maandag 17 augustus 2020

Kamer in Oostende (Koen Peeters)

 

Misschien is de volgorde verkeerd: eerst heb ik de podcast beluisterd en pas daarna heb ik de roman gelezen: Kamer in Oostende van Koen Peeters. Eigenlijk was de podcast de aanleiding om het boek te gaan lezen, maar ik had ook al een andere aanleiding. Ik las van Peeters eerder dit jaar, met veel plezier, De mensengenezer.

Kamer in Oostende wordt gepresenteerd als een roman, maar het boek bevat veel non-fictie-elementen. De hoofdpersonen zijn Koen Peeters en Koen Broucke, de schrijver en de schilder. Ze ontmoeten elkaar en delen de belangstelling voor Oostende. Ze gaan vierendertig keer met elkaar op stap en dat resulteert in een boek met vierendertig hoofdstukken. 

Er komen verschillende personen in voor die we ook uit de werkelijkheid kennen, vaak met alleen de voor- of achternaam aangeduid. De Kuyper is Eric de Kuyper, Charlotte is Charlotte van den Broeck. Dat boek van de laatste over architecten wil ik trouwens ook nog lezen. 

Peeters houdt in zijn nawoord wel een slag om de arm: 'dat personages in een roman de naam dragen van echte mensen, mag niet betekenen dat ze dat ook zijn.' Het blijven personages, maar de mensen die model hebben gestaan, zijn wel goed te herkennen. 

Alles moet zijn getal hebben

Dat het boek vierendertig hoofdstukken telt, is niet toevallig. Vierendertig gezamenlijke bezoeken immers, maar het hotel van Gaston Duribeux had ook vierendertig kamers. 'Alles moet zijn getal hebben,' zegt Broucke, en voor dit boek, of voor Oostende, is blijkbaar 34 het getal. De uitspraak van Broucke deed met ook denken aan een boek van Lampo, De goden moeten hun getal hebben, van Hubert Lampo. Wel in huis gehaald, ooit, maar nooit gelezen. Het is het eerste Boekenweekgeschenk dat door een Vlaming werd geschreven. 

Peeters en Broucke zijn bezig met wat ze een onderzoeksproject noemen. Ze kijken naar de sporen van kunstenaars in Oostende. Dat zijn mooie stukken om te lezen en ze maken je nieuwsgierig naar meer. Na wat ik over Joseph Roth had gelezen, wilde ik wel meer van en over hem lezen. En van James Ensor zou ik wel eens schilderijen 'in het echt' willen zien. 

Het onderzoeksproject is niet alleen een onderzoek naar Oostende, maar ook een onderzoek naar vriendschap en een zelfonderzoek. Koen en Koen zien elkaar soms met grote tussenpozen en dat betekent dat de persoonlijke situatie van hen veranderd kan zijn: een liefde kan verdwenen of een nieuwe liefde kan verschenen zijn, iemand kan zijn baan vaarwel gezegd hebben, er zijn schoonouders overleden. Soms is dat onderwerp van gesprek, maar vaker is het er gewoon en zijn de vrienden er. Er hoeft niet altijd over gesproken te worden. 

Zelfonderzoek

Peeters vraagt zich ook af waarom hij met sommige mensen bezig is. Hij vraagt zich af of hij zich herkent in de schrijvers die hij opdelft en in welke dan. Door te zoeken naar anderen, vindt hij stukjes van zichzelf. 

Ik vrees dat ik me slechts kan bedienen van anderen, van hun perspectieven. Ik besta maar uit al die verschillende gebeurtenissen, verhalen, voorwerpen, situaties. Dat ik slechts de optelling ben van de bijeengeraapte ikken van een verzamelaar. 

En wat houdt hij dan over?

(...) ik zoek en koester het ware, het echte, de ontmaskering van het valse. Ik zoek naar het schone, en zie hoe ik uitkom bij vriendschap en liefde om de stormen te doorstaan, om verdriet en afscheid te overleven. 

Ernstig spel

Dat graven in het verleden lijkt vrijblijvend, maar als het een spel is, spelen de beide vrienden het ernstig. Ze hebben het gevoel echt terug te gaan in de tijd. Bij hun onderzoek naar de architect Eysselinck realiseren ze zich dat het een dag is voordat Eysselinck zelfmoord pleegde. 

Het is 5 december, de dag voor Eysselincks drama zich voltrok. Weliswaar in 1953 maar het klinkt alsof we nog iets kunnen verhinderen. 

In de roman zijn verschillende afbeeldingen opgenomen van zeegezichten (en andere schilderijen) van Koen Broucke. De zee en het strand zijn locaties die steeds weer terugkomen. Enkele keren is de zee de verteller. Dat kwam op mij net wat te gewild en te nadrukkelijk poëtisch over. 

Maar verder heb ik met plezier Kamer in Oostende gelezen. Omdat het over interessante mensen uit het verleden gaat, naar wie je nieuwsgieriger wordt naarmate je meer van hen weet. Maar ook omdat het een persoonlijk boek geworden is, zonder dat het ijdel of egocentrisch is. En schrijven kan Peeters wel. Mooie zinnen, vrij heldere stijl. Eigenlijk zou ik nu de podcast nog een keer moeten gaan beluisteren. Daar zal het wel niet van komen. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten