Mijn keuze voor sommige boeken kan ik moeilijk verklaren. Van sommige weet ik al bij voorbaat dat ik ze wil gaan lezen (de nieuwe Connie Palmen, bijvoorbeeld), wat overigens niet wil zeggen dat dat dan ook daadwerkelijk gebeurt, en voor andere lijk ik gedachteloos te kiezen.
Van tijd tot tijd lees ik een jeugdboek. Omdat er heel veel goede Nederlandse jeugdboeken zijn en ook omdat het lezen van die boeken meer als ontspanning aanvoelt dan het lezen van veel andere boeken. Van die boeken geniet ik ook, maar er zit ook een element van 'werk' in.
Over het meeste wat ik lees, schrijf ik hier, maar als mijn schrijven erg ver achter gaat lopen op mijn lezen, sla ik er wel eens eentje over. Zo heb ik nooit geschreven over het jeugdboek Films die nergens draaien van Yorick Goldewijk. Goed boek, trouwens.
Op de stapel 'Nog te lezen' ligt Oevers van Ludwig Volbeda. Ik kocht het tegelijk met 19|91 van Tom Rijpert. Ik vermoed dat ik net het interview met Rijpert in De Grote Vriendelijke Podcast had gehoord toen ik de boekwinkel in stapte en dat ik het boek daarom heb gekocht. Geen spijt van gehad.
Titel
Het lukt me niet de titel goed te noteren: de tweede negen moet eigenlijk in spiegelbeeld afgedrukt worden, zodat 91 het spiegelbeeld vormt van 19. Ik zal het dus eenvoudigweg hebben het over 19/91.
19/91 is vooral een spannend boek. Als je je mee wilt laten slepen door een verhaal, dan is dit boek zeker een aanrader. De hoofdpersoon is het meisje Basha Berkel, dat net klaar is met groep 8 en na de vakantie zal beginnen in het voortgezet onderwijs. Eerst heeft ze nog een zomerkamp op Terschelling, waar ze weinig zin in heeft.
Spiegelkinderen
Gelukkig ontmoet ze al snel een eigenwijs jongetje met een brilletje, Tibbe. We schrijven 2002, een spiegeljaar, net als 1991, het geboortejaar van Basha en Tibbe. Basha is ook nog geboren op 2 februari en Tibbe op 8 augustus. Ze zijn spiegelkinderen.
Dat hele spiegelgedoe nam ik in het begin van het boek op de koop toe. Het deed me in de verte denken aan De torens van februari van Tonke Dragt, waarin 29 februari een belangrijke rol speelt.
In 1991 is er, op het kamp op Terschelling een jongen verdwenen. Basha en Tibbe gaan op onderzoek uit en ze halen heel wat boven water: er blijken nog inscripties te vinden te zijn, het vogelwachtershuisje blijkt meer te bevatten dan je zou denken en er lopen meer mensen rond die indertijd de verdwijning van de jongen meegemaakt hebben dan ze dachten.
Moord?
Ze komen steeds dichter bij een oplossing. Betreft het hier een moord? Is er wat meer aan de hand? Om dat te weten te komen, moet je 19/91 lezen.
Bij De torens van februari was ik helemaal mee in de opzet van het boek en ook wat betreft de geheimzinnigheid. Bij 19/91 is de speurtocht spannend en het verhaal zit echt goed in elkaar, maar het hele gedoe met het spiegelen (en later dat met het al dan niet voortgaan van de tijd) beviel me iets minder, al is het wel nodig voor de ontknoping. Eigenlijk was het speuren van de kinderen me al interessant genoeg.
Net noemde ik het al dan niet voortgaan van de tijd. Dat deed me tijdens het lezen denken aan de graphic novels van Marcel Ruijters, waarvan ik onlangs Alles hangt samen besprak. Daar is het altijd 1913.
Veel van de inhoud van 19/91 moet ik onbesproken laten, omdat ik niets wil verklappen. Het boek is voor een belangrijk deel de ontraadseling van een mysterie. Of het oplossen van een misdaad.
Proloog
Het boek begint met een proloog, waar Tibbe in zijn eentje de tijd aftelt. Nog even en hij moet iemand van de leiding wekken.
Tik, tik, tik. Dertig seconden nog. Was het zijn schuld geweest? dacht hij voor de zoveelste keer. Als hij nooit over de zaak van de verdwenen jongen was begonnen, waren Basha en hij ook nooit hun onderzoek gestart. Maar die jongen was al elf jaar vermist! Tibbe had toch ook niet kunnen weten dat het zo zou aflopen? Het was een totaal onrealistisch verhaal... Hij gleed van het podium en sloop de zaal uit. De schrammen op zijn benen deden nog steeds pijn.
Hij wekt inderdaad de leidster:
'Wakker worden,' fluisterde hij dicht bij haar oor. 'Wakker worden en niet schrikken. Ik moet je wat vertellen...' Hij slikte moeizaam. 'Het is weer gebeurd.'
En dan pas krijg je het verhaal van Basha, op de boot naar Terschelling en alles wat daarna volgt. De proloog zakt een beetje weg uit je geheugen, tot bijna het eind van het boek, als je beseft dat gebeurd is wat al aangekondigd was.
Zoals gezegd: 19/91 is ongemeen spannend, maar het is ook het verhaal van een meisje dat zich wat ongemakkelijk voelt en dat straks wel naar het voortgezet onderwijs moet. Hoe redt ze zich daar nou weer! En van een andere jongen, een beetje een pestkop, moeilijk voor de leiding, de andere kinderen en voor zichzelf. Uiteindelijk blijkt hij natuurlijk niet zo'n rotzak te zijn. En van de kleine Tibbe, die een beetje op een kikker lijkt en die met zijn eigenwijsheid meteen je hart verovert.
De zeven sleutels
Hiervoor heeft Rijpert De zeven sleutels geschreven. Een boek dat zo dik is, dat het in twee delen is verschenen: Het pad van de roverkoning en Voorbij de val. Zeven poorten, met zeven sleutels. Elke poort heeft een bewaker en Kobold zal ze allemaal moeten verslaan als hij bij de schat van de Roverkoning wil komen. Dat zal ook best spannend zijn.
Lees dus gerust iets van Tom Rijpert. Of van andere jeugdboekenschrijvers, want er is veel moois op dat gebied. Hieronder neem ik wat links op naar stukjes die ik daarover eerder schreef. Daar zit vast wat voor je tussen. Ik wil in ieder geval nog wat meer van Lydia Rood lezen en ik heb ook al eens in mijn hand gestaan met Mot en de metaalvissers van Sanne Rooseboom. En ook van oudere jeugdboeken heb ik nog heel wat op mijn lijsjte staan, zoals Lawines razen van An Rutgers van der Loeff. Keus genoeg.
Wat een fijne bespreking weer. Dit boek ga ik zeker lezen, want ik heb ook zo genoten van zijn vorige twee boeken. En Mot en de metaalvissers is zeker een aanrader. Echt een pareltje.
BeantwoordenVerwijderenDank voor je reactie. Mot ga ik zeker lezen, maar eerst Oevers nog.
BeantwoordenVerwijderen