donderdag 20 juni 2019

Ik, J. Kessels (P.F. Thomése)



Je leest altijd te weinig. Herstel: ik lees altijd te weinig. Omdat er nu eenmaal slechts vierentwintig uren in een etmaal gaan. Het heeft tot gevolg dat de stapel van te lezen boeken nooit klein wordt en dat boeken die ik echtechtecht van plan was te lezen ongelezen blijven. Neem nu de boeken van P.F. Thomése, toch een van onze betere schrijvers. Ik heb er een stuk of zes gelezen, maar waarom een boek als De onderwaterzwemmer nog niet?

Intussen las ik wel de boeken over het personage J. Kessels: J. Kessels, the novel (uitgeleend aan een leerling en nooit teruggekregen, wat wellicht een compliment voor het boek is), Het bamischandaal en, onlangs, Ik, J. Kessels. Die laatste titel verwijst natuurlijk naar Ik, Jan Cremer, dat ik ook al niet gelezen heb. Ik heb me overigens altijd afgevraagd of dat boek niet gewoon Ik heet, maar daar zullen geleerden zich al wel eens over gebogen hebben.

Ik, J. Kessels begint met een bericht van Thoméses redacteur die het manuscript van een gelijknamig boek heeft ontvangen en in de veronderstelling is dat Thomése het geschreven heeft. Hij weet echter van niets. Hij leest het en komt tot de conclusie dat het geschreven moet zijn door Peerke Sonnemans, jeugdvriend van J. Kessels, nog uit de tijd dat beiden in Lagerheide woonden. Die twee zien elkaar nog steeds regelmatig.

Ex-beste vriend

Frans Thomése heeft intussen geen contact meer met J. Kessels. Hun verwijdering is juist ontstaan door de romans die Thomése over hen beiden schreef en de publiciteit die dat opleverde. De schrijver besluit naar Tilburg te gaan, naar J. Kessels en de onvermijdelijke Peer Sonnemans.

Intussen zit de lezer met een boek in handen en vraagt zich af wat hij leest. Dat was altijd al lastig bij de Kesselsboeken. Thomése speelt daarin met verschillende werkelijkheden. Kessels is een personage en in J. Kessels, the novel komt hij voor als persoon, maar aangezien het hier een roman betreft is hij ook daarin natuurlijk een personage.

In Ik, J. Kessels is het nog wat ingewikkelder. Binnen de roman zijn de personages op de hoogte van de andere twee romans over J. Kessels, waardoor die twee romans meer fictief lijken te worden, dan deze derde. Van die derde roman zijn er misschien wel twee versies: die van Peer Sonnemans, het manuscript, en het boek dat we in handen hebben, waarin Kessels over het manuscript van Sonnemans schrijft.

Auteur?

Maar wie schrijft dat boek? Doet Thomése verslag? Daar lijkt het aanvankelijk op, maar door wat hij meemaakt, heeft hij de indruk dat hij ook maar een personage is, gemanipuleerd door Peer Sonnemans:
Ik had het idee dat ik me in een script bevond dat al lang en breed geschreven was. En niet door mij. Het was meer iets in de stijl van P. Sonnemans, de pseudo-autobiograaf van J. Kessels (...)
De schrijver P.F. Thomése heeft bijvoorbeeld de opvatting dat seks functioneel moet zijn, maar Peer Sonnemans heeft er blijkbaar geen bezwaar tegen als het pornografie wordt. Het gaat wel vervelen als er voor de zoveelste keer over de 'harde knoeper' van Fraanske wordt gesproken. Tegelijkertijd is het natuurlijk juist de bedoeling dat de lezer half afhaakt of zich ergert: zie je wel, die Sonnemans kan niet schrijven. Het blijft leesbaar doordat Frans Thomése bepaald geen heldenrol speelt en door die verdubbeling van werkelijkheden, die eigenlijk verschillende lagen van fictie zijn.

Woordspelingen

De taal van Sonnemans kenmerkt zich verder door flauwe woordspelingen als 'een overdonderend hete donder', 'onomstotelijk twee stoten', 'het edele spel der delen' en ten slotte 'schoot het schaamrood direct van mijn schaamstreek omhoog naar mijn wangen.'

Het aardige van Ik, J. Kessels is dat die verschillende lagen van fictie zich ook opdringen aan de personages. Ze maken er gebruik van of zijn er het slachtoffer van. Bijvoorbeeld in deze passage:
Ik kreeg bijna medelijden met hem nu. Hij verkeerde in de waan dat hij het definitieve boek over zijn grote vriend had geschreven en had niet door dat hij in werkelijkheid al tot zijn nek in het mijne zat, hier in deze zin, om precies te zijn. 

Vriendschap

Daarnaast is deze roman ook een boek over een vriendschap en de teloorgang daarvan. J. Kessels wil niets meer met Frans Thomése te maken hebben. Tenminste, volgens het manuscript van Sonnemans. Sonnemans beweert ook dat Kessels dodelijk ziek is, maar we weten niet of dat klopt. Wil hij niet zijn manuscript tragisch maken?

Bovendien is een boek een manier om iemand levend te houden:
Dat hele 'boek' van deze figuur, hier recht voor mijn snufferd, was één grote zielige poging zijn ten dode opgeschreven vriend het eeuwige leven aan te bieden, hem te mythologiseren, te vergoddelijken tot onsterfelijke held.
Natuurlijk wordt ook Peer Sonnemans vereeuwigd, maar het draait om J. Kessels, met zijn voorliefde voor countrymuziek. En omdat in de verbeelding alles kan, wordt Tilburg een prairie en is het Alamo Hotel, een goede plek om te sterven, om de hoek. Er wordt nog een parallel getrokken met het slot van On the road. Duidelijk is dat er afscheid genomen moet worden en misschien wel zonder afscheid te nemen. 

Paradoxaal

Thomése is J. Kessels kwijtgeraakt, terwijl hij hem altijd bij zich zal houden. Zo paradoxaal werkt het nu eenmaal. Zoals ook Texas en Tilburg zich kunnen vermengen, net als verbeelding en werkelijkheid. Als Thomése in dansgelegenheid De Spoel Kessels bij een pilaar ziet staan is dat 'net zo echt als in een droom'. Uiteindelijk is ook Ik, J. Kessels echt, want gedroomd, door wie dan ook. De werkelijkheid van de lezer wordt in die wereld tot een droom waarvan we alleen nog niet weten wie die gedroomd heeft. Alles is fictie en dus echt. 

In alle boeken over J. Kessels heeft de verteller een herkenbare stem, die nadrukkelijk niet literair wil zijn. De leden van een Tilburgse leesclub geven dan ook laatdunkend een oordeel over de literatuur die Thomése produceert: 'Ja, een bietje moelijk doen over wa mekkelijk zat is.'

Lage cultuur

Als we nog kunnen spreken over hoge en lage cultuur, is Ik, J. Kessels, net als de andere boeken over Kessels, een verheerlijking van de lage cultuur: niet de entrecote, maar de frikadel; niet de klassieke muziek of de jazz, maar de countrymuziek; geen Amsterdam, maar Tilburg. Wel allemaal opgeschreven in een roman met een doordachte structuur, trouwens. 

Ik, J. Kessels gaat over de wereld van de gewone man, van de jongens van de gestampte pot en de bijbehorende meiden, die ik misschien wel wijven moet noemen. Niet moeilijk doen over wat gemakkelijk genoeg is. 

De countrymuziek is de soundtrack van de roman. Die muziek wordt dan ook een levenshouding genoemd: 
aangezien het in de country daar om draait: miskenning, verkeerde keuzes, eenzaamheid, zelfdestructie en een onoplosbaar verlangen naar hoe het nooit is geweest. 

Weemoed

De weemoed hangt zeker in Ik, J. Kessels, vooral als hij teruggaat naar De Spoel, waarbij eigenijk de tijd wordt teruggespoeld. Frans is tegelijk zijn jongere en zijn huidige ik. Maar hij is er samen met J. Kessels, zowel toen als nu, al krijgt hij het niet voor elkaar om nu bij zijn ex-beste vriend te blijven: hij gaat ervan door met twee vrouwen. 

Ik hou erg van de Kesselsboeken en dus ook van dit boek. Natuurlijk vanwege die bravouretoon en van de intelligente constructie, maar misschien ook wel vanwege het vieren van het gewone. De dorpsjongen in mij herkent het. En vanwege de omstandigheid dat alles voorbijgaat, wat niet voorbij mag gaan en dat alles verdwijnt wat je wilt behouden. Juist fictie is een remedie. Laten we daarom vooral blijven lezen. Dit boek van Thomése bijvoorbeeld. 

2 opmerkingen:

  1. Hoi Teunis, het enige dat ik tot dusver van Thomése heb gelezen, is het eerste stuk van J. Kessels, the novel. Ik vond het verschrikkelijk flauw en heb geen enkele behoefte nog iets anders van de beste man te lezen, hoewel ik ook gelezen heb dat hij ook een heel ander soort boeken schrijft. Van deze bespreking van dit nieuwe boek, wordt ik ook niet direct enthousiast. Groetjes, Erik

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Top Teunis! Boeken (incl. de voorganger Greatest Hits!) waarvan ik hoop dat ooit iemand de moeite neemt om er 'n 'playlist' bij te maken en die dan op You Tube of Spotify of ander 'streaming' site zal zetten.

    BeantwoordenVerwijderen