donderdag 30 april 2020

De vondeling (Eva Maria Staal)


In 2012 schreef ik een stukje over het debuut van Eva Maria Staal, Probeer het mortuarium. Dat boek was toen al vijf jaar oud, maar ik had het nog niet gelezen. Het beviel mij wel en later las een van mijn kinderen het voor zijn literatuurlijst.

In die roman heeft de hoofdpersoon veel trekken van de schrijfster. Ze verkoopt defensiematerieel (maar 'wapenhandelaar' klinkt veel smeuiiger) en heeft ook nog dezelfde naam.

Ik vond het wel een goed boek, maar ik had ook wel wat aanmerkingen. Het stukje eindigde ik met:
Staal lijkt me een veelzijdiger schrijver dan ze in dit boek laat zien. Ik zou dan ook wel eens een compleet ander boek van haar willen lezen.
Het heeft even geduurd, maar nu is er dan een andere roman: De vondeling. Dat heeft een heel andere setting: Joop, de vader van Agnes ligt op sterven. Als kind voelde ze zich zeer geliefd, maar ergens in hun beider levens is het fout gegaan tussen hen en Agnes probeert erachter te komen waar en wanneer dat was. Misschien is er nog wat te herstellen.

Adoptie

Agnes heeft een geadopteerde dochter, Lima. Ook zij komt in de roman aan het woord. De titel lijkt in eerste instantie vooral op haar te slaan: ze is in China te vondeling gelegd en was in slechte lichamelijke conditie. Agnes en haar man Ewald zijn haar gaan halen. Agnes kon toen nog niet van Lima houden, maar ze nam haar verantwoordelijkheid. Ze besloot voor dit mensje te zorgen, wat achteraf het begin bleek van liefhebben.

Hoewel de setting compleet anders is, zijn er wel lijnen te trekken van De vondeling naar Probeer het mortuarium. Ook Agnes was ooit 'salesmanager in defensiematerieel' en haar baas was, net als bij de hoofdpersoon van de debuutroman, Jimmy Liu.

Lima

De vondeling leest als een trein: de vraag wat er in het verleden gebeurd is tussen Joop en Agnes stuwt het verhaal voort. Daartussendoor lezen we de geschiedenis van de adoptie van Lima, maar ook jeugdherinneringen van Agnes en het commentaar van Lima, die een scherpe blik blijkt te hebben op haar moeder, haar opa en op zichzelf. Lima formuleert in heerlijk spitse zinnen, zoals deze:
Het was met mijn liefde voor opa een beetje als met de liefde voor je dier: je vindt het fijn dat je dier er is, maar je kunt er niet echt mee praten. En je weet ook dat het meestal eerder doodgaat dan jij.
Ook Joop komt aan het woord. Verderop in het boek krijgt Agnes een oorlogsdagboek van haar vader te lezen. Daarvoor al schrijft Agnes in een schriftje over Joop. Ze is daarin natuurlijk geen betrouwbare verteller, wat al blijkt uit het eerste stukje, over een wedstrijd waarin Joop keeper was. Het is heel erg mistig: als ze het veld op komen, ziet Joop de doelpalen niet goed. Maar later in de wedstrijd kan hij wel zien hoe aan de andere kant van het veld gescoord wordt.

Het is duidelijk: Agnes zet de dingen naar haar hand. Eigenlijk vertelt ze een verhaal waarin haar vader de hoofdpersoon is. Joop is dan in coma, een soort niemandsland tussen leven en dood in. Hij ontmoet Harker Servaes, een afsplitsing van hemzelf. Niet altijd is hem duidelijk wat zijn taak is en waar hij naar op weg is, in een wereld zoals die in een droom kan voorkomen.

Grensgebied

Deze passages deden me aan verschillende andere boeken denken: aan De trein der traagheid van Johan Daisne, waarin er ook enkele mensen zich door het grensgebied van leven en dood bewegen, en aan Vallende ster, wat voor mij het beste is wat J. Bernlef ooit schreef. Ook hier ligt een man op sterven. Hij denkt terug aan zijn overleden broer en aan Wachten op Godot, dat hij ooit gespeeld heeft. Ook Een gouden beker van Alfred Kossmann schoot me te binnen, maar dat speelt zich echt aan de andere kant van de doodsrivier af, net als Een man van horen zeggen van Willem Jan Otten.

Mij waren die passages soms wat te symbolisch of misschien wel te zweverig, maar ach, Agnes probeert ook maar wat. Ze passen wel in het boek. Er zijn meer passages die een loopje nemen met de realiteit, of, correcter, waar de rechtlijnige realiteit er minder toe doet.

Ouderschap, kindschap

Ouderschap en kindschap - dat thema is door de hele roman gevlochten. De ouder die Joop was, maar ook het kind dat Agnes is en was en natuurlijk de relatie tussen Lima en Agnes.

Verder gaat het ook om bloedbanden en andere banden: Agnes heeft geen bloedband met Lima en de bloedband die Lima met haar biologische ouders heeft, ervaart ze niet als een band. Ook Joop krijgt ermee te maken, als hij in de oorlog opgepakt wordt met zijn broer en met zijn beste vriend. Met zijn broer deelt hij het bloed, met zijn beste vriend misschien wel veel meer.

Het komt ook voor in het verhaal dat Joop vaak vertelde: over een kangoeroe die een vleermuis opvoedt, waardoor die vleermuis ook een beetje een kangoeroe wordt. Dan lijkt de bloedband bijna een keuze.

Als Agnes het oorlogsdagboek van haar vader leest, komt ze dingen over hem te weten die ze daarvoor niet wist en die het gedrag van de vader in een ander licht plaatsen. De lezer krijgt bovendien een beeld van de Rotterdamse razzia en wat daarna gebeurde.

Eksters

Door het hele boek heen hippen eksters. Lima meent een herinnering aan een ekster te hebben op een moment dat ze nog zo ontzettend jong was dat ze zich dat niet kan herinneren. Dat past wel in haar manier van kijken, waarin ze niet terugschrikt voor symboliek of magie.

Joop lapt een gewonde ekster op, die daarna niet zomaar van hem weg wil. En Lima ziet de oude buurvrouw van Agnes en dier dochter als de eksters die Agnes zullen helpen.

Ook in de slotpassage komt er een ekster voor, als een vogel die de magische grens tussen leven en dood kan overschrijden. Op de omslag staat een jonge ekster afgebeeld, te jong om te kunnen vliegen. In die zin zou ook Lima, de vondeling, een ekster kunnen zijn: het kuiken dat een nest nodig heeft.

Ook de gewonde ekster, Maggie, was gevonden. Iemand moet je vinden, iemand moet de verantwoordelijk op zich nemen, iemand moet door zijn daden laten zien dat de ander bij hem hoort. Misschien zijn we allemaal vondelingen, totdat we bij iemand mogen horen.

Lezing

Al in 2016 mocht ik oorgetuige zijn van een aanzet tot De vondeling. De schrijfster hield een lezing, over het kwaad. Het publiek verwachtte misschien dat het zou gaan over haar vroegere werkkring, maar ze sprak ook over haar en haar vader en over haar geadopteerde dochter. Goed en kwaad liggen dicht bij elkaar, vertelde ze en voor je het weet ben je de grens over. Maar je kunt ook altijd weer terug. Het kwaad kan ook het goede veroorzaken. Doordat er kwaad is, is er ook vergiffenis.

Daar moest ik aan denken toen ik deze passage las. Lima is aan het woord:
Alles kan je gebeuren. Dus je kunt zeggen dat ik niet vaak boos ben, of verdrietig, maar wel voorzichtig. Ik herken voorzichtigheid bij iedereen die zich ooit eenzaam heeft gevoeld, iedereen die twijfelt aan zijn bestaansrecht. Opa twijfelt, mama ook...
Ik vraag me af of opa en mama dat zelf weten? Vast niet. Want wie dat weet kan een ander sneller vergeven. Die snapt dat een ander jou niet expres pijn doet, maar omdat hij niet anders kon. Dat veel dingen fout gaan, ondanks goede bedoelingen. 
De vondeling zit thematisch hecht in elkaar, maar het bevat ook prachtig geschreven passages. Ik geef een voorbeeld:
Degene die in die kist lag kende ik niet, en wat we de volgende dag zouden cremeren wist ik niet. Niet de vader die ik liefhad, ging op in rook. Het was alsof er op diens sterfuur een makaak zijn kamer was binnengedrongen die op zijn borstbeen was gehurkt, zijn oogleden had opgetild, de glans van zijn gelikt en daarna de kleur uit zijn vel had gezogen. Wat achterbleef was grauw als grind. 

Heftige emoties

Maar ik zou de roman ernstig tekortdoen als ik kwaliteit ervan zou reduceren tot de stijl. Het boek bevat ook mooie gedachten, prikkelende vragen en bovenal is het een boek dat je aangrijpt. Het gaat in sommige passages om heftige emoties en het is moeilijk om die onverzwakt over te brengen zonder melodramatisch of sentimenteel te worden. Eva Maria Staal komt wat dat betreft geen enkele keer in gevaarlijk gebied. We krijgen het gevoel in volle kracht mee, waardoor we meegezogen worden en ook gewikkeld worden in het prikkeldraad van dochterschap, vaderschap en moederschap.

Maar ook in de warmte ervan. De vondeling is geen lieflijk boek, maar het is wel een lief boek: een boek dat laat zien waartoe liefde in staat is en dat het dan niet gaat om woorden, maar om iemand te eten geven die bijna geen eten kan verdragen, om te gaan zoeken naar iemand die zich niet wil laten vinden, om je er niet bij neer te leggen dat dingen gaan zoals ze gaan. En daarnaast zijn er heel veel dingen die pijn doen, die gebeurd zijn en die niet ongedaan gemaakt kunnen worden.

Beide kanten laat De vondeling glashelder zien. Indrukwekkend boek.


Toen ik halverwege dit stuk opstond van mijn bureau, zag ik een ekster scharrelen op het parkeerplaatsje voor mijn huis. De uitgeverij heeft de p.r. in ieder geval prima op orde.

Probeer het mortuarium is herdrukt onder de titel Schieten verleer ik nooit.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten