maandag 30 augustus 2021

De rat van Amsterdam (Pieter Waterdrinker)



Je kunt niet alles lezen. Dat is aan de ene kant heerlijk, want er blijft altijd wat te lezen in het verschiet; aan de andere kant is dat frustrerend omdat je altijd veel ongelezen moet laten. In boeken van Pieter Waterdrinker heb ik al een hele tijd zin. Aan het eind van 2015 nam ik Poubelle op in het lijstje van de beste boeken van dat jaar die ik niet gelezen had, in 2017 kwam Tsjaikovskistraat 40 in zo'n zelfde lijstje en afgelopen jaar gebeurde dat bij De rat van Amsterdam. 

Ik wilde die boeken lezen, echt wel, maar mijn leesleven liep anders: er kwamen nieuwe boeken op mijn weg, ik herinnerde mij andere boeken die ik ook wilde lezen en altijd was er te weinig tijd. Maar het is wel apart dat ik mij dat  steeds bij dezelfde schrijvers laat overkomen. Van der Heijden zit in dezelfde categorie: na Tonio (2011) niets meer van gelezen. Grunberg ook: De man zonder ziekte (2013) was het laatste wat ik van hem las. Maar ik heb intussen Goede mannen (2018) in huis. 

Terug naar Waterdrinker. De rat van Amsterdam is een pil (zo'n zeshonderd pagina's) en dat is lekker voor de vakantie. Het blijkt ook nog eens een boek te zijn dat prettig leest en waarvan je tijdens het lezen wilt dat je het voorlopig niet uit hebt en dat je nog heel lang door kunt lezen.

Beschuldigd van moord

De hoofdpersoon is Ruben Katz. Hij zit in de gevangenis, wegens valsheid in geschrifte, en zijn straf loopt op zijn einde. Op advies schrijft hij, in Hemaschriftjes, op hoe het allemaal zo gekomen is. Terwijl hij bezig is met zijn verslag is hij buiten de gevangenis onderwerp van gesprek. Zijn vroegere werkgever, Clemens Mudmann, beschuldigt hem van moord op zijn dochter Phaedra. 

Het zijn twee verhaallijnen die beide spannend zijn: je wilt weten of Ruben echt schuldig is en dus wat er in het verleden gebeurd is. En zal hij vervolgd worden wegens moord? Of zal het hem lukken om te verdwijnen? Daar gaat hij van uit. Eens een rat altijd een rat. 

We leren Ruben kennen als hij nog maar een kind is: zijn ouders vluchten dan samen met hem vanuit Letland naar Nederland, niet zo heel lang voor de val van de muur. Daar komt wel wat bedrog aan te pas: ze doen zich voor als Joods, wat maar gedeeltelijk klopt. Ook bij die vluchtgeschiedenis doemen er vragen op waar de lezer pas later antwoord op krijgt. Het zusje van Ruben is kort daarvoor omgekomen, maar wat is er eigenlijk gebeurd?

Nationale Armenloterij

Phaedra Mudmann is op de middelbare school een klasgenote van Ruben en hij is door haar gefascineerd. Hun levenspaden zullen elkaar verschillende keren kruisen. Hij komt al dichter bij haar in de buurt als hij gaat samenwerken met haar vader Clemens Mudmann, die de Nationale Armenloterij heeft opgezet. Het is de bedoeling dat zoveel mogelijk mensen meedoen met de loterij, die projecten sponsort om het lot van mensen wat draaglijker te maken. Later wordt het soort projecten uitgebreid. Intussen is er een web van organisaties en stichtingen opgezet, zodat de spinnen in dat web zelf grof verdienen aan de loterij. 

Achter in de roman schrijft Waterdrinker nadrukkelijk dat we deze roman als fictie moeten zien, wat natuurlijk bij elke roman zo is. 'Iedere overeenkomst van personen, gebeurtenissen en locaties in de werkelijkheid van het boek met personen, gebeurtenissen en locaties in de werkelijkheid buiten het boeken berust op zuiver toeval.' Mensen die beter ingevoerd zijn dan ik menen dat het toeval hier toch wel heel sterk aan het werk is geweest en dat de Nationale Armenloterij toch wel heel erg lijkt op de Postcodeloterij. Dat zal dan wel. Maar belangrijker is of De rat van Amsterdam een goede roman is. 

De titel lijkt duidelijk: Ruben is door zijn werk voor Mudmann geworden tot een van de ratten in het riool van de Armenloterij. Ruben heeft echter het idee dat hij af en toe werkelijk in een rat verandert ('het trucje van Kafka'). Misschien is dat ook wel zo. Als lezer hoef je geen keuze te maken (wel of geen echte metamorfose). Dat in je hoofd de mogelijkheid er is, is al genoeg. 

Stevige opvattingen

Als lezer zit je de hele tijd in het hoofd van Ruben, waardoor je automatisch aan zijn kant staat. Ruben heeft af en toe stevige opvattingen en die komen wellicht overeen met die van Waterdrinker. Bijvoorbeeld over de literatuur:
God beware ons voor de romannetjes!
Voor het maandverbandproza, het eliteproza, het boerenzonen- en dochterproza, het feministenproza, het esoterische proza, het niet-westerse migrantenproza, het blanke middenstandsproza, het politieke proza, de literaire verheerlijkers van de natuur, van de heren- en vrouwenliefde, wier kongsi's doorlopen tot in de hoogste regionen van de cultuur en de politiek; van de valse exegeten van de Bijbel, de Koran, de zweverige yogatroep uit het Verre Oosten, de zelfbenoemde evangelisten van de voortreffelijke Erasmus.
Het is taal waardoor ik me graag laat meenemen en dat gebeurt me elke keer weer in deze roman. Nog maar een citaat, over de tijd dat Ruben de middelbare school (het Spinoza) bezocht.
Hier kom ik op een fenomeen waarvan ik niet weet of het typisch was voor het Spinoza, voor Amsterdam, voor die tijd wellicht, de klotsende jaren negentig, hoogstwaarschijnlijk niet; maar in ieder geval was de hoofdstad van ons land, van ons gezegende bloembollenkoninkrijk aan zee voor mijn mede-gymnasiasten vanaf de vijfde klas definitief een privé-speeltuin geworden, een hedonistisch belevenispark, waar de geur van de verleiding als verstoven mede zweefde boven het water tussen de grachtenpanden, waar ze zich zakelijk stortten op louter dat wat hen instant genot en plezier bezorgde, opwond.

Voor mij is het een feest om dit soort passages te lezen. De souplesse van de zinnen, de beheersing van de taal die daaruit spreekt. De vorige keer dat ik zo onder de indruk was van iemands stijl en lange citaten gaf, was toen ik over Het glinsterend pantser van Simon Vestdijk schreef. Als ik dit soort proza lees, moet ik denken aan hoe, volgens het slot van Mattheüs 7 de scharen zich ontzetten over Jezus, 'want hij leerde hen als machthebbende en niet als de schriftgeleerden.' Waterdrinker schrijft ook als een machthebbende. Maar misschien heet dat tegenwoordig wel 'als een baas' of zelfs 'als een eindbaas'. Ik hou het maar bij de bijbelse typering. 

In het citaat komt Nederland voor als het bloembollenkoninkrijk. Zo wordt het verschillende keren genoemd. Een land dat het van de bloembollen moet hebben, kan niet veel voorstellen. En dat blijkt ook uit de toon waarop Ruben over Nederland praat. Ook daarbij zou ik nog vermakelijke citaten kunnen geven, maar die zijn makkelijk te vinden voor wie ernaar op zoek gaat. 

Wisselingen van status

Ruben wordt van arme vluchteling, een rat in het gouden riool en van zo'n welvarende rat een gevangenisklant wie misschien groter onheil boven het hoofd hangt. Dat soort wisselingen van status maakt ook zijn vader mee. Die moet eerst sappelen om rond te komen, woont later in een fraai grachtenpand en nog weer later heeft hij een schooltje waarvoor hij geen leerlingen meer krijgt en waarin hij de troep niet meer opruimt. Het laat het vluchtige zien van materiële welvaart, die de mensen van de loterij tot hun levensdoel gemaakt lijken te hebben. 

Uiterlijke schijn, andere motieven hebben dan je voorgeeft - het komt verschillende keren terug. Aan het eind van het boek lezen we eindelijk wat er in Siberië gebeurd is met Phaedra. Ze maakt, net als Ruben, deel uit van een groep mensen die aanvankelijk idealistisch lijken, maar waarvan de schamelheid van de idealen al gauw duidelijk wordt. De groep wordt ook nog door de Russen gebruikt voor propagandadoeleinden. 

Bij Hermans is er altijd sprake van moedwil en misverstand. Zo gaat het ook bij Waterdrinker. Rubens vader had bijvoorbeeld gevraagd of Ruben een brief af wilde geven aan zijn moeder, maar daar kwam het niet van. Juist in die brief stond de waarheid over Liza. Zo gaan er voortduren dingen mis. 

Niet treurig

Je kunt zeggen dat er geen vrolijk wereldbeeld opdoemt uit De rat van Amsterdam. Dat is zo, maar het is bepaald geen treurig boek. Er is veel ellende, maar er is geen reden om daar somber over te zijn. Ruben blijft optimistisch en achter alles schijnt het licht van de liefde van Ruben voor Phaedra. 

Ik hou van de grote armgebaren waarmee Waterdrinker zijn verhaal vertelt. Hij zet alle ramen open, hij neemt ons mee naar allerlei plaatsen in Europa (en even in Amerika). Geen terughoudendheid, maar vertelbrutaliteit, die me zeer aangenaam is. De stapel van boeken die ik ooit nog moet lezen, wordt alleen maar hoger. Nu komen er ook nog boeken van Waterdrinker bij. Moet die man trouwens onderhand niet een grote prijs krijgen?

1 opmerking:

  1. Hoi Teunis, een mooie bespreking! Ik was juist weer niet zo weg van het boek van Pieter Waterdrinker dat ik gelezen heb. Mijn bespreking: https://erikleest.blogspot.com/2018/10/pieter-waterdrinker-tsjaikovskistraat-40.html. Groetjes, Erik

    BeantwoordenVerwijderen