donderdag 2 januari 2020

Hoor nu mijn stem (Franca Treur)



In 2017 publiceerde Franca Treur de roman Hoor nu mijn stem. Ik schreef hier een stukje over dat boek. Omdat ik aan het nadenken ben over 'Franca Treur en het bevindelijke christendom', waarover ik volgende week moet spreken, herlas ik deze roman. Ik bekommer me in dit stukje overigens niet om spoilers. Dat je het maar weet.

Nog even kort de inhoud: Geraldina (Ina, later Gina) Wisse groeit op in Zeeland. Haar ouders overlijden als ze nog maar een peuter is en ze wordt opgevoed door haar opa Willem en diens twee zussen, tante Sjaan en tante Ma. In het 'nu' is opa al overleden, tante Sjaan is opgenomen in een verzorgingshuis en met tante Ma gaat het ook niet goed.

Gina, heeft carrière gemaakt bij de radio als interviewster. Onlangs heeft ze voor een goed doel haar haar af laten knippen in een televisieshow, waarbij ze zich mogelijk belachelijk heeft gemaakt. Daarvan weten de tantes niets af. Gina koopt een pruik en gaat terug naar Zeeland om haar tante te verzorgen. Intussen kan ze niet naar haar werk, waar haar plaats door anderen wordt ingenomen. Haar relatie met Jean-Paul is net achter de rug.

Tussendoor krijgen we de verhaallijn over Ina, zoals ze dan nog heet: een meisje dat kerkt bij de Gereformeerde Gemeente en daarmee loyaal is. Tante Ma is voor haar een voorbeeldfiguur: een bekeerde vrouw, die aanzien heeft in de gemeente. Op voorspraak van de vrouw van de dominee gaat Ina studeren in Leiden, waar ze begint te twijfelen aan de betrouwbaarheid van de Bijbel. Ze doet nog wel belijdenis, maar vrij snel daarna bedankt ze als lid van de reformatorische studentenvereniging Armaturam Dei; ze kan niet meer geloven.

Een alles verbeurd hebbend zondaar

Ina heeft een negatief beeld van zichzelf. Dat past in het bevindelijke christendom: de mens is in zonden ontvangen en geboren en is niet in staat tot enig goed. Op een gegeven moment leest ze een boekje met de titel Aan een alles verbeurd hebbend zondaar. 
Ik voelde me meteen al erg begrepen door dat 'alles verbeurd hebbend' en 'diep verloren toestand'.
De mens is niets en kan niets en zal onherroepelijk verloren gaan, tenzij God hem of haar uitverkoren (verkozen) heeft. Alleen door genade kan iemand zalig worden. Teksten in de Bijbel met daarin beloften ('Zoekt en gij zult vinden') gelden alleen voor de uitverkorenen.

Aanstelster

Daar komt bij dat Ina zich een aanstelster vindt en denkt dat anderen dat ook zullen vinden. Bijvoorbeeld als ze, voordat ze openbare geloofsbelijdenis doet, belijdenis moet doen voor de kerkenraad:
...zoals ik voelde hoe ze ‘aanstelster’ dachten aan de andere kant van de tafel. ‘Met je universitaire opleiding.’
Of, op een andere plaats:
Het punt was: ze hield niet van zichzelf en ze zat ermee. Ze was ijdel en haatte die ijdelheid. Ze was slim, vond anderen dom, ontmoette vervolgens tien keer slimmere mensen en voelde zich door hen op haar nummer gezet. Ze was, kortom, iemand die iemand wilde zijn, maar keer op keer een aanstelster bleek. Iemand die haar plaats niet kende.
Vaak voelt ze zich de mindere van anderen, wat ook te maken heeft met het feit dat ze van het platteland komt. Ze voelt zich 'een provinciaaltje', dat minder wereldwijs is dan mensen om haar heen.

Auto-ongeluk

De aanstellerij die ze zichzelf aanpraat, heeft ten diepste te maken met het verlies van haar ouders. Omdat zij als peuter huilde toen zij logeerde bij opa en diens zussen, moesten haar ouders de weg nog op om haar op te halen. Onderweg naar haar kregen ze een auto-ongeluk waarbij ze om het leven kwamen.

Dat die aanstellerij geen feit is, maar slechts een constructie in haar gedachten, wordt haar pas aan het  eind van het boek duidelijk. Dat wordt allemaal wel erg expliciet beschreven en misschien was dat niet nodig geweest. Voor de lezer is dan al helder dat Gina's zelfbeeld mede veroorzaakt is door schuldgevoel en het lijkt me verder sterk dat het inzicht meteen zal leiden tot zelfacceptatie.

Pas als Gina zichzelf niet meer de schuld geeft, komt er ruimte voor anderen: dan pas kan ze zeggen dat ze van tante Ma houdt. Tot die tijd is er ook iets in haar geweest wat tante Ma de schuld gaf dat haar ouders geroepen werden.

Relaties

Haar zelfbeeld heeft ook invloed gehad op Gina's relaties:
Telkens weer waren haar liefdes haar ontglipt. Telkens wanneer bleek dat ze écht van haar hielden, wist ze niet meer hoe te antwoorden.
Het is haar niet mogelijk om te geloven dat iemand echt om haar geeft. Niet alleen is er niets goeds in haar, maar ze is immers ook een aanstelster. Al op de middelbare school begint ze iets met Gerard, maar tijdens haar studie beëindigt ze die relatie.
Ik had lang over hem nagedacht en geconcludeerd dat ik van hem hield met een mengsel van medelijden en minachting, voortgekomen uit zijn betrouwbaarheid en zijn goedheid, die ik beide niet verdiende, want zelf was ik betrouwbaar noch goed.

Heilig Avondmaal

Ina staat vrij stevig wat betreft haar geloofsopvattingen. Desondanks raakt ze aan het twijfelen, onder anderen door de colleges van Van den Akker. Ze wil graag het geloof behouden. Ook al twijfelt ze, ze  doet toch openbare belijdenis van het geloof, wat eigenlijk een belijdenis van de leer is. Maar als er Avondmaal gehouden wordt, beseft ze dat ze niet aan kan gaan.
Want dat ze de hel verdiende, wist ze heel goed. Ze wist dat op een manier die verderging dan gewoon weten. Het was iets wat ze in elke vezel van haar lijf voelde, en waarover ze zich erg schaamde.
Ze heeft al heel vaak om een nieuw hart gevraagd ('Hoe vaak? Het moesten duizenden keren geweest zijn.'), maar ze is de genade nooit deelachtig geworden.

Daar bidt ze wel om, zelfs als ze al zo twijfelt aan het geloof:
Zo zat ze daar alleen op haar studentenkamer, huilend, biddend als een bezetene, en daarna obsessief door de Bijbel gaand op zoek naar teksten waardoor de Heere kon antwoorden, tot ze vroeg in de ochtend uitgeput in slaap viel.
Je zou kunnen zeggen dat ze er alles aan gedaan heeft om het geloof te behouden, maar het dringt tot haar door dat ze het toch niet echt wil.
En wat ze écht wilde was een ander leven dan dat van tante Ma, met haar strenge prekenboeken en haar oogkleppen op. 

Zendingswerk

Ina kan niet meer geloven en maakt carrière als interviewster, waarbij ze het gelovige gasten in haar programma's niet gemakkelijk maakt. Ook bij John, logé bij de buren, probeert ze te 'bekeren' door hem te vertellen over Schriftkritiek.

Het komt over als zendingswerk van een ongelovige.
ze wenste hem alles toe: groei en durf en geluk en kracht, nieuwsgierigheid en wijsheid en liefde en al die dingen die niet exact samenvielen met een zegen, maar daar toch wel dicht in de buurt kwamen.

