Wieke Drieboog schrijft verhalen. Ze zijn erg kort en sinds A.L. Snijders er bekend mee geworden is, noemen we ze zkv's. Een zkv (zeer kort verhaal) beslaat meestal slechts één pagina, of een deel ervan. In het bundeltje Namaak, neemt Drieboog enkele keren iets meer ruimte om haar verhaal te vertellen, maar meer dan anderhalve pagina gebruikt ze niet. Ze houdt het kort.
Bijna alle verhalen beginnen goed: concreet en zo geschreven dat je je meteen bevindt in de situatie die opgeroepen wordt. Dat is aangenaam. Jammer genoeg is er altijd een tweede helft, waarin de tijd versnelt of waarin er een sprong in de tijd gemaakt wordt. Soms volgt een overpeinzing. Te vaak valt dan de spanning weg en wordt het verhaaltje slapper dan nodig.
Misschien wil Drieboog aan het slot nog een zeker gewicht aan de verhalen geven, maar dat is niet nodig. Ze kan best het verhaal zijn werk laten doen. In Drieboogs korte verhalen kan dus nog geschrapt worden en dat mag eigenlijk niet. In bijvoorbeeld 'Het wel morgen' kan de eerste alinea gemist worden en ook het expliciete 'Wat erg. Wat erg.' Dan blijft er een prima verhaal over.
Een geslaagd verhaal vond ik het onderstaande. Het geeft genoeg informatie om een beeld te krijgen van de situatie, maar het laat je ook met vragen zitten, waardoor het nog een tijdje rond blijft zingen in je. Van dat soort verhalen had ik er graag meer gelezen.
Verjaardagskalender
Ik heb een hekel aan clowns. In gezelschap durf ik dat niet te bekennen, het is toch een gebrek aan ontwikkeling. Vorig jaar december vroeg de spreekstalmeester van het Wereldkerstcircus aan een klein publiek, in een knus zaaltje, wie er een hekel had aan clowns. Ik zat in het publiek. Ik stak m'n hand niet op, maar het was me voor eens en voor altijd duidelijk dat ik zo'n type was. Mijn hart ging tekeer. Ik verborg me in de gezonde, lachende massa. Veel langer geleden, op mijn trouwerij, om een uur of één 's nachts, vroeg mijn vader me: "Ken je die clown?" O nee, dacht ik, geen grappen alsjeblieft en alsjeblieft al helemaal niet van iemand die mij kent. Wie komt hier nu die mij niet kent?
Aan de rand van de dansvloer stond een clown in vol ornaat. Hij maakte geen grappen. Ik herkende hem nauwelijks en toch meteen. Hij had mij nooit meer willen zien. Nu dook hij op tussen de normale mensen. We dansten één dans, zonder één gesproken woord. Van alle dansen in mijn leven zal ik me deze lang herinneren, lang en gelukkig. Ik weet wel dat hij dronken was en verkleed, als clown. Toen iedereen klapte, boog hij. Hij verliet het feest. Zijn naam staat op de verjaardagskalender. Hij wordt elk jaar ouder, onvindbaar.
Wieke Drieboog heeft een website waarop ze haar verhaaltjes publiceert.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten