maandag 12 februari 2024

Walter van den Broeck (1941 - 2024) overleden

Een klein berichtje, afgelopen week, op een van de sociale media, waarbij ik tijdens het scrollen even stilhield: een foto van een man met een hoed op die zich naar iemand overbuigt. Er stond bij vermeld dat Walter van den Broeck overleden is. Hij werd een zachtmoedig mens genoemd. Ik dacht alleen maar 'Ach, Walter van den Broeck' en ik scrolde weer door. Later wist ik niet meer waar ik het bericht gezien. 

Ook op Tzum las ik een bericht, vrij kort. Er is een tijd geweest dat ik over bijna elke overleden schrijver wel een stukje schreef. Maar daar kwam de klad in. Ik sloeg twee grote schrijvers over, Remco Campert en Jeroen Brouwers, omdat het me even niet uitkwam en ik er niet een kort flodderstukje van wilde maken. En toen was blijkbaar ook de vanzelfsprekendheid weg. Ik liet dit soort stukjes gewoon zitten. Maar nu is Walter van den Broeck overleden. 

Voor de gelegenheid heb ik zijn boeken van de plank gehaald. Het zijn er zeventien. Ergens op een stapel moet Terug naar Walden (2009) zich bevinden. Dat moet ik nog lezen. En in een doos bevinden zich nog twee boekjes met Hollandermoppen: 1 cola met 6 rietjes (1969) en Minder cola met nog meer rietjes (1976). Gekocht voor de aardigheid en vooral omdat de naam Walter van den Broeck erop stond. 

Leesgeschiedenis

In dit stukje probeer ik een soort leesgeschiedenis te schetsen. Wat las ik van Van den Broeck en wanneer? Gelukkig heb ik aan het begin van de jaren tachtig voor in de boeken geschreven wanneer ik ze aanschafte. 

Mijn eerste aanschaf was in 1983:  Brief aan Boudewijn (1980). Dat beviel me goed, want in dat jaar kocht ik ook nog: De troonopvolger (1967), Aantekeningen van een stambewaarder (1977) en De dag dat Lester Saigon kwam (1974). In 1984 kocht ik 362.880 x Jef Geys (1970), Groenten uit Balen (1972) en Tien jaar later: 't jaar 10 (1980). In 1985 verscheen Het beleg van Laken, dat ik meteen kocht. Een jaar later kocht ik Lang weekend (1968) en Aangewaaid. Mogelijk heb ik dat besproken voor een Vlaams blad, 't Kofschip, maar dat weet ik niet zeker meer. Verder gaat mijn administratie niet. 

Brief aan Boudewijn

Waarom ik Brief aan Boudewijn aanschafte, staat me niet meer bij. Mogelijk omdat het in 1982 bekroond werd met de Henriëtte Roland Holstprijs. Het zal niet de lovende recensie zijn die Jeroen Brouwers in 1980 in Vrij Nederland schreef, al zal ik die wel gelezen hebben. Ik had toen een abonnement en bewonderde het werk van Brouwers. Maar ik wachtte nog best een tijd met het kopen van het boek. 

In ieder geval kocht ik het en ik las het. Ik vond het geweldig. In Brief aan Boudewijn richt Walter van den Broeck zich tot koning Boudewijn. De koning heeft ooit Olen, de geboorteplaats van de schrijver, bezocht, maar toen werd de werkelijkheid bij hem weggehouden: er werden nieuwe grasmatten rond ''t fabriek' gelegd en de arbeiders kregen nieuwe overalls, die ze na het bezoek weer moesten inleveren. 

Van den Broeck leidt de jonge Boudewijn rond door de cité, waar de middenstanders wonen en ook de arbeiders. Uiteindelijk komen ze in de Koperstraat, waar Van den Broeck opgegroeid is. Huis voor huis wordt verteld wie er woont en zo krijgen we een beeld van de arbeidersgemeenschap. Bij Koperstraat 45 gaat de koning naar binnen, waar de kleine Walter woont. 

In een kamertje zit het jongetje, dat snikkend de koning aan de borst valt. De koning weert hem niet af en geeft hem zelfs zijn vulpen. 

En als u merkt dat hij er niet in gelukt zijn gesnik definitief te onderdrukken, reikt u hem uw vulpen aan.
Want, neen, helaas, u bent niet gekomen om hem mee te nemen naar het paleis. Rustig is het land nog lang niet en bovendien heeft de cité Walter nodig. Wie? Zeg eens wie anders dan hij zal later verslag uitbrengen van deze onthullende reis? Wie anders dan hij zal deze cité voor de komplete ondergang behoeden, door ze tijdig op schrift te stellen?
En daarom draagt u haar, door het schenken van deze vulpen, aan hem over. 

Een prachtig boek, vond ik. Natuurlijk is het goed geschreven, maar misschien raakte het mij ook wel dat hier een dorpsgemeenschap werd getekend. Mijn vader was geen fabrieksarbeider, maar hij zat wel eens piekerend en hoofdschuddend aan tafel als hij niet wist hoe hij de mulder moest betalen. We wisten wel dat we altijd te eten zouden hebben, want zoals mijn vader altijd zei: 'Een boer laten verhongeren en een vis laten verzuipen, dat valt niet mee.'

Aantekeningen van een stambewaarder

Daarna kocht ik het debuut van Walter van den Broeck, De troonopvolger (1967) . Een wonderlijk boek, dat ik wel aardig vond, maar daar bleef het ook bij. Maar bij Aantekeningen van een stambewaarder (1977) was ik weer helemaal verkocht. In deze roman gaat Van den Broeck het gesprek aan met zijn voorvaderen. 

Het boek kent verschillende pogingen tot een begin, met titels als 'Een eerste begin', 'Een tweede begin' tot en met 'Een vierde begin'. In 'Een tweede begin' vraagt Walter van den Broeck waarom hij dit toch allemaal opschrijft. 

Omdat ik een geldig antwoord wil formuleren op mijn gevoel van ontheemd zijn,
omdat ook ik gegrepen word door het fin-de-siècle-klimaat van deze tijd,
omdat ik weldra vijfendertig jaar oud zal worden,
omdat ik bang ben voor hetgeen nog uit de broeierige schoot van deze wereldkrisis te voorschijn kan komen. 

Uiteindelijk begint hij op een Bijbelse manier: met een geslachtsregister, beginnend bij Adam die Seth gewon en Seth die Enos gewon. Na Noach staan er puntjes en uiteindelijk komt hij uit bij iemand (maar hij weet niet zeker wie) de Jan-Baptiste van den Broeck gewon, een verre voorvader van Walter, die overleed in 1794. Via een rij Van den Broecken (Jan-Gerard, Petrus, Livinus en Peter Jules) komt hij uit bij zijn vader Robert Sidney en uiteindelijk bij zichzelf, Walter Stefaan Karel. Hij eindigt dat deel, en daarmee het boek, met 'Het einde van het begin.'

Voor het hele boek geeft hij zich de opdracht om niets te verzinnen en om zich te beperken tot wat hij weet. Ook in Brief aan Boudewijn bleef hij al dicht bij de werkelijkheid zoals hij die zich herinnerde. 

De dag dat Lester Saigon kwam

De dag dat Lester Saigon kwam (1974) verscheen voor Aantekeningen van een stambewaarder (1977). Ik las de boeken kort na elkaar. Ook hierin speelt de autobiografie van de schrijver een rol. Walter is getrouwd met Eliane (aan wie het boek is opgedragen) en heeft twee jonge kinderen. Zijn oudere broer Jules is verhuisd naar Amerika, toen Walter negen jaar oud was. 

Het huwelijk van Walter en Eliane verkeert in een crisis en Walter verlaat het gezin. Hij verhuurt zich als tuinkabouter, een toeristische attractie. Juist dan komt Jules uit Amerika. Hij krijgt in de roman de rol van de detective Lester Saigon. 

Walter vertelt over Walter van den Broeck in de hij-vorm. Voor een deel is het fictie, maar er staan ook brieven in het boek (van Eliane en Jules), die authentiek zijn  of dat in ieder geval zouden kunnen zijn. 

In zowel De dag dat Lester Saigon kwam, Aantekeningen van een stambewaarder als Brief aan Boudewijn speelt de werkelijkheid een prominente rol. Tegelijk vindt Van den Broeck voor elk boek een bijzondere vorm. Steeds zijn er elementen uit de werkelijkheid, maar de context is die van fictie, zodat je altijd twijfelt of je nu een verhaal zit te lezen of een verslag van wat er werkelijk gebeurd is. Ik vond dat indertijd mateloos spannend. 


Ik was zo vol bewondering dat ik, net vijfentwintig jaar oud, besloot een brief te schrijven aan Walter van den Broeck om te getuigen van die bewondering. Ik kreeg een heel vriendelijk briefje terug, geschreven in een prachtig handschrift. Het zal nog ergens zijn, in een doos op zolder, achter het schot. Alleen bij toeval zal ik het nog in handen krijgen. 

Toneelstukken

In 1984 kocht ik twee toneelstukken van Walter van den Broeck, Groenten uit Balen (1972), dat al aan zijn tiende druk toe was, en Tien jaar later, 't jaar 10 (1982). In deze toneelstukken blijkt de sociale betrokkenheid van Van den Broeck. Groenten uit Balen gaat over een staking in 1971 van de arbeiders die werkten bij Vieille Montagne in Balen. We volgen het gezin van een van de arbeiders, Jan Debruycker. 

Tien jaar later: 't jaar 10 speelt zich tien jaar later af. In het gezin is het nog steeds crisis: werkloosheid, druk van afbetalingen. Er is angst en uitzichtloosheid. 

Van den Broeck heeft een uitgebreid toneeloeuvre. Wikipedia noemt negentien toneelstukken, waaronder Amanda en de widowmaker (1993). Dat las ik als novelle, uit 1994. Verder las ik nog De rekening van het
kind
 (1975), maar het staat me niet meer bij wanneer. Het stuk speelt zich in ieder geval af op een middelbare school. Walter van den Broeck stond negen jaar lang voor de klas, dus hij kent de onderwijswereld. Achter op De rekening van het kind wordt het toneelstuk een afrekening genoemd. De leraar Nederlands heet Willy Taelman, de leraar wiskunde Rik Seifers en de lerares huishoudkunde Laurette de Kock. Dat klinkt in ieder geval behoorlijk flauw. 

Een multiepel

In 1984 kocht ik ook 362.880 x Jef Geys. De ondertitel is 'een multiepel'. Van den Broeck houdt van ondertitels, zo noemde hij De dag dat Lester Saigon kwam 'Een doorkijkroman', Lang weekend 'Een feuilleton' en Aantekeningen van een stambewaarder 'Een boekwerk'. 

Van 362.880 x Jef Geys herinner ik me vooral de vorm. Het boek bestaat uit acht delen, die in willekeurige volgorde gelezen kunnen worden. Dat wil zeggen dat je het boek op 362.880 verschillende manieren kunt lezen. In elk deel wordt eigenlijk hetzelfde verteld, maar steeds vanuit een ander perspectief. Als je alle delen gelezen hebt, moet je concluderen dat de waarheid niet bestaat. Ieder heeft zijn eigen waarheid en heeft vanuit zijn optiek gelijk. 

Ik heb dit boek vaak als voorbeeld gegeven als ik in de klas het vertelperspectief behandelde. 


Het beleg van Laken

In 1985 verscheen Het beleg van Laken dat als ondertitel 'Een moorddroom' heeft, een palindroom. Het is een soort vervolg op Brief aan Boudewijn. De schrijver Walter van den Broeck wordt meegevoerd naar het paleis in Laken, woonplaats van de koning. Op het koninklijk domein krijgt hij een chalet toegewezen. Hij is een soort gevangene, maar hij zal ook een grote opdracht krijgen. 

Hij ontmoet wonderlijke types en hij krijgt allerlei verhalen te horen. Intussen is er militair machtsvertoon bij de paleispoort. Hoe meer Van den Broeck te weten komt, hoe raadselachtiger zijn positie wordt. Ook de tijd blijkt niet betrouwbaar: de schrijver denkt mensen te zien die al niet meer leven. 

Van den Broeck krijgt verhalen te horen over het koningshuis, maar hij moet ook antwoord geven op de vraag 'Waarom schrijft u?' waarover hij ook al had nagedacht in Aantekeningen van een stambewaarder. 


De delen hebben titels die anagrammen zijn van de titel van de roman: 'Hellegat kan beven', 'Hete Belg van Laken', 'Hé, teelbal van 'n gek!', 'En Hegel beval Kant'. 

Later zouden er nog drie romans volgen, die met Het beleg van Laken 'de koningscyclus' zouden vormen. Ook die romans dragen dit soort titels: Gek leven na het bal! (1990), Het gevallen baken (1991) en Het leven na beklag (1992). Ik las van die drie alleen, maar een aantal jaren later, Gek leven na het bal!

Lang weekend

In 1986 las ik Lang weekend, een roman uit1968. Het verscheen een jaar na het debuut, De troonopvolger, maar het is een heel ander boek. Misschien lijkt het nog het meest op De dag dat Lester Saigon kwam, dat pas zes jaar later zou verschijnen. Ook in Lang weekend komt het personage Walter van den Broeck voor. Er staat me eerlijk gezegd niet zo heel veel meer bij van deze roman. Ik vermoed dat De dag dat Lester Saigon kwam zowel persoonlijker als fantasievoller is dan Lang weekend. 


Sterke verhalen

In het jaar dat ik Lang weekend las (in maart) verscheen ook Aangewaaid, dat ik in november kreeg. Ik vermoed dat ik het moest bespreken, maar ik weet dat niet zeker meer. In de inleiding van het boek heeft Van den Broeck het over moderne legenden, waarbij hij Broodje Aap van Ethel Portnoy noemt. Hij zegt dat hij in zijn verhalen sommige legenden als belevenissen heeft weergegeven en sommige belevenissen als legenden. 

Het boek stond me niet aan, als mijn geheugen mij niet bedriegt. Ik was nogal teleurgesteld door deze verhalen, die heel anders waren dan wat ik tot nu toe van Van den Broeck gelezen had. Niet zo persoonlijk, niet zo origineel van vorm, niet zo fantasierijk en vooral niet zo goed.


Na de teleurstelling door Aangewaaid liet ik het werk van Walter van den Broeck even voor wat het was.¡Querido hermano! (1988) kocht en las ik niet, net zoals de drie delen van de koningscyclus. Pas in 1998 kocht ik Verdwaalde post, dat toen net verschenen was. 

Verdwaalde post

Verdwaalde post is weer een typisch Van-den-Broeckboek. Voor deze roman heeft hij weer een vorm die op maat gesneden is. In dit geval is het de briefvorm. Het boek opent met een brief van Walter van den Broeck aan zijn uitgever. Hij schrijft dat hij een manuscript stuurt dat hem ongevraagd is bezorgd. Het is een soort pak van Sjaalman, dat begint met een brief van Martine Vervoort, de weduwe van de dichter Jonathan Siebens, auteur van drie dichtbundels die met gemengde gevoelens ontvangen werden. Het derde werd zelfs de grond in geschreven.

'Hoewel het verdict unaniem was, is het toch vooral úw schampere stukje geweest dat hem het diepst heeft gekwetst, schrijft de weduwe.' 

In de volgende brieven (en enkele tapes) gaat het over acht mysterieuze sterfgevallen. Florian Dedecker, voormalig reclameschrijver en tv-producent, gaat samen met enkele commissarissen van de Gerechtelijke Politie op onderzoek uit. Ze komen uit bij Jonathan Siebes. 

Het is goed om te bedenken dat Verdwaalde post maar enkele jaren na de arrestatie van Marc Dutroux uitkwam. Veel boeken van Van den Broeck gaan over België. Het lijkt erop of hij ook hier de stand van de staat peilt. Verder gaat het ook weer over hemzelf, al speelt hij niet de hoofdrol. 

Na Verdwaalde post had ik weer zin in meer werk van Van den Broeck. Mogelijk kocht ik toen Gek leven na het bal! en ook de novelle Amanda en de widowmaker (1994) waarvan ik me nog maar weinig herinner. Of zou ik dat boek later aangeschaft hebben? 

Een lichtgevoelige jongen

In 2001 verscheen Een lichtgevoelige jongen. De titel verwijst naar de hoofdpersoon, een jongetje met een camera (Valentijn-met-de-kodak), die zich op een dag in 1953 verder van huis waagt dan hij gewend is. Er is een militaire oefening aan de gang, die uiteindelijk uit de hand loopt. 


Heb ik deze roman besproken in het Nederlands Dagblad? Het zou kunnen, maar als dat zo is, is de recensie achter de betaalmuur verdwenen. Ik weet nog wel dat het boek me maar matig aanstond. Het melancholische (jongetje in 1953) zal me wel aangesproken hebben, maar wat pruimde ik dan minder goed? Is het te romantisch? Te onwaarschijnlijk? Vond ik de kalverliefde te zoetig? Geen idee. Het is in mijn geheugen gebleven als een matig boek. 

De beiaard en de dove man

Voor een deel geldt dat ook voor de volgende roman, De beiaard en de dove man. Een groot deel van het boek vond ik wel aardig, maar ook niet zoveel meer dan dat. Het onderwerp is interessant genoeg. Walter van den Broeck heeft afgesproken met zijn stokdove vader Robert. De relatie tussen die twee is lastig. 

Tot ergernis van zijn vrouw Eliane heeft Walter verzuimd een cadeau voor zijn vader te kopen. Dan bedenkt hij dat hij hem een hoorapparaat zal geven. 

Door vader zo'n apparaat cadeau te doen zou ik tegelijkertijd eindelijk, eindelijk, eindelijk een definitief einde kunnen maken aan zijn tirannie! Want alleen een vader die voortaan álles kon horen, zou ik, eindelijk, eindelijk, eindelijk alles maar dan ook álles wat ik hem te verwijten had naar het hoofd kunnen slingeren. 

Het verhaal kabbelt een hele tijd voort, maar het slot is prachtig. Tenminste, zo herinner ik het mij. Ik heb erover geschreven. De recensie heet 'Een slot dat een hele roman rechtvaardigt' en dat is ongetwijfeld een kop die ik niet zelf verzonnen heb. 

Niet gelezen

Na De beiaard en de dove man was ik eigenlijk wel weer gewonnen voor het werk van Van den Broeck. Heb ik toen pas Gek leven na het bal! gekocht? Ik heb het in ieder geval gelezen en vond het 'wel goed'. De verrassing van Het beleg van Laken was er niet, maar het is goed geschreven. 

In 2007 verscheen De veilingmeester. Ik las dat het er was en dacht dat ik dat boek maar moest kopen, maar het kwam er niet van. En daarna verloor ik een beetje het zicht op wat Van den Broeck schreef. Terug naar Walden (2009) kocht ik pas onlangs, tweedehands. Ik ga het zeker lezen, al kan het nog even duren. 

In 2011 verscheen de verhalenbundel Een vrouw voor elk seizoen. Het is mij ontgaan en waarschijnlijk zou ik het boek aan me voorbij hebben laten gaan. 

Over Het alfabet van de stilte (2013) las ik pas onlangs dat het een roman is over seksueel misbruik in de rooms-katholieke kerk. Over De vreemdelinge (2015), De babyboomboogie (2017) en Niets voor de familie (2019) weet ik helemaal niets. De boeken verschenen zonder dat ik het wist. Blijkbaar keek ik een andere kant op. Of kregen ze in Nederland toch al weinig aandacht?

Crossroads

In 2021 liep ik toevallig in een boekhandel aan tegen Crossroads, een kleine roman, die dat jaar verschenen was. Ik had de tweede druk, dus het werd verkocht. Voor in het boek staat: 'Al wie in dit boek voorkomt is een romanpersonage, ikzelf inbegrepen'. Dat doet denken aan het bericht voor in Het beleg van Laken: 'Doordat ze in dit boek voorkomen zijn alle èchte personen, plaatsen en gebeurtenissen net zo fiktief als de personen, plaatsen en gebeurtenissen die ik verzonnen heb.'

Crossroads gaat over de streek waar Van den Broeck is opgegroeid. Hij schetst het leven van twee ongetrouwde zussen en dat doet hij heel goed. Ingetogen, soberder dan ik van hem gewend was. Ik was zeer gecharmeerd van het boekje en nam het op in de lijst met beste boeken die ik in 2021 las. Ik schreef er ook over op mijn weblog (hier). Ik schreef dat ik zin had om meer van Van den Broeck te lezen. 

In 2022 verscheen Tijl Uilenspiegel maar dat trok me niet zo aan. Misschien omdat ik al Tijl van Daniël Kehlmann had gelezen. In 2023 verscheen De lastige liefde en daar heb ik niets van gemerkt. Anders had ik het waarschijnlijk wel gekocht. Ik heb de beschrijving ervan nu gelezen en ik moet denken aan De dag dat Lester Saigon kwam

Wel heb ik dus Terug naar Walden gekocht. Het is terechtgekomen op de stapel met boeken die ik wil gaan lezen. Het komt er nog wel van. 

Omvangrijk oeuvre

Van den Broeck laat een behoorlijk omvangrijk oeuvre na. Een deel ervan heb ik niet gelezen. Ik denk dat ik teleurgesteld was door een paar boeken, maar er zijn ook boeken waar ik met plezier en bewondering aan terugdenk: De dag dat Lester Saigon kwam, Aantekeningen van een stambewaarder, Brief aan Boudewijn, Het beleg van Laken, Verdwaalde post, Crossroads. Dat is toch heel wat. 

Elke schrijver heeft het recht om beoordeeld te worden op het beste wat hij of zij geschreven heeft en bij Van den Broeck zijn dat ook echt goede boeken. Het alfabet van de stilte moet ik eigenlijk nog lezen, vind ik en Terug naar Walden ook

Ik hou van het werk van Van den Broeck, niet alleen omdat het goed is, maar ook omdat veel van zijn boeken verrassend zijn. Hij vindt elke keer een vorm voor juist dat boek. Verder speelt hij met fictie en werkelijkheid en dat heeft ook altijd iets vrolijks. En altijd weer zijn ze typisch Walter van den Broeck. Ze zouden door niemand anders geschreven kunnen zijn, ook doordat hij zelf vaak als personage optreedt. 

Misschien vergis ik me, maar ik heb het idee dat het werk van Van den Broeck, op Brief aan Boudewijn en Het beleg van Laken na in Nederland niet zo bekend is. Dat is jammer, want hij heeft een goed en interessant oeuvre bij elkaar geschreven. Gelukkig kunnen we zijn boeken nog steeds lezen. 

7 opmerkingen:

  1. Hoi Teunis, een indrukwekkend stuk! Maar ik ga denk ik toch niets van hem lezen, er is ook zoveel om te lezen. Groetjes, Erik

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Er is inderdaad altijd meer dan je aankunt, Erik. Dat geldt voor mij ook en dat is de ene keer ontmoedigend, de andere keer aanmoedigend.

      Verwijderen
  2. Joke van Overbruggen13 februari 2024 om 09:06

    Bedankt voor dit mooie verhaal over Walter van den Broeck,
    heb nog nooit iets van hem gelezen, misschien kan ik
    op de boekenafdeling van kringloopwinkel Het Goed nog
    een werkje van hem vinden

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Als je Brief aan Boudewijn zou kunnen krijgen, zou dat mooi zijn, Joke. Dat is echt een klassieker en het is een ontroerend mooi beeld van een arbeiderswijk.

      Verwijderen
  3. Joke van Overbruggen13 februari 2024 om 14:20

    Dank voor de tip, Teunis

    BeantwoordenVerwijderen