donderdag 27 juli 2023

Het komt goed (Toon Tellegen)



Vroeger, sprak de oude man en  hij spuugde een straal tabakssap in zijn kwispedoor, stond onder het kopje 'Dierenverhalen' de naam Anton Koolhaas boven aan de lijst. Nou ja, van een lijst was nauwelijks sprake, maar u snapt wat ik bedoel. Tegenwoordig is dat de naam van Toon Tellegen

Onlangs kocht ik een klein boekje voor tussendoor, Het komt goed (2022), verhalen die afkomstig zijn uit Misschien wisten zij alles, Morgen was het feest, Iedereen was er, Ze wisten er meer van en De egel, dat ben ik. Drie van die bronnen zijn zelf weer verzamelbundels. Maar blijkbaar blijven de verhalen verkopen en kan de uitgever steeds nieuwe bundels samenstellen uit oud materiaal. Misschien is er een ander publiek voor kleine boekjes dan voor dikke bundels. 

Romans

Voor in het boekje lees ik dat Tellegen de laatste jaren ook nog romans heeft geschreven: Een vorig leven (2015), De seringenboom (2018) en God onder de mensen (2021). Nu meen ik mij te herinneren dat hij ook wel eens een roman heeft geschreven in de trant van de dierenverhalen, maar ik neem aan dat deze drie romans daar niet toe behoren. Eerlijk gezegd zijn ze me geheel ontgaan. 

Bij Tellegen denk ik aan de dierenverhalen en aan zijn gedichten, maar niet aan zijn romans. Daarmee zal ik hem ongetwijfeld tekortdoen. Ik heb ook best zin om zo'n roman te lezen, maar ik heb nu al tientallen boeken opgestapeld die ik wel eens zou willen lezen, ik koop nog regelmatig wat en er wordt mij het een en ander toegestuurd - het lezen van zo'n roman zal er wel niet van komen. 

Van de dierenverhalen heb ik altijd wel genoten. Zo herinner ik mij Brieven aan niemand anders (1996) waar in elk verhaal een brief voorkomt. Vaak een originele insteek, het vertrouwde, zorgvuldige taalgebruik, mooie tekeningen van Mance Post. Ik heb er van tijd tot tijd uit voorgelezen. Dat leerlingen dat prettig vinden, zegt overigens niet zoveel. Een deel van hen ziet dat als 'geen les' en dat is altijd welkom. 

Cadeauboekje

Een paar weken geleden begon ik aan Het komt goed. Achterop staat 'In Het komt goed verzamelde Toon Tellegen zijn mooiste dierenverhalen voor iedereen die even een sterke schouders nodig heeft of een steuntje in de rug.' Dat klinkt als een boek dat je koopt om iemand cadeau te doen. Die moet dan al getroost worden door de titel. 

De verhalen zelf zijn ook positief, maar dat is bij Tellegen altijd het geval. Menselijk, relativerend, opbeurend. Nooit een verhaal waar je boos van wordt, altijd moet je erom glimlachen. Wat dat betreft kan zo'n beetje elk verhaal in Het komt goed

Ik heb de bundel met kleine hapjes gegeten: af en toe een verhaal en dat werden dan meestal een paar verhalen, want ze lezen altijd vlot. Heel aardig, aangenaam, goed gemaakt. En toch. Toch vielen de verhalen mij een beetje tegen. Maar misschien ligt dat wel aan mij. 

Het verrassende is er intussen wel een beetje af. Dat had ik overigens niet bij Anton Koolhaas, van wie ik zo'n beetje alles gelezen heb. Daar vond ik de dierenverhalen altijd wel goed, de romans soms prachtig (Een kind in de toren, Tot waar zal ik je brengen, Vanwege een tere huid), soms matig (Nieuwe maan). Maar Koolhaas schreef veel minder verhalen en die waren bovendien langer. Als hij nog meer geschreven had, was het verzadigingspunt misschien ook wel bereikt. 

Bekend stramien

Bij Het komt goed zijn de verhalen opnieuw goed geschreven, maar het stramien is bekend. Weer een dier dat nadenkt over het leven en iets wat tot nu toe vanzelfsprekend is geweest problematiseert, weer nadenken over de betekenis van een woord, weer onverwachte bijvoeglijke naamwoorden ('grijze vergeefsheid'), weer originele verpersoonlijkingen ('Ik ben klimmen. Jouw klimmen.'), weer hier en daar een opsomming, meestal van drie zaken ('Nou... honing en distels en mooi weer... dat kan ik allemaal heel goed verzinnen.'). 

Allemaal goed gedaan, maar ik ging er niet van rechtop zitten. Heb ik te veel van die verhalen gelezen? Wreekt het zich dat ik die verhalen 'even' tussendoor las? Dat zou zomaar kunnen. Dat Tellegen dit soort verhalen intussen op zijn routine kan schrijven, is misschien wel waar, maar de verhalen stammen uit verschillende bundels, uit verschillende tijden, dus ook uit een tijd toen Tellegen minder van die verhalen had geschreven. Het zal wel aan mij liggen. 

Ondanks het wegblijven van de verrassing, blijven de verhaaltjes aangenaam, heb ik me niet verveeld, moest ik van tijd tot tijd glimlachen. Schrijven kan Tellegen wel. Maar misschien ben ik niet de ideale lezer voor deze verhalen. Of in ieder geval nu niet. Gelukkig blijven er nog genoeg lezers over. 

5 opmerkingen:

  1. Hoi Teunis, ik heb wel eens wat van de dierenverhalen van Toon Tellegen gelezen, maar ik ben er geen fan van. Van Anton Koolhaas heb ik voor mijn lijst (eindexamen in 1984) "Vanwege een tere huid" en "De laatste Goedroen" gelezen. Toen vond ik het aardige boekjes, maar ik ga zeker nooit meer iets van Koolhaas lezen. Groetjes, Erik

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Een van de rechten van de lezer is om boeken niet te herlezen of om boeken niet te lezen, Erik. Wel mooi dat je indertijd twee boeken van Koolhaas op je lijst mocht zetten.

      Verwijderen
  2. Van Toon Tellegen zijn dierenverhalen heb ik nog niet genoeg gehad maar ik kan me heel goed voorstellen dat er momenten zijn dat je hoofd er niet naar staat.
    Dat maakt herlezen ook interessant. Het zegt iets over je eigen zijn hoe je een boek beleeft. Boeiender kan het toch niet worden. :-)

    BeantwoordenVerwijderen