donderdag 27 oktober 2022

Brengschuld (Jan Siebelink)

Siebelinks oeuvre kent enkele constanten: de tuinderij van zijn vader, in Velp, en het onderwijs. Het is bijna niet te voorkomen dat binnen die onderwerpen de boeken naar elkaar gaan verwijzen, elkaar gaan overlappen, het bekende uit een andere hoek gaan belichten. Dat maakt het zicht op die constanten breder en helderder, maar het leidt  ook tot meer van hetzelfde. 

De eik die midden in het bos van de boeken van Siebelink staat, is natuurlijk Knielen op een bed violen (2005), een boek dat veel verkocht is, maar waarvan ik ook gehoord heb dat sommige mensen het niet uit konden lezen, vanwege de naargeestige sfeer. Dat wil zeggen dat het de schrijver goed gelukt is om die sfeer op te roepen. Ik heb indertijd heb boek met veel waardering gelezen. 

Daarna heeft Siebelink veel boeken geschreven die hetzelfde onderwerp verder uitmelken: Margje (2015), De buurjongen (2017), Jas van belofte (2019) en Maar waar zijn die duiven dan (2020). In al die boeken zit wel iets aangenaams voor de lezer, maar ook veel om kritiek op te hebben. Naar mijn smaak zijn ze geen van alle goed gelukt. De links naar mijn stukjes over deze boeken zal ik hieronder vermelden. 

Oudste zoon

Siebelink heeft het vertrouwde onderwerp opnieuw ter hand genomen met Brengschuld. De hoofdpersoon is Ruben Sievez, die we onder diezelfde naam tegenkomen in Knielen op een bed violen. Hij is de oudste zoon van Hans en Margje Sievez. 

Ruben brengt namens zijn ouders steeds de huur naar de huisbaas, meneer Metz. Deze man overlijdt en ineens dreigt het gezin Sievez uit het huis gezet te worden. Door tussenkomst van Ruben kan er een stuk grond verkocht aan meneer Delgijer, waarna de Sievezen kunnen blijven wonen. Dat laatste kwam ook al voor in Knielen op een bed violen. Daar kwam er een zwembad op het stuk grond, in dit boek een grote hal, bedoeld als manege en een tennisbaan met bijbehorende bar. 

Brief

Jaren later, als Ruben al oud is, komt er een brief boven water, waaruit blijkt dat de verkoop van het stuk land niet nodig was geweest. Het had het gezin een hoop ellende kunnen besparen. 

Dan is al heel veel heel gebeurd: Rubens ouders zijn al jaren geleden overleden en Ruben woont op de oude kwekerij. Het is de dag van zijn vierentachtigste verjaardag. Wat er op die dag gebeurt, is een vrij dun verhaallijntje in het heden, dat vooral in het begin van het boek de ruimte krijgt. Daarna gaat het verhaal vooral over het verleden. Dat is een structuur die Siebelink vaker heeft gebruikt, bijvoorbeeld in Jas van belofte.

Al vroeg op de dag heeft Ruben bezoek gehad van zijn vriend Jacques. Hij had gehoopt dat Jacques zou blijven. Ze delen herinneringen en intussen hebben beiden hun vrouw verloren. Maar in hun onderlinge contact vermijden ze diepgang. Het lijkt alsof er in het verleden wat tussen hen is voorgevallen. In de loop van het verhaal wordt niet helemaal duidelijk wat dat dan is. 

Dwanghandelingen

Vlak voor de verjaardag is Rubens hond overleden. Ook dat komt in verschillende andere boeken van Siebelink voor. Ruben zet de hondenmand in de schuur en heeft de neiging steeds te gaan kijken of de man er staat; hij heeft last van dwanghandelingen. Dat had hij ook al als kind. In het verleden heeft hij ook de neiging gehad zichzelf te verwonden, met een potscherf. De functie hiervan binnen het verhaal werd me niet helemaal helder. Siebelink heeft altijd de neiging zaken wat zwaar aan te zetten, tot aan het groteske toe. Met dat in je achterhoofd ervaar je ook dit soort dingen als vertrouwd. 

De dag in het heden biedt steeds mogelijkheden om uitgebreid terug te gaan naar het verleden. Daarbij had nog wel wat geschrapt kunnen worden. Dat Ruben buurman Delgijer ontmoet en hem vertelt dat zijn ouders uit het huis gezet dreigen te worden, komt twee keer voor: op de bladzijden 26, 27 en en 78, 79. Dat hij aankomt bij het huis van de huisbaas, juist op het moment dat die naar buiten gedragen wordt, staat op bladzijde 35 en 71, zonder dat je de tweede keer veel nieuwe informatie krijgt. Hier had een redacteur wel wat strenger mogen zijn.

Twee broers

De twee broers (Ruben en Tom) hebben een verschillende rol binnen het gezin. Ook dat is bekend uit andere boeken. Ruben is de oudste, degene met verantwoordelijkheidsgevoel, degene die deugt. Tom zet zich meer af. Dat is ook in dit boek het gevoel. Ruben doet erg zijn best en als het vriest en zijn vader niet in staat is om op de stookketels te letten, doet hij het. 

Tom raakt later aardig de weg kwijt en komt daardoor weer dichter bij de leefwereld van de overleden vader. Met een soort apostelen zou hij, volgens de geruchten, in Duitsland actief zijn. 

Ruben heeft een groot schuldgevoel. Door zijn tussenkomst is het stuk land verkocht, wat zoveel nare gevolgen voor zijn ouders heeft gehad. Dat schuldgevoel speelt hem zelfs na jaren nog parten. 

Losse eindjes

Siebelink haalt van alles overhoop in Brengschuld, maar hij laat ook veel losse eindjes hangen en bijna geen enkele verhaallijn komt tot een einde. Als opzichzelfstaande roman redt Brengschuld het dan ook niet. Vooral tegen de achtergrond van de rest van het oeuvre heeft het zijn waarde. 

Brengschuld leest overigens prettig. Je bent al heel gauw in de sfeer van de tuinderij. Siebelink strooit met namen van planten en vogels, beschrijft geuren en beelden en daar ga je als lezer gemakkelijk en graag in mee. Veel mensen zullen dit boekje dan ook met plezier lezen. 

Misschien is het ook niet zo erg dat het nauwelijks op eigen benen kan lopen. Je hebt een prettige leeservaring en verkeert een tijdje in  de wereld die je uit andere boeken kent. Veel nieuws staat er niet in Brengschuld, maar voor de fans zal dat niet erg zijn. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten