De tekenaar Minck Oosterveer (1961 - 2011) heeft vooral samengewerkt met scenarist Willem Ritstier. Het leverde series op als Zodiak en Nicky Saxx, die opnieuw worden uitgegeven, in kleur, en ook een deel van Storm, De banneling van Thoem (2011). De bedoeling was dat dat een serie zou worden, De kronieken van de buitenring. Door de plotselinge dood van Oosterveer is het bij dit ene deel gebleven.
De serie Jack Pott is ook een product van het tweetal. Eerlijk gezegd kende ik de strip niet. Het is de eerste dagstrip die Oosterveer tekende, voor het Algemeen Dagblad. De verhalen zijn opnieuw uitgegeven door Uitgeverij Kippenvel in zes delen, hardcover, oblong. Daarvan las ik het laatste deel. Het verhaal, De duistere orde, verscheen van 7 augustus 1993 tot en met 17 maart 1994 in de krant.
In de problemen
Jack Pott is een gokker, die naast zijn gokcapaciteiten niet zoveel bijzondere eigenschappen lijkt te hebben. Maar bang is hij niet en dat komt goed uit, want hij raakt nogal eens in moeilijkheden.
In De duistere orde is hij bij het pokeren in de problemen gekomen, maar hij weet te ontkomen. Hij is een beetje slaperig, als hij in een auto over een verlaten weg rijdt. Ineens steekt er vrouw voor zijn auto over. Als hij haar in veiligheid wil brengen, wordt hij uitgeschakeld door twee monniken. Uiteindelijk kan hij nog net meegenomen worden door de motorrijdster Bjinkha.
Ze woont samen met haar vader, een arts. De twee vertellen dat het dorp, waarin nog geen driehonderd mensen wonen, beheerst wordt door een groep monniken. Niemand kan het dorp uit en vreemdelingen die in het dorp komen, overleven het niet. De dorpelingen worden in bedwang gehouden met dreiging van een ernstige ziekte, waarvoor het geneesmiddel alleen bij de monniken te verkrijgen is.
Samen met Bjinkha gaat Jack Pott op onderzoek uit. Ze willen het klooster binnendringen om (de formule van) het geneesmiddel te ontfutselen. Of dat lukt, is te lezen in De duistere orde.
Het verhaal met de monniken heeft wel een afronding, maar er wordt ook nog wat opengelaten, zodat er een nieuw avontuur zou kunnen beginnen. Daar is het niet meer van gekomen. Het Algemeen Dagblad wilde niet meer een dagelijkse vervolgstrip. Oosterveer en Ritstier begonnen daarna bij de Telegraaf met Zodiak en later Nicky Saxx.
Interview
Dat vertelt Willem Ritstier in het interview dat voor in deze uitgave is opgenomen. Daarbij staat ook nog een extra tekening van Minck Oosterveer bij. Achterin krijgen we als extraatje enkele opnieuw getekende stroken. Oosterveer maakte die toen het verhaal uitkwam in albumvorm, in 1995, waarvan ook de covertekening in de uitgave van Kippenvel is opgenomen.
Het scenario vertoont enkele onwaarschijnlijkheden. Zo is het niet zo geloofwaardig dat een beperkt groepje monniken ervoor kan zorgen dat niemand uit het dorp ontsnapt. Uiteindelijk weet je hoe het zit met de besmetting van het dorp, maar de vraag is of dat voor de hand ligt. Dat gaat alleen op als het complete dorp voor de watervoorziening afhankelijk is van de rivier.
Eigenlijk zijn het kleinigheden, waar alleen kniesoren op letten. Tijdens het lezen laat je je meevoeren door het verhaal, dat spannend is. Ritstier moest ervoor zorgen dat er aan het eind van elke strook iets verteld wordt waardoor de lezer verder wil lezen. In het interview vertelt de scenarist dat hij tijdens het schrijven vaak nog niet wist hoe het verhaal af zou lopen. Dat kan tot losse eindjes leiden.
Tekeningen
De tekeningen van Oosterveer zijn zoals we gewend zijn: met vrij forse, soepele lijn getekend. Hij hield niet van het tekenen van honden en katten en daarom zorgde Ritstier ervoor dat die er niet in voorkwamen. Oosterveer tekende graag aantrekkelijke vrouwen. Bjinkha is een sterke vrouw, mede bepalend voor het verloop van het verhaal. Vaak gaat ze losjes gekleed en zelfs als ze een mannenpij draagt, zijn haar benen goed zichtbaar. Vreemd genoeg zien we de mannenbenen niet, wat de vraag oproept of man en vrouw wel hetzelfde model pij dragen.
Maar goed, dat is de voorkeur van Oosterveer, die nog meer de lichamelijkheid van vrouwen zou benadrukken in Zodiak, mede op verzoek van de Telegraaf.
Het oblongformaat waarin de strips zijn uitgegeven past uitstekend bij de krantenstrip. Op elke pagina staan twee stroken. De tekeningen komen goed uit en zijn groter dan ze oorspronkelijk in de krant waren. De uitvoering in zwart-wit werkt goed. Oosterveer werkt met aardig wat zwartvlakken zodat de afzonderlijke tekeningen 'gevuld' overkomen.
De bladzijden zijn niet genummerd, wat niet gebruikelijk is, maar erg is het ook niet.
Ik neem aan dat de strip niet opnieuw geletterd is. Dat betekent ook dat de oorspronkelijke fouten zijn blijven staan ('gejuigd', 'heeft overleeft') en ook in het interview staat een enkele niet kloppende zin: 'Opvallend detail zijn het diepe decolleté'.
Daar kun je over struikelen, maar belangrijker is dat Jack Pott weer in zijn geheel beschikbaar is. Het is mooi dat een uitgeverij dat project op zich heeft genomen. Met dit zesde deel is de serie compleet. De oplage is beperkt, dus wie alle zes de albums wil hebben, moet niet te lang wachten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten