Er zijn fantasywerelden die ik nooit betreden heb. Al eerder heb ik uitgelegd hoe sommige genres nooit mijn eerste voorkeur zijn en dat ik er daarom nooit meteen naar grijp. Maar soms komen ze onder mijn aandacht en dan wil ik me er best in verdiepen. Dan blijkt het ook allemaal best leuk te zijn.
Van De wouden van Opaal is nu deel 15 verschenen, De parabel van de wijzen, maar het is het eerste deel dat ik lees. Nu weet ik wel dat je elk album, als het goed is, ook op zichzelf moet kunnen lezen, maar in zo'n slotdeel komen natuurlijk een stel verhaallijnen samen die in eerdere delen al flink uitgewerkt zijn. Het is een symfonie waarvan je alleen de slotakkoorden hoort. Om De parabel van de wijzen echt te kunnen beoordelen had ik de eerdere delen moeten lezen.
Personages
Maar dat is dus niet gebeurd. Ik kende zelfs de personages niet, maar gelukkig worden die aan het begin van het album voorgesteld. Het gaat om een drietal: Luksand, een jongleur, die er grotendeels als mens uitziet. Maar hij heeft wel een staart en een geschubde arm. Altaï is een jonge vrouw, die er ook als vrouw uitziet. En dan is er nog Rodombre, de meester-archeoloog. Hij heeft dierlijke trekken: geheel behaard en horens. Zijn gezicht heeft wat weg van een apengezicht.
Rodombre is op zoek naar de grootste schat aller tijden, de Titaan van het licht. De bezitter daarvan zou een enorme macht krijgen. Altaï is zijn assistente en ook Luksand staat aan zijn kant.
De wereld waarin het zich afspeelt, is Opaal, dat uit vijf koninkrijken bestaat, dat al een heel verleden heeft. Die geschiedenis wordt voor in het album kort uit de doeken gedaan. Het is duidelijk dat de priesters van het licht, ondanks hun naam, de vertegenwoordigers zijn van de duisternis en dat die tegenover ons drietal staan.
Amperle
Het kwaad heeft in dit album een gezicht: Amperle, een wezen met het bovenlichaam van een vrouw, het onderlichaam ziet eruit als een spin. Zij zorgt ervoor dat planten en bomen mensen aanvallen en bloed drinken.
Luksand bezit een magische armband. Daarmee kan hij de demon Ghorg oproepen, een wezen dat het drietal helpt in hun moeilijkheden. En die moeilijkheden zijn er in overvloed, want echte helden moeten veel tegenslagen overwinnen en ze moeten niet alleen sterk zijn, maar ook kwetsbaar: er moet een kans zijn dat ze verliezen. Dat brengt spanning mee.
Je snapt dat het uiteindelijk uitloopt op een strijd tussen het goed en het kwaad en (dat spoil ik toch maar even) dat het goede uiteindelijk wint.
Het viel me mee dat het album aardig goed te lezen is als je de reeks verder niet kent. Je hebt niet veel voorkennis uit vorige albums nodig om van dit verhaal te kunnen genieten.
Setting
De charme van fantasy zit voor een deel in de setting: de wonderlijke wezens, de bouwwerken die afwijken van wat we gewenst zijn, de fantasievolle manier waarop voertuigen worden ingezet, het samenwerken tussen mens en dier, de overweldigende natuur. Ik kan me voorstellen dat het voor sommige lezers al een lust is om zich tijdens het lezen in die wereld te wanen, waar je in het werkelijke leven nooit kunt zijn. Het zal wel een vorm van escapisme zijn en daar is verder niet zo veel mis mee, lijkt me.
Ook in De parabel van de wijze ben je helemaal in een andere wereld. Die heeft zijn gevaarlijke en enge kanten, maar het is toch vooral aangenaam om er te zijn. Dat heeft voor een deel te maken met de inkleuring, die vaak heel warm is. Verder blijf je vertrouwen op de goede afloop. Er is wel spanning, maar je zit niet echt in over hoe de avonturen uitpakken. En de wereld is mooi geconstrueerd, met leuke details. Er zit veel tekenplezier in De wouden van Opaal.
Scenario en tekeningen
Het verhaal, een scenario van Arleston, verloopt soepel en houdt tempo. Het is, binnen de grenzen van het genre, zeker aanvaardbaar, zodat je er ook in blijft en niet gestoord wordt door onwaarschijnlijkheden. De tekeningen van Martino passen bij de opgeroepen wereld. Wie op details gaat letten, ziet wel eens iets dat net beter had gekund. Hoe een hand een potlood of een lepel vasthoudt, bijvoorbeeld. Maar dat is ook een beetje muggenzifterij, want over het algemeen deugen de tekeningen zeker. De personen bewegen op een natuurlijke manier en de tekeningen lezen gemakkelijk, zodat je meteen de kern tot je neemt.
Als er strijd is, is er wel eens wat effectbejag (ook door de inkleuring), maar dat hoort ook wel een beetje bij dit soort strips.
Liefhebbers van fantasy kunnen hun hart ophalen bij de serie De wouden van opaal, waarvan De parabel van de wijze het slotdeel is. Ik ben niet een uitgesproken liefhebber, maar ik heb me niet verveeld bij het album en ik zie ook wel dat het in zijn genre in een goed album is. Het zal ongetwijfeld zijn weg naar het publiek wel vinden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten