zaterdag 11 februari 2012

Gevoelswaarde

Scribent

Bij mijn ontbijt vanochtend las ik in de boekenbijlage van NRC Handelsblad van gisteren een artikel van Atte Jongstra over de seksuele revolutie in de achttiende eeuw. Daarin kwam de volgende zin voor:

De kracht van een land hangt volgens meer dan één achttiende-eeuwse scribent af van het aantal inwoners - elke geslachtsdaad is daarmee een kans de natie te versterken.

Mijn oog bleef hangen aan het woord 'scribent'. Ik heb het idee dat dat de laatste tijd vaker voorkomt als synoniem van 'schrijver', 'auteur', 'degene die het geschreven heeft'. Voor mij heeft 'scribent' een negatieve betekenis. Een schrijver die ik waardeer zal ik nooit 'scribent' noemen. Ik reserveer die benaming voor auteurs van slecht geschreven stukken, stukken waarvoor ik mijn neus ophaal, stukken die ik - met het gebruik van een cliché -  zou kwalificeren als: schoolkrantniveau.

Van Dale geeft als betekenis: 'schrijver' en zet daarachter: '(vaak in min.zin) prulschrijver'. Dat 'vaak' doet mij vermoeden dat de betekenis aan het verschuiven is en dat de gevoelswaarde minder negatief aan het worden is.

Dat de negatieve betekenis van 'scribent' aan het verdwijnen is, is eenvoudig te googlen: een 'bureau voor boeken' noemt, zichzelf diskwalificerend, scribent, een blogger in Zeeland ook (maar dat kan ironie zijn) en HP/De Tijd berichtte over een 'Volkskrant-scribent' bij Pauw & Witteman.

Hoe Jongstra het woord gebruikt, is mij niet helemaal helder. Eerst noemt hij schrijvers die hij duidelijk waardeert, maar daarna gaat hij over tot wat hij 'politieke rekenkunde' noemt, waarbij het de geciteerde zin noteert. Wellicht dat hij alleen al door het gebruik van het woord 'scribent' zijn afkeuring voor die politieke rekenaars wilde uitdrukken.


Criticaster

In het Nederlands Dagblad van gisteren las ik een artikel van Hans Hopman over de consuminderende, reformatorische blogster Teunie Luijk. Die doet het nu even rustig aan, omdat ze zich wil bezinnen: besteedt ze niet te veel tijd aan het bloggen in plaats van aan haar gezin? Iemand die haar goed kende, heeft haar opgebeld en haar die vraag gesteld.

Hopman schrijft:

En ze neemt de criticaster serieus omdat deze 'het beste met me voor heeft'.

Dat is vreemd: een criticaster serieus nemen. Een criticaster is immers niet alleen maar iemand die kritiek heeft, maar een criticus van laag allooi. Een criticaster kan er niets van, evenals een politicaster (een beunhaas in de politiek), een poëtaster (een rijmelaar) en een filosofaster (iemand die zich aanmeet een filosoof te zijn) prutsers zijn.

Van Dale geeft voor criticaster dan ook de synoniemen 'muggenzifter' en 'vitter'. De omschrijving van de betekenis: 'iem. die iets of iem. streng, vooral ongunstig of kleingeestig, beoordeelt.' Van Dale laat dus ook nog een klein beetje ruimte om een strenge criticus criticaster te noemen.

Mijn indruk was dat de pejoratieve betekenis van 'criticaster' aan het verdwijnen is en dat veel mensen het gebruiken omdat het interessanter klinkt dan criticus. Na wat googlen vond ik bijvoorbeeld:

Op NOS.nl: Criticaster krijgt rol in Feuten. Het blijkt hier om Jurg van Ginkel te gaan en het is helemaal niet de bedoeling om Van Ginkel eens even op zijn plek te zetten. Nee, het is juist leuk voor hem dat een personage in een tv-serie zijn naam draagt.

Op webwereld.nl vond ik 'Cloud-criticaster Oracle komt met privé cloud', op AT5.nl 'Criticaster ontmoet dan toch wethouder Ossel' en op ispam.nl las ik 'Nominet criticaster in het bestuur gekozen'. Het zijn drie citaten die ik geplukt heb op de eerste twee bladzijden van de vindplaatsen die Google me geeft. Er zijn er (veel) meer. In deze drie gevallen is ten onrechte gekozen voor 'criticaster' lijkt me. Er was 'criticus' bedoeld.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten