vrijdag 27 december 2019

Dorsvloer vol confetti (Franca Treur)


In september was het tien jaar geleden dat Franca Treur debuteerde met de roman Dorsvloer vol confetti. In oktober 2009 volgden de tweede en de derde druk en in december de vierde. Dat is de druk die ik toen kocht.

Omdat ik aan het begin van volgend jaar een avond lang ga spreken over 'Franca Treur en het bevindelijke christendom' herlees ik in de kerstvakantie twee van haar romans. De eerste is haar debuut.

Katelijne

De hoofdpersoon in Dorsvloer vol confetti is de twaalfjarige Katelijne Minderhout, een meisje dat opgroeit in Zeeland, in een boerengezin dat kerkt in de Gerformeerde Gemeente. Ik herinnerde mij het boek vooral als een portret van een meisje in een dorpsomgeving. Niet als een meisje dat zich aan het losmaken is van 'de oude waarheid'. Iemand die ik een goed lezer acht, corrigeerde mij: er was in de roman wel duidelijk sprake van een losmakingsproces. Pas nu ik het boek herlezen heb, kan ik zien of zij gelijk heeft.

Treur heeft veel aandacht gekregen, ook in de kring die zij beschrijft. Sommigen vonden dat zij te veel aandacht kreeg, bijvoorbeeld haar vroegere docent Nederlands, Leo Kosten, die in het Reformatorisch Dagblad van 10 februari 2010 een opiniestuk schreef, waarin hij schreef dat hij zijn oud-leerling nog gewaarschuwd had, maar dat ze door te gaan studeren haar geloof is kwijtgeraakt.

Om te laten zien dat het niet aan hem lag, vertelde hij erbij dat hij gelukkig heel veel oud-leerlingen had die lid waren van een kerkenraad.

Het is opmerkelijk dat een docent Nederlands betoogt dat een auteur te veel aandacht krijgt. Bovendien heeft hij geen argumenten die gebaseerd zijn op het boek van Franca Treur, maar op haar persoon. Nou ja, eigenlijk alleen op het feit dat ze de kerk verlaten heeft en bovendien het geloof is kwijtgeraakt.

Spiegel

Het tegenargument, ook uit eigen kring, is dat Dorsvloer vol confetti de bevindelijke christenen een spiegel voorhoudt. Dat is wat Enny de Bruyn in dezelfde krant schreef in haar recensie, op 4 november 2010.

Kosten heeft daar geen boodschap aan:
Toch heb ik deze spiegel niet per se nodig. Elke week kijk ik met de gemeente in de spiegel als de Wet mij wordt voorgehouden. Was ik maar geestelijker om die beter te verstaan!
Maar laten we naar het boek zelf kijken. Katelijne is het middelste kind uit een gezin van zeven. De rest van de kinderen bestaat uit jongens: boven haar Rogier, Christiaan en Jeroen, onder haar de tweeling Peter en Korné, en Lourens.

Kerkelijk milieu

In het eerste hoofdstuk krijgen we meteen een beeld van het kerkelijk milieu: de kinderen fietsen zo snel mogelijk na de kerkdienst naar huis. Katelijne zegt dat ze nooit kan winnen: ze heeft een rok die veel wind vangt en bovendien een plastic tas waarin haar hoedje zit. Er was die zondag een leesdienst: een ouderling heeft een preek voorgelezen, van een 'ouwe schriever,' zoals moeder zegt.

Katelijne heeft de verschillende 'punten' van de preek (je zou ze de hoofdstuktitels kunnen noemen) goed onthouden, zodat ze die kan navertellen als ernaar gevraagd wordt. Uit de rest van het boek blijkt dat ze een grote bijbelkennis heeft, zodat ze gemakkelijk dingen uit het dagelijkse leven associeert met verhalen uit de Bijbel.

Als er op school een meisje uit haar klas zich niet zo goed voelt, juist als meester praat over de duivelse popmuziek, wordt aan Katelijne gevraagd met haar mee te gaan de klas uit, maar die doet dat liever niet. Ze is bang dat de duivel op haar zal overspringen, zoals de duivelen in de Bijbel van een bezetene oversprongen op een troep zwijnen.

Tale Kanaäns

Niet alleen kent Katelijne de bijbelverhalen goed, ze kent ook de termen die we rekenen tot 'de tale Kanaäns' de taal waarin de bevindelijk gelovigen spreken over geloofszaken. Al in het eerste hoofdstuk komt voor: 'Wie nat wil worden moet in de regen lopen. Wie zalig wil worden, moet de middelen gebruiken: de Bijbel lezen, naar de kerk gaan en naar de catechisatie.'

Het leven wordt wel 'de genadetijd' genoemd: de tijd dat een mens nog tot bekering kan komen. Heel grappig vond ik de scène waarin Katelijne een zilvervisje doodt en fluistert: 'Je genadetijd is voorbij.'

Loyaal

Katelijne is opgegroeid in dit kerkelijke milieu en is daar loyaal aan. Ze stelt zich wel eens vragen, omdat veel dingen niet te snappen zijn. Maar ze staat achter de opvattingen waarmee ze grootgebracht is. Bij een vossenjacht spreekt ze vrouwen aan die een broek dragen. Een broek is mannenkleding en dient niet door vrouwen gedragen te worden, vindt Katelijne.
Daarna ligt ze dubbel van het lachen en diep in haar hart denkt ze dat ze misschien die vrouw wel aan het denken zet over haar mannenkleren. Dat ze iets goeds doet. 

Huisbezoek

Enny de Bruyn noemt in haar recensie een passage waarin Katelijne toch wel kritiek heeft. Een ouderling die op huisbezoek komt zegt dat onbekeerden door de ware prediking tot jaloersheid gedreven moeten worden om er ook iets van te kennen.
Tot jaloersheid, denkt Katelijne. Dan moeten ze niet altijd maar zeggen dat bekeerde mensen bedrukt over de aarde moeten gaan en dat het later in de hemel altijd zondag is.
Kritiek kun je dat nauwelijks noemen. 's Avonds in bed worstelt Katelijne met allerlei vragen die variëren van of je als onbekeerde wel alle psalmen mag zingen tot of je een hoedje op moet als je naar catechisatie gaat. Je merkt daaraan dat ze juist in de pas wil lopen met wat er geleerd wordt in de gemeente.

In haar bedenkingen is ze loyaal met de moeder die openlijk kritiek heeft op het beleid van de kerkenraad: waarom worden er nooit eens preken gelezen van dominees die 'gunnend' preken?
'Er wordt veel te veel alleen voor Gods volk gepreekt, de onbekeerden worden amper aangesproken.' Ze moet ervan blozen. 

Haar best doen

Die loyaliteit is kenmerkend voor Katelijne. Ze doet enorm haar best, in de hoop op wat waardering. Haar ouders zijn niet scheutig met complimentjes. Katelijne doet uit zichzelf huishoudelijke werkzaamheden, ze neemt het melken over van haar broer, ze spuit de melkstal zo schoon als hij nog nooit geweest is, maar ze is een kind en ze maakt fouten, zodat haar keer op keer duidelijk wordt dat ze het nooit goed genoeg kan doen. Zoals een mens met goede werken de hemel niet kan verdienen.

Tegen haar vader kijkt ze op: hij kan alles. Je kunt je afvragen in hoeverre beelden van God, die ook een Vader wordt genoemd, gevormd worden door het beeld dat iemand van zijn of haar biologische vader heeft.

Katelijne wil ook graag bij vriendinnetjes horen, maar die ruiken aan haar dat ze bij de koeien is geweest. Als haar broer moet trouwen omdat zijn vriendin zwanger is, wil zij zorgen dat het feestelijk is, door met een perforator enorm veel confetti te maken. Ze heeft daar wel de hulp van haar broer bij nodig. Die moet even weg van het melken en juist dat is moment dat er een koe gemolken wordt die behandeld is tegen uierontsteking, zodat er melk met antibiotica in de melktank terechtkomt, waarna de hele tank niet meer aan de fabriek geleverd kan worden. Gelukkig relativeert oma wat er gebeurd is. Weer Katelijne die haar best doet, maar daardoor juist teleurstelling oogst.

In haar wil om goed te doen gaat Katelijne ver. Oma rouwt om haar overleden man. Ze vraagt zich af of hij wel bekeerd is en of hij niet altijd het welzijn van bedrijf boven zijn zielenheil heeft gesteld. Katelijne verzint een teken dat erop moet duiden dat opa toch 'goed af' is.

Schrijverschap

Het begin van het schrijverschap komt ook voor in Dorsvloer vol confetti. Katelijne schrijft verhalen in een schrift, dat gevonden wordt door haar broer. Moeder leest daaruit een verhaal voor, dat gaat over 'de jongste dag', waarop de wereld zal vergaan.

Er is best kritiek te hebben op Dorsvloer vol confetti. Zo is er niet een dwingende verhaallijn, maar krijgen we meer losse scènes uit een leven. Het laatste hoofdstuk, over de confetti, wordt wel als een soort plot gepresenteerd, maar dat is het eigenlijk niet. Maar goed, er was natuurlijk toch een einde nodig aan de roman.

Dat ontbreken van zo'n lijn vind ik eigenlijk niet zo erg. Katelijne is de constante factor en die leren we in de loop van de roman steeds beter kennen. Ook leren we het milieu kennen. We doen dat tekort door het alleen te definiëren in termen van godsdienst: net zo bepalend is het feit dat Katelijne opgroeit op een boerderij en daarvan geniet. Ze wil van betekenis zijn voor het bedrijf en geniet van de hectiek van bijvoorbeeld de tarweoogst. In een literatuur die bol staat van de stad is een boek dat het plattelandsleven laat zien een welkome aanvulling.

Scherpe observaties

Of een boek goed is wordt niet bepaald door het onderwerp, maar door de manier waarop dat onderwerp is vormgegeven. Katelijne observeert scherp en juist die observaties prikkelen. Katelijne merkt bijvoorbeeld op dat een koe met 'hij' wordt aangesproken, omdat de koe bij de mannenwereld hoort. En als er ingebroken is bij oma, blijkt de Statenbijbel gestolen te zijn. Later blijkt er ook nog vijftig gulden spoorloos te zijn. Katelijne merkt op dat oma meer uit haar doen is van die verdwenen vijftig gulden dan van de gestolen Statenbijbel.

De stijl licht op door de details. Als er een kartonnen doos voor een kapot raam wordt gedaan schrijft Treur dat het een Blue Banddoos is, zodat we die meteen voor ons zien. Juist in een boek waarin het verbale zo belangrijk is, hebben we die visuele component nodig en daar zorgt Franca Treur steeds voor. Het is dan ook niet zo vreemd dat de roman verfilmd werd. Die film blijft dicht bij het boek, wat voor de hand ligt, want het boek levert de beelden eigenlijk al aan. De hele film is te zien op deze site.

Het was bepaald geen straf om Dorsvloer vol confetti terug te lezen. Omdat het in het boek niet om de plot gaat, is het ook niet erg dat je al weet wat er komen gaat. Des te meer kun je genieten van het taalgebruik, van de manier waarop Treur vertelt. Om met de bevindelijke dominees te spreken: het waren uurtjes van korte duurtjes.

Eerder schreef ik over:
De woongroep
X & Y
Hoor nu mijn stem
Slapend rijk
Regieaanwijzingen voor de liefde
Maarten 't Hart, Jan Siebelink en Franca Treur in Liter

1 opmerking:

  1. Hoi Teunis, weer een mooie bespreking, maar ik geloof dat ik dit boek toch maar niet ga lezen. Het milieu dat Franca Treur beschrijft staat te veel af van het mijne. Misschien dat ik de film eens opsnor, dat kost wat minder tijd. Groetjes, Erik

    BeantwoordenVerwijderen