Het is ergens in de toekomst en het water bedekt een deel van Nederland. Dat is de situatie in de roman Het water bewaart ons van Haro Kraak. Die situatie is in de literatuur niet nieuw. We kennen hem ook uit Weerwater van Renate Dorrestein en Klifi van Adriaan van Dis.
Kraak laat ons inzoomen op Schokland, dat vroeger een eiland was, nu een hooggelegen dorp in de polder is en in de roman opnieuw een eiland. De mensen op Schokland vormen een besloten gemeenschap en dat willen ze graag zo houden. Er is een Eilandraad, die zich met veel zaken bemoeit, ook met de toelating van mensen van de vaste wal. De mensen van Schokland zijn orthodox christelijk.
Dat laatste punt komt niet zo heel erg uit de verf. Er zijn wel de regels, over bijvoorbeeld de kleding (vrouwen liever niet in een broek en de rok mag niet te kort zijn), maar dat het geloof een innerlijke overtuiging is en dat de godsdienst mensen samenbindt is in de roman niet zo heel erg terug te vinden. Het blijft vooral buitenkant, gedragsregels.
Wannejoene
Verder zijn er rituelen, die voorchristelijk aandoen, zoals op het feest ter gelegenheid van Wannejoene, de zonnewende. Kinderen die jonger zijn dan twaalf zijn daar overigens niet welkom. Voor de twaalfjarigen is het feest een inwijding. Daarna horen ze bij de grote mensen. Er gaan verhalen over het feest, maar buitenstaanders weten eigenlijk niet wat er echt gebeurt.
De belangrijkste personages in Het water bewaart ons zijn Age en Elsa. Hij is getogen op het eiland, zij komt van buitenaf, maar is door de ballotage van de Eilandraad gekomen. Ze heeft zelfs naar een functie bij de Raad gesolliciteerd. Elsa en Age hopen op een kind, maar dat blijkt nog niet zo gemakkelijk te gaan. Al in het begin van het boek nemen ze een lifter mee, Kasper, van wie ze tegen de eilanders vertellen dat Elsa die van vroeger kent, maar dat is niet zo. De komst van Kasper brengt dingen aan het schuiven.
De verhouding van Age en Elsa komt in een nieuw licht te staan, met een extra man over de vloer (Kasper verblijft in het tuinhuis), maar ook in de gemeenschap verandert het een en ander. Er gaan dingen fout (een schip vaart tegen een aanlegsteiger), er gebeuren zaken die men op het eiland niet gewend is en de spanning loopt op. En dan komt ook nog Wannejoene eraan, waar deze keer wat toeristen bij zullen zijn. De situatie heeft alles in zich om vreselijk uit de hand te lopen. De vraag is of dat ook zal gebeuren.
Haro Kraak weet goed vaart in het verhaal te houden en als lezer wil je doorlezen om te zien hoe de toestand zal aflopen. Het eiland is een afgesloten gemeenschap dat je zou kunnen zien als een laboratoriumopstelling. De verschillende stoffen (mensen, in dit geval) zijn samengebracht en nu maar zien hoe ze gaan reageren. Het is een opzet die we kennen uit het werk van Renate Dorrestein, maar ook bijvoorbeeld uit Alles wat er was van Hanna Bervoets.
Veilig en benauwend
De besloten gemeenschap geeft veiligheid, er zijn vaste regels. Die kunnen ook benauwend zijn en de Eilandraad blijkt soms meer van je te weten dan je gewild zou hebben. Als het erop aankomt, blijken er heel wat verborgen spanningen te zijn, die ineens openbaar kunnen worden, zeker als er ook flink bij gedronken wordt. En als er actie moet komen, wil niet iedereen op de Raad op wachten. Er moet orde op zaken gesteld worden.
De ontwikkelingen op het eiland maken niet alleen duidelijk wat er in het verborgen in de gemeenschap leeft, mensen leren ook zichzelf kennen. Age heeft gewelddadige fantasieën en de vraag is in hoeverre dat slechts gedachten zullen blijven. Elsa lijkt eindelijk opgenomen te zijn in de gemeenschap als ze een functie bij de Raad krijgt, maar juist dan wordt haar duidelijk dat ze anders is dan veel eilanders.
Veel draait om erbij horen of buitenstaander zijn. Kasper lijkt de duidelijkste buitenstaander, maar is hij wel helemaal een vreemdeling? Of heeft hij nog iets te verhapstukken met de eilanders?
Gemeenschap op de rand van verval
De gemeenschap werd in de loop der jaren al minder hecht. Met elke volgende generatie kwam er meer buitenwereld op het eiland. Iedereen heeft per slot van rekening een smartphone. En voor de economie van het eiland zijn er toeristen nodig.
Vroeger nam het water stukjes van het eiland mee, golf na golf, nu waren het de bezoekers die telkens een deel naar huis namen, met elk bezoek verloor het eiland aan zuiverheid, ze keken er te lang naar, ze stelden te veel vragen, ze deden alles wankelen en maakten wat vanzelfsprekend hoorde te zijn expliciet en lelijk.
Kraak heeft met Het water bewaart ons een spannend boek geschreven. Het lijkt zich af te spelen in een andere tijd, maar dat onderbuikgevoelens openbaar kunnen worden en dat mensen zich plotseling keren tegen nieuwkomers is helaas maar al te herkenbaar. In de kleine gemeenschap wordt alles uitvergroot en zijn de reacties heftiger, maar sommige mechanismen zullen hetzelfde zijn als in onze maatschappij. Daardoor kun je niet alleen genieten van deze roman, maar stemt die ook tot nadenken.
De woede van de eilanders lijkt ook te maken te hebben met de angst voor het vreemde, angst om kwijt te raken wat er altijd geweest is en zorg om het eigene te behouden. Dan sluiten zich de gelederen. Waar dat toe leidt, lezen we in deze roman.
Grappig genoeg zat ik niet goed op te letten en was ik door de kaft in de veronderstelling dat het om een stripboek ging. Ik zag bij je beschrijving al allerlei prachtige tekeningen in de stijl van deze kaft. Maar op het eind van je betoog staat het woord roman en toen moest ik een hele aparte draai maken in mijn hoofd.
BeantwoordenVerwijderenIk had het trouwens wel eerder kunnen weten want je schrijft het al in het begin dat het om een roman gaat en je hebt het nergens over de tekenstijl.
Wat leuk dat het zo in je hoofd werkt. Maar misschien is er best een goed scenario voor een strip uit deze roman te halen.
Verwijderen