Gemis

Gina neemt overtuigd afscheid van het geloof, maar ze mist het ook:
Dat je ook iets wezenlijks miste. Dat je niet meer op je knieën kon vallen. Niet meer kon hopen en verwachten dat je vergeven werd.
Ze heeft het gemis wellicht geprobeerd te compenseren door zich op haar werk te storten: interviewster in een wereld van kunst en wetenschap.
En toch, toen ze aan een wereld dacht zonder bevindelijk gereformeerden en hun ongelofelijke geloof, zonder mensen als tante Ma en de Verhagens, die met hun geloof en hun geheimtaal God tot aanwezigheid dwongen, toen voelde ze ook een verlies, dat niet met wat voor kunst dan ook te compenseren was, ook al schreef je het met een hoofdletter K.
Misschien heeft het gemis ook te maken met het feit dat ze de echte liefde niet heeft toegelaten in haar leven, omdat haar zelfbeeld haar in de weg zat. Dat heeft er ook voor gezorgd dat ze zichzelf niet heeft kunnen laten zien dat ze van tante Ma houdt. Pas aan het eind van het boek, maar gelukkig heeft Franca Treur niet een boek geschreven waarin uiteindelijk alles goedkomt.

Gina heeft haar pruik afgezet, waarmee ze laat zien wie ze is, al zal dat niet meer doordringen tot de stervende tante Ma, en ze heeft uitgesproken dat ze van tante Ma houdt.

Slot

Het boek eindigt met:
Gina richtte haar blik op de kier tussen de beige gordijnen, omdat ze nu onmogelijk naar tante Ma's gezicht kon kijken.
Je zou kunnen zeggen dat Gina nu pas echt de blik naar buiten en naar het licht kan richten, maar er is ook de ongemakkelijkheid van het aankijken van tante Ma. Misschien is tante Ma een metafoor voor de christelijke achtergrond, misschien maak ik de symboliek te zwaar. In het eerste geval zou je kunnen zeggen dat het onder ogen zien van de christelijke achtergrond moeilijk blijft.

Maar het zou ook kunnen zijn dat ze zich schuldig voelt tegenover tante Ma die haar altijd de weg van het geloof gewezen heeft. Nu moet ze laten zien wie ze werkelijk is en ze weet dat ze daarmee anderen verdriet doet, maar dat ze niet anders kan. Dit is de weg die ze moet gaan.

Met Hoor nu mijn stem laat Franca Treur zien hoe een opvoeding in het bevindelijke christendom iemands zelfbeeld kan (ver)vormen en hoe ambivalent het proces van het afscheid nemen van dat geloof is. Ze geeft daarmee inzicht in een wereld die weinig mensen kennen.

Representatief

Boeken die in een wat zwaarder christelijk milieu zich afspelen, worden door reformatorische lezers soms ook als een soort documentaire beschouwd, waarbij gekeken wordt wat er nu wel en niet klopt van het beeld dat in de roman geschetst wordt. Dat lijkt me niet terecht.

Personages in een boek moeten alleen maar onderdeel zijn van een goed verhaal en ze hoeven niet representatief te zijn. In Bijbelverhalen worden personages ook niet afgerekend op hun geloofwaardigheid. Jona zal niet representatief zijn voor de gemiddelde profeet, maar hij is hoofdpersoon in een goed verhaal.

Maar ik denk dat Hoor nu mijn stem ook nog eens een wereld tekent die ook nog eens heel dicht komt bij de werkelijkheid in bevindelijke kringen. Het is een begripvol en eigenlijk ook wel liefdevol portret geworden.

Bij Dorsvloer vol confetti waren er negatieve reacties, die eigenlijk niet ingingen op het boek, maar meer op het feit dat de schrijfster niet meer in God gelooft. Hoe dat bij Hoor nu mijn stem gegaan is, weet ik niet precies. Wel vond ik onderstaand videoverslag: Franca Treur in een christelijke omgeving, compleet met een dominee en met zingen. En met een presentator die bijna alles 'mooi' vindt wat zijn gasten zeggen.

Je moet enig uithoudingsvermogen hebben, want terugkijken duurt langer dan een kerkdienst in een zware kerk. Ook lang niet alles is overigens interessant voor begrip van het boek en de dominee neemt en krijgt wel erg veel ruimte. Maar ook dit geeft een inkijk.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten