maandag 3 november 2025

Ik, de ander (Jante Wortel)

De titel van de nieuwe roman van Jante Wortel hield me al bezig voor ik het boek had gelezen: Ik, de ander.  Is het een opsomming (ik en de ander) of is 'de ander' een bijstelling bij 'ik'? Dan is de ik de ander. Toen ik het boek eenmaal begon te lezen, werd de titel alleen maar raadselachtiger: er komt namelijk geen 'ik' in voor. Het vertelperspectief ligt bij een 'zij', die op de nieuwjaarsborrel van het werk kennis maakt met een 'hij'. Die 'hij' blijkt later ook een relatie te hebben met 'een ander'. 

Dan begint hij erover. Hij zegt: maar er is ook een ander. Het voelt oneerlijk om daar niet over te vertellen. Hij houdt van de ander, maar hij zegt: misschien ga ik ook wel van jou houden. Dat kan. Ik sluit dat niet uit. 

Vorig leven

De 'zij', de vertelster, en de 'hij' blijken in elkaar geïnteresseerd. De vertelster snapt niet dat hij juist in haar belang stelt. Ze noemt zichzelf een duivelin. Ze weet dat de 'hij' nog een vorig leven heeft, dat niet met 'de ander' te maken heeft, iets wat nog groter is. Daarover zal hij haar vertellen als de tijd daarvoor gekomen is. Ze vraagt er niet naar. 

Maar zij heeft ook zo'n leven, dat ze nog bij zich draagt. 

Natuurlijk denkt ze er nog aan. Zou ze zichzelf toestaan het opgeborgene weer omhoog te halen, dan zou ze erin stikken. Ze zou verdrinken in zelfhaat. Omkijken naar wat ze kapot en voor dood heeft achtergelaten. Ze kan het zichzelf niet vergeven, maar op de momenten dat hij met haar is vergeeft hij haar voor haar. 

Ze glijdt min of meer een relatie met hem in. In die relatie is hij bepalend, dominant. Hij bepaalt wanneer er contact is en wat er wel of niet gebeurt. Je zou hem een narcist kunnen noemen en misschien is hij dat ook wel. Hij kan lief voor haar zijn, maar er is ook altijd iets waarvoor ze op haar hoede moet zijn en ze weet dat ze uit moet kijken om geen fouten te maken. 

Hij zegt dat hij haar het liefst zou willen opsluiten. Ergens waar niemand bij haar kan, alleen hij. Hij vraagt of het haar beangstigt dat hij dat zegt. Ze zegt nee, en dat meent ze. Pas als hij een tijdje naar haar nek blijft staren en toegeeft dat hij soms de neiging heeft om haar daar net zo lang te bijten tot ze begint te bloeden, tot ze het uitschreeuwt van de pijn en hem smeekt om te stoppen, begint ze zich af te vragen of dit wel normaal is. Of het normaal is om zoiets uit te spreken, laat staan om het te voelen. 

Ze realiseert zich wat er gebeurt en tegelijkertijd kan ze zich er niet aan onttrekken. Haar leven staat in het teken van hem. Als hij vraagt: 'Wie mag jou kapotmaken?' antwoordt ze: 'Alleen jij'. Hij heeft haar vooraf gewaarschuwd: 'Als ik jou toelaat in mijn leven, kom je er niet zomaar uit.' 

Eruit stappen

Hij zal bepalen hoe lang de relatie duurt, zij kan er niet zomaar uit stappen. Hij bepaalt immers alles en ze gaat erin mee, ook als ze weet dat ze dat niet moet doen. 

Jij moet oppassen, zegt hij. Ik begin moe van je te worden, en ik hou er niet van als ik ergens moe van word. 
Ze denkt: ik moet helemaal niets. Ik moet godverdomme helemaal niets. 
Maar ze knikt en kijkt hem niet meer aan. 

Hij gaat ver over haar grenzen, maar het is nooit zijn schuld. Hij stelt het zo voor dat zij het daar naar gemaakt heeft. 

Ik zegt toch: néé. Dit is wat je dan krijgt, zei hij. Hij schreeuwde het bijna. Is dat wat je wilt? Dat ik je zo behandel?
Dat deed me denken aan Van dode mannen win je niet van Walter van den Berg, waar zo'n ongezonde relatie vanuit de man, misschien moet ik schrijven: de dader, beschreven is. 

Tijdens het lezen zie je hoe de 'zij' steeds meer vast komt te zitten in de relatie en hoe de 'hij' controle krijgt en houdt over haar. Dat ze dat laat gebeuren heeft te maken met het beeld dat ze van zichzelf heeft. 
Misschien omdat hij het beeld bevestigt dat ze ergens, diep vanbinnen, van zichzelf heeft. Dat ze het niet waard is om goed behandeld te worden. Dat ze dit verdient. De vernedering. De mislukking. 

Korte stukjes

Jante Wortel schrijft in korte stukjes, scènes. Weinig gepsychologiseer, weinig uitleg. Ze geeft weer wat er gebeurt en voor mijn gevoel werkt dat heel goed. Je kunt je voorstellen hoe iemand in zo'n relatie belandt en daarin steeds meer verstrikt raakt, ook als ze zich realiseert dat dit niet goed is en dat ze hierin niet verder moet gaan. 

Het lijkt erop dat ze wacht tot hij haar de deur uit zet. Dat suggereert hij soms ook, maar hij geeft haar ook de opdracht om zich zo te gedragen dat ze door kunnen met de relatie. 

Als je je niet zo gedraagt als ik wil dat je doet, dan zal ik van je af moeten. En ik wil niet van je af, want je bent belangrijk voor me. Maar doe er iets mee. Ik begin het zat te worden. 

 Hoe het werkt in zo'n relatie, dat je iets tegelijkertijd wel en niet wilt, dat je ziet dat iets niet goed voor je is, maar dat je je er toch niet aan kunt onttrekken, dat laat Wortel in Ik, de ander wel erg goed zien. Uiteindelijk (spoiler!) weet de 'zij' zich uit de relatie te wurmen. Als ik zeg dat dat misschien net te gemakkelijk ging, is dat wel een beetje wrang, omdat het juist veel moeite kostte, maar de vraag kwam toch bij me op of het realistisch is dat iemand zo uit een relatie weet te komen. 

Dat een relatie niet over is als ze elkaar niet meer zien, ligt voor de hand en er moet nog heel wat gebeuren voor de 'zij' echt vrij is. 

Het boek eindigt met:

Hij heeft niets achtergelaten. Hij is weg, en dat is het. Er is stilte. Er blijft stilte. Zou je naar de feiten kijken, dan is het net alsof hij er nooit geweest is. Alsof het altijd alleen maar zij was. 

Intrigerend

Ik, de ander is een intrigerend boek. Ik struikelde niet alleen over de afloop van de relatie, maar ook over kleine dingetjes als de zin 'Ze heeft nog nooit zo letterlijk een klik gevoeld'. Maar eigenlijk doen die dingen niet zoveel af aan deze roman, die een geloofwaardig beeld neerzet van een ongezonde relatie. De verstikking en de afhankelijkheid zijn geloofwaardig en je wilt maar door blijven lezen om te weten of de 'zij' toch vrij weet te worden, omdat je haar dat heel erg gunt. 

Eigenlijk dacht ik dat Ik, de ander heet debuut van Jante Wortel is, maar ze blijkt in 2022 ook de roman Weerlicht geschreven te hebben. Het gaat over een verstikkende gezinssituatie en een meisje met een eetprobleem. Dat boek ga ik zeker lezen, maar ik heb nog heel wat boeken die ik nu even voor laat gaan. Komt wel.