donderdag 2 oktober 2025

Afgestoft: De geur van de durian (Peter Andriesse)

Weer heb ik het stof geklopt van een oude recensie. Deze keer van wat ik schreef over De geur van de durian (1986) van Peter Andriesse. Het stond in 't Kofschip, vijftiende jaargang nr. 4 (september / oktober 1987). Waarschijnlijk kreeg ik de opdracht om het boek uitgebreid te bespreken, want het is een hele lap tekst geworden. Het kan ook zijn dat ik zelf mocht weten hoe lang de recensie werd. 

Ik vond het een heel aardig boek, maar ik kwam er nooit toe om iets anders van Andriesse te leven. Als ik Gezelligheid troef (1977) tegenkwam, zou ik de roman wel kopen en ik zou hem ook lezen, al was het maar om literair-historische redenen. Andriesse raakte zijn vrouw kwijt aan Jeroen Brouwers en dat is in die roman te lezen. 

Andriesse werd trouwens in 1985 geïnterviewd in 't Kofschip, maar ik vermoed dat ik toen nog niet in het blad schreef. Ik herinner me niet het interview gelezen te hebben. 

Hieronder dus de recensie, die eigenlijk best wat korter had gekund en die soms een beetje frikkerig is, maar goed, toen meende ik blijkbaar dat ik zo moest schrijven. Het boek kwam wel weer goed bij me boven: ik ging me er steeds meer van herinneren en dat is ook wat waard. 

Wel vertel ik zo'n beetje het hele boek na. Als je spoilers wilt vermijden, moet je deze bespreking dus niet lezen. 


To have your will, is that what pleasure is?

Peter Andriesse verbleef van 1951 tot 1954 op een internaat te Sumatra. Het is dan ook geen wonder dat Indonesië met enige regelmaat in zijn boeken voorkomt. Als voorbeeld kunnen genoemd worden De roep van de tokèh, Koude sambal en zijn nieuwste boek, De geur van de durian. 

Dat boek speelt zich geheel af op het eiland Sumatra, waar Erik Hansen en zijn zuster Heleen een gedeelte van hun jeugd hebben doorgebracht. Samen met Eriks vrouw Myra gaan ze terug voor een vakantie op dat eiland. 

Myra voelt zich een beetje een buitenstaander; ze heeft geen gemeenschappelijke herinneringen met de andere twee. Bovendien heeft ze het idee dat Erik eigenlijk niet meer om haar geeft. Hij verhult niet voor haar dat hij zeer gecharmeerd is van het Indonesische meisje Yati, zoals hij eigenlijk door alle mooie jonge meisjes geprikkeld  wordt. 

Als Erik en Heleen een paar dagen samen weg zijn, wordt Myra door een oud-klasgenoot van Erik, Bert de Zeeuw dronken gevoerd en verkracht. 

Heleen gaat terug naar Nederland en Erik en Myra zullen naar het zuiden van het eiland gaan om daar nog een tijdje samen door te brengen. Vlak voordat ze vertrekken, komt Yati naar hun kamer om afscheid te nemen van Myra, maar die is er niet. Wanneer Erik Yati aan wil raken, rent ze weg. Als ze om de hoek van het gebouw verdwijnt, schiet De Zeeuw tevoorschijn en rent haar achterna.

Naar het zuiden kunnen ze meerijden met Robbie de Goede, een jongen die met zijn vrachtwagen apothekers bevoorraadt. Onderweg koopt Robbie voor Myra een ring met een doorschijnende groene steen. Hij zegt:

(Deze ring) maakt dat je altijd aan mij zult blijven denken. Maar pas op, verlies hem niet, want dat brengt ongeluk. 

Als ze eenmaal in het zuiden zijn, verbetert de verhouding tussen Myra en Erik niet. Er blijven wederzijdse ergernissen. Erik wil met alle geweld de vulkaan Merapi beklimmen, maar Myra heeft daar geen zin in. Ze gaat toch mee en zorgt er zelfs voor eerder dan Erik de top te bereiken. Als Erik boven komt, is het zo mistig geworden, dat hij Myra niet kan zien. Hij roept en wacht, maar Myra komt niet opdagen. 

Erik schakelt de politie in. Er worden zoekacties op touw gezet. Zonder resultaat; alleen Myra's ring wordt teruggevonden. Erik wordt gevangengenomen. In de gevangenis hoort hij dat Yati vermist wordt sinds hij haar voor het laatst gezien heeft. Ook in deze zaak is hij verdachte; De Zeeuw heeft getuigd dat hij Yati voor het laatst in gezelschap van Erik gezien heeft. 

Tijdens een gesprek met zijn advocaat raakt Erik zijn spraak kwijt en na een bezoek van De Zeeuw blijkt hij ook nog doof te zijn geworden. 'De volkomen stilte gaf hem een gevoel van vrede.'


Ik ben met reuzenpassen door het boek heen gebanjerd; ik heb slechts grofweg een verhaallijn aangegeven, zodat u de opmerkingen die ik verder over dit boek maak binnen het verhaal een beetje een plaats kunt geven. 

Centraal in de boek staan de personen, hun onderlinge relaties, de spanningen die daarin ontstaan. Laten we daarom die personen maar eens wat nader bekijken. 

Over Heleen komen we niet zo erg veel te weten. Erik denkt over haar:

Ze is plooibaar als een zijden kledingstuk, gemakkelijk, maar op den duur ongelooflijk saai. Hij realiseerde zich dat ze altijd zo was geweest: een gezeglijk en braaf meisje.

Heleen speelt eigenlijk toch maar een bijrolletje in het boek. In de composities van het verhaal heeft zij . steeds een dienende functie: ze moet helpen de buitenstaanderrol van Myra te benadrukken, haar houding tegenover Erik moet met die van Myra contrasteren en verderop in het boek is zij degene aan wie Erik brieven kan schrijven, zodat de lezer hém beter kan leren kennen.

Over Erik en Myra weten we veel meer. Ze zijn de enige personen die van binnen uit beschreven zijn.

Myra weegt slechts vijfenveertig kilo. Te weinig voor haar lengte, zegt Heleen. Toch voelt Myra zich dik. Geregeld propt ze zich vol met voedsel en rent daarna naar het toilet, waar ze probeert over te geven. Dat overmatig eten en het opwekken van de vomatie daarna zijn dwanghandelingen voor haar geworden. Ze heeft een soort 'dikte-fobie' en slikt daarom ook eetlustremmende laxeerpillen. 


Door dit alles vindt ze zichzelf verachtelijk. 'Ze begreep niet dat Erik het ook maar een dag kon uithouden met een zo verwerpelijk mens als zij.'

Ze lijdt eronder dat Erik haar zo weinig aandacht geeft. Het is voor haar een bevestiging van de gedachte dat ze niet de moeite waard is. Soms tergt ze Erik, zodat er tussen hen een fikse ruzie ontstaat, waarbij ook klappen vallen. Hoe pijnlijk dat ook voor haar is, toch geniet ze van de aandacht die ze op dat moment krijgt:

Het gebeuk van zijn vuisten had ze ervaren als een gewelddadig strelen waaraan ze een griezelig genot had beleefd. Hij had haar zijn heftigste emoties getoond in plaats van zijn gewone onverschilligheid. 

Al met al zou je kunnen stellen dat Myra behept is met een flink minderwaardigheidscomplex. Ze zit volgestouwd met zelfverachting en schuldgevoelens. Zo voelt ze zich tekortschieten als echtgenote, omdat ze geen kinderen wil, in tegenstelling tot Erik. Ze vreest dat er iets met Yati gebeurd is en ze wijst zichzelf als schuldige aan. (Zij had Yati's zusje verteld dat ze binnenkort zouden vertrekken. Anders was Yati geen afscheid komen nemen.)

Verder is ze vaak bang. Bang dat er met Yati iets gebeurd is, bang dat De Zeeuw Erik daar de schuld van zal geven, bang dat ze haar ring zal verliezen, bang om naar de top van een berg te klimmen. Soms krijgt ze spontaan een huilbui. Ze is dan ook onder behandeling van een therapeut. 

Erik is twaalf jaar ouder dan zijn vrouw. Hij heeft al een mislukt huwelijk achter de rug. Hij is doof aan een kant en dat lijkt me symbolisch. In feite is hij doof aan Myra's kant, doof voor alles wat er werkelijk in Myra omgaat. 

Hij heeft kunstgeschiedenis gestudeerd en handelt wat in moderne kunst, maar zijn eigenlijk ambitie is 'het schrijven van een filosofisch werk over het wereldraadsel, over de paradox die het 'leven' heet. (...) Verder dan een stapel losse aantekeningen was hij nog niet gekomen.'

In een boek van Saul Bellow leest Erik: 'To have your will, that's what pleasure is.' Erik zegt van zichzelf dat hij meestal blijft steken in een eerdere fase, 'de doelloze drang van I want, I want, I want.' Iets of iemand zijn wil opleggen en er dan plezier aan beleven lijkt niet voor hem weggelegd. Van Myra kan hij meestal wel gedaan krijgen wat hij wil, maar dat mist voor hem de echte uitdaging. 

Jij bent al zeven jaar mijn vrouw, jou heb ik allang veroverd. Als ik jou tiranniseer dan is dat heel wat anders dan 'to have my will'; het is niet veel meer dan mijn zin doordrijven in kleinigheden binnen de marges van een echtelijke verhouding. 

Als ze met de vrachtwagen van Robbie kilometer na kilometer bedwingen, heeft hij soms inderdaad het voldane gevoel dat past bij 'to have your will'. En dat gevoel kent hij ook van vroeger als hij een bergtop had bedwongen. Met het beklimmen van de Merapi probeert hij dat gevoel terug te krijgen. Bovendien moet hij nu ook nog de tegenzin en de angst van Myra overwinnen. Zijn poging mislukt. 'Van het bedwingen van die vulkaan is niets terechtgekomen, we hebben hem wel bestormd, maar de vulkaan heeft Myra bedwongen', schrijft hij aan Heleen. 

Erik noemt zichzelf een nihilistisch vitalist; hij weet dat het leven zinloos is, maar hij probeert er het beste van te maken, toch zo intens mogelijk te leven. Volgens mij is hiermee ook het motto in verband te brengen, dat Andriesse aan Achterberg ontleend heeft: 'de hoop is een krijtwit kind, dat lacht tegen de rover die het slacht'.

Niet altijd komt er evenveel terecht van dat vitalisme van Erik. Hij heeft momenten dat hij zich heel ongemakkelijk voelt in dit leven. Bijvoorbeeld als hij De Zeeuw ontmoet, die hij helemaal niet mag, of als hij samen met Heleen gevangengenomen dreigt te worden, omdat ze zonder toestemming foto's hebben gemaakt. Op zo'n moment krijgt Erik last van zenuwpijnen in nek en schouders. Na Myra's verdwijning trekt die pijn voorlopig niet meer weg. Erik kan zich niet meer ontspannen. Als hij in de spiegel kijkt, ziet hij dat zijn schouders helemaal verkrampt omhooggetrokken zijn en dat het lijkt of zijn hoofd daartussen omlaag wordt geduwd.

In de gevangenis raakt Erik ervan overtuigd, dat hij niet onschuldig is aan het verdwijnen van Yati en Myra: 'Als hij Yati niet had proberen aan te raken, zou ze nooit zijn weggerend en had De Zeeuw geen kans gekregen achter haar aan te gaan.' Myra had hij min of meer gedwongen met hem de vulkaan te beklimmen. 'Zijn onverschilligheid had haar in de mist doen verdwijnen.'

Eriks advocaat wil niet van die zelfbeschuldigingen horen, maar Erik weigert verder zichzelf te rechtvaardigen: hij verliest zijn spraak. Ook dit heeft natuurlijk een symbolische betekenis. Erik wil en kan nu zichzelf, zijn eigen bestaan, tegenover niemand meer rechtvaardigen. Hij wil en kan zijn wil niet meer aan anderen opleggen. Hij zal zijn 'pleasure' op een andere manier moeten zoeken. Als De Zeeuw hem bezocht heeft in de gevangenis, wordt Erik doof. Hij sluit zich dus voor iedereen af. Op dat moment ontspant zijn lichaam, hij voelt geen pijn meer. 

Erik heeft zijn leven geaccepteerd, in al zijn beperktheid. 'Een scheet in het heelal', meer is heet niet. Waarom zou je in dit leven dan nog streven naar 'to have your will', waarom zou je eigenlijk nog érgens naar streven? Waarom zou je je moeten bewijzen tegenover anderen, waarom zou je je tegenover hen moeten rechtvaardigen? Nergens om. Je moet gewoon je eigen leven leven, je eigen gang gaan, je van niemand wat aantrekken. Een overzichtelijk en simpel bestaan. That's what pleasure is. In de gevangenis, waar je met weinig anderen in aanraking komt, is zo'n leven niet al te moeilijk te leiden. Het is Erik dus gelukt de paradox van het 'leven' op te heffen, hoewel hij dat dat alleen de dood dat kon. 


De geur van de durian noemde Andriesse zijn boek. Wat heeft die durian ermee te maken? Wat zijn durians trouwens?

Durians zijn grote stekelige, tropische vruchten. Ze hebben een penetrante geur. Het eten van de durian zou de geslachtsdrift prikkelen. Myra, Heleen en Erik eten ervan. Myra is nieuwsgierig naar de erotische uitwerking. 'Ze hoopte dat Erik straks, bezeten door de uitwerking van de geheimzinnige vrucht meteen boven op haar zou duiken.' Haar hoop blijkt ijdel, de durian werkt niet. In het zuiden blijken er niet eens durians te zijn. Daar is dus zelfs geen hoop op toenadering tussen Erik en Myra. 

Maar er is meer met de durian aan de hand. 'De bloesem van de durian wordt bestoven door vleermuizen. Zo gaan liefde en dood weer hand in hand: de vrucht ontstaat door de vereniging van een bloesem en een vampier.' Ook in dit boek gaan liefde en dood hand in hand. Erik was verliefd op Yati en zijn gevoel voor Myra wilde hij best liefde noemen, al schonk hij weinig aandacht aan haar. Beide meisjes vinden (waarschijnlijk) de dood. 

De vrucht die ontstaat door de vereniging van liefde en dood is rust, vrede. Erik fantaseert er een keer over dat alle mooie meisjes die hij niet kan krijgen maar gedood moeten worden. Dan zou ook de onrust in hem gedood zijn. 

Ten slotte wil ik 'de geur van de durian' ook wel lezen als 'de geur van Indonesië, die toch wel in het hele boekje hangt. 


Met de frikkerigheid mij eigen heb ik heel wat ruimte besteed aan samenvatting en uitleg, maar een oordeel over het boek heb ik nog niet gegeven. 

Laat ik beginnen et te vertellen dat ik De geur van de durian geen slecht boek vind. Maar ik vind het ook zeker geen volmaakt boek; er zijn voldoende punten waarop ik kritiek heb. Het boek is vrij goed geconstrueerd, maar de constructie is niet altijd met evenveel raffinement aangebracht. Enkele voorbeelden:

De notie 'to have your will' is in het boek zeker belangrijk, maar ik vind dat Andriesse de zin wel érg vaak herhaalt. Dat is helemaal niet nodig. Alleen het beschrijven van de situaties waarop de notie van toepassing is, is al voldoende. Zo'n situatie kan zo beschreven worden, dat er bij de lezer vanzelf een lampje gaat branden dat terugschijnt op 'to have your will'. De schrijver hoeft niet bij te lichten met zijn zaklamp. 

De ring die Myra van Robbie krijgt, krijgt zo'n zware symbolische lading mee, dat de lezer direct in de gaten heeft dat het wel mis moet gaan met die ring. Verschillende keren wordt deze ring genoemd, heel vaak in combinatie met angst voor het verliezen ervan. Even nog heb ik gehoopt, dat de schrijver gewoon een spelletje met zijn lezers speelt, maar nee hoor, aan het einde van het verhaal wordt keurig alleen de ring teruggevonden en Myra is spoorloos. 

De brieven aan Heleen worden door de schrijver duidelijk als truc gebruikt. Erik zou Heleen 'een bijna dagelijks verslag van zijn verdere reis in briefvorm' schrijven. Van dat 'bijna dagelijks' is in het boek niets terug te vinden. Eens duurt het bijna honderd bladzijden voordat we een volgende brief te lezen krijgen. Het lijkt erop dat de schrijver de briefvorm alleen gebruikt als hij geen andere oplossing ziet, of als hij denkt afwisseling nodig te hebben. Op deze manier blijven het toch wat vreemde brokjes in het boek. 

Een enkele keer bezondigt Andriesse zich aan het schrijven 'op het effect'. Zonder angst voor pathos, zonder enige distantie schrijft hij bijvoorbeeld:

Ze kwam overeind, het boek viel op de grond en ze omhelsde hem heftig. Ze overdekte zijn gezicht met zoenen en trok hem over zich heen toen ze achterover ging liggen. 'Ik zal je zo missen', fluisterde ze toen hij bezweet en ontspannen naast haar lag. 

Een gezicht 'overdekken' met zoenen, 'ik zal je zo missen' als laatste woorden in een dialoog en nog gefluisterd ook, dat verwacht ik in liefdesromannetjes uit de supermaerkt. 

Zo veel kritiek en dan toch een positief eindoordeel? Ja hoor. Lang niet altijd is Andriesse zo nadrukkelijk in het gebruik van structuurelementen: als Yati verdwijnt, draagt ze een rode jurk, Myra draagt een rode jurk als ze verkracht wordt, Merapi betekent 'rood vuur'. Rood is de kleur die in dit boek bij de ondergang hoort, maar ook bij de schoonheid (de felrode bloemen aan de struiken). Zo'n onopvallend aangebrachte symboliek vind ik wel mooi. 

In de beklimmingsscène wordt de spanning goed opgevoerd. De ruimte is hier bijzonder functioneel. Denk aan uitdrukkingen als 'lopen op de vulkaan' en 'dansen op de vulkaan'. Opvoeren van de spanning vóór het einde van het boek kan tot gevolg hebben dat daarna de aandacht van de lezer ineens verslapt, maar ook dan weet Andriesse ons erbij te houden. In het hele boek heb ik met trouwens niet verveeld en er zijn niet zo vreselijk veel boeken waarvan ik dat kan zeggen. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten