Bij zijn leven (1921 - 1999) heb ik niet zo heel veel gelezen van Karel van het Reve. Ik genoot wel erg van zijn bundel Uren met Henk Broekhuis, waarin Van het Reve uitlegde dat zwemmen bij eb niet gevaarlijk is en dat het onzin is dat Philips best gloeilampen zou kunnen maken die heel lang kunnen branden, maar dat dat niet gebeurt, omdat het bedrijf er anders te weinig aan verdient. Dat laatste stuk stond opgenomen in de taalmethode die ik toen gebruikte bij mijn lessen aan het vwo, Taaldaden.
Toen Van het Reve zijn Huizingalezing hield (Literatuurwetenschap: het raadsel der onleesbaarheid, 1978) zat ik met mijn oor tegen de radio. Een slim betoog, vond ik. Van het Reve verwonderde zich erover dat slechte literatuur niet tot de literatuur gerekend wordt. Alsof je zou zeggen dat wat er in een stoommachine gebeurt wel natuurkunde is, maar wat in een fluitketel gebeurt niet. Alle kenmerken die toegekend worden aan goede literatuur, zijn volgens de spreker ook in slechte literatuur terug te vinden. Met andere woorden: de literatuurwetenschap is niet wetenschappelijk.
Verder zal ik best wat stukjes van hem gelezen hebben, hier en daar, maar daar heb ik weinig van onthouden. Ik herinner me wel de stukken die verschenen bij zijn overlijden. Daarin werd aangehaald dat Van het Reve vertelde dat er vroeger iemand bij hen aan huis kwam die Egyptische sigaretten rookte. Soms dacht hij aan hem. Maar als hij dood zou zijn, wie moest er dan aan die man denken? Als er iemand sterft, sterven ook zijn herinneringen. Een mooie en vreselijke gedachte.
Biografie
In zijn biografie De zelfdenker schetst Willem Melching het leven van Karel van het Reve. Daarbij komen zijn jeugd en zijn verhouding met zijn jongere broer Gerard wel aan de orde, maar aan veel van het persoonlijke leven van Van het Reve gaat Melching voorbij. Hij heeft ervoor gekozen om vooral aandacht te schenken aan diens opvattingen. Dat heeft in ieder geval geleid tot een biografie die niet extreem dik is (416 bladzijden) en die toch een goed beeld geeft.
Wie iets weet van Van het Reve weet waarschijnlijk dat hij helder schreef, bewondering voor Elsschot had, Slavist was, zich afkeerde van het communisme, in Moskou heeft gewoond en het werk van dissidente schrijvers naar het Westen heeft gesmokkeld. Al die zaken passeren de revue.
Een van de vrienden van Van het Reve was David Koker. Ik las diens Dagboek geschreven in Vught toen het uitkwam als Bulkboek en was ervan onder de indruk. Hij overleefde de oorlog niet en is altijd een rol blijven spelen in het leven van Karel. Hij noemde een van zijn kinderen David.
Max Euwe
Ik vond het, als amateurschaker, leuk om te lezen dat Max Euwe een van zijn leerlingen was. Daarbij trof ik overigens wel een fout aan in het boek van Melching. Euwe is niet in 1935 en 1937 wereldkampioen schaken geworden. Hij werd het in 1935 en raakte de titel in 1937 weer kwijt. De eerste trip van Van het Reve naar de Sovjet-Unie was als begeleider van Euwe.
Van het Reve groeide op in een communistisch gezin. Hoe dat kon zijn, beschreef Jolande Withuis al in Raadselvader. Tussen 1945 en 1952 gleed Karel van zijn geloof in het communisme. Na zijn bezoek aan Moskou met Euwe, in 1948, was hij nogal teleurgesteld over de werkelijkheid daar. De Sovjet-Unie was geen heilstaat.
Bij nadere bestudering bleek het marxisme filosofisch en wetenschappelijk weinig voor te stellen. Verder was Van het Reve geschokt door het opkomend antisemitisme in het Oostblok.
Conflicten
De veranderde standpunten van Van het Reve werden natuurlijk duidelijk in zijn publicaties, wat leidde tot conflicten met de CPN. Maar Karel is ruzies nooit uit de weg gegaan. Hij kreeg die ook door zijn Huizingalezing, door zijn kritiek op de simpele uitleg van de opvattingen van Darwin en door zijn publicatie De ongelooflijke slechtheid van het opperwezen (1985).
Melching doet het allemaal helder uit de doeken in een stijl die lekker leest. De paragrafen binnen de hoofdstukken zijn kort en hebben duidelijke kopjes. Altijd is duidelijk wat Melching wil beweren.
Nadat ik De zelfdenker had gelezen, had ik meteen zin om iets van Karel van het Reve te gaan lezen. Ik vind het vreemd dat ik zo weinig van hem las, ondanks dat ik weet dat hij helder schrijft, met een mooie ironische toon. Als ik weer bij een kringloop kom, moet ik toch maar eens speuren naar Een grote bruine envelop (1991), Met twee potten pindakaas naar Moskou (1970) of misschien zelfs zijn Geschiedenis van de Russische literatuur (1985).
Karel van het Reve heeft behoorlijk wat erkenning gekregen voor zijn werk. Zo ontving hij de Martinus Nijhoffprijs voor zijn vertalingen en de P.C. Hooftprijs.
Dank je wel voor deze beschouwing: dit gelezen hebbende
BeantwoordenVerwijderenga ik eens op zoek naar Met twee potten pindakaas naar Moskou
met vriendelijke groet,
Uren met Henk Broekhuis is ook erg leuk. Interessante man. En dank voor je reactie!
BeantwoordenVerwijderen