Vijf jaar geleden las ik van Sjoerd Kuyper Bizar (zie de link onderaan), een leuk jeugdboek. Op een stapel van nog te lezen boeken ligt nog Robin en opa (1998), maar toen ik tijdens de Kinderboekenweek De grote vloed zag liggen, kocht ik het zonder lang na te denken. Dat komt misschien ook wel door de mooie omslagtekening door Erik Varekamp, die lijkt te verwijzen naar de fraaie prent van Hokusai.
De grote vloed speelt in de nabije toekomst: 2029. Ineens is er een grote vloed gekomen. De mensheid is al lang gewaarschuwd voor de stijgende zeespiegel, maar er is niet echt geluisterd en op een dag komt het water. Er zijn al verschillende romans die gaan over zeespiegelstijging, zoals Weerwater (2015) van Renate Dorrestijn, Klifi van Adriaan van Dis en Het water bewaart ons van Harro Kraak.
In De grote vloed is het wel meteen erg raak (of mis). Niet alleen Nederland staat voor een groot deel onder water, maar de hele wereld is ondergelopen, zodat alleen de hoogste bergtoppen boven het water uit komen. Hoe al dat water zo plotseling zoveel land kan overstromen, wordt niet uitgelegd. Gelukkig heeft Moos voorzorgsmaatregelen getroffen. Hij heeft een vlot gebouwd en daarop de Buick Wildcat Convertible (uit 1970) van Opa Leon bevestigd. Ook heeft hij voorraden aangelegd.
Moos is niet het echte kleinkind van Opa Leon. Veertien jaar geleden is hij, als een Mozes, in een rieten mandje bij Opa Leon afgeleverd, door een man die meteen daarop werd gearresteerd door de vreemdelingenpolitie. Die man moet Moos' vader geweest zijn.
In veiligheid
Samen met Opa Leon kan Moos zich redden. Van hun bekenden hebben ook de burgemeester en professor Beck, op haar vloedmobiel, zich in veiligheid weten te brengen. Het is lastig om de ontberingen te doorstaan, maar uiteindelijk komt het viertal aan bij een stad op de helling van een slapende vulkaan, Atlantis. Bij de muur van de stad hebben veel vluchtelingen zich verzameld, maar de vier mogen binnen.
Ze moeten wel een inburgeringscursus van verschillende jaren doorlopen. Daarom mogen zij nog wel praten, wat de rest van de inwoners van Atlantis verboden is. Die mogen alleen communiceren met een soort sms-berichten, die kinkels genoemd worden. Ze worden door de overheid gecontroleerd.
Ogenschijnlijk doen de nieuwelingen mee, maar ze proberen aan de controle van de macht te ontkomen, daarbij geholpen door Binny Mc Vie, die privileges bezit. Moos en professor Beck bedenken een manier om het hoge water te laten zakken en tegelijkertijd van Atlantis een vrij land te maken en dat lukt ook nog. Moos en Leon keren terug naar hun woonplaats. In de epiloog is er ook nog een end dat heel erg happy is.
Kabouters
De grote vloed is een onderhoudend boek. Niet alles is even geloofwaardig of even goed doordacht, maar dat neem je op de koop toe. Het is een verhaal waarin kabouters voorkomen en dan kan er veel.
Zoals de verteller ook schrijft:
Je kunt nog zo je best doen om een kloppend verhaal te schrijven, als er kabouters in opduiken, is het meteen verpest.
Maar bij verschillende passages had ik wel mijn twijfels. Als het gezelschap al een tijdje op zee dobbert, wordt er nog wel gesproken over honger, maar nauwelijks over dorst, hoewel die sterker geweest moet zijn. Ook merk je niet dat de mensen daardoor verzwakken. Verder zal het zeilen niet lukken als je het zeil met twee bezemstelen meent te kunnen bevestigen, maar Moos krijgt het voor elkaar.
En dan dit:
De golfstromen in de nieuwe wereldzee waren, ik schreef het al, uit hun koers geslagen en krioelden als slangen door elkaar, botsten, schuurden, en door de wrijving werd het water zo heet dat de vissen gekookt boven kwamen drijven.
Dat je door wrijving het water zo ver kunt opwarmen lijkt me sterk. Zoals gezegd vroeg ik me ook af waar al het water vandaan komt. Als het door het smelten van ijs komt, moet het geleidelijk gegaan zijn. Maar is er dan water genoeg om zo ver te stijgen dat er alleen de toppen van de hoogste bergen boven het water uit komen? Dat lijkt me sterk. Ook het weer verdwijnen van het water lijkt me matig doordacht. Maar omdat je De grote vloed niet direct als een realistisch boek leest, laat je het lopen.
Kerk en complotdenkers
In het boek komen duidelijke opvattingen naar voren. De sympathie ligt bij het viertal, dat weinig moet hebben van de complotdenkers van Hap & Snap en van de kerk. Over de laatste wordt gezegd:
Zo laten ze al eeuwen hun kinderen totaal onnodig sterven aan ziektes, door ze niet te laten vaccineren. En ondertussen rijden ze in auto's. Nou, als hun god vond dat ze moestten rijden had hij wieltjes onder hun voeten geschapen. Maar dat heeft hij niet gedaan en dus rijden ze iedere zondag naar de kerk in hun SUV's en laten hun kinderen verrekken. Je zou ze voor de rechter moeten slepen, voor dood door schuld.
Door al die opvattingen is De grote vloed nogal prekerig, iets wat me ook al bij Bizar opviel. Je kunt er wel doorheen lezen en dan blijft het nog steeds een aardig boek, omdat je toch wel wilt weten wat nu het plan van Moos en professor Beck is en of het zal lukken. Ze worden geholpen door de kinderen. Die zijn nog niet geïndoctrineerd door de overheid en ze houden van verhalen. Fictie is verboden in Atlantis.
Moos deugt nogal en dat maakt hem ook een beetje vervelend. Je leeft graag met hem mee (omdat je dan zelf ook deugt) en hij is interessant door het mysterie van zijn afkomst, maar dat hij altijd aan de goede kant staat maakt hem voor mij minder aantrekkelijk.
Eerlijk gezegd valt De grote vloed me een beetje tegen. Wie het leest, zal zich niet vervelen, maar de verteller heeft me te veel de wijsheid in pacht.
Eerder schreef ik over Bizar (2019)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten