donderdag 23 april 2020

Jacob van Lennep, Een bezielde schavuit (Marita Mathijsen)


Eigenlijk weet ik niet meer hoe op mijn middelbare school de negentiende eeuw behandeld werd bij de literatuurlessen. Er werd aandacht besteed aan Multatuli, ongetwijfeld, en aan Hildebrand, vermoed ik. HaverSchmidt? En dan snel over naar de Tachtigers.

Over Jacob van Lennep herinner ik me geen lessen. Maar ik herinner me toch al weinig lessen. Onze docent Nederlands moest altijd gniffelen als het over seks ging (Wolkers) en deed dan ook nog een hand voor zijn mond, maar hij leerde ons ook Achterberg en Nijhoff lezen, waarmee hem veel, zo niet alles vergeven kan worden.

Er is een tijd geweest dat ik veel las uit de negentiende eeuw. Van Van Lennep las ik, naast wat gedichten, Ferdinand Huyck, dat ik veel later ook als hoorspel beluisterde en De roos van Dekama. Verder Oltmans (bij wie ik de natuurbeschrijvingen te lang vond), Bosboom-Toussaint, Van Koetsveld, Laurillard, J.J.L. Ten Kate, van wie ik ook heel wat aanschafte, mede vanwege de mooie banden. Multatuli, De Génestet, ach, De Génestet, Staring, een beetje Tollens, Klikspaan, Lodewijk Mulder, Potgieter, heel weinig Bilderdijk. Van Busken Huet las ik Lidewyde, waar ik  toch moeilijk doorheen kwam. En de Vlamingen: Gezelle, Conscience.

Graven

Graf van Jacob van Lennep
Ik stond aan het graf van De Génestet, Bernard ter Haar en Hofdijk op Rozendaal bij Arnhem. Daar lig je wel goed. En in Oosterbeek bij dat van Van Lennep, niet zo ver bij dat van Augusta de Wit vandaan, als ik het mij goed herinner. De vader van Gerard Bilders moet er ook liggen. Bilders was een veelbelovend schilder, maar hij schreef ook uitstekend.

Waar die liefde voor de negentiende eeuw vandaan komt, weet ik niet goed. Zeker zal meegespeeld hebben dat ik les kreeg van Ellen Krol, die zich toen (jaren tachtig) bezighield met de huiselijkheid in de literatuur en ik denk dat ik op haar aansporing ook een tijdlang een abonnement gehad heb op De negentiende eeuw.

Biografie

Hoe dan ook, toen ik begon te lezen aan de biografie van Jacob van Lennep, zoemde er al van alles door mijn hoofd aan wat ik ooit gelezen had uit en over de negentiende eeuw. Ik had veel verwachtingen van Jacob van Lennep, Een bezielde schavuit, geschreven door Marita Mathijsen. Ik nam het op in mijn lijstje van 'De beste boeken van 2018 (die ik niet gelezen heb), waar ik het op plaats drie zette, na Pfeijffer en Van Essen. Zo'n lijstje heeft altijd iets vreemds, alsof je een schaatser en een bokser naast elkaar zet en je je afvraagt wie de beste sporter is, maar het is een goed geheugensteuntje bij het kopen van boeken.

Van Marita Mathijsen las ik al meer. Ik genoot zeer van haar 'interviews' in De geest van de dichter. Ik kocht ook de door haar bezorgde De brieven van De Schoolmeester, twee delen, die ik helemaal las en ik vond ze heerlijk. Ik las verder Ik zou u gaarne meer schrijven, dat ik  in mijn hoofd in verband breng met Mathijsen, maar ik zie de uitgave niet terug in mijn boekenkast en kan dat dus niet controleren. Ik weet alleen nog dat ik rond die tijd De kring van Heiloo las. Doordat ik zo genoten heb van het werk van Mathijsen ben ik natuurlijk wel bevooroordeeld. Dat koester ik maar.

Helder

Mathijsen schrijft heerlijk. Helder, vooral helder, en dat betekent dat Een bezielde schavuit prettig leest. Ze schrijft ook spannend en werkt met clifhangers. Verschillende keren las ik dat ze verderop terug zou komen op een onderwerp. Verder is ze een enthousiast verteller die ook op verteltoon alle informatie bij ons brengt en het niet heeft over het narratief rond Van Lennep en de receptie van zijn werk. (Wel over die onderwerpen, maar niet in die taal).
Portret van Jacob van Lennep
A.J. Ehnle, ca. 1853

Van Lennep is ook nog een interessant persoon. Ik wist dat hij belangrijk was: beroemd schrijver en cruciaal bij de publicatie van de Max Havelaar. Wat ik niet wist is dat hij zo'n beetje met alles te maken heeft wat erin zijn tijd gebeurt. Dat geldt overigens ook voor zijn vader, David Jacob van Lennep. Die kennen we van zijn pleidooi voor de historische roman, maar hij zat dicht bij elk belangrijk vuur dat er gestookt werd.

Drie lijnen

Mathijsen (waarom heb ik toch steeds de neiging haar naam met dubbel 's' te schrijven?) volgt verschillende lijnen in haar boek over Van Lennep: we krijgen natuurlijk een beeld van zijn leven, zijn familie, geboorte en overlijden van familieleden en dierbaren, verder een beeld van het oeuvre van de schrijver, maar ook een beeld van de eeuw waarin hij leefde.

Dat laatste helpt zeer om iemand te 'plaatsen' en om iemand te begrijpen in zijn context. Hoe ging reizen in die tijd? Hoe zat het met de gezondheidszorg? Het zijn vragen die ik me anders misschien niet gesteld zou hebben en waarop ik nu antwoord krijg. Zo had ik mij niet gerealiseerd dat steden vroeger zo afgescheiden waren van de omgeving, door de stadsmuren en -wallen en hoe dat allemaal verdween in de negentiende eeuw.

Ik snapte ook meer hoe roerig een tijd kon zijn. Tot nu toe heb ik toch vaak gewoon een werk uit pakweg 1835 gelezen, zonder me te realiseren dat vijf jaar daarvoor België onafhankelijk was geworden en dat dat niet genegeerd kan worden. Elke tijd is complex, maar Mathijsen slaagt erin het beeld helder te krijgen, voor zover ik dat kan beoordelen.

Een schrijver leefde niet van zijn werk. Van Lennep was rijksadvocaat. Nooit geweten. Het lijkt niet de baan te zijn die hij ambieerde, maar de baan die beschikbaar was en hij is daar zijn hele leven niet meer van afgekomen, al heeft hij zijn best gedaan.

Moeder overleden

De moeder van Jacob van Lennep overleed toen hij veertien jaar oud was. Dat heeft grote gevolgen, volgens de biograaf. Jacob zal vaak bezig zijn met vrouwen, wat zij interpreteert als een Muttersuche. Dat zou natuurlijk kunnen, zeker als je bedenkt dat hij trouwt met een vrouw die tien jaar ouder is dan hij. Maar zijn avonturen betreffen niet alleen affaires met oudere vrouwen en in mijn hoofd zijn die toch wat anders dan een zoektocht naar zijn moeder. Maar Mathijsen heeft natuurlijk door haar onderzoek een veel helderder beeld en het is ook prettig dat we hier een biograaf met een visie hebben en niet iemand die alleen maar de feiten op een rij zet.

Over een van die avonturen, met ene Doortje Ringeling (zo'n naam is al een cadeautje), wordt in verschillende recensies naverteld en de geschiedenis is te mooi om onvermeld te blijven. Jacob pakt zijn koffers en wil er met Doortje (eigenlijk het buurmeisje) vandoor, naar Engeland. Maar de familie krijgt er lucht van en vader en zwager reizen Jacob na.

Jacob en Doortje overnachten in Hotel des Pays Bas in Rotterdam. Die nacht gunt vader hem. Hij wacht tot David uit zijn kamer komt en neemt hem dan (zonder zijn laarzen) mee terug naar huis. Tot zijn dood is Jacob getrouwd gebleven met Henrietta Roël.

Dompers

In zijn jonge jaren is Van Lennep overigens nogal onder de invloed van de 'dompers'. Hij volgt colleges bij Willem Bilderdijk en gaat veel om met Isaac da Costa. Met hem heeft Mathijsen niet zoveel op, is mijn indruk. In het hoofdstuk waar hij voor het eerst uitgebreid aan bod komt, wordt hij meteen 'de bezeten bekeerling Isaac da Costa' genoemd.

Onder invloed van de dompers doet Van Lennep aan zelfonderzoek en ze beïnvloeden voor een tijd ook zijn visie op hoe je zou moeten leven en welke opvattingen je zou moeten hebben. Later neemt hij daar afstand van.

De ontwikkelingen op kerkelijk gebied noemt Mathijsen maar zijdelings, waarschijnlijk omdat van Lennep daar niet zo bij betrokken was. Hendrik de Cock, bij wie de Afscheiding begon, wordt niet genoemd, Bernard ter Haar maar een enkele keer, Ten Kate iets vaker, maar niet in verhouding tot zijn productie, Hasebroek ook wel een paar keer, Van Koetsveld niet. De Génestet wel. Die had in ieder geval direct contact met Van Lennep, net als Nicolaas Beets. Maar misschien vindt Mathijsen die dominee-dichters wat minder interessant.

Historische romans

Van Van Lennep kennen we vooral nog zijn historische romans (denk ik). Doordat Mathijsen het decor zo goed schildert, kom je erachter dat die historische romans het een tijdlang goed doen, maar dat ze op een gegeven moment er ook weer uit raken en dat een schrijver zich steeds moet afvragen of er nog wel aftrek is voor het genre dat hij beoefent.

Bij de historische roman wordt Oltmans trouwens maar een enkele keer, in een opsomming, genoemd. Dat kan betekenen dat hij minder belangrijk is dan ik mij had voorgesteld of dat hij verder van Van Lennep af stond. En natuurlijk moest Mathijsen keuzen maken.

Zo had ik mij ook voorgesteld dat Kneppelhout een veel belangrijker rol zou spelen, waarschijnlijk doordat ik weet dat hij tegelijk met Van Lennep in Oosterbeek was. Maar misschien hadden ze niet zoveel contact. Dat ook Staring maar een enkele keer zijdelings wordt genoemd kan ik me beter voorstellen: die zat in een ander deel van het land. Hoewel, brieven kwamen overal.

Klaasje Zevenster

Van Lennep pakt, later in zijn leven, nog eens flink uit met een vijfdelige roman: Klaasje Zevenster. Het schandaal daarover verbaasde me. Voor hedendaagse begrippen gaat Van Lennep zich bepaald niet te buiten aan schunnigheden, maar het feit dat er een bordeel in voorkomt was al voldoende om mensen op de achterste benen te brengen. Zonder de biografie zou je aan het boek niet meer kunnen merken dat  het ooit controversieel is geweest. Toen ik ging googlen, ontdekte ik trouwens dat er tegenwoordig zelfs een verpleeghuis voor dementerenden is dat Klaasje Zevenster heet. Het lukt mij maar niet om de link tussen de naam en het soort instelling te leggen.

Van Lennep is niet alleen een belangrijk schrijver, hij is ook belangrijk geweest voor cultuurbehoud. Hij heeft geprotesteerd tegen de sloop van oude gebouwen, zodat de Ridderzaal nog steeds bestaat, hij heeft zich ingezet voor monumenten en hij heeft het verzamelde werk van Vondel uitgegeven. Ik heb die rode deeltjes (na de herziening door Unger) in mijn kast staan en ik gebruik die nog om aan leerlingen het handschrift van Vondel te tonen.

De werkkracht van Van Lennep moet geweldig geweest zijn. Het is onvoorstelbaar wat hij allemaal gedaan heeft, op velerlei gebied. Zonder Van Lennep had Amsterdam pas (veel?) later waterleiding gehad, wat in tijden van cholera het verschil tussen dood en leven kan betekenen. Hij had een druk leven door al die diverse activiteiten en het zou niet vreemd geweest zijn als hij het schrijven van romans en toneelstukken er helemaal niet bij had kunnen hebben. Bovendien werd hij van tijd tot tijd geplaagd door podagra, jicht, pijnlijke, reumatische ontstekingen.

Respect

Het past ons om groot respect te tonen voor deze man, die niet alleen veel gedaan en veel betekend heeft, maar ook geestig was en, zoals de titel zegt, 'een schavuit'. En natuurlijk wil ik ook graag een confettikanon afschieten voor Marita Mathijsen, die een prachtig boek heeft geschreven, niet alleen over Van Lennep, maar ook over zijn tijd. Een boek met heel veel informatie en bovendien 'lekker' geschreven.

Ik kreeg meteen zin om weer wat te gaan lezen uit die negentiende eeuw. In mijn kast staat nog, ongelezen, Sinjeur Semeyns van H. J. Schimmel en verder staan er ook nog een paar deeltjes van Den Ouden Heer Smits plus nog het een en ander van J.J. Cremer en Melati van Java (maar die zijn van later datum). En ik zou ook weer eens wat moeten opzoeken van of over Kneppelhout. Doe ik. Beloofd!


Marita Mathijsen is ook te horen in de podcast Mulisch.
Hier schreef ik over Gekleurd grijs van Gerard Bilders/Jan Kneppelhout.
Het portret van Van Lennep heb ik gejat van de site van het Stadsarchief Amsterdam.

1 opmerking:

  1. Hoi Teunis, een mooie bespreking! Met de 19e eeuw en de Nederlandse schrijvers daarin heb ik weinig, dan weer wel met de Russen (Tsjechow, Tolstoj, Toergenjew, Dostojewski, ook in die volgorde). Groetjes, Erik

    BeantwoordenVerwijderen