donderdag 11 juni 2020

De slang en de speer: Boek 1, Berg-Schaduw (Hub)


Een verhaal is een wereld. Wie een verhaal leest, wordt -als het goed is- in die wereld getrokken. Die wereld kan op de onze lijken, maar kan ook zijn eigen wetten en regels hebben.

De striptekenaar Hub heeft al verschillende van die werelden gecreëerd. Bekend werd de reeks Okko, over een ronin, een samoerai die geen meester meer dient. Met De slang en de speer opent hij voor ons een nieuwe wereld: die van de Azteken.

We weten allemaal wel iets van de Azteken, maar meestal is die kennis globaal - bij mij, althans. De naam Montezuma herinner ik me bijvoorbeeld vooral, omdat ik een cd had van de groep Montezuma's Revenge.

Hub legt niet veel uit. Hij start met het verhaal, waarin veel vreemde termen voorkomen, die steeds in een voetnoot uitgelegd worden, zodat we daarna weten dat Cipactonal de god van de kalender is en dat Nemontemi vijf onheilbrengende dagen van vasten en comtemplatie zijn. De termen worden met zoveel vanzelfsprekendheid gebracht, dat je ervan uitgaat dat het verhaal door een kenner wordt verteld. Waarschijnlijk heeft Hub zich behoorlijk verdiept in de cultuur die hij beschrijft.

We bevinden ons in het rijk van de Azteken (grofweg gezegd: Mexico) en het jaar 1454. De centrale stad van het rijk is Tenochtitlan. De berichten uit de rest van het rijk komen daar, met enige vertraging binnen. Die berichten zijn verontrustend: op verschillende plekken worden er gemummificeerde lichamen van jonge vrouwen aangetroffen: steeds in dezelfde houding, met een maiskolf in de hand.

Er wordt geprobeerd om dat stil te houden, om paniek te voorkomen. Er worden mensen door het hele rijk gestuurd die de zaak moeten onderzoeken. De leiding heeft Slang, bekend om zijn efficiëntie en harde hand. Een andere centrale figuur is de priester Cozatl, die vreest dat zijn orde iets met de moorden te maken heeft.

Hij schakelt Speer-Oog in, een handelaar. Slang, Cozatl en Speer-Oog kennen elkaar sinds hun jeugd. Ze zijn opgeleid in hetzelfde Huis van het Volk en delen dus een verleden. Hun verhouding was niet altijd even gemakkelijk.

Dat verleden komen we te weten door de flashbacks. Daardoor hebben we fragmenten van het verleden - genoeg om ons nieuwsgierig te maken, te weinig om alle vragen te beantwoorden. Vragen zijn altijd een drijvende kracht in een verhaal. Je wilt immers antwoorden. Zo heeft Speer-Oog duidelijk een afkeer van de stad Tenochtitlan, maar er is nog niet duidelijk waarom. Hij wordt bezocht door angstdromen, waarvan je de herkomst wilt weten.

Speer-Oog is degene met wie je je het meest identificeert en met wie je vooral meedenkt. Zo wordt hij al een tijdje gezocht door zijn oude leraar, Berg-Schaduw, maar wat heeft hij willen vragen of vertellen? Als Speer-Oog uiteindelijk terug is in de hoofdstad is Berg-Schaduw niet zomaar gevonden.

Dit eerste deel van De slang en de speer beslaat zo'n 180 bladzijden. Daarmee is het een kloek boek geworden. Het verhaal zit goed in elkaar en zakt nergens in, zodat de aandacht van de lezer erbij  blijft.

Zowel de ontwikkelingen zijn boeiend als de wereld waarin het verhaal zich afspeelt. Een andere tijd, een andere plaats, waarin mensen anders gekleed zijn en anders wonen - je gaat min of meer vanzelf daarin mee. De Azteken kijken niet op een mensenoffer meer of minder. Aan de ene kant is die vanzelfsprekendheid huiveringwekkend, maar het is ook boeiend: je probeert je te verplaatsen in een manier van denken die ver van je af staat.

De hardheid van het bestaan komt al naar voren in de proloog. De eerste zin is: 'De wortels van het kwaad boorden zich diep in ons verleden... Ze gingen terug naar die twee verschrikkelijke jaren van droogde en hongersnood die ons volk teisterden...'

Omdat het om het verleden gaat, zijn deze tekeningen sober ingekleurd, met een kleur die wat aan sepia doet denken. Maar als het over mensenoffers gaat, licht het rode bloed op in de tekeningen. Het zit allemaal geraffineerd in elkaar: de kleur van oude foto's, die ons naar het verleden verplaatst; het sobere decor dat de hardheid van het leven doet overkomen; de roerloosheid in de plaatjes, die erop duidt dat er geen uitzicht op verandering is.

Veel tekeningen brengen een sfeer over. Pas als je er langer naar kijkt, zie je hoe het werkt. Een korenveld of een maisveld, met vrolijke mensen (muzieknoten in de tekstballonnen) en veel geel bij de inkleuring, zodat je je vanzelf wat zonniger voelt. En juist dan slaat het noodlot toe.

De inkleuring is overigens van Li. Ik vrees dat ik voor de inkleuring gewoonlijk weinig oog heb en dat ik die als een soort vanzelfsprekendheid ervaar. Soms stoort een inkleuring mij, als er duidelijk sprake is van effectbejag. Dat is hier niet het geval: sfeervol, effectief, het verhaal ondersteunend.

De tekeningen van Hub zijn ook heerlijk. Hij heeft oog voor detail en sommige grotere tekeningen zijn echt kijkplaatjes. Aan de grote ogen is te zien dat hij beïnvloed is door mangatekenaars. De gezichtsuitdrukkingen zijn naar mijn smaak soms net te vet aangezet. Aan de andere kant geeft dat ook duidelijkheid, wat wel weer prettig leest.

Overdreven gezichtsuitdrukkingen maken een verhaal soms schematisch, maar bij De slang en de speer speelt dat niet, omdat de karakters gecompliceerd zijn: alle belangrijke  personen hebben iets duisters of iets waarmee ze worstelen. Ook het verhaal is niet simpel: door het heden slingeren zich de scènes uit het verleden. Er zijn persoonlijke verhaallijnen, er is een raadsel dat opgelost moet worden en er spelen nog verhoudingen op het niveau van de autoriteiten.

Boek 2, Leeg Huis, is al aangekondigd. Wie boek 1 gelezen heeft, zal er vol ongeduld op wachten.

Serie: De slang en de speer
Titel: Boek 1 - Berg-Schaduw
Tekst en tekeningen: Hub
(met hulp van Emmanuel Michalak voor het storyboard)
Inkleuring: Li
Uitgever: Silvester
's-Hertogenbosch 2020, 184 blz. €39,95 (gebonden, stofomslag)



Geen opmerkingen:

Een reactie posten