donderdag 1 oktober 2020

De diamant van Banjarmasin (Arend van Dam)



Het thema van de Kinderboekenweek is En toen? Dat wil zeggen dat dit jaar geschiedenis centraal staat. De schrijver van het Kinderboekenweekgeschenk hoeft zich niet aan dat thema te houden, maar dat heeft Arend van Dam wel gedaan. Met De diamant van Banjamarsin stapt hij de geschiedenis in. Samen met de lezers loopt hij terug in de tijd. 

Het boekje van Van Dam begint met een inleiding, 'Vroeger is overal'. Die is zo vormgegeven dat het lijkt alsof dat gedeelte in een schriftje is geschreven. Voorafgaand aan de acht verhalen in De diamant van Banjamarsin is er steeds zo'n stukje. In die stukjes is de schrijver zelf duidelijk aanwezig. Soms spreekt hij de lezer rechtstreeks aan en stelt hij vragen. Dat is een mooie manier om die lezer naar zich toe te trekken. 

Verder terug in de tijd

De verhalen gaan steeds verder terug in de tijd. Het eerste speelt zich af in het begin van de jaren zestig en is gebaseerd op herinneringen van de schrijver. In het laatste verhaal bevinden we ons in de prehistorie. Vaak gaan de verhalen over bekende figuren (Anton de Kom, Hendrik Jut -die van de kop van Jut-, Amalia van Solms, hertog Jan I van Brabant), maar vaak komt Van Dam met details die me niet bekend waren. Zo dacht ik dat Hendrik Jut vlak na het begaan van de moord opgepakt en veroordeeld was. Dat is niet het geval. En dat Amalia van Solms niet zo enthousiast was over Rembrandt was ook nieuw voor me. 

Soms gebruikt Van Dam de techniek van de fictie:

Jan en Floris zijn aan de wandel. Het is nog vroeg in de ochtend. Ze genieten van de stilte. Straks als het toernooi begint, zullen op dit veld honderden mensen het spektakel meemaken dat Jan heeft georganiseerd. 
'Fijn dat je er bent,'  zegt Jan.
'Ik wilde dit toernooi voor geen goud misen,' zegt Floris. 'Trouwens, voor jou was het natuurlijk ook een hele reis om vanuit Brussel hiernaartoe te komen.'

Soms vertelt hij duidelijk op een non-fictietoon, wel aangepast aan zijn publiek. Uit hetzelfde verhaal:

Op naar Valkenburg trok Jan. En van Valkenburg naar Woeringen. Daar vond de grootste slag uit Jans leven plaats. Hij won. Limburg hoorde definitief bij zijn hertogdom Brabant.
Van Dam vertelt ingetogen. Bij zo'n slag kun je als verteller flink uitpakken, maar de schrijver vertelt het bijna terloops. Het gaat hem eigenlijk niet om het spektakel. 

Deel uitmaken van de geschiedenis

Meer gaat het hem om te laten zien dat we deel uitmaken van de geschiedenis. We hebben een eigen verhaal en via onze voorouders zijn we met de hele geschiedenis verbonden. Jammer is wel dat een oplettende redacteur niet gezien heeft dat er twee foutjes zijn geslopen in het overzicht op pagina 17. Daar komen de termen 'oud-overgrootouders' en 'stam-oudouders' twee keer voor en dat was niet de bedoeling. Hoe het precies zit, vind je hier.

Van Dam eindigt  met de uitslag van het onderzoek naar zijn DNA: daaruit blijk dat hij ook nog twee procent erfelijk materiaal van de neanderthalers in zich heeft: 'Die vuistbijl uit Rhenen, die is van mij.'

Door de persoonlijke geschiedenis te zien als een onderdeeltje van de wereldgeschiedenis, wordt het verhaal dat Van Dam vertelt meteen een inclusief verhaal: 'eigenlijk zijn we allemaal nieuw hier.' En het titelverhaal is duidelijk een manier om het museum te dekoloniseren: die diamant, hoort die hier eigenlijk wel?

Facetten

Dat titelverhaal is overigens vanuit de diamant in de ik-vorm verteld. Aan het eind zegt de diamant: 'Nu ken je alle facetten van mijn bestaan.' Zo'n woord als 'facetten' is in deze context om te smullen. 

Zijdelings komen veel aspecten van het vertellen over zaken uit de geschiedenis langs. Bijvoorbeeld dat verschillende mensen of verschillende partijen verschillende verhalen vertellen en dus verschillende waarheden hebben. (Thanksgiving heeft voor immigranten in Amerika een andere gevoelswaarde dan voor de oorspronkelijke bewoners). Dat wat als werkelijkheid wordt getoond soms gemanipuleerd is (het portret van Amalia van Solms). Dat  voorwerpen uit de geschiedenis ook verhalenvertellers zijn. 

Het lijkt me dat De diamant van Banjamarsin kinderen nieuwsgierig kan maken naar wat er nog meer te weten is over historische gebeurtenissen en personen. Tegelijkertijd laat Van Dam zien dat we de geschiedenis zijn en dat we daar allemaal bij horen. Wie denkt mensen uit te kunnen sluiten, zou wat meer naar de geschiedenis moeten kijken. 

Illustraties

De illustraties zijn van Anne Stalinski. Ze zijn toegankelijk en de stripjes zijn vaak grappig. De tekeningen ondersteunen het verhaal en aan het begin van het verhaal mag de kunstenaar uitpakken met een paginagrote tekening. Samen met de tekst zorgen de tekeningen ervoor dat De diamant van Banjamarsin zowel speels als inhoudelijk serieus is. 

Vorig jaar hadden we Haaientanden van Anna Woltz, een uitstekend Kinderboekenweekgeschenk. Ook dit jaar is het gelukt om een geschenk op hoog niveau af te leveren. Snel naar de boekwinkel om kinder- en jeugdboeken in te slaan. En niet te weinig. Dat is niet alleen goed voor de boekhandelaar, maar ook voor jezelf of voor je (klein-)kinderen. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten