Wat komt er vandaag onder het stof uit? Een recensie van twee boeken van Fleur Bourgonje: de roman Verdwijnpunt en de dichtbundel Hartenbeest. Vanaf het debuut Spoorloos (1985) volg ik het werk van Bourgonje. In mijn ogen is ze een belangrijke auteur, met een oeuvre waarin de werken samenhangen. De afzonderlijke boeken zijn vaak al sterk, maar in samenhang krijgen ze nog meer betekenis. Mensen die haar werk niet kennen, doen zichzelf echt tekort en onthouden zich veel moois.
Onder aan de recensie neem ik links op naar andere besprekingen. Ik heb namelijk al vaak over haar werk geschreven. De recensie hieronder werd geplaatst in het Nederlands Dagblad van 22 januari 2010.
Fleur Bourgonje maakt de afwezigen aanwezig
Fleur Bourgonje heeft intussen meer dan twintig titels op haar naam staan. Dat is een behoorlijk omvangrijk oeuvre. Bovendien vertoont haar werk weinig zwakke plekken, tenminste wat het proza betreft. Bij haar poëzie hebben de afzonderlijke gedichten niet altijd de zeggingskracht die je van een gedicht verwacht, maar Bourgonjes gedichten moet je niet een voor een lezen, maar in serie, zoals ze geschreven zijn. In zo'n serie draait het vaak om het laatste gedicht en in de afzonderlijke gedichten vaak om het slot van het gedicht. Eigenlijk lees je haar gedichten als verhalen. Bourgonjes proza leest juist als poëzie. Haar proza heeft altijd iets bezwerends, het is melodieus en het voert je graag mee op het ritme van de zinnen.
Je kunt bij Fleur Bourgonje roman, verhaal en gedicht dan ook niet goed scheiden. Meer dan een schrijfster van afzonderlijke werken is ze een auteur die aan een oeuvre bouwt. Binnen dat oeuvre zijn er constanten, thema's die steeds weer terugkomen. Een van die thema's, dat al voorbereid werd in haar eerste boek, maar volop de kans kreeg in Oostenwind, koningskind, is dat van het kind dat in het donker door haar moeder met een koffer op het erf gezet wordt, omdat het heeft gezegd dat het bij de buren zo gezellig is. Het kind voelt zich verlaten en die angst om kwijt te raken en kwijtgeraakt te worden zal ze bij zich houden, net als de wetenschap dat je er ten diepste alleen voor staat.
In veel boeken van Bourgonje verdwijnen mensen. Al in haar debuut Spoorloos, maar ook in bijvoorbeeld de dichtbundel Vrije val.
Een tweede thema komt naar voren in personages die een onbekend verleden hebben of een innerlijk leven dat aan anderen niet bekend is. In Oostenwind, koningskind vraagt de hoofdpersoon de mensen in wier dorp ze gaat wonen naar hun diepste dromen en in Onderstroom hebben de geliefden beiden een verleden dat ze voor de ander verzwijgen. Iemand tot je lichaam toelaten is lang niet zo intiem als iemand toelaten tot je hoofd, zei de schrijfster ooit.
In de roman Verdwijnpunt komen die thema's samen. De ik-figuur bevindt zich in 2007 in een schaapskooi in de Pyreneeën die tot atelier verbouwd is. De stroom is uitgevallen en in het donker voedt ze het bijna gedoofde haardvuur met oude kranten. In een van die kranten staat een foto van een vrouw die ze herkent, vlak voordat de vlammen het portret verbranden. De vrouw op de foto komen we al in een vroeg stadium tegen in het werk van Fleur Bourgonje, al in de dichtbundel Achtergelaten land uit 1989. Het is de vrouw met wie de ik-figuur aan de Maas zat en die later verdween. Ze denkt dat ze verdronken is en dat ze alleen in haar gedichten nog leeft.
De vrouw blijkt niet dood te zijn. In Verdwijnpunt noemt Bourgonje haar Vera. Ook Helena is een verdwenen vrouw. Ze stond bij school twee kinderen op te wachten en werd opgepakt, Buenos Aires 1976. Fleur Bourgonje was in die tijd in Argentinië. Ze schreef erover in haar indrukwekkende debuut Spoorloos, ze zou er later vaker over schrijven.
In Verdwijnpunt raadpleegt de ik-figuur haar agenda's uit die tijd, omdat ze terug wil halen hoe het allemaal gebeurd is. Het verhaal erover moet geschreven en het laat zich maar niet schrijven. De oude man, die steeds staat uit te kijken over de afgrond, zegt dat je een verhaal overal kan schrijven.
Of nergens, wilde ik zeggen, sommige verhalen laten zich nergens schrijven. Die blijven waar ze zijn. In het hoofd. Op de bodem. Van buitenaf niet te zien. Geen mens die er weet van heeft.
Maar ze zegt het niet. Ze houdt het voor zichzelf. De man heeft net wel verteld waarom hij daar staat. Ook in zijn leven is er een verdwenen vrouw.
Uiteindelijk komt het verhaal er niet. Bourgonje schrijft:
Het zoeken naar woorden om verdwijning, paniek en rouw te beschrijven is een nodeloze bezigheid. Je vindt ze niet, al ga je nog zo ver, al reis je nog zo alleen, al sluit je je nog zo lang op in een berghut of een stadsappartement dat op peinzen en schrijven is afgestemd. Je vindt versleten termen, loze omhulsels, afval van anderen.
We lezen dat op het moment dat we al bijna een heel boek achter de rug hebben, een boek dat er dus wel gekomen is. Een gefragmenteerd boek, met stukjes uit het heden en uit het verleden, met stukjes over verschillende vrouwen, met encyclopedische stukken over Zuid-Amerikaanse landen. Niet in een afgerond verhaal, maar in al die scherven krijgt de lezer wel zicht op wat verdwenen is, op het gemis.
Uiteindelijk houdt de ik-figuur de herinneringen over.
Misschien is het anders gegaan, misschien zag het er anders uit, maar dit is het beeld dat ik al die jaren heb vastgehouden en met de beelden die we vasthouden moeten we het doen, daaruit bestaat ons leven, niet uit wat we verdreven hebben of vergeten zijn.
Verdwijnpunt is alleen te kopen samen met de dichtbundel Hartenbeest. Het hartenbeest, een Zuid-Afrikaanse antilope, is de boodschapper tussen de wereld van de levenden en die van de doden. Al in De bedrieglijke warmte van vuur probeerde de schrijfster die twee werelden te verbinden en in zekere zin probeert ze dat in al haar werk. Je kunt nog zo schrijven dat iemand verdwenen is, op het moment van schrijven en het moment van lezen is zo'n afwezige aanwezig. In Spoorloos is er zelfs een verhaal waarin de doden allemaal present zijn op een verjaardag, waarna ze weer terug moeten in hun afwezigheid.
Er lopen lijntjes tussen Verdwijnpunt en Hartenbeest. Gelukkig is het ene boek niet een illustratie bij het andere en wordt in het ene boek niets overgedaan wat ook al in het andere staat. Verdwijnpunt is een rijke roman, waarin zoveel aangestipt is, dat in deze recensie nog niet alles genoemd is. Het boek gaat bijvoorbeeld ook nog over Uruguay, ook nog over de katharen en ook nog over grotten met daarin grottekeningen. Die grottekeningen komen terug op de omslag van zowel de gedichtenbundel als de roman.
Ook in grottekeningen zijn de afwezigen aanwezig. Het hartenbeest krijgt de opdracht de verdwenene terug te halen: ,,fluister kom / fluister haal hem // haal hem naar hier / hartenbeest hartendier -''. Maar ook hier zal de ik-figuur het moeten doen met de herinneringen aan wat was. En met de taal natuurlijk, waarin zowel de gemiste als het gemis gevangen is. Bourgonjes boeken zijn daarmee rotstekeningen geworden. Door te schrijven heeft ze al wie afwezig is aanwezig gemaakt en bewaard. Het helpt niet natuurlijk, maar het is indrukwekkend.
Eerder schreef ik over ander werk van Fleur Bourgonje
Geen opmerkingen:
Een reactie posten