De schrijfster Marijke Höweler kreeg ooit het verwijt dat haar boeken diepte misten. Ze antwoordde dat in haar werk de diepte aan de oppervlakte zat. Ik kan mij voorstellen dat Kees 't Hart op dezelfde vraag eenzelfde antwoord zou kunnen geven.
Van het werk van 't Hart weet ik niet zo veel. Ik las alleen Teatro Olimpico, een hilarische roman. En natuurlijk heb ik wel eens een artikel over de schrijver gelezen. In een interview hoorde ik hem vertellen over zijn nieuwe roman en ik besloot die te kopen. Doordat veel werk van 't Hart iets luchtigs heeft, zal het door sommige lezers wellicht ook als oppervlakkig gezien worden. Laten we dan aan de uitspraak van Höweler denken.
Wederzijds gaat over een keurig echtpaar. De man, van middelbare leeftijd, is conrector op een school voor voortgezet onderwijs. Zijn vrouw Wies is twintig jaar jonger. De roman is het verslag dat ze bijhouden van wat hun overkomen is.
Het begon met een kabelkastje aan de gevel van het huis van het echtpaar. Van tijd tot tijd zette iemand met een spuitbus daarop zijn tag. De man schilderde daarna braaf zijn kastje. Hij ergerde zich hoogstens een beetje. Je moet immers niet overal over zeuren.
Dan blijkt er een vereniging te zijn, Wederzijds, die overlast aanpakt. Ze pakt niet de daders aan, maar de familie van de daders. Als je meedoet, betaal je contributie (vierhonderd euro) en af en toe moet je hand- en spandiensten verrichten.
Het echtpaar doet mee en voor ze het weten, zijn ze betrokken bij een toch wat verdachte organisatie. 't Hart kan uitstekend zijn personages in een lastige positie brengen. Je ziet als lezer aankomen dat het fout moet gaan, maar je kunt niets doen. Ook schrijfsters als Renate Dorrestein en Maria Stahlie hebben daarvan een handje.
Je voelt je als lezer toch al betrokken bij het echtpaar, omdat het bedachtzame, verstandige mensen zijn. Ze hebben vanaf het begin hun bedenkingen:
Er zat een luchtje aan, vermoedden we, als je hieraan mee ging doen bevond je je op een hellend vlak. Eigen rechter spelen, dat kon de bedoeling niet zijn, daar waren we tegen.Het zijn maar kleine dingetjes die Wederzijds van hen verwacht: kijken of er in een straat iets gebeurt; een tijdje een fiets in huis nemen. Onschuldig met een luchtje.
De echtelieden proberen meer zicht te krijgen op Wederzijds, maar telefoonnummers blijken na een tijdje opgeheven en mensen blijken onder wisselende namen te opereren. En Vice Versa? Is dat een concurrerende organisatie of hebben we hier ook te maken met Wederzijds?
Doordat de organisatie zo schimmig is, is ook niet duidelijk waarbij Wederzijds nu wel of niet betrokken is. Als er een school afbrandt waarin kunstenaars huizen die voor overlast zorgen, is bijvoorbeeld niet duidelijk wat de oorzaak is. De politie gaat ermee aan het werk. Het echtpaar probeert in ieder geval niet de verdenking op zich te laden, maar dat valt niet mee.
Waar het allemaal op uitloopt, ga ik hier niet verklappen. Dat het van kwaad tot erger gaat, wordt in de loop van de roman al wel duidelijk.
Je zou kunnen zeggen dat Wederzijds niet meer is dan een luchtig verhaal. Het staat behoorlijk ver af van de werkelijkheid die we dagelijks ervaren. Nou ja, er zijn genoeg mensen die vinden dat 'de politiek' niet genoeg doet aan het oplossen van maatschappelijke problemen en er is aardig wat boosheid. Maar het opzetten van een organisatie om gericht daders (of liever gezegd hun familieleden) aan te pakken is nog wel een ander paar mouwen.
De roman van 't Hart zou je amusement kunnen noemen, maar er lijkt me meer aan te hand. Wederzijds laat zien hoe mensen op het hellend vlak terechtkomen. Dat je met de beste bedoelingen kwaad kunt doen. Ik moest ook meteen denken aan Wil van Jeroen Olyslaegers waarover ik onlangs schreef: over een politieagent uit de Tweede Wereldoorlog, die steeds een stapje verder gaat in de samenwerking met de Duitsers.
De vergelijking met de kikker in het water dat langzaam opgewarmd wordt, is al vaak gemaakt: wij zijn goed in het reageren op zich plotseling opdoende veranderingen, maar bij langzame ontwikkelingen hebben we de neiging mee te gaan met de stroom en ons niet te verzetten. Dat blijkt ook bij dit echtpaar.
Dit onderwerp, dat ook heel zwaar kan zijn, behandelt 't Hart op een lichte manier. Zo neemt hij de lezer ongemerkt mee in de problematiek. Wij hadden allemaal deze conrector kunnen zijn. We hadden dezelfde gedachten kunnen hebben, we hadden dezelfde handelingen uit kunnen voeren en voor we het wisten hadden we dan in de ellende gezeten. Het kwaad ligt maar een pas bij ons vandaan. Het verhaal in Wederzijds is slechts schijnbaar licht. Er zit diepte in, juist aan de oppervlakte.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten