook vaker terug. In 'Elf' zegt de vertelster: 'Mijn gezin willen beschermen, als een veilige plek. Niet in de laatste plaats voor mezelf.' Ook hier: er zijn misschien geen grote gevaren, maar de personages zijn zich er wel van bewust dat er eigenlijk geen zekerheden zijn. Je kunt een mooi leven hebben, maar als de omstandigheden een beetje veranderen, heb je een heel ander leven. Eigenlijk moet je altijd op je hoede zijn.
Je moet goed letten op de mensen om je heen, want die bepalen de rol die je dient te spelen. Soms nadrukkelijk en sturend, soms zonder dat ze dat weten.
Houvast
De enige houvast die de personages hebben, zijn hun gedachten, hun dromen, het verhaal dat ze van hun leven maken. En intussen kijken ze om zich heen op zoek naar tekens. 'De weekends' eindigt met:
Het is het begin van de zomer en het begint al flink warm te worden.
Het lijkt een onbetekenend zinnetje, een observatie. Maar de lezer heeft dan al het sterke vermoeden dat de vertelster in de kou staat en dan heeft zo'n constatering bijna iets aandoenlijks.
Ze hebben iets dappers, de personages van Van Hassel. Het zit ze niet mee en ze moeten het een en ander van het leven slikken, maar ze weten dat zo het leven is. Ze zijn geen visser in een oliejack waar alles vanaf glijdt, maar ze weten dat ze door moeten. Ze maken er het beste van.
Rol
Het zijn twijfelaars, die op zoek zijn naar de rol die ze moeten spelen. Bijvoorbeeld als ouder ('Elf' en 'Omdat ik het zeg'), maar ook als straatgenoot ('In onze straat'). Wie ben je voor anderen? En wie ben je voor jezelf? Er is empathie met mensen die het minder goed redden ('Zaal twee'), waarschijnlijk door het besef dat jij ook zo iemand had kunnen zijn.
Nederzettingen staat mij zeer aan, al heb ik meer met het ene verhaal dan met het andere. Mooi geschreven, zonder dat er op het effect gewerkt wordt, zowel qua stijl als qua plot. Zoals Carmiggelt ooit schreef over juffrouw Nifterink: 'U zong uw liedje zacht, maar 't klonk welluidend.' Daar moet ik aan denken bij deze verhalen. De personages zingen hun liedje zacht en ze kunnen niet altijd wijs houden, maar ze doen hun best. Daar worden ze ook wel eens moe van, maar ze weten toch verder moeten.
Menselijke verhalen met personages die net zulke struikelaars zijn als je zelf bent. Dat heeft iets troostends. Het zijn mensen die je toeknikken als ze je passeren en daarna ga je allebei weer je eigen weg.
Sanneke van Hassel is ook lid van het schrijverscollectief Fixdit. Luister eens naar de mooie afleveringen. Binnenkort verschijnt de bundel Milde klachten, die je alleen al vanwege de titel moet kopen. Maar ongetwijfeld staan er ook weer schitterende verhalen in. Ik heb daar wel zin in.
Eerder schreef ik over:
Hoi Teunis, ik vind het ook erg jammer dat er in Nederland zo weinig interesse voor verhalenbundels is. Vier van mijn favoriete Nederlandstalige schrijvers waren bij uitstek verhalenschrijvers: Belcampo, Maarten Biesheuvel, F.B. Hotz en A.L. Snijders. Ik lees van alle vier deze schrijvers hun verhalen liever dan welke Nederlandstalige roman ook, misschien met uitzondering van de "Max Havelaar". Groetjes, Erik
BeantwoordenVerwijderenDat is een mooi lijstje, Erik. Van Belcampo heb ik eigenlijk te weinig gelezen. Dat moet ik maar eens aanvullen. Er zijn ook podcasts met/over Biesheuvel en Snijders. Hotz kan niet genoeg gelezen worden. Ik heb ook wel zin om zijn biografie eens te lezen.
BeantwoordenVerwijderen