Steeds weer betrap ik me erop en ik heb het hier al vaker genoemd: schrijvers van wie ik een aantal boeken lees en dan ineens helemaal niet meer. Niet omdat ik niet van de eerdere boeken genoten heb, niet omdat ik geen vertrouwen heb in de nieuwe boeken - eigenlijk is er geen deugdelijke reden, maar het gebeurt gewoon.
Zo is het mij ook vergaan bij het werk Tessa de Loo. Ik las haar debuut, De meisjes van de suikerwerkfabriek (1983), sloeg haar volgende boek, Meander (1986) over, maar las natuurlijk wel haar Boekenweekgeschenk, Het rookoffer (1987). Het is overigens opmerkelijk dat een auteur met een oeuvre van nog maar twee boeken gevraagd wordt het geschenk van de CPNB te schrijven.
Die boeken heb ik met plezier gelezen. De meisjes van de suikerwerkfabriek las ik in de mooie uitgave in de ECI-reeks Schrijvers van nu (gebonden, stofomslag) en ik herinner me vooral het titelverhaal.
Isabelle en De tweeling
Na Het rookoffer schreef De Loo door. Het jaar erop verscheen de novelle Het mirakel van de hond (1988), dat me geheel ontgaan is. Maar Isabelle (1989) kocht en las ik meteen. Het zou een bekend boek worden, ook door de verfilming. En in 1993 verscheen het boek waarmee ze bij iedereen bekend zou worden, De tweeling. (Bijna) iedereen kent het, denk ik.
En daarna las ik niets meer van De Loo. Waarom? Geen idee. Ik heb geen enkel slecht boek van haar gelezen en ik wilde haar werk best lezen, maar het kwam er niet van. Welke titels zou ik zonder spieken nog hebben kunnen noemen? Een bed in de hemel (2000) en Een zoon uit Spanje (2004) en misschien Harlekino (2008) en dat is het wel.
De laatste tijd koop ik soms een boek van De Loo in een kringloop of neem ik er eentje mee uit uit een minibieb. In het kamertje waar ik de boeken opstapel die ik echt wil lezen, ligt Meander en ik dacht dat ik ook Een zoon uit Spanje had, maar dat zie ik zo gauw niet.
Het duwtje om weer eens wat van De Loo te gaan lezen kreeg ik door een boekenlijst van een kandidaat voor de Staatsexamens. Die had Een goed nest (2014) gelezen en ik zocht er snel het een en ander over op, om er een paar zinnige vragen over te kunnen stellen. Het leek me een interessant boek. Waarom heb ik zo weinig van Tessa de Loo gelezen? vroeg ik me af.
Verraad me niet
Onlangs zag ik Verraad me niet (2011) in een een kringloop liggen. Weer een titel die ik helemaal niet kende! Ik kocht het en las het. Net als Isabelle is het een prima boek voor middelbare scholieren: niet al te dik, boeiend verhaal, interessante problematiek.
Al op de eerste bladzij is het meteen raak, of mis. De roman opent met: 'Als mijn vader dit hoort, dacht Michiel.' Er is iets ergs gebeurd, dat meteen behoorlijk op Michiel drukt:
Het was te groot en te erg en hij fietste als een bezetene om er zo ver mogelijk vandaan te komen. Maar hij wist al dat er geen ontsnappen aan was. Hij voelde dat het voor altijd in zijn hoofd zou zitten en zijn leven lang over alles een schaduw zou werpen.
Michiel Klee is dertien jaar en hij woont in een dorp. Hij heeft een oudere broer, Wolf, van achttien, die behoort tot een groep jongens die nogal eens overlast veroorzaakt in het dorp. Door die groep is er net iemand in elkaar geslagen of geschopt en dat heeft Michiel gezien. 's Avonds komt zijn broer naar hem toe en bezweert zijn jongere broer om zijn mond te houden. Hij weet immers wat de groep jongeren zal doen met verraders.
Opzet of een ongeluk
Het slachtoffer is de boer Boomsma, die een jaar eerder een van de lastige jongeren, Robbie van Doorn, heeft doodgereden, die zich vastgeklampt had aan zijn auto. Volgens sommigen was dat een ongeluk, volgens de jongeren was het opzet. Verraad me niet is helemaal geschreven vanuit het perspectief van Michiel, maar de dood van Robbie wordt, vreemd genoeg, beschreven vanuit Boomsma. Als we die waarneming mogen geloven, was het wel degelijk een ongeluk.
De dochter van Boomsma zit bij Michiel in de klas. Uiteindelijk krijgt de simpele Paultje Molleman, die niet kan praten de schuld. Diens zus, Titia, is een goede vriendin van Michiel.
Michiel komt steeds meer klem te zitten. Van zijn broer mag hij niets zeggen, dus houdt hij zijn mond. Ook tegen Titia, wier broer vals beschuldigd wordt, moet hij zwijgen. En tegen zijn ouders, die niet weten welke rol hun oudste zoon heeft gespeeld in het drama. Soms trekt Michiel zich terug bij zijn parkieten, om even te vergeten wat zijn hoofd zo vult.
Het is onrechtvaardig wat er gebeurt, met Boomsma, met Paultje Molleman. En Michiel heeft die rechtvaardigheid nodig om in deze wereld te kunnen leven. Als die rechtvaardigheid er niet meer is, klopt zijn wereldbeeld niet meer. En hoe zit het eigenlijk met zijn geweten?
Een kind met te wijze gedachten
Tessa de Loo beschrijft goed de benarde positie van Michiel. Je bent benieuwd of hij toch nog zal gaan vertellen wat hij allemaal weet. Aan de ene kant is Michiel nog echt een kind. Zo weet hij niet wat een coma is of een cao. Aan de andere kant heeft hij gedachten die vrij wijs zijn voor iemand van zijn leeftijd:
Bestond er een onzichtbaar, ordenend principe of was alles gebaseerd op willekeur? Was er nog ruimte voor persoonlijk initiatief als je gevangen zat in het immense, almaar doordraaiende rad van fortuin?
of:
Paul leefde op een magische manier buiten de cirkel van goed en kwaad, waarin de meeste mensen gevangenzaten.
Dat soort gedachten zijn niet zo geloofwaardig voor iemand die niet wet wat een coma is.
Ook in zijn daden kon ik Michiel niet altijd volgen. Hij heeft het idee dat hij op een of andere manier aan moet geven dat justitie met het verdenken van Paul Molleman op een verkeerd spoor zit, maar hoe het zwart schilderen van een brommer daarbij helpt, is mij niet zo duidelijk.
Hoe het allemaal afloopt, zal ik voor me houden, voor het geval dat je Verraad me niet nog gaat lezen. Dat kun je gerust gaan doen. De korte roman (176 bladzijden) leest prettig en houdt je aandacht heel goed vast. Niet alles vind ik even geslaagd en ik vind het zeker geen toproman, maar ik heb me niet verveeld bij het lezen ervan.