zondag 30 april 2017

Herinnering aan Holland (Knipoog 63)


Op zaterdag 25 maart stond er in Trouw een stuk van Hans Goslinga onder de titel 'Denkend aan Holland zie ik KIaver regeren.' Dat is een duidelijke knipoog naar het gedicht 'Herinnering aan Holland' van Marsman. Al eerder signaleerde ik een knipoog naar dat gedicht.

Het gedicht begint met:
Denkend aan Holland
zie ik breede rivieren
traag door oneindig
laagland gaan,
rijen ondenkbaar
ijle populieren
als hooge pluimen
aan den einder staan
Het is erg bekend geworden, wellicht door de kenmerkende smalle vorm (die wel iets van een brede rivier wegheeft) en door het stevige metrum. Hans Goslinga neemt dat metrum over, wat zijn knipoog geslaagd maakt. Je hebt het idee dat de rest van het gedicht gemakkelijk kan volgen.

In Knipoog 29 noemde ik al enkele knipogen. Er zijn er meer. In de Volkskrant van 3 april 2015 schreef Margriet Oostveen: 'Denkend aan mest, zie ik rivieren van drek traag door oneindig laagland gaan'. Wel een duidelijke knipoog, maar met iets meer gepuzzel had wellicht het metrum gehandhaafd kunnen blijven.

Een opmerkelijke knipoog kwam ik hier tegen: een gedicht dat door ene Onno Kosters geschreven is voor Dit is de dag van Evangelische Omroep, 6 mei 2010. De titel van het gedicht is 'Denkend aan Heijne'. De enige Heijne die ik ken, is Bas Heijne, maar die blijkt niet bedoeld te zijn.

Het gedicht begint met:
Denkend aan Heijne
zie ik 50 jaar later
een veelkleurig volk
door stukverkaveld laagland gaan,
land van stemmen, niet meer van stemmingen,
laagland, geen water,
laagland vol hoogbouw,
laagland van asfalt,
maar laagland waar wie maar wat lalt
niet dagen in het gevang wordt gesmeten,
laagland waar we weten
dat 50 jaar terug zich een toekomst ontspon,
terwijl in de rest wereld
het einde begon.
Die '50 jaar' doet me vermoeden dat hier niet Bas Heijne, maar Heinrich Heine bedoeld is, die gezegd of geschreven zou hebben dat in Nederland alles vijftig jaar later gebeurt. Maar er wordt toch ook verwezen naar Bas Heijne:
Denkend aan Heijne
denk ik met Heinrich
50 jaar verder
en put ik hoop
uit de columns van Bas,
zelfs al zullen ook die op een dag
over de rand van de tijd, van de ídentiteit,
met de gedichten van mij en van Heine verdwijnen.
Fraai is het allemaal niet en bij nauwkeurige lezing is er heel wat op aan te merken. Is de 'rand van de tijd' hetzelfde als de rand 'van de ídentiteit'? De columns van Bas Heijne in één adem noemen met de gedichten van Heine is heel vleiend, en zo zal het ook wel bedoeld zijn, maar waarom propt Kosters daar ook nog zijn eigen gedichten tussen? Om te laten zien dat 'op een dag' de goede en slechte dingen vergeten zullen worden? Het is te hopen dat Kosters gedichten eerder over de rand van de identiteit, wat die ook moge zijn, zullen verdwijnen.

In de eerste twee regels van elke strofe houdt Kosters overigens wel keurig het metrum aan. Daarna gaat het mis. Met zo'n beetje alles.

Vorig jaar schreef De Gelderlander een foto- en gedichtenwedstrijd uit onder de titel 'Denkend aan Arnhem'. Bij de tien beste gedichten is er eentje die verwijst naar Marsman:
Denkend aan Arnhem zie ik een stad aan de Rijn
bossen en parken; een bronzen hert op een plein
Voor het hele gedicht (en ook de andere gedichten) zie hier.

Zelfs politici moesten zich aan Marsman wagen. Delft op zondag vroeg alle politieke partijen de volgende zin af te maken: 'Denkend aan de Spoorzone, zie ik...' Het resultaat ziet u hier. In de inleiding wordt Marsman expliciet genoemd.

Pieter van Diepen schreef op 16 februari 2015 op dictees.nl 'Denkend aan Utrecht'. Hij begon zijn stukje met: 'Denkend aan Utrecht zie ik fraaie studentes braaf door vileine taaltest gaan'. Het metrum klopt en dat 'braaf' heeft dezelfde klank als het 'traag' van Marsman. Bij 'taaltest' ontbreekt het lidwoord, maar wellicht bedoelde Van Diepen 'taaltests', waarna de zin weer klopt.

Op 30 april 2017 publiceerde Atte Jongstra in NRC Handelsblad een recensie van het boek Mensen op Mars van Joris van Casteren, onder de titel 'Denkend aan Mars, zie ik... (zie hier). Mathijs Schiffers schreef op 8 februari in fd. (waarom moet tegenwoordig overal een punt achter?): 'Denkend aan Engeland zie ik dertigers in etalages van makelaarskantoortjes staren.' Op filosofie.nl treffen we een artikel aan met de titel 'Denkend aan Europa zie ik... niets'. En op een pop-upje op anderswerken.eu: 'Denkend aan kennisdeling zie ik stapels papieren traag van bureau naar bureaula gaan.'

En er zijn meer, veel meer voorbeelden. Ik vermoed dat het aantal knipogen naar 'Herinnering aan Holland' alleen geëvenaard wordt door dat naar 'De Dapperstraat' van J.C. Bloem. Blijkbaar lokken deze gedichten knipoogjes uit. Van tijd tot tijd zal ik die hier noemen. 

gevonden op kaltes.nl
 

gepikt uit Ons Erfdeel

1 opmerking:

  1. Haiku 15


    Denkend aan Holland

    Zie ik rijen tulpen staan

    Keukenhof open!

    https://yoo.rs/casapapusilor/blog/haiku-15-1490961396.html?Ysid=28963

    BeantwoordenVerwijderen