maandag 24 januari 2022

Bij nader omzien (Simon Carmiggelt)



Vaak lees ik vrij recente boeken, omdat ik een beetje bij wil blijven, maar er zijn ook oude boeken die op stapels liggen, in kasten staan, rondzwerven en gelezen willen worden.  Soms pak ik zo'n boek tussendoor. Deze keer was dat Bij nader omzien van S. Carmiggelt

Ik dacht dat ik nog niet zo lang geleden over een boek van hem geschreven had, maar dat bleek in 2019 te zijn, over Ik mag niet mopperen. Het beste uit die bundel vond ik goed, blijkt uit wat ik toen schreef. Zo herinner ik mij de bundel ook: met plezier gelezen, best goed. Eerder besteedde ik aandacht aan Gedundrukt en aan Kronkels, verstript door Dick Matena. 

1950 - 1960

Bij nader omzien (1986) stelde Carmiggelt samen toen hij al gestopt was met zijn dagelijkse stukjes in de krant. Het zijn 'Kronkels' die niet eerder gebundeld zijn. Dat hoeft niet bij voorbaat iets over de kwaliteit te zeggen: Carmiggelt schreef zo veel, dat hij onmogelijk alle stukjes of zelfs maar alle goede stukjes in de bundels kwijt kon. In deze verzameling staan stukjes uit de periode 1950 - 1960. 

'Onder enige stukjes heeft de auteur, wanneer hij dat functioneel vond het jaar van verschijning in de krant vermeld,' staat er achter in de bundel. Voor de hedendaagse lezer is niet meer na te gaan waarom dat de ene keer wel functioneel was en de andere keer niet. Overal wel of overal niet lijkt me logischer, maar misschien was van sommige stukjes niet meer duidelijk wanneer ze gepubliceerd zijn. 

Eerlijk gezegd viel dit boekje me nogal tegen. Na Ik mag niet mopperen stond ik wel open voor nog wat Carmiggelt, maar deze verhalen konden me niet zo boeien. Verschillende blijven steken in beschrijvingskunst, vooral die over zijn katten. Aardig verwoord, hoor, maar de verhalen op zich interesseren me niet zo. 

Plichtmatig uitlezen

Bij te veel verhalen betrapte ik mijzelf op het plichtmatig uitlezen, zonder dat ik geboeid was. Maar Carmiggelt op zijn best duikt ook hier en daar op en die laat me wel rechtop zitten. Bijvoorbeeld bij het verhaal 'Boterham met worst', een herinnering aan de oorlog, of 'Een vakman' over een man die sinterklaas gespeeld heeft. 

De verzameling 'Kleinigheden' begint meteen met actie:

Het jonge meisje en de allang niet meer jonge man waren vrolijk pratend in de vrij volle tram gestapt en doorgelopen naar het achterbalkon, waar ik mij ook ophield. Toen ze daar in een hoekje hun gesprek voortzetten sprong, vlak voor de deuren dichtgingen, een robuuste knaap van een jaar of achttien naar binnen, deed twee grote stappen naar voren, greep de man in de borst en plaatste een harde linkse-directe op zijn oog. 
'Zo, dat is voor jou, ouwe smeerlap,' schreeuwde hij met een van drift overslaande stem. 
'Doe nou niet, Henk,' zei het meisje angstig, ''t is me pa.'
De jongen liet de man los.
'O dat verandert,' zei hij redelijk.

Kijk, dan heeft Carmiggelt me meteen te pakken. Maar dat gebeurde te weinig. 

Op zoek naar Riekie

Aan twee verhalen die ik nog niet genoemd heb, had ik toch wel aardigheid: 'De trap' en 'Op zoek naar Riekie'. Maar verder is er te veel dat in mijn ogen middelmatig is. Hier en daar een goede dialoog, soms een rake beschrijving, maar bij te veel verhalen kabbelt het een beetje voort. Ze worden nooit helemaal slecht, maar ook niet helemaal goed. 

Als ik Carmiggelt nog een kans wil geven, moet ik maar weer eens een reguliere bundel pakken en niet zo'n nalezing. Maar ik ga eerst maar eens wat andere dingen lezen. 

2 opmerkingen:

  1. Hoi Teunis, het is tijden geleden dat ik iets van Carmiggelt heb gelezen, maar met name zijn bundels met kroegverhalen heb ik met veel plezier gelezen. Iedere dag een "Kronkel" en dat vele jaren lang, dat is toch wel indrukwekkend. Groetjes, Erik

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Het beste van Carmiggelt is goed, Erik. Maar door deze keuze was ik wel teleurgesteld. Ik heb nog wel het een en ander van hem liggen en daar ga ik nog wel wat van lezen.

    BeantwoordenVerwijderen