De roman De mensengenezer (2017) van Koen Peeters begint in de Westhoek van Vlaanderen, met daarin plaatsen als Ieper, Poperinge, Diksmuide, die we kennen uit de Grote Oorlog. Wat doet dat met een streek?
Het wezen, er bestaat misschien zoiets als het wezen van de Westhoek. Misschien is het een geest, een daimon, een genius, die niet bestaat als lichaam maar toch sluipt en heerst in het West-Vlaamse landschap.
Geest, daimon, genius
Zo opent de roman, waarbij meteen drie belangrijke woorden aangereikt worden: geest, daimon en genius. De geest heeft te maken met de familie waarin je geboren wordt en met de verhalen die daarin rondgaan, de daimon met de de mensen die je ontmoet en die je beïnvloeden, de genius met de plaats waar je opgroeit.We hebben te maken met twee hoofdpersonen: een 'ik' en zijn zijn oude hoogleraar, Remi, die hij meer dan veertig jaar na zijn afstuderen opzoekt. We krijgen beide geschiedenissen afwisselend te lezen.
Remi komt uit een boerengezin, waar het vooral nonkel Marcel is die verhalen van de streek doorgeeft, bijvoorbeeld over de zwarte soldaat Pius, die in de Grote Oorlog gesneuveld is. Zijn taal is bewaard gebleven. Ook vertelt Marcel over de soldaten die zich zes meter onder de akker hebben ingegraven en zo proberen te overleven.
Congo
Remi volgt de opleiding tot priester en gaat uiteindelijk naar Congo, naar de Yaka in Kwango, provincie Bandunu bij de Angolese grens. De 'ik' zal, decennia later, dezelfde reis maken. Hij wil namelijk een scriptie gaan schrijven over een angstpsychose voor krokodillen in Popokabaka, in dezelfde provincie. Hoewel die scriptie er komt, lijkt die toch bijzaak te zijn. De 'ik' reist Remi na, misschien om iets meer van hem te snappen. Of van zichzelf. Of van de mens.Misschien is Remi de daimon van de 'ik'. Een van de boodschappen die Remi hem overbracht is dat de 'ik' moet zoeken naar de bron, niet naar de waarheid. Een reis naar Congo is een reis naar de bron.
Dat heeft Remi indertijd al ervaren, toen hij helemaal dook in de denkwereld van de plaatselijke bevolking. Hij onderging rituelen en leerde over de kracht van fetisjen. Er werd tegen hem gezegd dat hij zwarter dan de zwarten wilde zijn en ook dat hij door een ritueel niet meer wit, maar zwart was. Uiteindelijk kon hij niet anders dan uittreden uit de geestelijkheid.
Dat de 'ik' op zoek gaat naar de verhalen over de krokodil, naar wat er in de hoofden van mensen gebeurt, laat zien dat hij eenzelfde soort belangstelling heeft als Remi. Tegelijkertijd is hij natuurlijk op zoek naar Remi: wie was hij toen hij bij de Yaka was?
Parallelle tochten
Het zijn parallelle tochten van twee verschillende personen, met daartussen de tijd, die ook een bepalende factor is in het leven. Die parallellie laat Peeters zien door de hoofdstukken over de twee afzonderlijk te nummeren, in cijfers (Remi) en in letters (de 'ik'). Pas in het laatste hoofdstuk komen ze samen: '40/veertig'.Dat laatste hoofdstuk breekt het verhaal een beetje abrupt af, maar het gaat natuurlijk ook niet om een mooi rond verhaal. Ook in het leven worden verhalen ineens afgebroken, waarbij we ons niet eens bewust zijn in welk hoofdstuk van het boek des levens wij ons bevinden.
De mensengenezer is een roman. Dat staat op de titelpagina. Maar in het laatste hoofdstuk lijkt het ook trekjes van een documentaire te krijgen. Het is de verantwoording en de dankbetuiging aan de daimonen die behulpzaam zijn geweest. Gewoonlijk komen die na de roman, nu zijn ze erin opgenomen, waarmee Peeters ook speelt met het genre.
Geroepen
Remi voelde zich geroepen, misschien wel letterlijk: een innerlijke stem die hem de opdracht gaf om de mensen te genezen of misschien wel om zichzelf te genezen en daarmee de mensen te genezen. Zowel Remi als de 'ik' reizen naar Congo en komen weer terug in de Westhoek, waar de genius hen roept. Voor altijd zullen zowel Congo als de Westhoek in hen resoneren en ook daardoor zullen ze zijn wie ze zijn.De mensengenezer is een mooi boek. Het laat ruimte voor de magie en voor wat in ons zingt en neuriet zonder dat we het kunnen benoemen. Het is een boek dat laat zien dat de mens wortels heeft en dat we die niet mogen negeren, dat het leven groter is dan de individuele mens en ook dat je een opdracht kunt hebben zonder dat je dat beseft. De 'ik' bleek degene te zijn die na zoveel jaren de woorden van Pius terugbracht naar Congo.
Peeters heeft een omvangrijk oeuvre op zijn naam staan, maar ik heb er, behalve dit boek, nog niets van gelezen. Kamer in Oostende (2019) heb ik in huis en ik heb de bijbehorende podcast beluisterd. Het begin is er.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten